Hoofdstuk 9: Cultuur

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 787 woorden
  • 19 februari 2015
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!

Teksten

Aeneas zit nog steeds met zijn makkers aan het feestmaal bij Dido, haar zus Anne en de Tyriërs. Aeneas verteld nog steeds over zijn avonturen, waar vol spanning naar geluisterd wordt.

Aeneas gaat op zoek naar zijn familie maar dan komt hij Helena tegen in de tempel van Vesta. Helena is een dochter van de oppergod Zeus en Leda en de mooiste vrouw van Griekenland. Zij zit hier verstopt voor haar echtgenoot Menelaos en de Trojanen. Zij heeft ervoor gezorgd dat Troje ten onder ging door met Paris mee te gaan(wat moest van Aphrodite/Venus). Blind van woede loopt Aeneas naar Helena toe, klaar om haar te vermoorden.

Aeneas’ moeder (Aphrodite/Venus) verschijnt voor zijn ogen. Zij kalmeert hem en zorgt ervoor dat hij op zoek gaat naar zijn familie. Zij verdwijnt weer en Aeneas gaat verder, beschermd door Venus.

Hij wilt alleen nog maar met z’n familie vluchten. Zijn vader, Anchises, wilt niet mee en Aeneas besluit om zich te werpen op de strijd. Op het moment dat hij weg wilt gaan, komt Creüsa en zij smeekt hem hun zoon, Ascanius, mee te nemen de dood in. Dan gebeurd er iets wonderlijks: boven het hoofd van Ascanius verschijnt een vuur, een vlammetje. Dienaren komen aanrennen om het te blussen, maar het heilige vuur dooft niet. Dit moet een voorteken zijn!

Anchises bidt om een nieuw gunstig voorteken en dan valt er een stel van de hemel en deze blijft boven hun dak staan. Dan weet Anchises dat het tijd is om te gaan en gaat hij mee. Aeneas draagt zijn vader op zijn schouders, en heeft Ascanius vast met zijn rechterhand. Zijn vader heeft de Penaten van Troje vast.

Dan klinkt er een luid geschreeuw en iedereen vlucht verschrikt naar verschillende kanten. Uren later komen ze bij een verlaten tempel aan, buiten de stad. Maar Creüsa ontbreekt…

Aeneas laat zijn vader en zoon achter bij zijn vrienden en besluit terug Troje in te gaan. Hij gaat eerst naar hun huis, maar dit staat in de brand. Terwijl hij uitgeput, wanhopig en verdrietig verder dwaalt, verschijnt de schim van Creüsa voor zijn ogen. Zij verteld hem dat ze niet mee kan gaan. De goden willen het anders. Over vele zelftochten staat Aeneas, in het land Hesperia (Italië), een koninklijke echtgenote en een koninkrijk te wachten.

Aeneas probeert zijn armen nog driemaal om haar hals te leggen, en driemaal ontvlucht haar schim hem. Dan gaat hij weer op zoek naar zijn makkers, en over zee verlaten ze Troje, zonder Creüsa.

  • Ook al wilde Aeneas zelf liever in Troje blijven, hij geeft gehoor aan de wil van de goden en vlucht met zijn dierbaren en de Penaten om ergens anders een nieuw vaderland te stichten.
  • Hij is dus plichtsgetrouw en maakt zijn wil ondergeschikt aan dat van anderen. Zo geeft hij het goede voorbeeld.

De wil van de goden

  • Alles wendde zich tot de goden. De offers en gebeden moesten precies en nauwkeurig gedaan worden, om de goden tevreden te houden. Als de goden tevreden waren, kon er niets misgaan.
  • De Romeinen dachten dat de goden aan de mensen hun wil kenbaar konden maken met meestal een bepaald signaal. Drie veel voorkomende soorten van voortekens (omnia) waren:
  • Hemelteken – donder, bliksem, vallende sterren
  • Onnatuurlijke gebeurtenissen – een standbeeld dat bloed zweet, een dier met 2 koppen
  • Dromen – als je een boze droom had gehad, kon je je plan maar beter niet uitvoeren
  • De Romeinen deden van alles om achter de wil van de goden te komen. 2 belangrijke manieren:
  • Kijken naar het gedrag van vogels (hoe ze vlogen, van welke richting ze kwamen, welk geluid ze maakten)
  • Inwendige organen van een offerdier werden geïnspecteerd, voordat ze werden verbrand

De lever was een belangrijk orgaan. Het gold als bron van het leven en werd beschouwd als de afspiegeling van de hemel.

Dit wil je ook lezen:

Zoals iedere god op een bepaalde plaats in de hemel woonde, hadden ze ook een plaats op de lever. De plek waar de lever eventueel misvorming vertoonde, werd gekoppeld aan de daar ‘woonachtige’ god. Deze god was het dan niet eens met waarvoor hij werd geraadpleegd of wat ze van plan waren

De Oudheid zaten vol van het bijgeloof. Als er een boos voorteken was – bijvoorbeeld struikelen bij het verlaten van je huis – moest dit meteen worden goedgemaakt met een offer of een gebed/formule.

Ook nu hebben we nog allerlei tekens. Bijvoorbeeld wanneer iemand niest, dan zeggen we ‘proost’. Dit is van oorsprong een bezwerende formule die komt uit het Latijnse prosit (= het ga u goed, wel bekome het u).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.