Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5 God

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 600 woorden
  • 16 juni 2010
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 5 God
Paragraaf 2.

Transcendente= iets of iemand dat de mens overstijgt.
Persoonlijke God= een God die zich persoonlijk met een mens bezighoudt.
God als hogere macht=een God die de macht heeft over het leven op aarde.
Monotheïsme= dat mensen één God erkennen(islam, joden- en christendom).
Polytheïsme= dat mensen meerder goden erkennen(Hindoeïsme).

God heeft in verschillende godsdiensten verschillende namen.
Oude testament: Nieuwe testament: Islam: Hindoeïsme

Jahweh,Elohiem, Adonaj Theos, Kyrios Allah
(de hervene) Shiva

Er worden ook beelden van God gemaakt. Deze beelden uit wat mensen belangrijk vinden in het leven.
Oude testament Nieuwe testament Islam (Allah)
Bevrijder
(Joodse volk en slaven uit Egypte bevrijd) Vader
(bekommert zich persoonlijk met de mens) De beste heerser
(waar mensen aan moeten gehoorzamen)
Koning
(heeft de macht) Zoon
(Jezus) Regelgever
(mensen moeten zich aan de Koran houden)
Schepper
(alles wat bestaat door God) heilige geest
Barmhartig
(Allah schenkt vergeving aan berouwvolle zondaars)
Herder
Rechter

Paragraaf 4.
Atheïstische visie= een verstandelijke en wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid.
Utilitair atheïsme= hebben niks aan God, God is nutteloos. Alle problemen zijn opgelost door de mens en technieken.
Logisch atheïsme= God is zinloos, over God spreken is taalkundig zonder betekenis. Willen met feiten overtuigd worden dat God bestaat en niet met behulp van zintuigen.

Leed atheïsme= als God almachtig en goed is dan zou al het lijden in de wereld moeten voorkomen maar er is veel leed dus bestaat God niet.
Humanistisch atheïsme= de mens staat in het middelpunt(centraal), je moet zelf je levensweg bepalen en dat niet door iemand laten bepalen.
Jean-Paul Sartre: een van de belangrijkste inspirators van het humanisme. Menselijke vrijheid stond bij hem centraal, zelfstandig keuzes maken. Als God zou bestaan zou die vrijheid uit handen vallen. Satre vind dat je een Bijbel niet je levensweg kan laten beslissen.
Theïstische visie= God bestaat
Christelijk geloof= nadat er iets negatiefs is gebeurd ( ongeluk, ziekte, oorlog) zoeken mensen naar iets positiefs, geluk of steun. Alle mensen verlangen naar geluk maar kunnen dit zelf niet bereiken maar moeten met God meewerken om het totale geluk te bereiken. Christenen vertrouwen op God want hij is pure goedheid. Jezus heeft dit ons geleerd en is een argument dat God bestaat.
Christelijk theïsme tegenover al het lijden: lijden komt door de natuur en heeft de mens geen invloed op (ziekte, doodgaan, gehandicapt). Lijden komt door menselijke activiteiten en daar heeft de mens invloed op(ruzies, geweld, martelen en oorlog). Men leert van lijden, een wereld zonder is onmogelijk en mensen leren om lijden te verwerken om zo te streven naar een betere wereld.

Verdiepingstof.
Agnosticisme= gaat ervan uit dat buiten de stoffelijke verschijnselen niets met zekerheid gezegd kan worden. Agnosten zijn er zeker van dat God niet te bewijzen is maar dat het ook niet te bewijzen is dat God niet bestaat. Agnosten zitten in een twijfel positie.
Charles Darwin: de wereld heeft zichzelf ontwikkeld, dieren hebben zich voortgeplant en zijn veranderd in de loop der jaren. De natuur ontwikkeld met oorzaken en gevlogen. Mensen stammen af van de apen, daarom is het mens het evenbeeld van de dier en niet van God.

Godsbewijzen:

Kosmologische bewijzen= alles is in beweging dus er moet een eerste beweging zijn geweest.
Ontologische bewijzen= een mens verzint niet zomaar iets, bedenkt niks wat niet bestaat dus God bestaat.
Teleologische bewijzen= mensen hebben een doelrichtigheid en dit is een aanwijzing dat god bestaat.
Morele bewijzen= geheel van normen en waarden. Het verschil tussen goed en kwaad en dit weet je door God.
Quia Absurdum= iets groots en machtigs als God en Jezus verzin je niet dus het bestaat.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.