HUMO SPRAK MET NAOMI KLEIN, DE PASIONARIA VAN DE ANTIGLOBALISTEN.
- Interview met Naomi Klein
- Door jorunalist Bart Vanegeren
-Bron: Humo 16/10/01, pagina’s 28-33
Al in 1995 begon Naomi Klein met de resaerch voor haar boek ‘No logo’. Hiermee liep ze ver vooruit op de antiglobaliseringsbewegingen, voor welke haar boek nu een soort bijbel is geworden. Het verwoordt de antiglobaliseringsbeweging, hun voor en en vooral hun tegen. No logo begint met een sterk verwijt over ‘lifestyle branding’. Hiermee bedoelen we alle reclame waarbij niet zozeer producten worden gepromoot, maar wel eerder levensstijlen, gevoelens, identiteiten en relaties. Die nieuwe ‘handelswaar’ moest er komen omdat er niet voldoende consumptie was, ten gevolge van de vrije martkeconomie. Een gevolg hiervan en van alle publiciteitskosten is dat de multinationals gaan besparen op de werkkrachten en op de zorg voor het milieu. Vele fabrieken verhuizen naar de lageloonslanden. Je merkt op dat het niet zozeer draait om de logo’s en merken maar om het achterliggende (foute) economische model. Hierbij pleit Naomi Klein wel voor meer internationalisme, om die multinationals te kunen controleren. Die internationale organen moeten dan wel de democratie dienen. Het Internationaal Muntfonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie geloven in het neoliberalisme, en zijn dus verkeerde instrumenten om de noodzakelijke veranderingen te bewerkstelligen. Ook fundamentalisme is verkeerd. Vele fundamentalisten beseffen wel dat een onrechtvaardige wereld een onveilige wereld is, maar ze willen hun rijkdom niet opofferen om die onrectvaardigheid de wereld uit te helpen. Naomi Klein haalt ook Subcommandante Marcos, leider van de Zapatisten, aan. Deze leider is tegen hiërarchie, en zegt zijn volgelingen om zichzelf te leiden. Ook Klein is tegen hiërarchie. “Maar”, zegt ze, “mensen hebben nood aan leiders, en zeker nu.” Tot nu toe waren de belangrijkste acties van de antiglobaliseringsbeweging de massabetogingen, ook tophoppen genoemd, in onder andere Seattle, Genua, Goteborg,... Maar ook die acties worden achterhaald, ze worden te veel herhaald als een voorgegoten model, en er komt soms ook geweld bij. Dit is voornamelijk de schuld van groepen betogers die alleen maar komen om te protesteren, zonder goed te weten waartegen of waarvoor. Tegen welke organisatie, macht, land betoogt de beweging eigenlijk? De antiglobaliseringsbeweging is geen revolutie, omdat de globalisering geen centrum heeft om tegen te ‘vechten’. Het is ook niet de bedoeling dat de Beweging de wereld zal overnemen, maar ieder moet opkomen voor zijn principes op de plaats waar men woont. Naomi Klein spreekt niet echt over de samenstelling van de beweging. In de stad waar ze vandaan komt, Toronto, zijn de meeste antiglobalisten lid van The Ontario Movement Against Poverty, een beweging die opkomt voor mensen die uit hun huis zijn gezet, in elkaar geslagen zijn door de politie, of geen werk meer kunen krijgen. We kunnen vermoeden dat in de rest van de wereld ook veel antiglobalisten lid zijn van zulke organisaties, zoals het Wereldverbond van de Arbeid (WVA), en vele ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) zoals Greenpeace. Over de “Open brief aan de antiglobalisten” van Verhofstad om deel te nemen aan het debat in Gent zegt Naomi dat ze blij is uitgenodigd te zijn voor een openbaar debat, waar gediscussierd kan worden i.p.v. onderhandelt achter gesloten deuren. Het is belangrijk dat mensen weten waarvoor de Beweging staat. Men moet weten dat niet de symbolen de kern van het probleem zijn, maar het achterliggende model van de samenleving. Waarom is het fout? En wat kunnen we eraan doen? “Misschien is protest dat logo’s hanteert en zelf een merk wordt, wel de ultieme overwinning voor branding...”
Al in 1995 begon Naomi Klein met de resaerch voor haar boek ‘No logo’. Hiermee liep ze ver vooruit op de antiglobaliseringsbewegingen, voor welke haar boek nu een soort bijbel is geworden. Het verwoordt de antiglobaliseringsbeweging, hun voor en en vooral hun tegen. No logo begint met een sterk verwijt over ‘lifestyle branding’. Hiermee bedoelen we alle reclame waarbij niet zozeer producten worden gepromoot, maar wel eerder levensstijlen, gevoelens, identiteiten en relaties. Die nieuwe ‘handelswaar’ moest er komen omdat er niet voldoende consumptie was, ten gevolge van de vrije martkeconomie. Een gevolg hiervan en van alle publiciteitskosten is dat de multinationals gaan besparen op de werkkrachten en op de zorg voor het milieu. Vele fabrieken verhuizen naar de lageloonslanden. Je merkt op dat het niet zozeer draait om de logo’s en merken maar om het achterliggende (foute) economische model. Hierbij pleit Naomi Klein wel voor meer internationalisme, om die multinationals te kunen controleren. Die internationale organen moeten dan wel de democratie dienen. Het Internationaal Muntfonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie geloven in het neoliberalisme, en zijn dus verkeerde instrumenten om de noodzakelijke veranderingen te bewerkstelligen. Ook fundamentalisme is verkeerd. Vele fundamentalisten beseffen wel dat een onrechtvaardige wereld een onveilige wereld is, maar ze willen hun rijkdom niet opofferen om die onrectvaardigheid de wereld uit te helpen. Naomi Klein haalt ook Subcommandante Marcos, leider van de Zapatisten, aan. Deze leider is tegen hiërarchie, en zegt zijn volgelingen om zichzelf te leiden. Ook Klein is tegen hiërarchie. “Maar”, zegt ze, “mensen hebben nood aan leiders, en zeker nu.” Tot nu toe waren de belangrijkste acties van de antiglobaliseringsbeweging de massabetogingen, ook tophoppen genoemd, in onder andere Seattle, Genua, Goteborg,... Maar ook die acties worden achterhaald, ze worden te veel herhaald als een voorgegoten model, en er komt soms ook geweld bij. Dit is voornamelijk de schuld van groepen betogers die alleen maar komen om te protesteren, zonder goed te weten waartegen of waarvoor. Tegen welke organisatie, macht, land betoogt de beweging eigenlijk? De antiglobaliseringsbeweging is geen revolutie, omdat de globalisering geen centrum heeft om tegen te ‘vechten’. Het is ook niet de bedoeling dat de Beweging de wereld zal overnemen, maar ieder moet opkomen voor zijn principes op de plaats waar men woont. Naomi Klein spreekt niet echt over de samenstelling van de beweging. In de stad waar ze vandaan komt, Toronto, zijn de meeste antiglobalisten lid van The Ontario Movement Against Poverty, een beweging die opkomt voor mensen die uit hun huis zijn gezet, in elkaar geslagen zijn door de politie, of geen werk meer kunen krijgen. We kunnen vermoeden dat in de rest van de wereld ook veel antiglobalisten lid zijn van zulke organisaties, zoals het Wereldverbond van de Arbeid (WVA), en vele ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) zoals Greenpeace. Over de “Open brief aan de antiglobalisten” van Verhofstad om deel te nemen aan het debat in Gent zegt Naomi dat ze blij is uitgenodigd te zijn voor een openbaar debat, waar gediscussierd kan worden i.p.v. onderhandelt achter gesloten deuren. Het is belangrijk dat mensen weten waarvoor de Beweging staat. Men moet weten dat niet de symbolen de kern van het probleem zijn, maar het achterliggende model van de samenleving. Waarom is het fout? En wat kunnen we eraan doen? “Misschien is protest dat logo’s hanteert en zelf een merk wordt, wel de ultieme overwinning voor branding...”
REACTIES
1 seconde geleden