Maatschappijleer criminateits-theorieën:
Lombroso-theorie
Cesare Lombroso deed in de negentiende eeuw schedelonderzoek bij gevangenen en concludeerde dat crimineel gedrag erfelijk bepaald is. Hij ging er van uit dat je criminelen kon herkennen aan uiterlijke kenmerken. Lombroso pleitte tegen lijfstraffen en voor een menselijke behandeling van misdadigers. Zijn theorie is inmiddels achterhaald.
Rationele-keuzetheorie
Volgens Adam Smith kiest ieder individu wat de meest gunstige optie is voor zichzelf. Daarbij weegt hij de voor- en nadelen tegen elkaar af. Volgens Marcus Felson geldt deze theorie ook voor criminelen: bij een kleine pakkans wordt de neiging om te stelen groter. De gelegenheid maakt de dief.
Sociobiologie
Met zijn sociobiologische theorieën probeerde Edward Wilson aan te tonen dat menselijk gedrag minstens zo sterk werd bepaald door genetische factoren als door opvoeding en cultuur. Biosociale wetenschappers benadrukken de verbanden tussen sociale en biologische factoren. Neurobioloog Dick Swaab vindt dat al ons gedrag wordt bepaald door de structuur en werking van onze hersenen. Hij schreef de bestseller ‘Wij zijn ons brein’.
Bindingstheorie
Volgens Travis Hirschi is ieder mens geneigd tot het slechte, in iedereen schuilt een misdadiger. De meeste mensen gedragen zich, omdat ze bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten. Deze bindingen vormen dus een soort rem op de criminele neigingen die we allemaal hebben. Mensen met weinig bindingen hebben dus ook een minder goede rem.
Psychoanalyse
Volgens Sigmund Freud is er een verband tussen criminaliteit en een verstoring in de psyche. De psyche is opgebouwd uit drie delen:
- Het id is het onderbewuste en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit.
- Het ego is het bewuste deel dat de overhand krijgt wanneer we volwassen worden.
- Het superego is het geweten, waardoor we gevoelens van schuld en schaamte hebben.
Wanneer de balans tussen deze drie verstoord raakt, kan dit volgens Freud tot afwijkend of crimineel gedrag leiden.
Aangeleerd-gedrag-theorie
Edwin Sutherland deed in de vorige eeuw onderzoek in de achterstandswijken van Chicago. Hij concludeerde dat crimineel gedrag aangeleerd is. Wanneer een jongere bijvoorbeeld omgaat met een crimineel iemand, is de kans groot dat hij later ook crimineel wordt. Volgens Sutherland verschillen criminelen niet per se van andere mensen.
Anomietheorie
Robert Merton zegt dat mensen eerder crimineel gedrag gaan vertonen wanneer ze er niet in slagen hun levensdoelen te bereiken. Sommige mensen zien of denken dat hun kansen om hoger op de maatschappelijke ladder beperkt worden vanwege hun afkomst of gebrek aan diploma. Een deel zal zijn doel bijstellen, maar anderen gaan illegale en strafbare middelen gebruiken om toch hun gewenste welvaart te behalen.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
Thanks, Morgen een SE over H1en H2 en de open vragen gaan over deze theorieen.
7 jaar geleden
Antwoorden