Les 13

Rome bedreigd

Ten noorden van Rome lag Veii. Deze Etruskische stad was een bedreiging voor Rome, keer op keer plunderde de Etrusken de omgeving van Rome en elke keer waren de romeinen net optijd binnen de stadsmuren. Veii moest definitief verslagen worden en de romeinen belegerde Veii 10 jaar lang. De soldaten moesten ver van hun familie vechten het was een uitzichtloze strijd, net alsof de goden Veii beschermde……..

De voorspelling

Een romeinse spion luisterde naar de soldaten van de vijand en die zei dat Veii nooit veroverd zal worden zolang het Albaanse meer water bevat. De spion ging naar de senaat en vertelde de boodschap. Laten we naar het orakel van Delphi gaan de Pythia, de priesters van Apollo, om raad te vragen. Een gazantenschap ginng naar Delphi en ze moesten het Albaanse meer over de akkers leeg laten lopen. Eindelijk zouden ze Veii gaan veroveren maar hoe kregen ze de soldaten zo ver om nog te gaan vechten? Ze moesten een dictator benoemen naar wie ze gingen luisteren. Maar wie?

Een groot man

Camillus was de man, hij kreeg het leger weer overtuigd om  te vechten. Hij liet een tunnel graven naar de burcht van Veii en de missie slaagde, het schatrijke Veii werd geplunderd en Camillus werd met een schitterende triomftocht in Rome gehaald. De buit viel tegen, Camillus had aan Apollo 1/10 van de buit beloofd en hij hield zich aan zijn woord. Een man had hem aangeklaagt. Camillus wachtte het vonnis niet af maar vertrok uit Rome. Een nieuwe dreiging stond op ze te wachten: de Galliërs

Een zwervend volk

De Galliërs behoorde bij de Kelten, ze woonde in midden Frankrijk en Noord-Italië. Door hongersnood plunderde ze massaal uit. Ze maakte het de Etrusken steeds moeilijker en ze gingen in 387-6 v.c naar Rome….

Altijd ruzie

De gewone bevolking had niks met de politiek te maken, alles hing van de adel af. De enige groep die naast de Adel veel invloed had waren de keltische priesters, de druÏden. Ze traden op als rechters en voerde de godsdienstige ritulen uit. Soms werden er zelfs mensenoffers gebracht, ze gebruikte daarvoor misdadigers en vijanden

Geen ‘barbaren’

De romeinen vonden de Galliërs maar barbaars, ze hadden wilde haren en ze droegen de broek! Toch waren ze zo dom nog niet. Ze vonden bijv. de ploegschaar  uit en wisten al hoe je landbouwgrond met kalk kon verbeteren. Goed georganiseerd waren ze niet. Toen ze vanuit Noord-Italië Etrurië binnenvielen, werden ze door de romeinen verpletterend verslagen.

Urbs

Rome groeide vanuit een klein dorpje uit tot een wereldstad, vanuit hier werd het rijk bestuurd en allerlei belangrijke beslissingen genomen. Maar er woonde vooral ook bijna 1 miljoen gewone burgers die niks met de politiek te maken hadden.

Het forum

Op het forum romanum was het super druk. Je zag dingen van belangrijke gebeurtenissen uit het verlede: de rostra, het podium dat leiders betraden om het volk toe te spreken; de comitita, de vergaderplaats waar het volk voor zijn rechten had gestreden; en natuurlijk de curia, het gebouw waarin de senaat bijeenkwam. Verder stond er een god Janus, de deuren stonden open met tijden van oorlog. En de tempel van Vesta, waar het haardvuur van de romeinse staat bevond.

Het spitsuur

’s Ochtends om 11 uur spraken vrienden al af om bijv. de gokken kwakzavers verkochten hun drankjes. Af en toe kwam er een stoet voorbij van een begrafenis. Soms hoorde je nog twee mannen hun ruzie uitvechten en tussendoor kwamen de rijke per draagstoel naar het forum. In de menigte boven veel buitenlanders die uit alle hoeken van het rijk naar rome kwamen. Grieken, Galliërs, siriërs, joden, Egyptenaren: het forum was een wereld op zich!!

Winkelen in Rome

Forum betekend marktplaats en inderdaad het forum was wel een winkelcentrum. Overal waren kraampjes en winkeltjes. Er werd veel gebouwd dus liepen er mannen met hun bouwmateriaal door de straten. Door grondgebrek stalde de mensen veel spullen op straat dus je moest goed oppassen om nergens met je hoofd tegenaan te lopen.

Winkels en werkplaatsen

In die tijd vestigde veel collega’s zich in dezelfde straat dus je had één straat met  schoenmakers etc. ook was er een straat die ad tonsores ‘bij de kappers’werd genoemd. Romeinen gingen veel naar de kapper. Ze gingen bijna dagelijks. In sommige landen is dit nog steeds zo.

De voller.

Ook heb je veel beroepen die er nu niet meer zijn zoals een voller. Dat waren mensen die wol bleekte in urine en er zo een toga van maakte. Op straat stonden dan grote vaten waar je je urine in kon doen. De keizer wilde hier belasting op heffen maar zijn zoon vond dat dat niet kon. De keizer hield een muntstuk onder zijn neus en zijn: ‘reuk je iets?’ geld stinkt niet’ (pecunia non olet) daar komt ons spreekwoord ook vandaan.