Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Criminaliteit

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1421 woorden
  • 16 juli 2008
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8
2 keer beoordeeld

Criminaliteit

§1

- Waarden: opvattingen van mensen over wat in het leven belangrijk gevonden wordt.
- Normen: geven concreet aan hoe je je in een bepaalde situatie hoort te gedragen.
- Als mensen zich niet aan normen van een bepaalde samenleving of groep houden, heet dat afwijkend gedrag. Met veel overtredingen bemoeit politie zich niet.
- Criminaliteit: strafbaar gesteld gedrag.

Delict: strafbaar gedag.
Misdrijven: ernstige delicten

Overtredingen: minder ernstige delicten.
Deze staan in het wetboek van strafrecht.

Als de maatschappij verandert ontstaan andere opvattingen over zaken. Ook komen er nieuwe problemen en maakt de techniek nieuwe nieuwe delicten mogelijk.
Wat strafbaar is hangt af van Tijd & Plaats.

Criminaliteit, problemen:
- Persoonlijk leed
- Kosten overheid geld (-> belastingen)
- Is ongelijk verdeelt.

§2

- Geregistreerde misdrijven: zijn bij politie bekend en is een proces-verbaal voor gegeven. Niet alles is bekend.
o Geen aangifte bij bijvoorbeeld geen slachtoffer of schaamte.
- Om een beter beeld te krijgen:
o Slachtofferenquête (waarvan slachtoffer)
o Dader- of zelfrapportage enquête (waarvan dader?)
è Zwakke punten:
· Misdrijven in familie en privé-sfeer
· Wat moet worden verstaan onder geweld?

Soorten criminaliteit.
- Geweldscriminaliteit

o Moord, mishandeling. Seksueel en huiselijk geweld.
- Vermogenscriminaliteit (2/3)
o Diefstal en inbraak (90%)
o Verduistering, valsheid in geschrifte, bedrog, heling.
- Vernielingen
o Brandstichting en verstoren van openbare orde.
- Verkeersmisdrijven (9%)
o Doorrijden na ongeluk, dronken achter het stuur.
- Drugshandel en milieudelicten.

- Witteboordencriminaliteit, fraude: criminaliteit die mensen achter hun bureau plegen door rommelen met cijfers.
o Belastingontduiking: te lage inkomsten opgeven.
o Uitkeringsfraude: het niet opgeven van inkomsten naast een uitkering (zwart)
- Georganiseerde criminaliteit
o Het leveren van diensten waar in de samenleving behoefte bestaat, maar strafbaar zijn.
Afpersing, Illegaal gewin, Drugshandel, Kinderporno etc.


1970 – 1994: Criminaliteit werd 4x zo groot.
Te maken met:
- betere registratie
- meer aangifte

§3
Oorzaken van criminaliteit.
- Biologische theorieën:
Lambrosso: arts in de gevangenis.
Zijn theorie: uiterlijke overeenkomsten hangt samen met criminaliteit.

- Psychologische theorieën:
Freud, arts:
Zijn theorie: criminaliteit hangt af van ervaringen tijdens de kinderjaren.

- Sociologische theorieën:
o Anomietheorie / strain-theorie: lagere milieus staan onder druk om criminele middelen te gebruiken omdat de cultuur hen doelen voorhoudt die ze door hun lage positie nooit zullen bereiken.
o Aangeleerd gedrag theorie: (subcultuur) Mensen leren crimineel gedrag in de omgang met anderen.

o Etiketteringstherorie: Doordat mensen crimineel gedrag vertonen worden ze gestigmatiseerd (etiket opgeplakt).
o Controle-bindingstheorie: hoe minder bindingen, hoe meer kans op crimineel gedrag.
o Gelegenheidstheorie: door meer welvaart zijn er meer mogelijkheden tot crimineel gedrag.

- Biosociale theorie:
o Buikhuizen.
Theorie: een combinatie van erfelijkheid en persoonlijkheid zorgt voor criminaliteit.
Verdere factoren die crimineel gedrag bevorderen:
- Alcohol
- Drugs
- Vuurwapens
- Tv-geweld.

§4
Nederland is een rechtstaat, dat wil zeggen burgers worden tegen de overheid beschermd door wetten.
Daarom kennen we het legaliteitsbeginsel.
1. Je kunt alleen worden gestraft voor iets wat volgend de wet strafbaar is.
2. Elk wetsartikel in het wetboek van strafrecht bevat een precieze omschrijving van het delict en de maximale straf.
3. Je kunt niet twee keer voor hetzelfde feit worden vervolgd.
4. Een verdachte is onschuldig tot dat de rechter zijn schuld bepaald.


OM -> Openbaar ministerie.
Een verzamelnaam voor alle officieren van justitie samen. Een officier van justitie komt in actie wanneer de politie het proces verbaal doorstuurt. Een officier van justitie is een openbare aanklager. Hij zoekt namens de samenleving bewijzen en eist een straf. (Hij is per definitie tegen de verdachte).
Taken van de officier van justitie:
1. Leiden van het opsporingsonderzoek
2. Het vervolgen van de verdachte (voor de rechter brengen)
3. Een straf eisen
4. Zorgen voor uitvoering van de straf.

Bij 2 hoort het opportuniteitsbeginsel. Het OM hoeft niet alle zaken te vervolgen.
Mogelijkheden:
1. seponeren: niet vervolgen.
2. transactie: boete.

Driehoeksoverleg: overleg tussen OM, burgemeester en politie, waarbij per gebied het criminaliteitsbeleid wordt bepaald.

Hoofdtaken politie:
- Hulpverlening
- Handhaven van openbare orde
- Opsporingstaken

Dwangmiddelen; bevoegdheden van de politie:
1. staande houden (legitimatie)
2. aanhouden, arresteren. Bureau, verhoor, maximaal 6 uur. (tijd ’s nachts telt niet mee)

3. Vrijheidsbeneming.
4. Max. 4x 24 uur.
5. inverzekeringstelling
6. voorlopige hechtenis (max 102 dagen)
7. in beslag name en huiszoeking.

§5
Rechtspraak wordt uitgevoerd door onafhankelijke rechters. (rechtstaat, machtenscheiding) Dit wordt gewaarborgd door:
- rechter wordt voor het leven benoemd
- salaris is bij wet geregeld.
- Het aantal rechters staat in elke rechtszaak van tevoren vast.

De rechters worden bijgestaan door griffiers, ze maken het proces verbaal van de zitting op: ze noteren alles.

Soorten rechtbanken.
1. Arrondissementsrechtbank (19)
- Kantonrechter: overtredingen.
- Politierechter: lichte misdrijven.
- Kinderrechter: misdrijven gepleegd door jongeren van 12-18 jaar.
- Economische politierechter: economische overtredingen.

- Meervoudige (3 rechters) economische kamer: economische misdrijven.
- Meervoudige strafkamer: 3 rechters die zware misdrijven behandelen.
Uitspraak: vonnis.
2. Gerechtshof:
- meervoudige kamer van 3 rechters. Behandelen alleen hoger beroepszaken van de arrondissementsrechtbank. (door verzoek verdachte of openbaar ministerie).
Uitspraak: arrest.
3. Hoge Raad.
- 3-5 raadsheren onderzoeken of de rechtsregels bij het gerechtshof goed zijn toegepast. ( in cassatie gaan). Is dit niet het geval, dan wordt de zaak terug verwezen naar een ander gerechtshof.

Jurisprudentie: rechtersrecht.
-> Als er een nieuwe vorm is van criminaliteit of sommige details niet goed staan genoteerd, doen de rechters een uitspraak en die uitspraak wordt dan wet: in alle andere zaken wordt die uitspraak dan gebruikt.

- Rechtershulp:
o Advocaat

o Bureau voor rechtshulp.
o Rechts- Wetswinkel.

Doelen van straffen:
- Vergelding (dader moet boeten voor wat hij heeft misdaan.)
- Preventie (straf moet afschrikken om iets (weer)te doen)
- Resocialisatie (straf moet terugkeer in de samenleving mogelijk maken).
- Voorkomen van eigenrichting (overheid wil met het opleggen van straffen voorkomen dat slachtoffers zelf wraak nemen.
Recidivisten: als mensen a hun straf opnieuw delicten plegen.
Reclassering: hulp aan gevangenen om ze voor te berieden op en te begeleiden bij hun terugkeer in de samenleving.

In Nederland gaat men uit van Daderstrafrecht; de rechters moet bij zijn uitspraak rekening houden met de ernst van het strafbare feit, de bewijsvoering en eventuele bijzondere omstandigheden.

Straffen
Voorwaardelijke straf: de straf wordt niet uitgevoerd als de dader zich aan de opgelegde voorwaarde houd, binnen een x-aantal jaar geen nieuw misdrijf meer te begaan, de schade te vergoeden of zich onder behandeling te stellen van een psychiater.

Hoofdstraffen:

- Gevangenisstraf
- Hechtenis
- Geldboete
- Onbetaalde arbeid.
Bijkomende straffen
- Ontnemen van bepaalde rechten
- Verbeurd verklaren van in beslag genomen buit of eigendommen.
- Openbaar maken van het rechtelijk vonnis.

Maatregelen
- TBS.
- Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis.

Minderjarigen.
Kinderen < 12 zijn niet strafrechtelijk aansprakelijk voor hun daden, -> Ouders de klos.
12 – 18 jarigen: speciale regels.
Lichte vergrijpen: HALT.
Zwaardere zaken: officier van justitie: korte taakstraf of boete.
Ernstige zaken: kinderrechter.

Een aantal nieuwe ontwikkelingen en experimenten in de strafwereld.
- Lik op stuk: direct actie: verdachte binnen elkele dagen of uren voor de rechter.

- Administratieve afhandeling.
- Educatieve Maatregel Alcohol Verkeerdelicten: voorkomen dat mensen met alcohol achter het stuur recidiveren, dmv een cursus.
- Plukze-wetgeving: georganiseerde misdaad afschrikken
- Schadevergoeding als alternatief voor een strafrechtelijke vervolging.

§6

- Oplossingenpercentages zijn gedaald.
- 20% van alle aangiften worden opgelost.
- Het aantal misdrijven is gestegen, 1,3 miljoen per jaar.
- Straffen zijn toegenomen en zijn langer.
- De registratie is toegenomen.

Gevangenen bestaan voor het grootste deel uit:
- Mannen
- Jongeren (tot 25)
- Mensen uit lagere sociaal-economische klassen.
- Allochtonen.

Verklaringen ^^
- Wetgever (bepaald wat strafbaar is)
- Regering (beleidskeuze)
- OM
- Rechter (bepaald vorm en zwaarte van de straf.)
- Politie (benadrukt bepaalde delicten & controleert sommige groepen vaker).

^^ Leidt tot klassenjustitie:
- Mensen uit lagere sociaal economische klassen hebben een grotere kans om gepakt en veroordeeld te worden.

Verklaring voor de hogere pakkans door de politie: De politie is sterk gericht op traditionele vormen van criminaliteit bijvoorbeeld inbraak en diefstal.
Deze criminaliteit wordt vaak gepleegd door mensen uit de lagere klassen: het is gemakkelijker bewijbaar, er is een aanwijsbaar slachtoffer en dus een grotere roep om een oplossing.

De effecten van straffen:
60% van de gevangenen en TBS-ers recidiveert: gaan weer opnieuw de fout in. Dit percentage daalt bij een hogere pakkans en een lik-op-stuk beleid.

§7

Repressie: maatregelen ter bestrijding van delicten door politie en justitie.
- Meer sociale controle
- Meer / langere gevangenisstraffen
- Meer aandacht voor minder gebruikelijke criminaliteitsvormen.
- Minder rechten voor verdachten.
- Drugsbeleid richten op de handel i.p.v. het gebruik.

Preventie: maatregelen ter voorkoming van Delicten.
1. Gericht op de dader;
- Opvoeding
- Reclassering (begeleid mensen met terugkeer in de samenleving).
- Verkeerscontroles uitbreiden
- Het verbieden van wapenbezit
- Betere kansen voor mensen in achterstandssituaties.
2. Gericht op de situatie;

- camera’s, meer blauw op straat, minder contant geld in de kassa.
3. Gericht op het slachtoffer
- weerbaarheidcursussen, spotjes overheid.

Het overheidsbeleid in de jaren ’60 en ’70 was vooral gericht op preventie. Door toegenomen criminaliteit nam men meer repressieve maatregelen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.