Hoofdstuk 1 en 3

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2140 woorden
  • 13 november 2007
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Levensbeschouwing PTA hoofdstuk 1 & 3 De definitie van de zinvraag: is mijn leven uiteindelijk de moeite waard, is het leven van alle mensen, is het leven uiteindelijk de moeite waard. De zinvraag is een samenvatting van alle levensvragen en heeft een voorlopig karakter, niemand kent het enige juiste antwoord. Er wordt op twee manieren omgegaan met de zinvraag; hij wordt ontkend, omdat men die vraag niet belangrijk vind of er wordt aandacht aan besteed, omdat men die vraag belangrijk vindt. In iedere levensvraag kom je eigenlijk de zinvraag tegen. Levensvragen worden in 6 groepen gedeeld: - Wat is belangrijk in het leven? Onderwerpen zoals sport, familie, gezondheid, geld. Wat is uiteindelijk de zin hiervan? - Mezelf. De vraag naar de mens. - Hoe gaan mensen met elkaar om gaan. Onderwerpen zoals huidskleur, zin van het leven van anderen. - Tijd. Onderwerpen zoals toekomst, veranderingen, momenten. Wat is de zin ervan dat we met tijd en het tijdelijke te maken hebben? - Natuur. - Lijden en dood. De grote zinvraag gaat over zin van de werkelijkheid, van alles wat er is. De midden-zinvraag gaat over de zin van het leven van alle mensen, de zin van de samenleving, de zin van de mensheid. De kleine zinvraag gaat over de individuele persoon. Zinvraag over mijn leven en jouw leven. Een levensverhaal of autobiografie is een opsomming van de belangrijkste momenten van iemands leven. Daarbij bevat zo’n levensverhaal de betekenis, de waarde die al die momenten voor de persoon in kwestie hebben. Waarom stellen de zinvraag? - Mensen willen verder kijken dan de regelmaat iedere dag. - Mensen willen volhouden ook als het tegenzit. Als er dingen gebeuren die je leven op z’n kop. - Mensen hebben behoefte aan zin en houvast.
Wanneer stellen mensen de zinvraag? Wanneer hun leven niet langer vanzelfsprekend is. De zinvraag kom je tegen bij negatieve piekerervaringen. Piekervaringen zijn ervaringen die je op een heel bijzondere manier aangrijpen. Het zijn kernmomenten van je leven. In negatieve piekervaringen komen we de slechte kant van het leven tegen, de kant waar we verdrietig van worden, kwaad en onmachtig. Ook in positieve piekervaringen kunnen we zinvragen tegenkomen. Positieve piekervaringen zijn belangrijke ervaringen die ons als het ware de goede kant van het leven laten zien. Het is ook mogelijk dat mensen elkaar stimuleren om de zinvraag te stellen. Bijvoorbeeld door een gedicht. Acht richtingen waarin mensen antwoorden zoeken om hun zinvraag te beantwoorden: Geen zin, zin vind ik in mezelf, zin heeft te maken met anderen, zin kom je tegen in de natuur, zin is gelegen in God, zin heeft te maken met doelen nastreven, zin vinden in waarden als geluk en genot, zin vinden in het zoeken zelf. Een ander woord voor benadering is optiek. Een optiek is de manier waarop je naar de werkelijkheid kijkt, vanuit welke invalshoek. De ethische optiek is de benadering dat mensen goed behoren te handelen. De kernbegrippen die hierbij horen zijn goed, behoren en doen. Wanneer het woord ‘goed’ wordt gebruikt binnen een ethische invalshoek dan wordt er ermee bedoeld dat een handeling menswaardig is. Wij behoren menswaardig te handelen. Wij behoren het goede te doen. Ethische uitspraken zijn moet-uitspraken; uitspraken over hoe de werkelijkheid eruit zou behóren te zien. Hierin zitten vaak waardes verwerkt. Is-uitspraken zijn uitspraken over hoe de werkelijkheid feitelijk in elkaar steekt. Hierin zijn geen waardes verwerkt. Bij waarden gaat het om principes, om de uiteindelijke fundamenten van waaruit je wilt leven. Het gaat bij waarden dus niet om het concrete gedrag, maar het ‘waarom’ van het gedrag; om datgene wat mensen motiveert tot hun gedrag. Bijvoorbeeld bij veel sporten, de waarde is dan gezondheid. Kenmerken van waarde: - Je drukt een waarde uit in één woord. - Waarden zijn collectief: ze worden gedragen door een groot aantal mensen. Als bepaalde waarde wordt aangetast kunnen mensen daardoor wel persoonlijk geraakt worden. - Principes waaruit mensen leven
Waarden worden bewust uitgesproken of zijn onbewust aanwezig in wat je doet of laat. Bijvoorbeeld iemand laten uitstreken tijdens een gesprek, de waarde is dan respect. Waarden hebben niet alleen verstandelijke maar ook een emotionele dimensie. Waarden zijn voorstellingen over wat uiteindelijk goed en nastrevenswaardig is. Mensen vertalen waarde in bepaalde gedragregels (normen). Instrumentele waarden zijn waarden die geen doel in zich zelf zijn, maar in dienst staan van een andere, hogere waarde. Bijvoorbeeld uitgaan met vrienden. De waarden zijn dan vriendschap en genot. En die zijn misschien weer een tussenstap naar geluk. Deze waarde is dan de intrinsieke waarde in zich zelf, dus zonder verder extern doel. Bijvoorbeeld als werk een instrumentele waarde is, zijn de intrinsieke waarden welvaart en comfort. De kenmerken van een waardenconflict / ethisch dilemma is dat je twee of meer waarden nastreeft die niet tegelijk gerealiseerd kunnen worden, je moet kiezen. Een ethisch dilemma kan ook een andere gedaante aannemen dan een waardenconflict, het is ook mogelijk dat je niet uit waarden, maar uit onwaarden moet kiezen. Zaken die je juist níet wil nastreven. Normen zijn bepaalde verwachtingen over het gedrag van mensen (ook wel ‘gedragsregels’). Bij waarden gaat het om ideeën, bij normen gaat het over concreet gedrag, om handelingen die verwacht worden. We onderscheiden drie morele normen: - Relationele normen: Dit zijn normen die betrekking hebben op de directe omgang met mensen, thuis, op school, in de winkel etc. bijvoorbeeld dat je je ouders laat weten waar je uitgaat als er dan iets is weten je ouders waar ze je kunnen bereiken. - Professionele normen: Normen die betrekking hebben op de manier waarop een bepaald beroep uitgeoefend hoort te worden. Soms zijn ze ook schriftelijk vastgelegd zoals de eed van Hippocrates, norm voor een arts of de gedragscode Register accountant, dat de accountant alle dingen die hem in het geheim in zijn beroep vertelt worden geheim moet houden. - Publieke normen: Deze hebben betrekking op het gedrag dat van ons verwacht wordt ten opzichte van de samenleving. Bijvoorbeeld belasting betalen en dus niet zwart werken. Van jongeren wordt verwacht dat ze zo snel mogelijk proberen hun studie af te maken als ze een studiebeurs krijgen van de overheid. Waarden en normen vormen samen de moraal. Ieder mens heeft een moraal. Moraal is het geheel van feitelijk aanwezige waarden en normen bij een individu, bij een bepaalde sociale groep of bij in de samenleving in zijn geheel. Ethiek als wetenschap is het kritisch nadenken over moraal, vanuit een oogpunt dat het goede gedaan behoort te worden. Ethiek als wetenschap is een onderdeel van de filosofie. Ethische visies zijn opvattingen over hoe wij ons behoren te gedragen/ zijn standpunten die kunnen worden ingenomen vanuit de ethische optiek. Deze opvattingen helpen ons bij het oplossen van ethische problemen of hun handelingen (vaak achteraf) te rechtvaardigen. Optiek is een bepaalde invalshoek of benaderingswijze. Synoniemen: standpunt/mening/visie. Nu is het niet zo dat mensen die één en dezelfde optiek innemen het niet altijd met elkaar eens zijn. Mensen hebben verschillende standpunten over een en dezelfde werkelijkheid. Het resultaat/objectieve gevolg van ons handelen is de gevolgenethiek, niet de bedoeling die iemand met een handeling heeft. Gevolgenetische visies kan men indelen in hedonisme, eudemonisme en utilisme. Hedonisme: een ethische visie die er vanuit gaat dat díe beslissing of handeling juist is die in zijn gevolgen genot oplevert. Een optimaal genot betekent in de praktijk zoveel mogelijk lust en weinig mogelijk onlust. Het hedonisme gaat er van uit dat de mens van nature een wezen is dat zoveel mogelijk probeert te genieten. Het eudemonisme borduurt verder op een aantal inzichten van het hedonisme. Een belangrijk verschil is echter dat het eudemonisme het woord ‘lust’ vervangt door het woord ‘geluk’. Eudemonia betekent gelukzaligheid: het gevoel van welbehagen, dat het gevolg is van een zich in harmonie weten, zowel innerlijk in en met zichzelf als met zijn omgeving. Utilisme is een ethische theorie die er van uitgaat dat die handeling of beslissing etisch juist is die in zijn gevolgen jet meeste nut oplevert. Utilisme betekent nuttig. Je behoort datgene te doen dat het meest nuttig is voor de samenleving. Bij beginselethiek staat de bedoeling van de handelende persoon centraal. Het gaat vaak om een bepaald beginsel dat als uitgangspunt genomen wordt voor de ethische beoordeling. Bij de benadering of oplossing van een ethisch probleem dient steeds recht gedaan te worden aan een bepaald beginsel, een principe, bepaalde waarde of bepaald recht. De filosoof Immanuel Kant (1724-1804) benadrukte dat we de kwaliteit van ons handelen niet moeten beoordelen naar het resultaat van de handeling of de handeling zelf. Het gaat om de goede wil van degene de handeling stelt. Niet moord is slecht, maar de moordenaar. Een mens kan keuzes maken, nee zeggen tegen zijn instinct. Volgens Kant is een handeling pas ethisch goed als zij geschiedt uit plichtsbesef. Daarmee bedoelt hij dat je instelling behoort te zijn bewust het goede te doen. Je behoort het goede te doen, het is een plicht. Kant maakt een onderscheid tussen handelen uit ‘plicht’ en handelen uit neiging van dit laatste is sprake wanneer de mens handelt met als doel de vergroting van het eigen welzijn; eigen belang dus. Bij het handelen uit plichtsbesef negeren we dit eigen belang en stellen we ons bewust in het goede te doen. Wat houd dat ‘goede’ dan in bij Kant? één centraal beginsel hanteert en dat is de waardigheid van de menselijke persoon. Dit beginsel houdt in dat je de ander nooit uitsluitend als middel mag gebruiken, maar steeds ook als doel in zichzelf.Als je ooit twijfelt wat je moet doen moet je jezelf afvragen; Zou jouw handelswijze de basis kunnen zijn van een algemene, dus voor iedereen geldende wet? Of zou je willen dat iedereen in een dergelijke situatie zou handelen zoals jij van plan bent? Bij de deugdenethiek staat de gezindheid van degene die handelt centraal. De deugdenethiek legt nadruk op de bedoelingen en de motieven van degene die handelt, goed behoren te zijn. Hierbij wordt verwezen naar deugden. Deugden zijn kwaliteiten die een mens tot een goed mens maken en is een onderdeel van de persoonlijkheid van een mens. Het gaat om de vragen; Wat voor mens wil ik zijn?, wat maakt iemand tot een goed mens?. Het gaat niet om bepaalde doelen in ons handelen proberen te realiseren en ook niet om gedragregels zoals bij Kant. Als mensen zelf ‘goed’ zijn volgt het goede handelen vanzelf. Levensbeschouwing is een samenhangend geheel van (voorlopige) antwoorden op de kernvragen van het leven. De kernvragen waar het over gaat zijn: - Wat is belangrijk in het leven? (moraal) - Wie is de mens? - Hoe leven mensen met elkaar samen? - Wat is de betekenis van lijden en dood? - Wat is tijd? - Wat is de natuur? Een concrete moraal hangt altijd samen met iemands levensbeschouwing. Een moraal is een onderdeel van de algehele levensbeschouwing van een individu of een sociale groepering. Een levensbeschouwing geeft antwoord onder andere op de vraag wat belangrijk is in het leven en hier raken we het begrip waarde. Het samenstel van normen en waarde noem je moraal, wat op haart beurt onderdeel is van de levensbeschouwing. Drie richtingen binnen de christelijke ethiek wanneer het gaat om de vraag naar de plaats van de bijbel: - Normen rechtstreeks uit de bijbel. Bij deze richting raadpleegt met de bijbel om een antwoord te krijgen op een ethische vraag. De mens doet wat in de bijbel staat, god heeft voor een en altijd vastgesteld wat wel en niet geoorloofd is. - Perspectieven voor de moraal uit de bijbel. Binnen deze richting erkent men de grote afstand tussen de situaties waarover de bijbel spreekt en de huidige situaties. Toch laat men zich ethisch inspireren door de bijbel, maar neemt echter niet rechtstreeks bijbelse uitspraken over. - Alleen levensbeschouwelijke kaders uit de bijbel. Deze richting stelt dat christenen net als alle mensen uitsluitend met hun verstand oplossingen moeten vinden voor morele vraagstukken. Een christen heeft niets voor op anderen, een bijbel kan niet helpen. Wat is voor Christelijke ethiek belangrijk? - God liefhebben - Naastenliefde (betekent ook streven naar rechtvaardigheid) - De waarde van het menselijk leven. - Keuze tussen goed en kwaad
In een ethisch communicatieproces wordt informatie uitgewisseld die betrekking hebben op ethiek. Op basis van deze uitwisseling van (ethische) informatie ontwikkel je je eigen mening. De functies van ethische communicatie; goed voor jezelf, goed voor de samenleving. Voorwaarden voor goede ethische communicatie? - openheid - gelijkheid - bereidheid tot dialoog - duidelijkheid - redelijkheid - argumentatiefouten
Argumentatiefouten: - Ongegronde generaliseren; algemene conclusies trekken uit slechts enkele gegevens of uit gegevens die niet ter zake doen. - Normen ontlenen aan feiten; die doet het ook dus ik mag het ook (fraude) of bijvoorbeeld trouwen - Autoriteitsargumenten; het zijn foute argumenten, ze ontrekken aan de redelijkheid, kan je niet over discussiëren - Ad Hominem argumenten; persoonsgebonden argumenten - Onjuiste analogie - Onjuiste oorzaak

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.