Levensbeschouwing Islam

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 3432 woorden
  • 21 juni 2013
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 6
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Er zijn best wel wat overeenkomsten tussen de Christenen en moslims. Zo komen in de bijbel en de koran deze figuren voor: Adam, Eva, Noach, Mozes, Jozef, Jakob, David en Jezus. Wel wordt Abraham in de islam veel meer vereerd, hij was immers de vader van Ismaël en de voorvader van de Islam. Ook is Jezus heel anders. In de Islam wordt hij niet gezien als een goddelijk persoon en is hij niet gekruisigd. Wel is hij geboren uit de maagd Maria. Moslims zien de Islam als een vervollediging van het Christendom en Jodendom, het is net iets beter.

Islam komt van de letters SLM. Salam betekent letterlijk vrede. Islam is verwant en dat woord en betekent overgave of onderwerping. Ook komt het van sjaloom, dat betekent vrede. Moslim komt ook van diezelfde letters. Het betekent hij die zich onderwerpt aan God en om vrede te bereiken. Ook kun je het hebben over een Islamiet, maar een moslim zal zichzelf niet gauw zo noemen. Het grootste moslimland is Indonesië, met ruim 170 miljoen moslims onder de inwoners.

Allah komt van de woorden al en illah, het betekent de god. Vandaar dat je het ook gewoon over god kunt hebben als je zelf geen moslim bent. Je zegt tenslotte ook niet dat een Fransman gelooft in Dieu, maar gewoon in God.

De Moslimse wet noemen we de sjaria. Sjaria betekent pad dat naar de waterbron leidt. Mensen die zich aan de wet houden zullen groot geluk vinden. In de sjaria staat hoe je om moet gaan met God en je medemens. Er zijn wetten over voedsel, besnijdenis, huwelijk, kleding, strafrecht en een relatie hebben met niet-moslims. Er zijn verschillende bronnen, zoals de hadieth en de koran, maar omdat iedere tijd zijn eigen problemen heeft, zijn er meer bronnen. Daarom ligt ook niet alles vast, er kunnen best dingen veranderen. Al vanaf het ontstaan van de sjaria discussieert men over hoe vrij men mag zijn hierin. NNK

Mohammed was een realistisch persoon, hij zag dat voor een monotheïstische samenleving meer nodig was dan een aantal regeltjes over het geloof, dus ontwikkelde hij de vijf zuilen. Door het onderhouden van de vijf zuilen breng je als moslim de monotheïstische solidaire samenleving dichterbij.

Er is geen god beter dan onze God, dat is wat de moslims zeggen. Iedereen die dit kan zeggen en het dan ook echt meent, behoort tot de oemma’s. Dit komt van het woord oem, wat moeder betekent. Op belangrijke momenten in het leven zegt men: “Er is geen god dan God en Mohammed is Gods gezant.” Ook als iemand sterft, dan houdt iemand anders één vinger omhoog, omdat er één god is, en spreekt hij die zin uit. Dit noemt men de geloofsbelijdenis. Ook de moe’addzin roept dit als hij de moslims oproept tot bidden. Ook op vrijdag wordt de sjahada uitgesproken, want dan doen ze een speciaal gebed.

Salaat betekent zich in aanbidding voorover buigen. Dit klopt wel, want dit houdt in dat een moslim vijf keer per dag vijf tot tien minuten een ritueel gebed op moet zeggen. De eerste vind plaats tussen de eerste ochtendschemering en zonsopgang, de tweede midden op de dag, de derde in de namiddag, de vierde bij zonsondergang, de vijfde in de avond, het avond, dit kan tot ver in de nacht plaatsvinden. Hierdoor leert hij God dankbaar te zijn voor alle positieve dingen in het leven. Mohammed noemde de salaat de pijler van de godsdienst. Men moet zich altijd wassen, je hebt grote wassingen en kleine wassingen. Een grote wassing zoals douchen moet je doen wanneer je bloed aan hebt aangeraakt, een lijk hebt aangeraakt of bijvoorbeeld een varken of hond. Een kleine wassing verricht je na bijvoorbeeld het slapen. Hoe werkt de salaat? Eerst spreekt men de intentie, vervolgens heffen ze de handen naast de oren en zeggen ze: “Allahoe Akbar”, dat betekent God is altijd groter. Vervolgens houden ze verschillende rak’a’s aan, dat zijn gebedshoudingen. De eerste is dat je met je rechterhand je linker pols vasthoud en een stuk uit de koran reciteert. Vervolgens buig je en raak je met je handpalmen je knieën. Dan ga je weer overeind staan en tot slot gaat men zo zitten als je vroeger paardje speelde. Na de rak’a’s gaat men op de knieën zitten en spreekt men de sjahada, vervolgens een gebed over de profeet en tot slot de vredeswens uit. Op vrijdagmiddag moeten moslims bidden in de moskee.

Hoe meer een moslim verdiend, hoe meer hij moet geven, voor de armen. Daarom geeft hij een veertigste, een tiende of een vijfde van zijn vermogen. Dan hebben we het over het vermogen waar je geen eten van gaat kopen. Zakaat betekent zuiveren. Door het betalen van zakaat zuiver je namelijk je bezit. In de koran staat wie die belasting ontvangt. Daarnaast hebben ze ook nog de zakaat al-fitr. Dat wil zeggen dat aan het eind van ramadan het eten wordt gegeven aan de gene die het het meest nodig hebben.

Het vasten gebeurd altijd in de maand ramadan, vandaar dat men het vaak zo noemd. In deze maand mag je niet alleen niet eten, maar ook niet schelden, enz. Door te vasten danken moslims God voor de koran. De eerste openbaringen van Mohammed vonden immers plaats in de maand ramadan. Tot slot sluit men het af met het feest genaamd: ied al-fitr, dit duurt drie dagen. In Turkije heet dit het suikerfeest, omdat er altijd veel snoepgoed is.

De bedevaart naar de Ka’ba in Mekka is het laatste officiële zuil. De bedevaart vind plaats in de maand dzoe-l-hiddja, dat is de laatste maand van het jaar. Het ontmoeten van de Ka’ba noemen we de kleine haddj. Als je de kleine haddj verricht is de eerste stap die je moet zetten is de heiliging of de ihraam. Dit houdt in dat je in het wit gekleed gaat en de woorden spreekt: “Tot uw dienst sta ik, o God.” Vervolgens gaat de pelgrim of haddji, dat is de moslim, naar de Ka’ba. Vervolgens verricht hij de tawaaf, dat is de begroetingsrite. Hij loopt twaalf maal om de Ka’ba heen. Vervolgens probeert de pelgrim een zwarte steen, die Mohammed daar plaatste, te kussen. Als dit niet lukt door de drukte, wijst hij ernaar. Vervolgens loopt men zevenmaal tussen de punten Safa en Marwa. Hiermee wordt nagebootst hoe Hagar, vrouw van Abraham, water zocht voor haar zoontje in de woestijn. De pelgrim haalt water uit de Zamzamput en neemt dit mee naar huis. Nu kan de pelgrim zich laten kaalscheren en wachten op de gezamenlijke riten. Vervolgens vind de grote haddj plaats. Alle pelgrims gaan naar de vlakte van Afarat, waar ze de berg van Genade willen beklimmen, waar Mohammed zijn laatste afscheidstoespraak hield, in 632. Bij de vlakte van Afarat zijn gemiddeld twee miljoen mensen. Vervolgens gaat men naar Mekka, men overnacht in Muzdalifah, om de volgende morgen in Mina te komen. Onderweg verzamelen ze stenen, die ze tegen één van de drie zuilen in Mina kunnen gooien. Ze offeren ook een schaap. In Arafat herdenkt men hoe Adam en Eva elkaar kwijtraakten en weer vonden in Arafat. In Mina herdenken ze Abraham, die door de duivel werd lastiggevallen. Abraham verjoeg hem met stenen, daarom gooien ze stenen tegen een van de zuilen. Met het offeren van een schaap herdenken ze Abraham, die in plaats van zijn zoon Ismaël een schaap offerde aan God. Dit vond plaats op de tiende dag van dzoe-l-hiddja, vandaar dat moslims dan het offerfeest vieren. Vervolgens keren ze terug naar Mina, waar men de 11e, 12e en e.v.t. d 13e dag van de maand feest viert. Vervolgens gaan ze weer naar huis, ze kunnen ook het graf van Mohammed bezoeken, in Medina.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

De zesde zuil bestaat officieel niet, toch wordt het door sommige moslims erg belangrijk gevonden. Jihad betekent inspanning gericht op het realiseren van een bepaald doel. Dit wil zeggen dat een moslim moet strijden tegen de gene die niet in god geloven. Je hebt daarbij de grotere Jihad, wat inhoudt dat je strijd in jezelf moet voeren over het kwaad en de duivel, en de kleinere Jihad, die inhoud dat je moet vechten. De mening van de moslims verschilt erg over de Jihad. De meerderheid ziet dit niet als een zuil

Veel van de handelingen die moslims verrichten doen ze met een reden. Hier volgen wat voorbeelden:

*In Arafat gedenken ze Adam en Eva, omdat die elkaar kwijt waren en in Arafat elkaar weer vonden.

*Men gooit stenen naar een van de zuilen, omdat Abraham lastig werd gevallen door de duivel en hem met stenen wegjoeg

*Met het offeren van een schaap gedenkt men Abraham, die in plaats van zijn zoon Ismaël een schaap offerde.

*Men loopt zevenmaal tussen Safa en Marwa, om te gedenken hoe Hagar water zocht voor haar zoon in de woestijn.

*Men beklimt de berg van Genade, omdat Mohammed daar zijn laatste toespraak hield.

De Koran is de bijbel voor de moslims. Het woord Koran komt van het woord qur’aan, dat zeg betekent. Daarom leest men het ook hardop voor. Hij is geschreven tussen 610 en 632. Men ziet de Koran als brieven aan god. Geen mens kan de schrijfstijl van de Koran na doen. De Koran is natuurlijk niet als een boek geschreven, maar vaak op losse stukken perkament en men kende veel van de stukken uit het hoofd, deze mensen noemen we de dragers van het geloof. De derde kalief, Oethmaan, dacht dat het beter was om alle stukken te verzamelen en te bundelen in één boek, de Koran. Aan het einde van die eeuw waren de meeste teksten zoals ze nu ook in de Koran staan. Ze deelden de Koran in in Soera’s, dat zijn hoofdstukken. Iedere Soera heeft een andere lengte. De soera’s bestaan uit ayats, dat zijn verzen. Bijzonder hieraan is dat ze niet op de historische volgorde staan maar op volgorde van lengte, de langste soera’s vooraan en de kortste achteraan. Je kunt trouwens beter achteraan beginnen als je het op volgorde wilt lezen, want na soera 33 begint men met zijn tijd in Mekka, daarvoor over Medina. Dit is te verklaren aangezien Mekka langer geleden is en men er waarschijnlijk dus nog minder over wet en d soera dus korter is. Er zijn wel wat regels voor het gebruikt van de koran:

  • De Koran mag niet worden vertaald, doet men dit toch, druk dan ook het origineel af.
  • Voordat je in de Koran leest, verricht je rituele wassingen.
  • Leg de Koran niet zomaar ergens neer, zorg dat het er schoon is. Leg hem op een lessenaar o.i.d.
  • Voordat je tv kijkt, draag eerst een paar minuten de Koran voor.
  • Sommige teksten zijn helpend op bepaalde gelegenheden, draag ze in een kokertje om de linkerarm of hals.

Mohammed wordt gezien als stichter van de Islam, onder stichter verstaan we hij die de beslissende invloed heeft gehad op het ontstaan van de levensbeschouwing en wereldreligie. Hij was de laatste in een reeks profeten, vandaar dat men hem de titel zegel der Profeten gaf. Als er na hem nog iemand zou komen, zou hij de zegel doorbreken en weet je dus dat hij niet echt is. Toch ziet men hem als een normaal mens van vlees en bloed. Zijn onderdanen heten daarom ook wel mohammedanen en men spreekt over het mohammedisme. Omdat God de belangrijkste is en niet Mohammed, vindt een moslim het vaak niet fijn om mohammedaan te worden genoemd. Er zijn overigens geen afbeeldingen van Mohammed, omdat hij niet vereerd wilde worden en dit dus verbood.

Van het leven van Mohammed weten we veel, dat hebben we te danken aan bronnen zoals het boek de hadieth. Zijn leven bestaat uit drie “fases”. Voor zijn profeetschap, zijn tijd in Mekka en zijn tijd in Medina.

Mohammed werd in 570 geboren in Mekka. Zijn vader behoorde tot een tak van de Koeraisj, een stroming die het in die tijd in Mekka voor het zeggen had. Mohammed had echter minder mazzel, toen hij geboren werd, was zijn vader al dood. Zijn opa en moeder voedde hem op.. In 576 stierf zijn moeder, toen hij maar zes jaar oud was. Hij ging bij zijn opa wonen. Zijn opa zat altijd op een matras en de ooms van Mohammed zaten er omheen. Mohammed ging er wel eens op zitten, dat mocht niet van zijn ooms, hij moest respect hebben. Zijn opa stierf ook. Hij groeide op bij zijn oom, die zelf geen moslim was. Hij ging reizen met zijn oom, omdat die hem wilde leren handelen. Toen hij twaalf was, ging hij naar Syrië. Daar leerde hij Bahira kennen, een christelijke monnik, die veel had gereisd en zo andere volken en manieren van denken was tegen gekomen. Later ging hij werken bij Chadiedja, een rijke vrouw. In 595 trouwde hij met haar, samen kregen ze vier dochters. De dochters stierven jong, behalve Fatima.

Mohammed was een hanief, dat is iemand die geen jood of chirsten is, maar Arabier en maar één god vereerd. Mohammed was er erg onzeker over, christenen en joden hadden boeken over hun geloof, maar zij niet. In 610 zat Mohammed op de berg Hira. Toen verscheen engel Gabriel. Hij verttelde hem teksten, die we openbaringen noemen. Mohammed dacht dat hij krankzinnig was, gelukkig steunde Chadiedja hem.  Niet alleen Chadiedja geloofde hem, maar ook zijn neef Ali, een slaaf die Mohammed als zoon zag en een aantal Koerasjieten, zoals Aboe Bakr en Oethaman. Jammer genoeg voor Mohammed is dat natuurlijk niet erg veel. Velen wilden hem niet al profeet, omdat ze hem niet geloofden om bijvoorbeeld zijn afkomst en omdat er geen wonderen gebeurden, zoals god beloofd had als er een nieuwe profeet zou komen. Langzaam gingen mensen geloven in hem, maar anderen vonden dit onacceptabel. In 615 werd de toestand zelfs zo erg dat Mohammed zijn volgelingen naar Ethiopië liet emigreren, een christelijke vorst zou ze beschermen. Erg belangrijk in de stroming van Mohammed was het monotheïsme, het geloven in één god. Na een tijd besefte Mohammed dat hij in Mekka niet veel opschoot. Hij besloot op de jaarmarkt van Mekka te gaan spreken. Enkele mensen uit Jathrib vonden zijn ideeën goed en bekeerde zich. Dus hij besloot naar Jathrib te gaan, het huidige Medina, omdat hij hier wel welkom zou zijn. In 619 stierf Chadiedja, Mohammed was inmiddels koopman.  Ook zijn oom stierf, hierdoor werd Mohammed niet meer beschermd door anderen.

Mohammed was een hanief, dat is iemand die geen jood of chirsten is, maar Arabier en maar één god vereerd. Mohammed was er erg onzeker over, christenen en joden hadden boeken over hun geloof, maar zij niet. In 610 zat Mohammed op de berg Hira. Toen verscheen engel Gabriel. Hij verttelde hem teksten, die we openbaringen noemen. Mohammed dacht dat hij krankzinnig was, gelukkig steunde Chadiedja hem.  Niet alleen Chadiedja geloofde hem, maar ook zijn neef Ali, een slaaf die Mohammed als zoon zag en een aantal Koerasjieten, zoals Aboe Bakr en Oethaman. Jammer genoeg voor Mohammed is dat natuurlijk niet erg veel. Velen wilden hem niet al profeet, omdat ze hem niet geloofden om bijvoorbeeld zijn afkomst en omdat er geen wonderen gebeurden, zoals god beloofd had als er een nieuwe profeet zou komen. Langzaam gingen mensen geloven in hem, maar anderen vonden dit onacceptabel. In 615 werd de toestand zelfs zo erg dat Mohammed zijn volgelingen naar Ethiopië liet emigreren, een christelijke vorst zou ze beschermen. Erg belangrijk in de stroming van Mohammed was het monotheïsme, het geloven in één god. Na een tijd besefte Mohammed dat hij in Mekka niet veel opschoot. Hij besloot op de jaarmarkt van Mekka te gaan spreken. Enkele mensen uit Jathrib vonden zijn ideeën goed en bekeerde zich. Dus hij besloot naar Jathrib te gaan, het huidige Medina, omdat hij hier wel welkom zou zijn. In 619 stierf Chadiedja, Mohammed was inmiddels koopman.  Ook zijn oom stierf, hierdoor werd Mohammed niet meer beschermd door anderen.

In 622 trok Mohammed naar Jathrib, het huidige Medina. Dit noemen we de hidjra, dat vlucht betekent. Het is voor de moslims zo belangrijk, dat hun jaartelling begint als Mohammed naar Jathrib komt. Vanwege Mohammed noemden ze Jathrib Medina, het komt namelijk van de woorden medinat al-nabi, dat stad van de profeet betekent. Hij werd staatsman. Samen met de mensen die hem gevolgd waren vanuit Mekka en de mensen in Medina stichtte Mohammed een gemeenschap, gebaseerd op het geloven in één god. In 624 ontstond de slag bij Badr. Dit kwam omdat de Mekkanen het nog steeds niet met Mohammed eens waren. Mohammed en zijn volgelingen wonnen de slag. Een jaar later vond er een nieuwe slag plaats, in 625, bij Oehoed. Mohammed overleefde, maar hij was wel gewond. Mohammed was boos, veel van zijn mannen waren gestorven. Hij besloot geweld te gebruiken tegen de mensen in Medina die hem niet hadden gesteund. Mohammed hoopte dat de joden hem zouden geloven, maar dat deden ze niet. Dat was voor hem een grote teleurstelling. Het zorgde ervoor dat de islam meer Arabisch dan joods werd. Daarom bad men voortaan niet richting Jeruzalem, maar richting Mekka. Ook wilde Mohammed dat Abraham belangrijk ging worden, het Christendom had tenslotte Jezus en het Jodendom Mozes. Volgens Mohammed was Abraham een goede moslim, hij onderwerpt zich aan god en hij is de bouwer van de Ka’ba. Later kreeg Mohammed in Medina de macht over bijna alles. Hij was teleurgesteld in de joden en stuurde één van de stammen in ballingschap. In 627 streden de moslims en Mekkanen nog een keer. De joden werden verraders genoemd en de vrouwen en kinderen werden in ballingschap gezonden. De mannen werden om het leven gebracht. Gelukkig begonnen de Mekkanen rond 629 een stuk minder fel te zijn. In 629 mochten moslims zelfs op bedevaart naar Mekka. In 630 ging Mohammed terug naar Mekka waar hij heerste, hij nam op niemand wraak. Hij bleef wel in Medina wonen. Hij nam ook veel andere steden in, waarmee hij een godsdienstig verdrag sloot. In 632 ging Mohammed zelf naar Mekka op bedevaart, dit jaar stierf Mohammed ook.

Toen Mohammed stierf, in 632, wisten zijn aanhangers niet wat ze moesten doen. Aboe Bakr werd kalief, dat is een staatsman. Het gebied waarover hij heerste noemen we het kalifaat. Er kwam geen nieuwe profeet meer, hij was tenslotte de zegel der profeten.

In 661 kregen de moslims een meningsverschil. Ze wilden allemaal een opvolger voor Mohammed,

maar moest dat een familielid zijn of niet? Daar waren ze het niet over eens, ook dachten ze natuurlijk anders over het geloof. Zo ontstonden verschillende stromingen, waaronder de sji’ieten, de soennieten, maar ook de soefisten, derwisjen en koeraijsjieten

Het woord Sji’iet komt van de woorden sji a ali, wat partij van Ali betekent. Zij vinden dat er in de familie van Mohammed een opvolger moet komen, zoals zijn neef Ali. Zo’n opvolger noemen ze een imam, in plaats van kalief. Het gebied waar hij over heerst noemen ze een imamaat, in plaats van kalifaat. Ook gaan ze ervanuit dat hij niet alleen een godsdienstig leider, maar ook staatkundige leider zou moeten zijn. Hij is tenslotte de neef van Mohammed en moet daarom ook wel heel wijs zijn. De opvolgers van Ali moesten natuurlijk ook afstammen van Mohammed. De opvolgers van Ali zijn Hasan en Hoesain, de kleinzoons van Mohammed. In totaal waren er twaalf opvolgers. De twaalfde trok zich terug om bihet einde van de wereld als Messias terug te keren. In de tussentijd nemen andere mensen genaamd ayatolah’s en mollah’s zijn taak over. De sji’ieten werden overal vervolgd, behalve in Iran, maar hier was dan ook 90% van de bevolking Sji’iet.

De Soenieten laten zich leiden door profeet Soenna. Ze zijn het oneens met de Sji’ieten, een imam is niet zo bijzonder en wijs, alleen god heeft bovennatuurlijke kennis. Zij spreken trouwens wel gewoon over kalieven, niet over imamen. Zij vinden dat een kalief verkozen moet worden, of benoemd door de vorige kalief. De kalief is geen profeet, maar gewoon een heerser.

In 711 na Christus landden circa zevenduizend moslims uit het Omajjaden geslacht op de kust van Spanje. Zo ontstond een nieuw gebied, namelijk Islamitisch Spanje. Nog steeds kun je dag merken, neem een voorbeeld aan de berg Gibraltar. Deze heeft zijn naam te danken aan de leider van deze Islamitische Omajjaden, namelijk Tariq. De berg wordt namelijk ook wel Jabal Tariq genoemd, dat betekent de berg van Tariq. Je kon Islamitisch Spanje herkennen aan een aantal kenmerken, er waren bijvoorbeeld een hoop bibliotheken en badgelegenheden, maar ook was iedereen, of je er nou zin in had of niet, verplicht islamitisch. In Toledo stonden scholen waar teksten die geschreven waren door vroege moslim-dynastieën werden vertaald, dit leverde een grote bijdrage aan de renaissance. De christenen waren min of meer bang voor de moslims, de islam verspreide zich namelijk zo snel dat het een serieuze bedreiging vormde voor de christenen.

In de dertiende eeuw veroverde de Christenen Spanje weer terug, dit noemen we de reconquista, wat herovering betekent. In de vijftiende eeuw hadden de moslims nog maar een klein gebied, en enclave. Een enclave is een gebied dat volledig omringd is door een vreemd grondgebied. Dit noemen we de granada.

De Ka’ba is het kubusvormig gebouw in de moskee in Mekka. Het werd gebouwd door Abraham en Ismaël omdat dat volgens hun de plaats was van de heilige bron. Uit de Ka’ba ontstond Mekka, omdat men handel ging drijven vanuit de Ka’ba. Het was dus monotheïstisch bedoeld, maar na verloop van tijd werden er meerdere goden vereerd. Gelukkig voor de moslims werd in 570 na Christus bij de Koeraijsjieten een kind geboren, die maakt hier een einde aan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.