Kunstgeschiedenis
De Grieken
Architectuur
Griekse tempels werden op een (vrij klein) podium gebouwd, waar de zuilen opstaan die zijn bekroond door kapitelen. Deze worden weer overbrugd door architraven (liggende balken). Op deze architraven rust het zadeldak. Voor- en achterzijde van dak afgesloten met driehoekig gewelf: het timpaan.
Oudste tempels à hout + heldere kleuren.
Vanaf 600 v.C. à steen en marmer.
Kenmerkend van Griekse tempels: eenvoud en harmonie + verhoudingen komen overeen met menselijk lichaam. Gezichtsbedrog werd weer goedgemaakt door allerlei correcties in vormen en maten.
- Dorisch = kapiteel in vorm van een kussen à kussenkapiteel. Geen voetstuk in tegenstelling tot Ionische en Korintische stijl.
- Ionisch = kapiteel bestaat uit twee gekrulde vormen à krulkapiteel
- Korintisch= kapiteel is een samengesteld geheel van sierlijke bladvormen à bladerkapiteel. Architraaf (de liggende balken op de zuilen) bestaat bij deze stijl uit 3 lagen boven elkaar.
Functie: onderdak voor de beelden van de goden aan wie ze gewijd zijn. Alleen priesters mochten de tempels betreden.
Schilderkunst en toegepaste vormgeving
Op de Griekse vazen komen figuren uit mythen en heldensagen, maar ook taferelen uit het dagelijks leven voor. Vormen à geometrie. (driehoeken, cirkels, kruizen) Functie: het bewaren van olie of als pronkstuk. Soms ook als ereprijs (wat nu de vorm van een beker is bij sportwedstrijden etc.) of als grafversiering.
Beeldhouwkunst
- Archaïsche periode (6e eeuw v.C.)= gestileerde figuren, frontaal weergeven, stramme houding, bevroren glimlach. Vrouwenfiguur = kore, mannenfiguur = kouros.
- Klassieke periode (500-350 v.C.)= anatomie bestudeerd, perfecte + ideale vormen en verhoudingen, contrapost (gestrekt been waar lichaam op rust en een licht gebogen been dat losjes neergezet wordt.)
- Hellenistische periode (350-50 v.C.)= realistische mensfiguren, ingewikkelde, beweeglijke en dramatische houdingen. Gezichten drukken emotie en strijd uit. Spieren + botten zeer gedetailleerd.
Beeldhouwers streven naar een ideale mensfiguur à brons, marmer, glas, kristal. (laatste 2 voor ogen, lippen en nagels, functie: extra levendigheid) Beelden veelkleurig beschilderd = gepolychromeerd.
Beelden dienen als versiering van tempels of als grafmonument.
De Romeinen
Architectuur
Koepelgewelf à grotere ruimtes overdekken. (Het Pantheon als voorbeeld)
Verschillen Romeinse tempel en Griekse tempel:
(1) Zuilen Romeinse tempel zijn slanker
(2) Romeinse tempel staat op podium (groter dan Grieks, daar waren alleen 3 treden)
(3) Achterste muren gesloten en daar zijn halfzuilen (piasters) geplaatst. (Griekse tempel is helemaal open)
(4) Materialen van Romeinen: natuursteen, baksteen, marmer en beton.
Functie = praktisch (in tegenstelling tot Griekse tempels, daar ging het voornamelijk om schoonheid): bieden van onderdak en ruimte.
Theaters à volk vermaken (Grieks)
Amfitheaters à Gladiatorengevechten
Thermen à Baden + socializen met andere Romeinen
Triomfbogen à Het volk blijven herinneren aan de wapenfeiten van keizers
Basilica à Openbaar gebouw, rechtszaal, vergaderruimte, markthal.
Schilderkunst
Mensfiguren en portretten = levensechte indruk
Fresco = kleurstoffen op de natte kalk van de muur aanbrengen
Mozaïek = gekleurde stukjes marmer, glas of steen in nat cement aanbrengen
Ruimtelijke illusies toegepast om het gevoel te geven dat je ergens doorheen kijkt en de ruimte te verbreden. De schilderingen dienen ook ter verfraaiing van een groot (muur/grond)oppervlak.
Beeldhouwkunst
Romeinen kopieerden Griekse beelden. Er worden complete figuren of portretbustes gemaakt van mensen, zoals keizers en ambtenaren. Beelden waren levensecht en geïdealiseerd. Er wordt veel aandacht besteed aan stofuitdrukking. (plooien van kleding, franjes en haarlokken) Functie = het imponeren van het volk + glorie en macht uitstralen door middel van grootse dingen en houdingen die gezag uitstralen.
Vroegchristelijke kunst
In 313 kregen Christenen van keizer Constantijn vrijheid van godsdienst à later werd het Christendom de staatsgodsdienst.
Architectuur
Vroegchristelijke kerk =
(1) Basiliek. Rechthoekig, verdeeld in het middenschip en twee smallere zijbeuken of zijschepen. De scheiding hiertussen bestaat uit een zuilenrij met arcades (ronde bogen). Middenschip à Zadeldak. Zijschepen à Lessenaarsdak. Oostkant = absis met een halve koepel. Daar staat het altaar met daaronder de grafkelder (crypte).
(2) Centraalbouw.
Functie van basiliek = het plaats bieden van het grote aantal gelovigen dat tijdens de erediensten naar de bisschop staat te luisteren. De langwerpige vorm is erg geschikt.
Schilderkunst
Religieuze gedachte is belangrijker dan het uiterlijk van de afbeeldingen. Mensfiguren zijn vereenvoudigd en gestileerd (alsof de kennis is verdwenen). Vlakke figuren zonder plasticiteit. Bijbelse personen of begrippen uitgebeeld door middel van symbolen.
Functie = de gelovigen aansporen tot meditatie. Schilderingen hebben een symbolische betekenis.
Beeldhouwkunst
Vooral gezien op sarcofagen, de reliëfs stellen taferelen uit de bijbel voor. Kenmerkend is dat mensfiguren niet vrijstaand worden gemaakt, uit angst voor afgoderij en beeldenverering.
Functie = het onderwijzen en bemoedigen van Christenen. De taferelen verwijzen naar de wonderen die God verricht heeft.
Byzantijnse kunst
De naam Byzantijnse kunst komt van Byzantium (hoofdstad van Oost-Romeinse rijk)
Architectuur
Kenmerkend is centraalbouwà opgezet vanuit een centraal punt van symmetrie. Ruimtes worden vaak afgesloten met een koepel à later ook toegepast op moskeeën.
Functie = het overtreffen van andere gebouwen op gebied van schoonheid.
Schilderkunst
Veel fresco’s en mozaïeken. Ook zijn er iconen = een klein houten paneeltje, dat volgens vaste regels (ondergrond van bladgoud) beschilderd is met gestileerde heiligen. Monniken schrijven en versieren boeken. De kleine illustraties heten miniaturen.
Functie = versiering van handgeschreven evangeliën.
Beeldhouwkunst
Betreft meestal Bijbelse voorstellingen en symbolen + abstracte vormen uit de natuur à weer gestileerd + kapitelen in kerken zijn afgeleid van Griekse Korintische vormen. (worden nu Korfkapitelen genoemd)
Functie = dient als versiering van de wanden van een kerkgebouw. Gebruiksvoorwerpen ook rijkelijk versierd.
Karolingische kunst
Ontstaan in Ierland en Engeland, die het Christendom ook Europa weer inbrachten. Ze weren beïnvloed door de Kelten.
Architectuur
Zowel centraalbouw als de basiliekvorm. De hele kapel is van steen, terwijl in de Vroegchristelijke tijd nog gebruik werd gemaakt van hout voor plafonds en de dakconstructie.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden