Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Les 32 & 33

Beoordeling 3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1514 woorden
  • 20 juli 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 3
2 keer beoordeeld

- L A T I J N  -

Les 32 & 33

Cultuurblok 32

De bekendste Griekse geschiedschrijvers zijn Herodotus en Thucydides. Herodotus beschreef in zijn Historiae de grote botsing tussen Oost en West: de Perzische Oorlogen. Hij verzamelde en vertelde de verhalen, maar hij probeerde ook het verleden te verklaren. De Romeinse geschiedschrijver Livius bewonderde hem zeer. Herodotus vertelde dat de Perzische koning Cyrus Klein-Azië veroverde. Hierdoor verloren de Griekse steden in Ionië hun vrijheid. Ze kwamen in opstand met een kleine boot uit Athene, maar dit lukte niet. Koning Darius wilde daarom Griekenland veroveren, maar toen de Perzen aankwamen in Marathon werden ze meteen verslagen door een klein leger onder leiding van Miltiades. Tien jaar later probeerde Xerxes het opnieuw, maar ook hij werd verslagen door het bondgenootschap van Sparta en Athene onder leiding van Themistocles in de baai van Salamis. Hierna bloeide de Griekse economische en culturele ontwikkeling enorm op. Themistocles en Pericles wilden van Athene de machtigste polis van Griekenland maken. Ze bouwden lange muren naar Piraeus. Tijdens de Gouden Eeuw van Athene maakte Sparta en andere steden zich steeds meer zorgen. Op een gegeven moment viel Sparta Athene aan, maar Pericles had de hele bevolking van Attica binnen de muren ondergebracht. Maar toen brak er een pestepidemie uit en een derde van de bevolking overleed. Uiteindelijk gaven de Atheners zich ver door een gebrek aan voedsel en versloegen de Spartanen hun vloot. Daarna kon Athene zich wel weer goed herstellen als grootste handelsstad en cultureel centrum van Griekenland.

 

Thucydides was niet zo’n verteller als Herodotus en onderscheidde dan ook betrouwbare van niet betrouwbare bronnen. Hij geeft een objectieve beschrijving van gebeurtenissen. Romeinse historici als Sallustius en Tacitus namen zijn werken als voorbeeld. Thucydides beschreef een toespraak van Pericles over de unieke staatsvorm van Athene: de democratie.

Veel andere steden maakten dezelfde ontwikkeling door die begon met een monarchie en die eindigde in een democratie. De democratie in Athene is vooral te danken aan de werken van staatsman Clisthenes. Het bestuur van de polis was in handen van de Raad, die 500 leden telde. Zij werden door loting aangewezen en deden één jaar dienst. OM met zo’n loting te kunnen meedoen moest je ouder dan 30 jaar zijn. Het hoogste gezag in de polis was in handen van de Volksvergadering. Deze was toegankelijk voor alle mannen uit Attica die het burgerrecht van de stad hadden en ouder dan 18 jaar waren.

Toch waren het meestal leden van de Raad of de bevelhebbers van de landmacht die het woord voerden. Je moest daarvoor een goede redenaar zijn en Pericles was precies zo iemand. Hij bepaalde tientallen jaren de politieke koers voor Athene en bijna altijd koos het volk voor zijn ideeën. Hij domineerde zo sterk, dat Thucydides opmerkte: ‘Athene is in naam een democratie, in werkelijkheid de heerschappij van één man.’

 

 

 

 

 

Cultuurblok 33

Een van de vele goden die de Grieken vereerden, was Dionysus, ook wel Bacchus genoemd. Hij had Griekenland vruchtbaar gemaakt en de winter-lentewisseling was dan ook aan hem te danken. Dit werd tijdens de Dionysia uitbundig gevierd, waarbij offers werden gebracht en optochten met muziek, zang en dans werden georganiseerd. Op een gegeven moment kwam men op het idee iemand tegenover het koor te laten optreden, waarbij de persoon iets zei, waarop het koor antwoordde. Dit was het begin van toneelspel en drama. Zo werden later mythen uitgebeeld en gebeurtenissen uit de geschiedenis. Aeschylus voerde een tweede toneelspeler in en Sophocles een derde. Uiteindelijk is het koor ook veel minder belangrijk geworden. Naast de tragedie ontwikkelde zich de komedie. De deelnemers van de optochten zongen spotliederen op gebeurtenissen of personen en riepen gewaagde opmerkingen naar het publiek. En ook deze optochten groeiden langzaam uit tot een spel, net als bij de tragedies.

 

Aristophanes schreef in totaal veertig stukken, waarvan er elf zijn bewaard. In zijn komedies neemt hij allerlei toestanden en personen op de hak. Hij bekritiseerde politici, maar ook burgers, beide met sarcastische opmerkingen en grove grappen. Er werd bij het klassieke toneel veel gemusiceerd en gezongen. De koorleden waren vaak op een wonderlijke wijze uitgedost, bijvoorbeeld als dieren. Ook de spelers droegen kostuums en hadden maskers. Door de maskers kon men van een tragische naar een komische rol wisselen. Daarnaast werden vrouwenrollen ook door mannen gespeeld. Er werd bijna geen gebruik gemaakt van decors. In het begin was er een cirkelvormige dansplaats en een altaar, waaromheen het verhaal zich afspeelde. Later werd er een tent bij de dansplaats opgesteld en dat werd uiteindelijk een permanent een stenen bouwsel dat diende als decor.

 

Buiten Attica is de tragedie nooit tot ontwikkeling gekomen. In Athene werd elk voorjaar een concours voor toneelschrijvers georganiseerd. Drie tragediedichters schreven elk drie tragedies met één bepaald onderwerp, een trilogie dus. Na elke trilogie kwam nog een kort saterspel, dat ontspannend was na de serieuze stukken. De naam saterspel komt door het koor, dat uit saters bestond, dier-mensen met bokkenpoten horens en een staart. Dat zijn de volgelingen van Dionysus. De onderwerpen waren ook serieus maar werden humoristisch behandeld. Daarnaast was eer ook en wedstrijd voor komediedichters, waaraan 5 dichters deelnamen. Een jury van tien leden, gekozen door een loting, reikte de prijzen uit. Deze bestonden uit een bronzen drievoet en een krans. In het begin was het theater van hout en werd hij aan het eind afgebroken, maar later werd er een vast stenen theater gebouwd. Dit was het Dionysustheater aan de voet van de Acropolis. De theatervoorstellingen duurden drie dagen, met elke dag vijf stukken.

 

Aan het eind van de 4e eeuw v. Chr. kwam de komedie weer tot grote bloei in het werk van Menander. Het ging bij hem vooral over de goede en slechte eigenschappen van de mensen. Het is een komedie van vaststaande typen: een lichtzinnige zoon, de ouderwetse vader, de slimme slaaf, de klaploper, het inhalige hoertje, de oude koppelaarster, een opschepperige soldaat enz. Allerlei komische situaties ontstaan door misverstanden, persoons-verwisselingen, verliefdheden en ga zo maar door. Het zijn vooral deze komedies die door Plautus en Terentius werden vertaald en bewerkt. Ze leverden tot in onze tijd de thema’s voor zeer veel andere blijspelen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

Taalblok 32

Aliquis / quis

Aliquis is een onbepaald voornaamwoord en wordt gevormd door een combinatie van ali- en -quis. Aliquis wordt zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt. Het betekent zelfstandig iemand/iets of enige en bijvoeglijk gebruikt betekent het een of ander of enige. Hieronder staan de bijvoeglijke vormen:

 

m

v

o

 ev nom

aliqui

aliquae

aliquod

     gen

alicuius

alicuius

alicuius

    dat

alicui

alicui

alicui

    acc

aliquem

aliquam

aliquod

   abl

aliquo

aliqua

aliquo

mv nom

aliqui

aliquae

aliquae

      gen

aliquorum

aliquarum

aliquorum

     dat

aliquibus

aliquibus

aliquibus

     acc

aliquos

aliquas

aliquae

    abl

aliquibus

aliquibus

aliquibus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De zelfstandige vormen zijn hetzelfde, met uitzondering van:

- nom m/v ev: aliquis

- nom/acc o ev: aliquid

 

Na si, nisi, num, ne en ubi ontbreekt ali-.

 

Quisquam / ullus

Ook quisquam is een onbepaald voornaamwoord en bestaat uit quis- en -quam. Quisquam wordt zelfstandig gebruikt, want voor bijvoeglijk is er ullus. Het is hetzelfde als aliquis, maar wordt dus gebruikt in ontkennende zinnen, daardoor kun je het vertalen als niemand.

 

m/v

o

m

v

o

nom

quisquam

quicquam

ullus

ulla

ullum

gen

cuiusquam

cuiusquam

ullius

ullius

ullius

dat

cuiquam

cuiquam

ulli

ulli

ulli

acc

quemquam

quicquam

ullum

ullam

ullum

abl

quoquam

quoquam

ullo

ulla

ullo

 

Taalblok 33

Velle, nolle, malle

Deze werkwoorden worden anders vervoegd (zie blaadje) en worden vertaald als willen, niet willen en liever willen.

 

Nominativus cum infinitivo

Als je de bewering of mening niet vermeld, wordt de a.c.i.-constructie een n.c.i.-constructie.

Dit vertaal je bijv. als: ‘men zegt..’ of ‘ze worden gezegd te..’

Het aanwijzend voornaamwoord iste/ista/istud

Dit is een aanwijzend voornaamwoord dat wordt vertaald alsof het veel verder weg is (die, dat) en heeft een negatieve toon.

 

m

v

o

 ev nom

iste

ista

istud

     gen

istius

istius

istius

    dat

isti

isti

isti

    acc

istum

istam

istud

   abl

isto

ista

isto

mv nom

isti

istae

ista

      gen

istorum

istarum

istorum

     dat

istis

istis

istis

     acc

istos

istas

ista

    abl

istis

istis

istis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Perfecta

 

gessi

profui

suspexi

vetui

expuli

addidi

inspexi

volui

nolui

malui

visus sum

corrupi

abdidi

possedi

persuasi

gestus

-

suspectus

vetitus

expulsus

additus

inspectus

-

-

-

-

corruptus

abditus

possessus

persuasus

gerere

prodesse

prodesse

suspicere

vetare

expellere

addere

inspicere

velle

nolle

malle

videri

corrumpere

abdere

possidere

persuadere

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.