1 communicatie -COMMUNICATIE= het proces waarbij een zender, bedoeld of onbedoeld een boodschap overbrengt aan een ontvanger. -3 mogelijkheden: - face to face - via communicatiemiddel (telefoon) - 1 zender, meer publiek -verbaal = praten -non-verbaal = gebaren -via media is non-verbaal -media: -gedrukte media (krant) -audio-visuele media (radio en tv) beide indirect - 4 behoeften tot communicatie
1 natuurlijke (mens is sociaal wezen) 2 sociale (mens is afhankelijk vd omgeving) 3 individuele (ontwikkeling zelfbeeld) 4 Maatschappelijke (samenleving is georganiseerd) -kenmerken massamedia: -openbaar en voor iedereen -bedoeld voor groot heterogeen publiek -onpersoonlijke aard relatie zender - ontvanger -eenzijdige communicatie
1 Selectieve-perceptietheorie=iedereen neemt informatie op vanuit eigen achtergrond (ajax-psv) 2 Agendatheorie=verschil in aandacht tussen bepaalde onderwerpen. 3 Injectienaaldtheorie=mensen zijn een geheel en nemen alles op wat ze vooreschoteld krijgen
4 Aanhaaktheorie=mensen volgen een bepaald persoon waarmee hun het wel eens zijn en waar ze
zichzelf wel in kunnen vinden. Invloed van reclame Trucs: -bekende personen(voorbeeld) -wetenschappelijke moeilijke termen -andere talen -sfeer koppelen die mensen bevalt -inspelen op gevoelens -gebruik muziek -gebruik trends -benader doelgroepen -humor -gebruik in je reclame de ‘gewone gebruiker’ (doorsnee persoon) -hoogst haalbare succes is vernoeming van product naar je naam vb. maggi -irritatie blijft net zo goed of beter hangen dan andere reclames vb. wasmiddel
waarden&normen -waarden=opvattingen over goed en kwaad, lelijk en mooi gepast en ongepast (wat maatschappij belangrijk vind) -normen=gedragsregels gebaseerd op waarden -gemeenschap=leefomgeving,familie,vrienden,sport -waarden en normen zijn in beweging en veranderen -maak deel uit van de groep als je de waarden en normen kent -SOCIALISATIE=leerproces, overdracht van de waarden en normen(aanpassing) (sociale beïnvloeding) via opvoeding,dwang of beïnvloeding door massamedia -begint met imiteren van gedrag,kleding uitdrukkingen -groepen verschillen van uiterlijk,smaak,uitdrukkingen,stijl.
Prot. Chr. Kath. Socialistisch Liberaal
Trouw Volkskrant AD Telegraaf
NCRV KRO VARA NRC
EO AVRO
VPRO TROS -Inkomsten krant achteruit bij opkomst TV –reclame verhuist naar tv in 1967 deel STER-opbrengsten ten goede aan de kranten=BEDRIJFSFONDS voor de PERS verdeeld de gelden Soorten Bladen -Opinieweekbladen=bladen die vanuit de politiek spreken vb. HP de tijd -Gezinsbladen en sensatiepers=bladen die nieuwtjes vertellen over beroemde mensen en geen echte informatie bieden vb. prive,panorma -wetenschappelijke bladen -hobbybladen
radio en tv zijn ook verzuild
AVRO =Algemene vereniging radio-omroep
VARA =Vereniging van arbeiders-radio amateurs
NOS =Nationale omroep stichting
KRO =Katholieke radio omroep
EO =Evangelische Omroep
VPRO =vrijzinnig protestantse radio omroep
TROS =Televisie en radio omroep stichting
publieke zenders= Ned. 1,2,3
commerciële zenders= sbs,rtl -nieuw formule nodig voor succes na de komst van commerciële zenders = meer amusement en minder levensbeschouwend -omroepbestel=publieke zenders bij elkaar gehouden door de mediawet
3 regels -minstens een bepaalde culturele maatschappelijke en geestelijke waarde -gevarieerde programma’s 25%info 25%culu 5%edu 25%amuse 20%vrijdag -tenminste 150.000 leden
als je eraan voldoet krijgt de omroep financiële vergoeding -kabelmaatschappijen verdienen veel geld met commercieel
REACTIES
1 seconde geleden