Criminaliteit: Ernstige vormen van onmaatschappelijk gedrag (Alle misdrijven die in de wet staan omschreven).
Dominante cultuur: Gemeenschappelijke basis van normen en waarden.
Waarden: Principes die mensen belangrijk en nastrevenswaardig vinden. (Vrijheid, eerlijkheid)
Normen: Gedragsregels die voortvloeien uit waarden, zoals respect tonen voor elkaar mening en niet liegen.
Recht: geheel van gedragsregels. Vastgesteld door de overheid die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van de samenleving.
Rechtsnormen zijn bedoeld om:
- Samenleving te ordenen (verkeer)
- Conflicten naar behoren te regelen
- Onafhankelijke rechtsspraak te waarborgen
Verschil tussen overtreding en een misdrijf: - Hogere straffen bij misdrijf - Misdrijf komt op strafblad te staan. Soorten delicten: - Tegen openbare orde (vlag verbranden enz) - Misdrijven tegen leven en persoon - Ruwheidmisdrijven (graffiti) - Vermogensmisdrijven - Seksuele misdrijven - Verkeersmisdrijven - Tegen de opiumwet - Economische delicten - Milieudelicten
Politiestatestieken zijn niet 100% betrouwbaar want:
- Aangifte is klein
- Word vaak niet ontdenkt
- Opsporingsactiviteit is van invloed
- Registratiefouten worden gemaakt
Slachtofferenquêtes, de nadelen: - Gevoeligheid ligt bij iedereen anders - Meet alleen de veelvoorkomende delicten - Slachtofferloze criminaliteit valt erbuiten. Hoofdstuk 2 Socialisatie: Het proces waarbij waarden en normen en andere kenmerken van een cultuur worden aangeleerd. (gezin, school) Maatschappelijke omstandigheden: - Uitzichtloze situatie: Houden zich daarom niet meer aan de wet. - Drugsgebruik (30%) - Normen en waarden vervagen - Sociale controle is afgenomen - Pakkans is afgenomen
Theorieën
Biologische theorieën: Sociobiologie. Lomboso
Psychologische theorieën: Dader zelf
Aangeleerd gedrag: Theorie: Sutherland aangeleerd
Sociologische theorieën: Anomietheorie. Merton
Bindingstheorie: Hirsch, iedereen misdadiger. Hoofdstuk 3 Rechtstaat: Rechten en plichten van de burgers en de overheid in een grondwet vastgelegd. Geweldsmonopolie: geweld gebruiken zoals wapenstok en peperspray. Uitzondering pistool. 1948: VS Universele Verklaring van de Rechten van de mens. - Niet discrimineren, martelen, gevangenzetten, recht op een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting. Belangen overheid bij bestraffing: - Het legaliteitsbeginsel: Alleen wanneer in wet staat - Wetsartikel: Straf + Omschrijving van het delict. - Ne bis in idem-regel: Niet 2x voor zelfde. - Verdachte is onschuldig tot hij schuldig verklaard wordt. 2 sporenbeleid: - Preventieve maatregelen - Repressieve maatregelen
Taken van de politie: - Hulpverlening - Handhaving van de openbare orde - Opsporingstaak
Hoofdstuk 4
Officier van Justitie
- Leidt het opsporingsonderzoek
- Brengt verdachten voor de rechter.
- Eist bepaalde straf in de rechtszaak
- Verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf
Alle officieren > Openbaar ministerie. Politieambtenaren hebben opsporingsbevoegdheid. Voorwaardelijk sepot: Afkicken bv. VB. Opsporingsbevoegdheden: - vaker richtmicrofoons gebruiken - Infiltranten - Gecontroleerde doorvoer - Informeren - Inkijkoperaties - Kroongetuigen - Officier moet toestemming geven. Hoofdstuk 5 Rechters: Politierechters: Lichte misdrijven (vernielingen) Kinderrechter: Jongeren 12/18 jaar
Kantonrechter: Berechting overtredingen
Meervoudige kamer : 3 rechters (zware misdrijven) Hogere rechtbank: word gevormd door het gerechtshof. Belangrijkste taak: Rechtsspraak in hoger beroep van zaken die door de a.b zijn behandeld. Hoge raad: 3/5 raadsheren. In Den Haag gevestigd. Deze spreekt wanneer verdachte of o.m het niet eens is met de uitspraak v.h hof.(cassatierhoor) Rechtszaak: 1. Opening
2. aanklacht
3. onderzoek
4. verhoor
5. requisitoir
6. pleidooi
7. laatste woord
8. vonnis Hoofdstuk 6 Reden van de straffen: - Vergelding - Afschrikking van de dader - Afschrikking van de samenleving - Voorkomen van eigenrichting - Verbeteren van de dader - Beveiliging van de samenleving, 1886 Nederlandse wetboek van strafrecht voltooid. 1870: In Nederland doodstraf afgeschaft. 3 hoofdstraffen: - Geldboete - Vrijheidsstraf - Alternatievestraf
Verschil tussen overtreding en een misdrijf: - Hogere straffen bij misdrijf - Misdrijf komt op strafblad te staan. Soorten delicten: - Tegen openbare orde (vlag verbranden enz) - Misdrijven tegen leven en persoon - Ruwheidmisdrijven (graffiti) - Vermogensmisdrijven - Seksuele misdrijven - Verkeersmisdrijven - Tegen de opiumwet - Economische delicten - Milieudelicten
Slachtofferenquêtes, de nadelen: - Gevoeligheid ligt bij iedereen anders - Meet alleen de veelvoorkomende delicten - Slachtofferloze criminaliteit valt erbuiten. Hoofdstuk 2 Socialisatie: Het proces waarbij waarden en normen en andere kenmerken van een cultuur worden aangeleerd. (gezin, school) Maatschappelijke omstandigheden: - Uitzichtloze situatie: Houden zich daarom niet meer aan de wet. - Drugsgebruik (30%) - Normen en waarden vervagen - Sociale controle is afgenomen - Pakkans is afgenomen
Theorieën
Biologische theorieën: Sociobiologie. Lomboso
Psychologische theorieën: Dader zelf
Aangeleerd gedrag: Theorie: Sutherland aangeleerd
Sociologische theorieën: Anomietheorie. Merton
Bindingstheorie: Hirsch, iedereen misdadiger. Hoofdstuk 3 Rechtstaat: Rechten en plichten van de burgers en de overheid in een grondwet vastgelegd. Geweldsmonopolie: geweld gebruiken zoals wapenstok en peperspray. Uitzondering pistool. 1948: VS Universele Verklaring van de Rechten van de mens. - Niet discrimineren, martelen, gevangenzetten, recht op een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting. Belangen overheid bij bestraffing: - Het legaliteitsbeginsel: Alleen wanneer in wet staat - Wetsartikel: Straf + Omschrijving van het delict. - Ne bis in idem-regel: Niet 2x voor zelfde. - Verdachte is onschuldig tot hij schuldig verklaard wordt. 2 sporenbeleid: - Preventieve maatregelen - Repressieve maatregelen
Taken van de politie: - Hulpverlening - Handhaving van de openbare orde - Opsporingstaak
Alle officieren > Openbaar ministerie. Politieambtenaren hebben opsporingsbevoegdheid. Voorwaardelijk sepot: Afkicken bv. VB. Opsporingsbevoegdheden: - vaker richtmicrofoons gebruiken - Infiltranten - Gecontroleerde doorvoer - Informeren - Inkijkoperaties - Kroongetuigen - Officier moet toestemming geven. Hoofdstuk 5 Rechters: Politierechters: Lichte misdrijven (vernielingen) Kinderrechter: Jongeren 12/18 jaar
Kantonrechter: Berechting overtredingen
Meervoudige kamer : 3 rechters (zware misdrijven) Hogere rechtbank: word gevormd door het gerechtshof. Belangrijkste taak: Rechtsspraak in hoger beroep van zaken die door de a.b zijn behandeld. Hoge raad: 3/5 raadsheren. In Den Haag gevestigd. Deze spreekt wanneer verdachte of o.m het niet eens is met de uitspraak v.h hof.(cassatierhoor) Rechtszaak: 1. Opening
2. aanklacht
3. onderzoek
4. verhoor
5. requisitoir
6. pleidooi
7. laatste woord
8. vonnis Hoofdstuk 6 Reden van de straffen: - Vergelding - Afschrikking van de dader - Afschrikking van de samenleving - Voorkomen van eigenrichting - Verbeteren van de dader - Beveiliging van de samenleving, 1886 Nederlandse wetboek van strafrecht voltooid. 1870: In Nederland doodstraf afgeschaft. 3 hoofdstraffen: - Geldboete - Vrijheidsstraf - Alternatievestraf
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
is dit echt alles..??? wat ik zou moeten weten voor me pta??
kus,
Marcel
19 jaar geleden
Antwoorden