Massacultuur

Beoordeling 7.7
Foto van Puck
  • Samenvatting door Puck
  • 4e klas vwo | 2215 woorden
  • 1 juli 2018
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Algemeen

Beeldende kunst en vormgeving

  1. Voorstelling: Wat wordt afgebeeld? Is er een onderwerp, verhaal, thema, b oodschap, concept?
  2. Vormgeving: Hoe wordt de voorstelling afgebeeld/ vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt het gebouw/object/affiche vormgegeven?
  3. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?

Drama (theater)

  1. Voorstelling: Waar gaat het theaterstuk over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, het concept, de boodschap?
  2. Vormgeving: Hoe wordt de theatervoorstelling vormgegeven door middel van spel?
  3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de theatervoorstelling vormgegeven?

Dans

  1. Voorstelling: Waar gaat het dansstuk over: wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap of het concept?
  2. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van dans?
  3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de dansvoorstelling vormgegeven?

Muziek

  1. Voorstelling/concert/muziektheaterstuk: waar gaat het muziekstuk over? Is er een verhaal, een tekst, een buitenmuzikaal gegeven, een sfeer?
  2. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling/het concert/het muziektheaterstuk vormgegeven door middel van muziek?
  3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de muziekvoorstelling vormgegeven?

Film

  1. Voorstelling: waar gaat de film over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap?
  2. Vormgeving: hoe wordt de film vormgegeven door middel van:
    a. Film technische vormgeving: vormgeving door middel van filmeigen technieken, camera en montage
    b. spel
    c. theatervormgeving

Postmodernisme= kunst bevat na ongeveer 1970 aspecten van het realisme, impressionisme, expressionisme e.d. Lady Gaga is een postmoderne popster.

  • Historische kenmerken worden overgenomen uit een tijdperk en in een nieuw jasje gestoken.
  • Stilistische onzuiverheid, meer kleur, humor, vluchtiger, oppervlakkiger.

Anamorfose is slechts vanuit een bepaald standpunt correct waar te nemen.

Na de WO II

  • Marshall Plan --> koude oorlog
  • Veel huwelijken --> Babyboom
  • Veel technische vernieuwingen.
  • Opkomst Hollywood.
  • Stimulatie van de consumptie.
  • Welvaart
  • Massacultuur, kunst is niet alleen maar voor Elite. Er komen bioscopen, radio en danszalen.
  • Jazzmuziek
  • Schaalvergroting
  • De welvaart geeft de behoefte dat mensen elke dag geamuseerd willen worden en genieten. Hier speelt de entertainment wereld op in à meer pretparken, meer op vakantie. Dit is Hedonisme. Dit betekent uitgebreid genieten en daarbij alles consumeren wat het leven te bieden heeft.
  • Nog steeds sociale klassenindeling en verzuiling.1)

Bijvoorbeeld Cd’s en Dvd’s waren goedkoop --> muziek en film nog makkelijker verspreid.

Massacultuur

Massacultuur ontstaat na de WO II. Een aantal factoren zijn:

  • Landen krijgen te maken met democratisering. Iedereen krijgt meer vrijheid, macht, kennis en gelijkheid.
  • Toegankelijkheid voor het onderwijs --> medeverantwoordelijk voor de welvaart na de WO II --> koopkracht stijgt --> vraag wordt groter --> consumptiemaatschappij.
  • Venturi zet zich af tegen het modernisme en begint met ‘Less is a bore’.

Kenmerken massacultuur:

  • Schaalvergroting
  • Talentenjachten op tv
  • Vanaf de jaren 90 ook internet.
  • Andere stromingen worden met elkaar gecombineerd.
  • Eclectisch
  • Sterren. Normale mensen met of zonder talent
  • Massaspektakels (tentoonstellingen, fonteinen in Las Vegas)
  • Individualisering
  • ‘Forever young’. Jeugdigheid is energiek, levensluchtig en snel --> plastische chirurgie en innovatief zijn.
  • Bekendheid van het merk is belangrijker dan de kwaliteit van het product.

De komst van televisie en radio versterkt de consumptiemaatschappij.

Door immigratie en reisgemak ontstaat een multiculturele samenleving à kennis-en informatietechnologie wordt belangrijker.

Jeugdcultuur is een subcultuur van de massacultuur.

De jongerencultuur

  • Streven naar bevrijding en erkenning.
  • Muziekvoorkeur
  • Stijldansen is populair.
  • Stripboeken, omdat ze makkelijk leesbaar zijn.

Blackboard Jungle is de eerste jongerenfilm.

  • (Jaren ’60) Rock-‘n-roll is de aanleiding voor de eerste jongerencultuur. Het is blanke muziek met een zwarte sound. De oudere generatie kan de muziek niet accepteren à generatiekloof à genieten en geld spenderen (met alcohol en drugs) à niet naar de ouders en docenten luisteren.
  • Punk. Hard, snel, rebels, grove zang, beledigend, politiek getint en zwartgallig van karakter. Soms zijn de nummers heel kort. Indie (Alternatieve pop) en reggae zijn subculturen van de punk.
  • Soul (muziekstroming). Kenmerken: pakkende dansbare ritme, de koperblazers en een achtergrondkoor.

Verenigde Staten

Europa

Politiek geladen

Meer amusement, het wordt gezien als dansmuziek.

Gelijkberechtiging van de zwarte bevolking. Een uiting van hun cultuur en strijd.

Geen diepe betekenis

Komt tot stand in Detroit in de jaren ‘60.

Vanuit de Verenigde Staten.

  • Elvis Presley werd het tieneridool. Hij brengt countrysongs op een blues achtige manier, waardoor hij zowel blanke als zwarte jongeren bereikt.
  • Doordat de jeugd ook zelf geld krijgt, wordt de jongerencultuur versterkt.
  • Disco, vierkwartsmaat, eerste tel is belangrijk, liefde is een groot onderwerp, gezien willen worden (door middel van rare outfits), lichtvoetig, geen gitaren, ontstaat in de jaren ’70, een danspartner en choreografie is niet meer belangrijk, house en dance zijn hierdoor beïnvloedt.
  • Hiphop. Ritmisch, rijmende spreektaal, kan a capella of begeleiding van een beat (die rock, fuck of soul is) Oorspronkelijke naam is discorap. Gemakkelijk en goedkoop om te maken à populair bij de jeugd. Rapbattles, waarin rappers elkaar proberen af te troeven met teksten. Hiphop is puur amusement.
  • Gangstarap, met onderwerpen zoals seks en geld
  • Rap & Beat (R&B), oftewel urban pop, gladde zang, vrouwonvriendelijke clips.
  • Grunge, ontstaan in Seattle. Rauw over angst, frustratie en sociale apathie. Vervormd gitaargeluid en dynamisch contrast. Hierna komt New wave.
  • House, elektronische effecten m.b.v. drumcomputers en bassen. Echo’s in de zang, eenvoudig en goedkoop produceren met een pc, synthesizer of keyboard. Naam is van een warehouse, waar de muziek voor het eerst gedraaid werd. Dance is de verzamelnaam voor house soorten.
  • Jongeren krijgen een andere kledingstijl dan hun ouders: veel denim.
  • Hitweek is een jongerenblad. Iedereen kan een artikel schrijven, spelling is alternatief en ongebruikelijk. Veel soorten stijlen in het blad.
  • Provo is een antiautoritair jongerentijdschrift. Politiek ondersteunend.
  • Memes zijn internettrends, die met filmpjes of foto’s worden verplaatst.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Hippiecultuur

Psychedelische rock (muziek)

  • Geestverruimende of over drugsgaande muziek. 1.
  • Geen politiek.
  • Zich verzetten tegen het materialisme.
  • Staan voor de vrijheid van de autoriteit, consumptiedwang en een collectief opgericht jongerenblad.
  • Indiase cultuur is een belangrijk aspect.

Psychedelische beeldende kunst

  • Proberen sfeer te geven.
  • Drugsgebruik en spirituele ervaringen.
  • Intense, felle kleuren.
  • Invloeden vanuit popart.
  • Kleurige bewegende patronen.
  • Psychedelische strips, in zwart wit.

Graffiti

  • Makers zijn vaak anoniem.
  • Tekens, initialen, teksten of stripachtige voorstellingen.
  • Urban art: onderlinge competitie in het aanbrengen van pieces.
  • Hiphop, of om te protesteren.

Popart

  • Popular art, wat betekent gebruik maken van beelden uit de consumptiemaatschappij, die er populair was die tijd. Het is commentaar op de consumptiemaatschappij, omdat ze de maatschappij leegte bevat en alles te koop is.
  • Ontstaan in England in de jaren ’60. Echter is in Engeland
  • Zich afzetten tegen abstrahering.
  • Harde pop-art heeft geen diepere betekenis. Zachte pop-art wel.
  • Ironische ondertoon.
  • Onderwerpen zoals filmsterren, sekssymbolen, etenswaren, stripverhalen.
  • Werkelijkheid
  • Uitstraling is reclameachtig en koud.
  • Vergroting zorgt voor vervreemding.
  • De onderwerpkeuze en toegankelijkheid van de voorstelling maakt popart massacultuur.

Dans

Urban dance

  • Nauw aan hiphop.
  • Ook in het theater

Lyrical hiphop

  • Ontwikkeld vanuit dansprogramma’s.
  • Verhaal vertelt via bewegingen
  • Combinatie danstechnieken uit jazzdans en ballet.

Streetdance

  • Mix van jazzdans en afro-Amerikaanse dans.
  • Michael Jackson en Madonna

Architectuur

Internationale stijl (postmoderne stijl)

  • Platte daken
  • Wit gestuukte wanden
  • Veel glas
  • Dragend skelet en functionele indeling
  • Schikt voor hoogbouw.
  • Fraaie proporties en materiaalkeuze.

Haute couture

  • Duur
  • Unieke ontwerpen
  • Dure stoffen
  • Tijdrovende technieken

Deconstructivisme

  • Chaos, willekeurig, verwarrend en intuïtie.
  • Onzeker

Utopie (nep)

  • Aantrekkelijker om in die stad te wonen en meer toerisme --> geld.
  • Publiektrekker
  • Verfrist het stadsbeeld

Sterren

  • Geen elite, normale mensen die kunnen doorbreken, zoals Elvis Presley. Je moet hiervoor geluk hebben.
  • De media vormt de sterren.

Muziek

Beatles

  • John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Star.
  • Ontdekt door Brian Epstein.
  • Vetkuiven en leren jackets.
  • Jazzvorm met intro, twee coupletten, twee refreinen met dezelfde melodie. Het einde bestaat uit een couplet en een refrein en een outro.
  • Albums werden een geheel.
  • Computer en synthesizer werden belangrijk in de muziekwereld.

Brain eno en David Byrne

  • Accordeon, viool, synthesizer en drumcomputer.
  • Teksten over alcohol en verboden liefdes
  • Vorm van verzet

Rolling stones

  • Brain Jones, Mick Jagger(zang), Keith Richards, Bill Wyman en Charly Watts.
  • Ruig imago.
  • Muziek is onverzorgder en bozer: ruwe gitaren, ongepolijste zang, stevige drum.
  • De moord tijdens hun tour is het einde van het hippietijdperk.

Queen

  • Zanger is Freddy Mercury, met een bereik van vier octaven. Soms als vrouw verkleed. Een Autodidact.
  • ‘We are the champions’ en ‘Bohemian Rhapsody’.

Miles Davis

  • Een demper in het trompetgeluid.
  • Meest invloedrijke en innovatieve personen uit de muziekgeschiedenis.

Michael Jackson

  • Begon in de Jackson Five.
  • De videoclips zijn korte films, waarin de visuele effecten voor afwisseling en spanning zorgen. Dans, spel, kostuum, locatie en verhaal zijn allemaal op elkaar opgestemd(minimusical).
  • Net voor zijn dood een slechte reputatie, deze verdween na zijn dood.

Kraftwerk (elektronische muziek)

  • Snelheid en reizen
  • Bestaande muziek gecombineerd met elektronische klanken.
  • Eerste groep die volledig elektronische muziek maakt.
  • Live staan ze achter toetsenborden.

David Bowie

  • Identiteit
  • Androgyn
  • Glamrock= glamour en rock. Veel glitters, zware make-up en plateauzolen.

Levenslied

Smartlap

Ervaring uit eigen leven

Leed van anderen

Eenvoudige opbouw, makkelijk mee te onthouden.

Kan gecompliceerder zijn, maar ook gemakkelijk.

Ingetogen

Veel uithagen en snikken

Populair bij het publiek

Niet zo populair als levenslied.

Film

  • Vanaf de beginjaren hebben films religieuze, politieke, ethiek, sociale conflicten en economie.
  • Propaganda, zelfcensuur en politiek.
  • Expositie, conflict en motorisch moment, climax. Conflict op de spits, afwikkeling, ontknoping/moraal van het verhaal
  • Blokbuster= succesvolle film die veel publiek moet trekken met grote sterren.
  • Kadrering=hoe iets op het filmdoek wordt gebracht.
  • Motion-capture=het computerfiguur beweegt precies hetzelfde als de acteur.

Camerawerk in een film

  • Totalshot, mediumshot en close-up
  • Vogelvluchtperspectief, kikkerperspectief en neutraal perspectief.
  1. Meebewegen met acteurs
  2. Om een voertuig gemonteerd.
  3. Objectieve camera=camera is een toeschouwer
  4. Subjectieve camera=het lijkt alsof de camera een van de acteurs is.

In een documentaire wordt de boodschap subtiel of humoristisch verpakt.

Neorealisme is naoorlogse stroming in de Italiaanse cinema.

  • Mix christendom en communisme.
  • Man staat centraal
  • Kijker vormt een oordeel.
  • Verhaallijn losjes en geïmproviseerd.

Nouvelle vague

  • Franse korte filmstroming.
  • Acteurs spreken tegen de camera en het geluid loopt niet synchroon.
  • Handcamera’s
  • Continuïteitsfouten
  • Kijker raakt gedesoriënteerd.
  • Op straat gefilmd.
  • Ongepaste muziek of geen muziek.
  • De kijker moet bewust zijn dat ie naar een film kijkt.

Nouvelle vague

  • Franse korte filmstroming.
  • Acteurs spreken tegen de camera en het geluid loopt niet synchroon.
  • Handcamera’s
  • Continuïteitsfouten
  • Kijker raakt gedesoriënteerd.
  • Op straat gefilmd.
  • Ongepaste muziek of geen muziek.
  • De kijker moet bewust zijn dat ie naar een film kijkt.

Alfred Hitchcock (regisseur)

  • Thriller
  • Geen geweld
  • Sterke montage
  • Kijker heeft meer informatie dan de hoofdpersoon
  • Seksuele ondertonen en freudiaanse verwijzingen
  • Geen boodschap, puur amusement
  • Psycho is zijn bekendste werk

Dogma

  • Het artistieke gehalte lijdt aan technische achteruitgang.
  • Geluid moet synchroon lopen.
  • Kleurenfilm met normale belichting.
  • Geen oppervlakkige acties.

Camp is een film die overdreven, kitscherig, slecht, clichématig of stompzinnig is.

Cultfilm is een film die door zijn artisticiteit of controversiële inhoud een bijzondere status heeft gekregen.

Arthouse

  • Kunstzinnige is belangrijker dan het commerciële.
  • Kleine productie.

Televisie

Southpark

  • Gericht op de jeugd
  • Maatschappelijke kwesties op grove, humoristische wijze aan de orde.
  • Geëngageerd
  • Controversieel met vulgair taalgebruik.

Simsons

  • Alle verschijnselen en absurditeiten die je in de cultuur, maatschappij of tv-wereld kunt aantreffen.
  • Karikaturaal

Soap

  • Voorspelbare verhaallijn.
  • Weinig buitenscenes
  • Geen diepe onderwerpen, zoals politiek.
  • Cliffhangers

Musical

  • Dans, zang, spel, muziek, spectaculaire aankleding, ingenieuze decors en betoverende belichting.

Popfestivals

  • Eerste is Woodstockfestival, met acts over de Vietnamoorlog.
  • Om andere te ontmoeten, dezelfde zaken leuk te vinden en vergelijkbare opvattingen.
  • Eigen stijl laten zien aan anderen.
  • Gemoedelijke sfeer.

Disney

Disneyficatie=negatieve aanduiding voor simplistische, commerciële aanduiding van een verhaal.

Disneyparken

  • Schoon
  • Postmodern, zorgvuldig over de constructie na gedacht.
  • Groot voorbeeld voor andere parken
  • Weg van de normale wereld
  • Prijzig
  • Goed georganiseerd

Engagement

Engagement betekent maatschappelijke betrokkenheid, vaak in de politiek. Dit is kritiek op misstanden. Met deze kritiek is niet iedereen blij à moord Martin Luther King en John F. Kennedy. In de kunst heeft engagement vaak repressie en agressie. Engagement kan invloed hebben.

  • Protestsongs, muziek versterkt de boodschap en je onthoudt het beter.
  • Bob Dylan, populair vanwege zijn politieke boodschap. Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh zijn de Nederlandse versie hiervan
  • Zendschepen, een Nederlandse radiozender op zee, die niet onder de autoriteiten zenders valt. Vooral gericht op jongeren.

Benefietconcerten

  • Maatschappelijk of poltiek doel om geld in te zamelen.
  • Mensen betalen meer dan normaal
  • Artiesten en technici werken tegen een lager bedrag à imago verbeteren en het vergroten van naamsbekendheid.

Cabaret

  • Schrokkend, taboes doorbreken.
  • Kan geëngageerd zijn

Artiesten

Basquiat

  • Mysterieuze boodschappen
  • Neo-expressionisme
  • Direct
  • Spontaan
  • Abstract

Keith Haring

  • Op de straat kunst maken.
  • Krijttekeningen op zwart papier op de reclameborden in metrostations, tentoonstellingen en exposities.
  • Eigen beeldtaal, die een boodschap hebben.
  • Paar vast terugkerende symbolen à snel werken.
  • Soms geëngageerd, soms decoratief
  • Simpel qua kleur en qua lijn.
  • Commericeel à groter publiek ziet hem.
  • Voor iedereen betaalbaar.

Banksy

  • Politiek activist
  • Combinatie maatschappelijke misverstanden met zwarte humor en satire.
  • Sjablonen
  • Vaak zwart wit
  • Voorstelling: figuratief
  • Autoriteiten zien hem als vandalisme

Beever

  • Stoepkrijt --> tijdelijk
  • Anamorfose

Mode

Op-art

  • Monochroom, geometrische patronen
  • Optische illusies
  • Sterke licht-donker contrasten
  • Moiré-effecten
  • Vibrerende kleuren die lijken te bewegen.

Feminisme

  • Krachtige, onafhankelijke vrouwen.
  • Normale geproportioneerde vrouwen.
  • Niet leeftijdsgebonden.
  • Kleding moet zelfvertrouwen geven
  • Goede belijning

Invloed andere culturen op de westerse cultuur

  • In de jaren 50’ komen de eerste oosterse restaurants, deze zijn betaalbaar en smakelijk.
  • In de jaren 60 stijgt de welvaart à productiearbeiders à gastarbeiders.
  • Door verre vakanties en tv-uitzendingen stijgt de interesse in andere culturen.

Voetnoten

1) het uiteengevallen-zijn in een aantal kerkelijk-politieke belangengroepen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Puck