Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hindoeïsme

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3046 woorden
  • 1 december 2006
  • 90 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
90 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hindoeïsme

Hoofdstuk 1: Het Hindoeïsme

Inleiding
• Hindoeïsme is een van de 5 belangrijkste godsdiensten (13% v/d bevolking = hindoe)
• Het hindoeïsme leeft vooral in India
• De naam hindoeïsme:
- bedacht in Engeland (1830 n Chr.) net als India (vroeger Bharata)
- komt net als India van de rivier de ‘Indus’ (vroeger Sindhoe). Perzen die ‘s’ niet uit konden spreken: Hindoe.
- later Hindoestan (lett. Het land rond de Indus)
• Hindoeïsme letterlijk: cultuur en levensbeschouwing van de mensen in het land rond de Indus.

• Hindoeïsme -> geen stichter

§2 Hindoeïsme een wereldreligie
3 redenen waarom het Hindoeïsme een wereldreligie genoemd mag worden:
- een groot percentage van de wereldbevolking is hindoe
- het hindoeïsme heeft een grote invloed gehad op de Aziatische cultuur in zijn geheel en ook op de daar ontstane religies als boeddhisme, jainisme en sikhisme
- in de westerse cultuur ook veel interesse voor de ‘wijsheden uit het oosten’

Symbolen

Aum:
- belangrijkste heilige klank van het hindoeïsme

Svastika:
- oud Arisch symbool voor de dynamiek van de kosmos

Kamal:
- symboliseert wijsheid die vanuit de diepte van het leven haar voeding haalt

Chakra:
- symbool voor het levensrad en de cyclische kijk op het leven

§3 Historisch overzicht
• Neo-hindoeïsme (1800-heden)
* nieuwe inzichten door westerse invloeden
• Engelse aanwezigheid (1857-1947)
• Indiase denkers:

- Ramakrisha (1836-1886)
- Mahatma Gandhi (1869-1948)
* liet zien dat het aloude hindoeïsme springlevend kan zijn en kan motiveren om te strijden voor eigen onafhankelijkheid
• Arya Samaj: beweging die terug wil naar de wortels van het hindoeïsme
• Onafhankelijkheid India -> 1947

Hoofdstuk 2: India

Inleiding
• India -> meer trekken van een werelddeel dan van een land
• Eenheid van India is op 3 feiten gebaseerd:
- Het is een geografisch afgesloten gebied dat het Zuid-Aziatische subcontinent vormt
- De geschiedenis
- De cultuur en religie

§2 Verschillen en tegenstellingen
• Verschillende levensbeschouwingen in India (meerderheid hindoeïsme)
• Religieuze levensbeschouwingen:
- Hindoeïsme (82,6%)
- Sikhisme (2%)
- Boeddhisme (0,7%)

- Jainisme (0,5%)
- Enkele primitieve religies (0,2%)
• Boeddhisme: India is van belang vanwege de ‘heilige’ plaatsen (Benares)
• India behoort tot de grootste moslimlanden van de wereld, na Indonesië, Pakistan en Bangla Desh.
- 1000 na Chr.: islam India binnengekomen in het kader van veroveringsoorlogen
- moslimcultuur en mentaliteit heeft Indiase samenleving mede gevormd (Taj Mahal)
• Weinig christenen (2,4%) wonen in de 4 zuidelijkste deelstaten van India
• Sociale en economische verschillen groot:
- door industrialisatie -> krottenwijken
- veel armoede
- veel mensen op straat
- leven op het platteland moeilijk door: - 2/3 inkomsten voor voedsel
- kastenstelsel
- grootgrondbezit
- machtige banken
- economische achterstand: historische, politieke factoren
• Het jainisme:
Stichter -> Mahavira, de ‘Grote Held’ (559-527 v Chr.):
- Vanaf zijn 28e jaar leefde hij als bedelaar en asceet zoekend naar een bevrijding uit de kringloop van dood en wedergeboorte. In het 13e jaar van zijn zwervende bestaan, bereikte hij de volledige bevrijding en werd hij ‘verlicht’ -> Jina (wegbereiders die de mensen laten zien hoe men kan leven om verlossing te bereiken)
- Stierf door honger -> absolute rust van het nirwana

De leer:
- Jains geloven in de eeuwige kringloop van dood en wedergeboorte en de mogelijkheid voor de mens om zich daaruit te bevrijden.
- Schade toebrengen aan levende wezens, houdt de mens gevangen in de kringloop
- Jina’s vaak in de vorm van reusachtige beelden uitgehouwen in de rotsen
- Speciaal door de radicale beleving van geweldloosheid, ahimsa, heeft het jainisme een blijvende invloed gehad op de geschiedenis van India.
• Het Sikhisme:
Stichter -> Goeroe Nanak (1469-1539):
- zocht met kleine groep volgelingen een uitweg uit de tegenstellingen tussen hindoes en moslims.
- 4e opvolger van Goeroe liet in Amristar (Punjab) de Gouden Tempel bouwen waar de Adi Granth (‘het boek’) bewaard en aanbeden wordt.
- Vooral in de 18e en 19e eeuw zijn de sikhs een politieke macht in India geworden
- Van oorsprong vredelievend -> door voortdurende strijd en militante geschiedenis slechte naam gekregen
- Herkenbaar aan 5 k’s:

> Kesh: ongeknipt haar
> Kangha: de kam om het haar schoon te houden
> Kara: metalen armband
> Kaccha: speciaal ondergoed tot aan de knieën
> Kirpan: de dolk
- Meeste sikhs met achternaam Singh (leeuw)
De leer:
- Alle mensen zijn gelijk
- De mens moet vele levens leven vooraleer hij tot God, de ware Goeroe, komt en de eenwording met God een feit wordt.
• Heilige koe:
- Voorzichtig omgaan met de koe een symbool voor de solidariteit die mensen moeten opbrengen voor alle dieren.
- De koe drukt uit hoe mens en dier, in dit leven, op elkaar zijn aangewezen

Hoofdstuk 3: Cultuur

§1 Leven in een familie
• In India is de familie de hoeksteen van de samenleving
• De Indiase samenleving wordt ‘patriarchale’ samenleving (mannen hebben een zeker overgewicht) genoemd

• Familiesamenleving heeft aantal bijzondere voordelen:
- goedkoper
- bij ziekte of werkeloosheid van één van de familieleden minder kwetsbaar
- altijd kinderopvang
- bejaarden hoeven niet te vereenzamen
• Variant van patriarchale familie = ‘joint family’:
- brengt de patriarchale familiesamenleving op kleinere schaal in praktijk:
zij omvat meestal niet de hele familie maar een aantal verwante mannen + de echtgenotes en ongetrouwde dochters
- getrouwde dochters zijn opgenomen in de joint family van hun echtgenoot
- oudste of meest gerespecteerde man van de groep is beheerder
• De moeder is belast met de zaken binnenshuis
• De vader en na hem de oudste zoon dragen de grootste verantwoordelijkheid in alle familieaangelegenheden
• Elke familie streeft ernaar de kinderen een zo goed mogelijke opvoeding te geven

• Respect voor ouderen (niet naast vader zitten, opstaan als oudere binnenkomt en speciale eerbied en aandacht voor ouderen)

§2 Het kastenstelsel
• Omschrijving:
- Kaste:
bevolkingsgroep waar men door geboorte toe behoort, waarvan leden meestal hetzelfde beroep uitoefenen en waarvan de leden zich met elkaar verbonden voelen door allerlei godsdienstige en sociale regels.
- Vader bepaalt de kaste en het beroep van zijn kinderen
- Vrouw kan door het huwelijk van kaste veranderen (alleen in kaste dalen)
- Elke kaste heeft zijn eigen regels (veel hangen samen met reinheidsvoorschriften) en zijn eigen kalender van religieuze feesten
- Kastenstelsel vooral op het platteland van India nog heel sterk, ondanks dat bij de Indiase grondwet van 1950 iedereen gelijk is verklaard
• Ontstaan en ontwikkelingen:
- Nomadische Ariërs (1700 v. Chr. de Indusvallei binnengetrokken) kenden een soort indeling in 3 sociale standen: priesters, krijgers en herders. Oorspronkelijke Indiase mensen in een 4e stand
- Uit dit systeem van standen is het kastenstelsel ontstaan met 4 hoofdkasten:

> brahmanen: priesters
> kshatriya’s: leidinggevenden
> vaishya’s: zakenmensen
> shoedra’s: arbeiders
- Deze kasten verdeelden zich weer in talrijke subkasten
- Ariërs wilden met de oorspronkelijke Indiërs samenwerken als zij er tegelijkertijd ook over India zouden kunnen heersen. Daarom namen zij de eerste 3 kasten in bezit
• Mythe van het kastenstelsel:
- standen ontstonden uit het lichaam van de kosmische Mens.
brahmanen > mond (zij verkondigen in de wereld de heilige geschriften)
kshatriya’s > armen (zij strijden en beschermen anderen)
vaishya’s > buik (zij produceren en verschaffen het voedsel voor allen)
shoedra’s > voeten (zij zijn bestemd om de anderen te dienen en de voeten te wassen)
- Met deze mythe werd, vooral door leden van de hoogste kasten, het kastenstelsel verklaard als een eeuwige, goddelijke instelling met de bedoeling om verschillende rangen in de samenleving aan te brengen
- Vooral de laagste kasten benadrukken dat, volgens deze mythe, de samenleving hetzelfde is als een menselijk lichaam dat pas goed kan werken als alle ledematen gezond zijn en harmonisch samenwerken

• Outcast:
- De outcasts (standlozen) vormt de onderste laag van de Indiase bevolking
- Ze worden ‘onaanraakbaren’ genoemd
- Hun beroep en levensomstandigheden zijn ‘onrein’
- Mahatma Gandhi noemden hen ‘harijans’ (kinderen van God). Hij wilde het kastenstelsel verheffen

§3 Riten
• Iedere Hindoe besteedt veel aandacht aan persoonlijke hygiëne baden
• Gewone hindoes beginnen en eindigen de dag met gebeden
• In het familiehuis meerdere afbeeldingen van Goden en Godinnen.
Of in aparte kamer beelden en schilderijen, die door familieleden worden vereerd baden, versieren, voedsel offeren en olielampen branden (poeja = de God(en) behandelen alsof ze te gast zijn in huis)
Eten van geofferd voedsel symboliseert sterke eenheid met God
• Hindoes vieren veel feest (soms weken voorbereiding)
- Belangrijke feesten:

Holifeest
 soort lentefeest
 soort carnavaleske sfeer
 men bespuit elkaar met gekleur water
 vooral gevierd door lagere kasten (ook niet-hindoes)
Divalifeest
 gewijd aan Laksmi (godin van geluk en licht, rijkdom en voorspoed)
 het vele en overvloedige licht symboliseert de overwinning van het goed op het kwade, van het licht op de duisternis
 wordt ook in tempels gevierd
 wordt gevierd door alle kasten
• Brahmanen:
- beginnen dag met rituele bad van zuivering en opzeggen van gebeden
- gedurende de dag moeten zij nog meer geestelijke verplichtingen nakomen
- staan aan de top van de maatschappelijke ladder
- geven onderwijs aan de kasten van de kshatriya’s en de vaishya’s
- vroeger niet alleen priesters, maar ook schrijvers, ministers en ambtenaren

- tussen 8e en 12e moet kind van brahmaanse ouders ingewijd worden in de hindoeïstische geschriften heilige koord
- gebod van niet doden = absoluut
• Kshatriya’s:
- deze kaste bestond oorspronkelijk uit de groep van krijgers van Arische stammen, later iedereen die een hoge maatschappelijke positie vervulde (vorsten, adel en legertop)
- moeten land verdedigen en besturen
- hun terrein = jacht en omgaan met geweld
- vegetarisch
• Vaishya’s:
- behoorde oorspronkelijk tot de laagste groep in de Arische gemeenschap
- verzorgden vooral het vee
- oorspronkelijk herders, worden zij in India: handelaren, handwerkers, middenstanders en boeren
- organiseerden zich vaan in grote en machtige gilden
- zijn in werkelijkheid de ruggengraat van de samenleving
• Shoedra’s:
- oorspronkelijke bewoners van India
- moesten de drie hogere kasten dienen
- werden vaak uitgesloten van ritten + feesten en hadden weinig rechten

- vele hebben hun hoop gevestigd op een beter bestaan in een volgend leven

Hoofdstuk 4: Basisbegrippen

§1 Dharma, karma en samsara
• Dharma:
- kan dharma vertalen met orde, regelmaat, wetmatigheid, evenwicht, taak en plicht
- de regelmaat, het evenwicht in de natuur en in de wereld van de mens
- alles in de natuur en het leven van de mens moet volgens eigen aard en wetmatigheid verlopen
- het leven in de natuur en in de menselijke samenleving is pas in evenwicht als alles en iedereen in overeenstemming leeft met zijn plicht of taak
- A-dharma = zich verzetten tegen de harmonie en het evenwicht verstoren, de vaste verhoudingen in de war sturen
- gemeenschappelijke dharma: waarheid spreken, niet doden, anderen respecteren
- eigen dharma (sva-dharma): bepaald door geboorte (kaste) + eigen verleden
• Karma (daad):

- de daden die gevolgen dragen
- goed karma-overschot of slecht karma-overschot bepaald de verdere gang van de mens in de kringloop van het leven (stijgen of dalen in kaste enz.)
- na de dood is op de 1e plaats karma dat overblijft
- karmawet = we leven allemaal in een door ons eigen handelen opgeroepen werkelijkheid
- dankzij karma ook werken aan toekomst
• Samsara (reïncarnatie):
- samsara letterlijkhet in de stroom meegaan
- mens lijkt vast te zitten in een eeuwig durende kringloop van dood en wedergeboorte
- niemand reist alleen door het samsara

§3 Atman, brahman en moksha
• Atman:
- aanwezig in mensen, dieren, geesten, goden en helbewoners kan niet zonder dergelijk omhulsel
- in elk mens is een kern te vinden (supermacht) die door het proces van wedergeboorten heen altijd onverantwoordelijk aanwezig blijft zo meest wezenlijk in alles en iedereen
- ‘ziel’ zit dichtst bij oorspronkelijke betekenis

- macht die toekijkt en niet geraakt wordt door menselijke emotieswerkelijke ‘ik’ van de mens
- hindoes geloven in supermacht van atman als het principe van het leven door het hele proces van samsara heen
- kwaliteit van bestaansvorm atman hangt af van karmische overschot van daden
- bij dood bevrijdt atman zich en zoekt nieuwe bestaansvorm
- als atman zonder omhulsel kan bestaanbevrijd uit samsara
• Brahman:
- zuivere levensbron, het absoluut goddelijke principe van waaruit alles is ontstaan en wat alles doordringt
- hindoe gelooft dat alle leven in oorsprong zuiver en goed is
- ieder mens heeft nog iets van het zuivere leven in zich
- atman is niet anders dan deze goddelijke werkelijkheid in de mens zelf atman-brahman
- supermacht atman in mens is van goddelijke oorsprong en is niet klein te krijgen in proces van wedergeboorten
- bevrijding van de mens is gelegen in ontdekking van aanwezigheid van het goddelijke lichamelijke oefeningen, overgave aan God, geconcentreerd leven volgens wetten van dharma, positieve werking van verkregen karmische overschotten
• Moksha:

- bevrijding uit samsara en karma-wet
- met veel omwegen kan de mens de verlossing bereiken
- kan alleen in negatieven over gesproken worden
- geliefd symbool voor moksha = lege cirkel of leegte zelf maakt duidelijk dat verlossing van de mens, niet in duidelijke woorden en termen te beschrijven valt
- alleen als mens kan moksha bereikt worden
• Belangrijkste heilige boeken van hindoeïsme:
- Veden
- Oepanishads
- Epen
• De Bhagavad Gita
- beroemdste heilige boek van de hindoes
- voorbeeld van een oepanishad
- verslag van het gesprek tussen Arjoena (kshitriya) en Krishna (goeroe), waarin Krishina Arjoena ervan weet te overtuigen dat het beste wat hij kan doen is zijn plicht als krijgsman te vervullen
- gesprek gaat over dharma en wegen naar moksha
- waarschijnlijk is de tekst rond het begin van de jaartelling ontstaan en opgenomen in grote epos Mahabharata, dat verhaalt over de geschiedenis van Pandavas en Kauravas
- Alleen door te streven naar moksha wordt het leven zinvol


Hoofdstuk 5: De wereld van de Goden

Inleiding
• Elke god kan in vele varianten worden afgebeeld, verschillende namen hebben, vriendelijk of bloeddorstig zijn, (half)mens of (half)dier
• Hindoeïsme geen polytheïsme

§1God: drie is één; één is drie
• Brahman wordt uiteengelegd in 3 aspectentrimoerti:
- O nstaan: Brahma
- B estaan: Vishnoe
- A fstaan: Shiva
• Brahma
- oorspronkelijk beschouwd als de grote God van de schepping
- als verkondiger van 4 veden: 4 hoofden + 4 armen, die allemaal attributen vasthouden (offerlepels) symboliseren alomtegenwoordigheid en almacht
- vaak afgebeeld zittend op lotusbloem of Hamsa (gans) zijn rijdier
- heeft nagenoeg alleen betekenis in de literatuur
- zijn echtgenote Sarasvati (Godin van wetenschap en kunst) vaak afgebeeld met luit, samen met Hamsa
• Vishnoe

- instandhouder en verlosser van de wereld
- 10 vormen waarin hij is afgedaaldavatara of incarnatie:
1. vis die de 1e mens redde
2. schildpad die hielp bij het vervaardigen van de onsterfelijksheidsdrank
3. everzwijn die de aarde uit het water redde
4. manleeuw die een tiran doodde
5. dwerg die een demon versloeg
6. reus die machtswellustige kshatriya’s versloeg
7. koning Rama, die Ravana en diens leger bestreed
8. fluitspelende herdersjongen Krishna, die optrok tegen een boze koning
9. Boeddha die zelf de weg naar verlossing vond
10. Kalkin die nog op aarde zal verschijnen om een nieuw en beter tijdperk in te luiden als hij verschijnt als een wit paard
- vaak afgebeeld met schitterend juweel op zijn borst, in zijn 4 armen een discus,
schelp, knots en lotusbloem

- soms voorgesteld zitten op lotusbloem of op zijn rijdier Garoeda (zonnevogel)
- aan zijn zijde LakshmiGodin van liefde, geluk en welvaart
- zeer veel vereerdvishnoeïsme
• Shiva
- samengestelde figuur vol tegenspraak
- symboliseert vernietigende en scheppende krachten in het heelal
- vanwege vernietigende karakterverblijft op slagveld, crematieplaats, kruispunt van wegen.
- draagt slinger van schedels + is omringd door angstaanjagende wezens
- zijn rijdierNandi (stier)
- grote asceet en yogi voorgesteld op berg Kailasa, diep in meditatie, zittend op tijgervel, met lange vervilte haren in een knotje op het hoofd waarin de maanschijf zich bevindt waaraan de Ganges ontspringt, op voorhoofd derde oogwijsheid+inzicht, slangen om hals en armen gekronkeld, lichaam met as ingesmeerd, naast hem de drietand
- vrouw van Shiva vele namenals Parvati (dochter van de bergen) ook scheppende en vernietigende kracht, Doerga (de moeilijk toegankelijke), Kali (de grimmige)

- zeer veel vereerd shivaïsme
- wordt veel vereerd in het symbool van linga en yoni (mannelijk en vrouwelijk geslachtsorgaan)
- zoon Ganesh (drukt kracht en wijsheid uit) wordt afgebeeld met olifantenkop+dikke buik+4 armen met knuppel, vangnet, rijstkoek, gebroken slagtand.
Zijn dienaar Yeli (rat) kan zich door meeste hindernissen heen bijten
• Het Ramayana Epos:
- Ramayana vertelt verhaal van koning Rama die de strijd moet aan binden met de demonenkoning Ravana omdat deze de vrouw van Rama, Sita genaamd, had geroofd
 koning Dasharatha, kinderloos, liet groot paardenoffer brengen Vishnoe verschijnt in offervuur met een vat, moet de inhoud aan zijn 3 vrouwen geven brengen 4 zonen ter wereld o.a. Rama (Vishnoe)
 door spannen van de boog van koning JanakaRama trouwen van Sita (gevonden op akker bij ploegen)
 Rama tot opvolger benoemtandere vrouw van Dasharatha brengt hem eraf, eist 14 jarige verbanning van Rama + kroning Bharata (eigen zoon)
Rama gehoorzaamtsamen met Sita+broer Lakshmana in ballingschap
 tijdens ballingschapRavana lokt Sita bij Rama weg en zet haar gevangen op eiland Lanka
Met behulp van apenleger (o.l.v. Hanoeman)Sita bevrijden en Ravana doden

 Rama verstoot Sitakan haar eigen man niet trouw blijven in de harem van een ander
Neemt pas terug als Sita haar onschuld en trouw heeft bewezen
 Rama met Sita aan zijn zijde tot koning gezalfd stuurt Sita weg als onderdanen kwaad beginnen te spreken
 in ballingschap brengt Sita 2 zonen ter wereld worden na 10 jaar gehaald
Opnieuw moet zij trouw bewijzen verdwijnt in spleet van de aarde

Hoofdstuk 7: Hindoes in Nederland

§3 Tussen aanpassing en eigenheid
• Kaste:
- klassieke Indiase kastenindeling kwam op de bootreis van de eerste migranten van India naar Suriname onder druk te staan + op de plantage samen werken
- meer mannen dan vrouwen naar Suriname buiten kaste trouwen
- kastenbesef in Nederland niet verdwenen, maar niet leven in nauwkeurige indeling
- piramideachtige opbouw van samenleving belangrijkste overgebleven van denken in kasten
- Sanatan Dharmleidende rol van brahmanen geaccepteerd

- Arya Samajtegen gedachte gekeerd dat geboorte in een bepaalde kaste het leven van de mens ingrijpend zou moeten bepalen
• Huwelijk en familie:
- in Nederland geen familiesamenleving familiebanden onder hindoes sterker dan bij Nederlanders
- geen sprake van uithuwelijken, maar huwelijken met niet-hindoes + ongehuwd samenwonen niet gauw geaccepteerd
- homoseksuele relaties groot taboe
- huwelijk voor hindoes een verbintenis tussen 2 mensen + uitdrukking van verbondenheid van 2 families
- acceptatie schoonzoon/dochter wordt uitgedrukt door het aanraken van bruidegom of bruid
- eigenlijke huwelijksfeest kan paar dagen duren of eenvoudig thuis
- bruid+bruidegom gekleed als koningin en koning
• Opvoeding en onderwijs:
- Nederlandse opvoeding hecht grote waarde aan idee van gelijkheid tussen mensen
Hindostaanse opvoeding hecht grote waarde aan gehoorzaamheidsideaal
• Crematie:
- crematieplechtigheid wezenlijk onderdeel van hun religie
- voorschriften:
open vuur
oudste zoon steekt brandstapel aan
voor goed verloop van rouwproces familie aanwezig bij eigenlijke crematie

ritueel bad na afloop van crematie
enkele dagen na crematie wordt as en resten verzameld en boven rivier/oceaan uitgestrooid
- Ganeshstichting die ernaar streeft de wensen van hindoes op gebied van crematie te realiseren

REACTIES

R.

R.

Niet helemaal compleet, maar wel mooie samenvatting.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.