Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

BSM, les 1a, 1b en 1c

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1677 woorden
  • 4 februari 2009
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Les 1a.
Vroeger werd er op school niet veel aandacht besteed aan het vak lichamelijke oefening, daarom hebben veel mensen nauwelijks kennis over de conditie.
De ontwikkeling:
Pentatlon, ook wel vijfkamp genoemd, bestaat uit de onderdelen: verspringen, discuswerpen, speerwerpen, wedloop over 120 m en worstelen. In de Griekse cultuur bestaat een veel grotere aandacht voor het lichamelijke dan in de latere westerse cultuur, die sterk door de christelijke kerk werd beïnvloed. De Olympische Spelen werden voor het eerst in 776 v.Ch. gehouden ter ere van de god Zeus. De winnaars werden vrijgesteld van het betalen van belasting. Alleen mannen waren deelnemers aan de Olympische Spelen. In 394 werden de Spelen door de christenkeizer Theodosius verboden omdat het een onchristelijk evenement was. In 1896 worden de Spelen opnieuw ingevoerd door de inzet van de Franse Baron Pierre de Coubertin. Het ideaal van het internationale sportevenement was: verbroedering van de sport! Pas in 1928 werden er voor het eerst vrouwen toegelaten op enkele atletieknummers. In de Griekse en later ook in de Romeinse cultuur speelt de vrouw een ondergeschikte rol. Lichamelijke prestaties werden vooral gekoppeld aan vechtkunst. Dit komt vooral doordat de Romeinse staat voortdurend streefde naar gebiedsuitbreiding. Beroemd en berucht zijn de gevechten van de gladiatoren, waarbij het element volksvermaak een belangrijke rol speelde.
Middeleeuwen tot 1900:
In de Middeleeuwen ontstond er opnieuw een interesse in sport. Dit komt onder andere tot uiting in leerboeken die worden geschreven. Onder invloed van de kerk werd er steeds meer nadruk gelegd op de geest. Het lichaam was van ondergeschikt belang en dus waren de activiteiten die op het lichaam gericht waren, ook van ondergeschikt belang. Het grote verschil van deze periode met de periode na 1900 is dat er nog geen organisaties waren die zich toelegden op het internationaal verspreiden van “hun” sport.

Vanaf 1900:
De sporten die we nu kennen werden aan het einde van de 19e eeuw ingevoerd, dit gebeurde vooral door de Engelsen die ook zorgden voor een Internationale verspreiding. Dit kwam doordat er vaststaande regels werden ingevoerd en organisaties werden opgericht die zich gingen toeleggen op het verspreiden van hun sport. In Nederland begint “de moderne sport” rond 1880. Sport was eerst een verschijnsel voor de elite.
Verdiepingsstof:
Mate van identificatie met je sport: door keuze van sport geef je aan wie je bent. Door het kiezen van een bepaalde sport zou je je kunnen onderscheiden. Sociologen geloven dat de veranderingen van de klassenverhoudingen hebben geleid tot een populariteitstoename van ‘statussporten’. Soms hangen sportvoorkeuren samen met de Internationale machtsverdeling.
Waardering sporten in verschillende culturen:
In de cultuur van de oosterse landen neemt vechtsport een veel grotere plaats in dan in de cultuur van westerse landen. In de westerse cultuur is de verstrengeling van geloof en sport niet aanwezig.
Maatschappelijke veranderingen:
De invloed van de kerk neemt af en de interesse in het lichamelijke neemt toe. Er is een steeds rijkere bewegingscultuur. Vroeger waren veel sporters aangewezen op een vereniging.
Redenen voor de toename in belangstelling voor sport:
We beschikken over meer vrije tijd, er is een toenemend besef dat lichamelijke activiteit goed is voor een gezond leven en bepaalde levensstijlen niet (roken, alcohol), er is een duidelijke invloed van de media en bij meer beroepen komt het belang van lichamelijke opvoeding en sport tot uiting. Dit laatste komt doordat er steeds meer mensen lichamelijk actief zijn, er een grotere belangstelling is voor een gezonde leefwijze en omdat we gemiddeld langer leven.
Er zijn veel redenen waarom mensen houden van het passief genieten van sport: sport kan heel spannend zijn, sport biedt voortdurende actie en sport kan inspelen op groepsgedrag. Het plezier dat de toeschouwers hebben hangt af van: de positieve of negatieve gevoelens met betrekking tot de tegenpartij, of er veel op het spel staat, de populariteit van de spelers en de mate waarin een sportevenement het “samen-gevoel” benadrukt.


Les 1b.
Verschijningsvormen van sport:
De soort sport, binnen- of buitensport, zomer- of winterspelen, als vorm van recreatie, wel of geen teamverband, wel of niet in verenigingsverband, wel of niet in competitieverband, recreatie of topsport of de mate waarin sport een rol speelt bij het inkomen. Op grond van deze gezichtspunten kun je een indeling maken tussen sporten. Sport is de laatste tientallen jaren in allerlei nieuwe varianten in de samenleving doorgedrongen. Dat maakt dat de schotten die mogelijke indelingen aangeven, dikwijls niet meer helder te onderscheiden zijn. De belangrijkste redenen waarom men aan individuele recreatiesport doet zijn: het plezier dat men eraan beleeft en het besef dat het gezond is. De belangrijkste redenen waarom men aan recreatiesport in teamverband doet zijn: het plezier, spelen in een team, besef dat het gezond is en het wedstrijdelement. Groene spelen zijn spelvormen die in teamverband worden gedaan, zonder dat er sprake is van winnen of verliezen. De vraag of men de sport ook als beroep kan uitoefenen, hangt vooral af van de interesse die de media aan de sport besteden. Bedrijven willen graag bekende sporters om voor hun product reclame te maken omdat sport heeft een zeer positieve uitstraling en bekende sporters vervullen voor velen een voorbeeld functie.
Onderscheid mannen/vrouwen:
Een verschil tussen mannen en vrouwen is dat dezelfde sporten niet in gelijke mate worden beoefend. Tussen 1929 en 1960 mochten vrouwen in atletiekwedstrijden op de Olympische Spelen niet op loopnummers van 800 meter of meer uitkomen. Veel sporten werden vroeger gespeeld op trefpunten waar vrouwen niet hoorden te komen. Vrouwen waren voornamelijk thuis. Tennis en paardrijden kwam men tegen in adellijke milieus, waar men andere leefregels had. Bij sporten die meer gekoppeld zijn aan gymnastiek, is het onderscheid in deelname tussen jongens en meisjes minder opvallend. Vanaf 1879 werden er damesafdelingen binnen gymnastiekverenigingen opgericht. De verhouding mannen/vrouwen in besturen is nog steeds niet in balans. Onder invloed van de emancipatie is er veel veranderd.
Verschillen tussen sociale klassen:
Sommige sporten zijn erg duur, het ontstaan van sport binnen een sociale klasse en de verspreiding van de sport binnen bepaalde sociale klassen. Invloed klimaat en landschap: in Oostenrijk zullen wintersporten veel meer kans hebben tot ontplooiing te komen dan in bijvoorbeeld NL.
Sportvoorkeur in relatie tot lichaamsbouw: zie je meestal alleen bij verschillende takken van topsport: de bouw van lange afstandslopers en die van basketballers.
Relatie met menselijke eigenschappen, opvoedkundige waarde en het imago, stereotypen.
Bijzondere groepen:
Multiculturele samenleving: een samenleving die bestaat uit veel mensen met verschillende culturen. Sport wordt als een belangrijke factor gezien om een deling tussen allochtonen en autochtonen in onze samenleving tegen te gaan. Daarom hebben gemeenten op dit gebied een actief beleid door het financieel ondersteunen van sportactiviteiten en het geven van subsidies voor groepen met een minimuminkomen.

Les 1c.
Sport is waardevrij; sport is niet gekoppeld aan een religie of aan een politiek systeem. Met sport kunnen we vandalisme tegengaan en sport biedt teven mogelijkheden tegen gewelddadig gedrag.

Sport en politiek:
Nog niet zo lang geleden waren veel Oost-Europese landen communistisch. Op internationale sportevenementen scoorden deelnemers uit die landen opvallend hoog. Topsporters uit die landen kregen alle aandacht, omdat het leveren van topprestaties als geweldig propagenda werd gezien. Sportevenementen worden door politieke leiders als propagenda gebruikt. Dat komt doordat sommige evenementen heel veel belangstelling trekken, veel elementen uit de sport komen overeen met een ideologie, het belang van goede volksgezondheid, het belang van sport voor de jeugd, het samenbrengen van groepen met een verschillende achtergrond, negatieve bijverschijnselen in te dammen, het onderkennen dat sport bij invulling van de vrije tijd een belangrijke rol speelt en bepaalde overwinningen geven een land aanzien. Landen zijn vaak bereid om heel veel geld uit te geven als ze de Olympische Spelen mogen organiseren. Sport heeft een democratiserende functie, dit zorgt voor het afbreken van klassenverschillen en machtverhoudingen.
Ethische aspecten:
Sport biedt als het ware een oefenschool om tot normbesef rond goed en kwaad te komen. Om je in een team en in spelsituaties te kunnen gedragen, zowel bij winst als bij verlies. Aan de ene kant bevelen we sport aan om spanningen te verminderen en aan de andere kant wordt de spanning in de sport zelf juist opgevoerd.
Sport en levensbeschouwing:
De kerk bemoeit zich eerder met de sporter dan met de sport. Grieks ideaal: een gezonde geest in een gezond lichaam. Middeleeuws ideaal: ideaal waar het lichaam ondergeschikt werd. De meeste sportorganisaties waren verzuild: katholieke bij katholieken enz.
Sportevenementen zijn gekoppeld aan een bepaald groepsgedrag. De belangrijkste maatregelen die men kan nemen, berusten allereerst op het erkennen dat dergelijk groepsgedrag nu eenmaal kan optreden. Vanuit dit besef kan men het volgende doen: het scheiden van supportersgroepen of direct ingrijpen.
Onder doping verstaan we het innemen van niet toegestane middelen om prestaties te verhogen. Die middelen zijn verboden, omdat ze op een onnatuurlijke manier tot prestatieverbetering leiden en het gebruik van doping helaas gepaard kan gaan met ongewenste neveneffecten. We kunnen doping proberen tegen te gaan door: het geven van voorlichting, het uitvoeren van controles en het bestraffen bij geconstateerd gebruik. Er zijn vier groepen van dopingmiddelen: spieropbouwende, stimulerende, maskerende en EPO (versneld produceren van rode bloedlichaampjes).
Bekende vormen van doping zijn:
Anabole steroïden: deze stoffen hebben een verhoogde onnatuurlijke groei van het spierweefsel tot gevolg. Bijwerkingen: vrouwen ‘vermannelijken’, mannen krijgen borsten, persoonlijkheidsstoornissen, schade aan lever, hart- en vaatproblemen en langdurige hoofdpijn.

Stimulantia: deze stoffen remmen het natuurlijke vermoeidheidsgevoel zodat je een groteren prestatie kunt leveren. Bijwerkingen: hoofdpijn, hartkloppingen, stijging bloeddruk, rusteloosheid, duizeligheid, hallucinaties, trillen en verminderd beoordelingsvermogen.
Groeihormonen: vooral gericht op een toename van het aantal rode bloedlichaampjes. Bijwerkingen: hartaanval, bloedverdikking, hersenaandoening, vergroting van hart, lever en milt en diabetes.
Bloeddoping: via transfusie wordt zuurstofrijk bloed toegediend. Hierdoor wordt het uithoudingsvermogen kunstmatig verbeterd. Bijwerkingen: verhoogde sterftekans, hartaanval, hersenbeschadiging, nierbeschadiging, infectieziekten, geelzucht en aids.
Maskeringmiddelen: middelen om het gebruik van doping te maskeren. Bijwerkingen: een maskeringmiddel wordt gebruikt om een bepaalde doping te maskeren; Het heeft dus allereerst te maken met de gevaren van de gebruikte doping.

Economisch: sport als positieve factor:industriële activiteit: bedrijfjes die zich richten op de gezondheid zoals: sportscholen, adviesbureaus voor bedrijfsfitness. Handel: de handel in allerlei sportartikelen (ook sponsoring bv).

Economisch: sport als negatieve factor:ziekteverzuim als gevolg van blessures; per jaar 300.000 werknemers die gem. 7 werkdagen ziekteverzuim hebben.

REACTIES

S.

S.

Dankjewel! Hele goede samenvatting! :D

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.