Hoofdstuk 10: Verslag van het alledaagse

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 2013 woorden
  • 22 april 2015
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 10
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Realisme in de negentiende eeuw

Wereldtentoonstelling

In de negentiende eeuw bestond een grote drang om de wereld rond te reizen, dus werd in 1851 in Londen de eerste wereldtentoonstelling gehouden. Deze tentoonstelling richt zich vooral op het industriële product, maar naast deze producten worden ook veel traditionele voorwerpen uit niet-westerse culturen tentoongesteld. Hierdoor voelden de westerse mensen zich erg superieur en geciviliseerd.

Mensen uit niet-westerse koloniale landen werden zelfs als levende attracties tentoongesteld en hun cultuur werd bekeken als iets dat niet lang meer in leven zou blijven door de ontwikkelingen van de westerse landen. Veel kunstenaars vinden deze andere culturen zeer inspirerend, zoals componist Claude Debussy.

-------

Het gebouw van deze tentoonstelling, dat in een representatieve neostijl moest zijn, “Crystal Palace”, is ontworpen door Joseph Paxton. Het gebouw leek ietwat op een broeikas en werd enorm snel in elkaar gezet, doordat de stukken gietijzer en glas aan elkaar gemonteerd konden worden. 

-------

De meeste producten op de wereldtentoonstelling waren niet van goede kwaliteit. De meubels van de gebroeders Thonet vormden hier een uitzondering op. Michael Thonet produceerde goedkope en eenvoudige meubels die een enorme hit werden. Ze zijn ook functioneel en zitten lekker en zijn dus een vroeg voorbeeld van industrieel ontwerp.

Ook zijn verkoopstrategie was sterk: hij verspreidde brochures met afbeeldingen van de verkrijgbare modellen. 

-------

Parijs dankt haar beroemde Eiffeltoren aan de wereldtentoonstelling. Gustave Eiffel mocht namelijk deze toren maken om de ongekende mogelijkheden van staalconstructies te tonen. De toren zou eigenlijk na twintig jaar weer afgebroken worden, maar wegens een gebrek aan geld destijds staat hij er nog steeds.

 

 

Bouwen in de 2e helft van de 19e eeuw

In 1890 komt de Jugendstil op. De architecten zoeken decoraties die de integratie van moderne materialen als gietijzer, staal en glas mogelijk maken. Deze stijl is ook van invloed op typografie, mode en design.

 

Kenmerken Jugendstil:

  • Vloeiende lijnen (die ontleend lijken te zijn aan de botanische wereld)
  • Grillige en asymmetrische patronen
  • In de architectuur bevorderen de lijnen vaak de integratie tussen verschillende materialen
  • In tweedimensionale ontwerpen worden plasticiteit en diepte vermeden

 

Deze stijl speelt in op de wens van de gegoede burgerij om zich te omgeven met een eigentijdse luxe. Het wordt een rage en Hector Guimard mag bijvoorbeeld de metro-ingangen in Parijs vormgeven. De Franse Jugendstil wordt ook wel “Style métro” genoemd. Andere benamingen zijn art nouveau en modern style.

 

Opera en muziek in de 2e helft van de 19e eeuw

In 1855 wordt Parijs overspoeld door toeristen die de wereldtentoonstelling willen zien, dus opent Jacques Offenbach een klein theater op de Champs-Élysées. Duizenden mensen komen naar zijn operettes: een kleine komische opera waarin veel wordt gezongen en gedanst. Hij maakt in zijn stukken de buitensporigheden van de maatschappij belachelijk. Zijn operette “Orpheus in de onderwereld” is een stiekeme aanklacht tegen de regering van Napoleon III. De mindere goden komen in deze operette in opstand tegen de tirannie van Jupiter. 

-------

Het Realisme in de muziek werd verisme genoemd. Het was een reactie op het belcanto, waarbij het niet om de tekst en muziek ging, maar alleen om de stem.

Componisten van het verisme gingen dus op zoek naar manieren om de boodschap van de muziek over te brengen. De onderwerpen van het verisme waren vaak alledaagse gebeurtenissen. 

-------

De Italiaanse componist Giuseppe Verdi zette in zijn opera’s mensen neer van vlees en bloed. Hij was een nationalist en hield niet van buitenlandse invloeden in opera’s.

Zijn bekende opera Nabucco is een nationalistische opera die enorm populair werd bij het publiek. 

-------

Onder andere in Noorwegen wordt nationalistische muziek gemaakt die als onderwerp het eigen verleden en verhalen heeft. Voorbeelden: Edvard Hagerup Grieg (componist) en de toneelschrijver Henrik Ibsen. Vanwege het hoge werkelijkheidsgehalte en de kritiek op problemen uit het plaatselijke maatschappelijke leven die erin is verwerkt, trekken Ibsens realistische drama’s een groot publiek.

 

 

Toneel

De intellectuele benadering van Ibsen krijgt veel navolging in de drama-praktijk. Dit wordt ook gestimuleerd door een nieuwe richting die ontstaat door een consequent doortrekken van het realisme: het naturalisme. Het werk van bijvoorbeeld Herman Heijermans is aan de ene kant naturalistisch, maar heeft ook romantische, socialistische en symbolische tendensen.

 

Dramateksten worden belangrijker en acteurs gaan realistischer spelen. Ook het decor is realistisch en de belichting wordt steeds belangrijker bij de enscenering van toneelstukken door elektrisch licht.

 

De Engelse Gordon Craig is onder andere een voorstander van eenvoud in decors, aangezien ze dan meer een omgeving vormen dan een achtergrond.

(Schilder)kunst van de 2e helft van de 19e eeuw: Realisme/Impressionisme/Expressionisme

De Salon was een door de Franse staat georganiseerde kunsttentoonstelling. De Académie des Beaux-Arts bepaalde de normen waaraan deze kunst moest voldoen en deze waren vooral ontleend aan de kunsthistorie. Een jury selecteert jaarlijks de werken die zijn ingestuurd en selecteren dan de “beste” werken. Het was een plaats om roem, prijzen en opdrachten in de wacht te slepen, aangezien kunst en politiek in die tijd verstrengeld raakten.

Op de vrije zondag was De Salon vrij toegankelijk en kwam ook gewoon volk zoals boeren erop af. 

-------

De schilders van Barbizon waren schilders die graag landschappen schilderden. Barbizon is een dorpje buiten Parijs waar veel kunstenaars hun vakantie doorbrachten. Zij gaven voor het eerst de landschappen neer zoals ze waren, en voegden niks eraan toe dat er niet hoorde. Daarom schilderden zij ook in de buitenlucht, dit werd mogelijk door voorgefabriceerde verf in tubes.

Hun voorbeeld is John Constable.

De kritiek op deze landschapsschilderijen is dat ze niet af lijken en dat ze iets missen.

 

De kunst die door onder andere deze schilders gemaakt wordt wijkt veel af van de norm en dus zoeken ze een andere manier om hun kunst te laten zien. 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

-------

Een belangrijke schilder was Jean-François Millet, die bijvoorbeeld “De arenleesters” geschilderd heeft. Hij gaf de realiteit van de maatschappij realistisch weer en voegde geen dingen toe om het mooier te laten lijken dan het was.

-------

Kunstenaar Gustave Courbet noemt deze nieuwe richting in de kunst Realisme en ziet af van de regels in de kunst. Hij moedigt anderen aan dit ook te doen. Ook opent hij in een houten barak in Parijs zijn eigen salon, waar hij zijn eigen werk tentoonstelt. Een van zijn werken is “Het atelier: Een realistische allegorie die zeven jaar van mijn leven als schilder samenvat,” waarop Napoleon in plaats van in het midden rechts als een onbelangrijke stroper wordt geschilderd. 

--------

De keizer beslist dat de afgewezen werken van de salon mogen worden tentoongesteld in “De Salon des Refusés.” Zo kan het publiek zelf oordelen wat ze ervan vinden.

Helaas gaat het publiek er vooral naartoe om te lachen. Vooral “Le déjeuner sur l’herbe” van Edouard Manet veroorzaakt een schandaal, aangezien er een naakte vrouw te zien is tussen geklede mannen. Het publiek ergert zich niet alleen aan de voorstelling, maar ook aan zijn manier van schilderen: brede penseelstreken en scherpe contrasten, de overgangen van licht naar donker ontbreken. 

-------

Claude Monet bewondert het werk van Manet en gaat een stap verder dan de realisten. Hij wil weergeven wat het oog ziet en de kleur en het licht moeten schitteren. Hij vindt dat er buiten geschilderd moet worden, maar daar is wel haast bij aangezien de lichtomstandigheden voortdurend veranderen. Kunstcritici noemen zijn werk “Impressie: zonsopgang” spottend impressionistisch, maar de schilders herkennen zichzelf hier wel in en adopteren de naam met enthousiasme. 

-------

Een andere impressionist is Auguste Renoir. Hij schilderde alledaagse taferelen en focuste hierbij vooral op de lichtval. Het schilderij “Het bal bij Moulin de la Galette” lijkt bijvoorbeeld bijna onafgemaakt en een schets. In zijn schilderij zijn geen echte hoofdpersonen te vinden, alles is gelijk en er zijn overal kleine lichtvlekjes te zien.

 

Het publiek vindt het maar moeilijk om te leren kijken naar dit soort schilderijen: ze lijken voor hun gevoel vluchtig en onafgemaakt. Ze moeten van een paar meter afstand ernaar kijken.
Het impressionisme werd eerst bekritiseerd, maar uiteindelijk geaccepteerd en gewaardeerd.

 

Er waren twee belangrijke inspiratiebronnen voor de impressionisten:

-     De fotografie kwam tegelijkertijd op en het zorgt ervoor dat mensen de wereld met andere ogen leren zien. Portretschilders waren bang voor de concurrentie van de fotografen. Het fototoestel benadert het idee van de impressionisten: het kijkt objectief naar de wereld en in plaats van afgewogen contrasten registreert het toestel de harde scheiding tussen zonlicht en schaduw. Jonge, vooruitstrevende kunstenaars introduceren de beeldtaal van de fotografie in hun schilderijen: afwijkende standpunten, merkwaardige afsnijdingen en harde licht-donker contrasten.

-    De Japanse kleurenhoutsnede: Japanners gebruikten namelijk al standpunten en uitsneden die in de westerse kunst onbekend waren zonder op de hoogte te zijn van de fotografie. Impressionisten zijn de eerste die de prenten die met de houtsnedes goedkoop gedrukt worden te verzamelen. Dit was mogelijk doordat het vaak gebruikt werd als pakpapier bij handel. Ook worden ze gepresenteerd op de Wereldtentoonstelling in Parijs en dit vergrootte de populariteit van deze prenten (zoals die van Kitagawa Utamaro) enorm. In het werk van Edgar Degas (“Aux Ambassadeurs”) is de invloed van de fotografie en de Japanners goed te zien. 

-------

Een andere belangrijke schilder is Paul Cézanne. Zijn werk ontwikkelt zich al snel in een andere richting dan de impressionisten.

 

Hij wijkt op twee manieren af van het objectieve kijken van de expressionisten:

  • Hij wil uitbeelden dat wat we weten ons kijken beïnvloedt. Hij schildert een lege koekjestrommel bijvoorbeeld anders dan een volle koekjestrommel.
  • Hij wil geen afstand doen van de menselijke eigenschap orde the scheppen.

 

Hij vindt de verhoudingen tussen vorm en kleur interessant en wil evenwicht bereiken in zijn composities. Om het gewenste effect te bereiken moet hij “de natuur” in bijv. zijn werk “Stilleven met vruchtenmand” een beetje verdraaien en traditionele regels van het perspectief negeren. Zijn opvatting hebben later grote invloed op het kubisme. 

-------

Een andere schilder, Georges Seurat, zoekt een nieuwe aanpak om de grauwheid van traditionele kunst te omzeilen, want het mengen van kleuren leidt uiteindelijk tot een volledig absorberen van het licht. Hij ontwikkelt daardoor een eigen stijl: het pointillisme. Hij zet duizenden kleine puntjes op het doek en hoopt zo kleuren te krijgen die even helder en krachtig zijn als de oorspronkelijke kleuren. Hij wil de waarneming van kleuren een directe rol laten spelen in de verbeelding. Een voorbeeld van zijn werk is “Een zondagmiddag op het eiland van de Grande Jatte.” 

-------

Hoewel het werk “De poort van de hel” van Auguste Rodin op het eerste oog klassiek lijkt, worden zijn werken met die van de impressionistische rebellen over een kam geschoren. Hij gooit namelijk de traditionele regels dat alles glad en netjes hoort te zijn overboord. De waarneming van de impressionisten maakt plaats voor het symbolisme: de tendens om fantasie en innerlijke gevoelens te verbeelden. Kunstenaars zoeken naar symbolische waarden van kleurgebruik en lijnvoering. Ze maken geen abstracte kunt, maar geven hun eigen betekenis aan de werkelijkheid. 

-------

Vincent van Gogh wordt beschouwd als een van de eerste expressionisten. Hij brengt net als Seurat de kleuren in zijn latere werk ongekend op het doek aan, maar heeft geen geduld om stippen aan te brengen. Hij neemt de belangstelling voor de Japanse prenten van zijn medeschilders over.

Van Gogh schildert zijn schilderijen vanuit de directe waarneming, maar geeft ze wel een persoonlijke betekenis.

-------

Een kennis van Van Gogh, Paul Gaugain, gaat naar Tahiti. Hij is ervan overtuigd dat de kunst gevaar loopt glad en oppervlakkig te worden. Kennis en kundigheid zouden de kracht en diepte van gevoel vervangen hebben. Een bekend schilderij van hem is “Waar komen we vandaan? Wat zijn we? Waar gaan we heen?” uit 1897.

Een kennis van Van Gogh, Paul Gaugain, gaat naar Tahiti. Hij is ervan overtuigd dat de kunst gevaar loopt glad en oppervlakkig te worden. Kennis en kundigheid zouden de kracht en diepte van gevoel vervangen hebben. Een bekend schilderij van hem is “Waar komen we vandaan? Wat zijn we? Waar gaan we heen?” uit 1897.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.