domus: een groot, laag huis, mooie beschilderde muren
atrium: voorste gedeelte van een domus, plaats waar gasten werden ontvangen, grote centrale ruimte
peristylium: achterste deel, tuin, een vierkant 'perk' omgeven door een overdekte zuilengang
cave canem: pas op voor de hond
compluvium: groot gat in het plafond waar licht en water doorkomt
impluvium: bassin in het midden van het atrium, vangt regenwater uit het compluvium op
lararium: het huisaltaar, daar roept de familie hun huisgoden op
lares: huisgod, bescherming voor huis en gezin
cubiculum: slaapkamer, achter groot gordijn
tablinium: werkkamer, grenst aan tuingedeelte
triclinium: eetkamer, 3 (tri) aanligbedden in u-vorm
nymphaeum: rijkversierde grot, met waterstroompje, in de tuin
culina: keuken, heel klein
insulae: flatgebouwen voor de arme mensen, aan alle kanten omgeven door straten en steegjes, lijkt dus op eilanden, ruim 45000 in Rome, meestal 3 of 4 etages, onderste gedeelte van steen, de rest is hout, veel gevaar i.v.m. brand.
toga: kedingstuk voor Romeinse man, bestond uit een grote wollen lap, bij kinderen onder de 16 en bij hoge bestuurders is de rand afgezet met een purperen band, de keizer droeg een purperen toga
candidus: blinkend wit, toga voor de verkeizingsstrijd
candidatus: iemand die zich mengde in de verkiezingsstrijd
tunica: lang en mouwloos whemd dat onder de toga gedragen werd
stola: wat de toga voor de man is, werd soms met een ceintuur om de middel of gesp bij de schuder vastgezet voor de vrouw
atrium: voorste gedeelte van een domus, plaats waar gasten werden ontvangen, grote centrale ruimte
peristylium: achterste deel, tuin, een vierkant 'perk' omgeven door een overdekte zuilengang
cave canem: pas op voor de hond
compluvium: groot gat in het plafond waar licht en water doorkomt
impluvium: bassin in het midden van het atrium, vangt regenwater uit het compluvium op
lararium: het huisaltaar, daar roept de familie hun huisgoden op
cubiculum: slaapkamer, achter groot gordijn
tablinium: werkkamer, grenst aan tuingedeelte
triclinium: eetkamer, 3 (tri) aanligbedden in u-vorm
nymphaeum: rijkversierde grot, met waterstroompje, in de tuin
culina: keuken, heel klein
insulae: flatgebouwen voor de arme mensen, aan alle kanten omgeven door straten en steegjes, lijkt dus op eilanden, ruim 45000 in Rome, meestal 3 of 4 etages, onderste gedeelte van steen, de rest is hout, veel gevaar i.v.m. brand.
toga: kedingstuk voor Romeinse man, bestond uit een grote wollen lap, bij kinderen onder de 16 en bij hoge bestuurders is de rand afgezet met een purperen band, de keizer droeg een purperen toga
candidus: blinkend wit, toga voor de verkeizingsstrijd
tunica: lang en mouwloos whemd dat onder de toga gedragen werd
stola: wat de toga voor de man is, werd soms met een ceintuur om de middel of gesp bij de schuder vastgezet voor de vrouw
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden