Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 7

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3250 woorden
  • 2 februari 2009
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting KCV

Griekenland:

1. De Myceense beschaving: 1600-1200 v.C.
· 1876 n.C.: Heinrich Schliemann groef in Mycene op de Peleponnesus de resten van een oude beschaving op.
· 2000 v.C.: Eerste Grieken vallen het noorden van het land binnen, ze namen veel over van de oorspronkelijke bewoners. Mede door contacten met Kreta kwam er 1600 v.C. een periode van grote bloei, van 4 à 5 eeuwen; de Myceense beschaving. In de 16e of 15e eeuw veroverden ze Knossos op Kreta.
· Strijdlustig en rijk volk. Administratie door kleitabletten met Lineair-B.

· 1200 v.C.: neergang Myceense beschaving. Daardoor zagen nieuwe groepen Grieken de kans het land via het noorden binnen te vallen. Belangrijkste groep: Doriërs, gevestigd op Peleponnesus.
· Na ondergang Myceense beschaving à donkere tijden; slechte economie, weinig cultuur, weinig bronnen.

2. De Archaïsche tijd: 750-500 v.C.
· Opleving na de donkere tijd. Bevolkingsgroei, meer cultuur, nieuw alfabet (Feniciërs). De naam duidt aan; de tijd vóór de klassieke stijl.
· De opkomst van de Griekse polis:
­ Bestuur in handen koningen. Eerst in donkere tijden à kleine gemeenschappen.
­ Gevoel eenheid neemt toe à polis genaamd.
­ Sommige poleis werden groot; Sparta, Argos, Corinthe, Athene, Thebe, Milete, Ephese.
­ Aristocraten maken dienst uit; militaire macht en land à veel geld.
· Kolonisatie:
­ Door bevolkingsgroei à gebiedsuitbreiding à verovering omliggende gebieden.
­ Er kwamen ook koloniën, onafhankelijk van hun moedersteden. Wel bleef er contact en handel à meer cultuurverspreiding.
· Interne spanningen en het optreden van ‘tirannen’:
­ Verschillen rijkdom door ontwikkeling handel à rijken (adel) hadden macht à spanningen tussen aristocraten à staatsgrepen.

­ Staatsgreep met geweld à turannos/tiran. Na 2/3 generaties afgelopen à aristocraten macht.
­ Sommige poleis à ontwikkelingen richting democratie.
· Athene in de Archaïsche tijd:
­ -De eerste wetgevers: Draco en Solon:
§ 650 v.C.: grote spanningen tussen bevolkingslagen. Draco probeert macht aristocraten in 620 te beperken door rechtsregels à erg streng.
§ Spanningen niet opgelost; Atheners à macht adel door niet betalen schulden. Ze gaven zichzelf als onderpand en daardoor in slavernij. Hierdoor bijna staatsgreep.
§ 590 v.C.: Solon à speciale volmachten. Hervormingen die basis legden voor latere democratie. Schulden kwijtgescholden, schuldslaven vrijgelaten en diegenen in buitenland teruggekocht. Niet meer toegestaan lenen met eigen lichaam als onderpand. Solon verdeelde burgers in 4 vermogensklassen waarbij diegene met grootste bezit politieke invloed kreeg i.p.v. afkomst. Positie volksvergadering versterkt. Koos magistraten à archonten. Ging ook als rechtbank fungeren. Maar elite bleef overheersen à hoge ambten alleen voor rijke mensen en armen bleven arm.
­
Tirannen: Pisistratus, Hippias, Hipparchus
§ Toch staatsgreep. Na 3 pogingen à Pisistratus in 546 v.C. tiran. Mild regime. Wetgeving Solon bleef bestaan. Boeren à leningen en grond. Reorganisatie Panathenaeën (Pallas Athene) en Dionysia (Dionysus) à nationaal gevoel. Bouwactiviteiten à werkgelegenheid. Arme burgers à huurlingen. Ontwikkeling wijn- & olijfbouw & export olijfolie. Keramiek -> hoog niveau.
§ Na dood à opvolging Hippias en Hipparchus. 514 v.C. Hipparchus vermoord door Harmodius en Aristogon à tirannendoders. Hippias bewind sterker à meer verzet. 510 v.C. Hippias’ macht valt à Aristocratische oppositie à Spartanen militaire steun.
­ Democratie
§ Strijd tussen aristocratische families & aanhangers. Cleisthenes overwinnaar à verbond met volk. Hij gaf het volk de macht. 508/7 à maatregelen Atheense democratie. Attica à 10 phylen (districten) à loting 50 mannen voor Raad 500 à Boulè. Boulè verantwoordelijk dagelijks bestuur + voorstellen volksvergaderingen. Volksvergadering had laatste woord.
· Sparta in de Archaïsche tijd:
­ Een militaire staat
§ 10e eeuw: polis Sparta à groepje dorpen in Lakonië. Oorspronkelijke bewoners à horigen.
§ 8/7e eeuw: verovering Messenië.
§ Bevolking verdeeld in 3 groepen. Echte sprtanen (Spartiaten) bezaten burgerrecht, Perioiken (omwonenden) niet. Onderworpen bevolking was rechteloos à Heloten. Spartiaten kleine minderheid à doorslaggevend militair overwicht à jongens 7e jaar weggehaald om opgevoed te worden tot militair.
­
Bestuur
§ Leiding à Gerousia (raad 28 mannen van 26+). 2 koningen à weinig macht, alleen leiden leger in oorlog. Apella (volksvergadering) ook weinig macht. College 5 Ephoren (opzichters) die dagelijks bestuur uitvoerden à democratisch element.
· De Grieken in Klein-Azië:
­ De voorsprong in ontwikkeling
§ Steden in Jonië (westelijk kustgebied KA) grote voorsprong. 7/6e eeuw à grote bloei à contacten achterland (Lydië) en overzeese handel en cultuur. 1e Filosofen, o.a. Thales van Milete.
­ Onderworpen door de Lydiërs
§ Eerste helft 6e eeuw; Griekse steden verloren onafhankelijkheid à Lydische koningen. Weinig verandering. Verplichting; soldaten in oorlogstijd.
­ Ingelijfd bij het Perziche rijk
§ Perzië ten oosten van Lydië. Cyrus wilde Croesus verslaan à kregen ook Griekse steden. Regime drukkender à belasting en geregeerd door tirannen.
­ De Jonische opstand:
§ Weerstand groeide à verzet. Opstand van 500-494 v.C. Verslagen door Perzen in zeeslag. Verzet gebroken, steden ingenomen, Milete verwoest.
§ Ook gevaar voor Griekenland. Atheners hadden Joniërs gesteund à Perzische expeditie.


3. De klassieke periode: 500-323 v.C.
· De Perzische oorlogen: 490-480 v.C.
­ Bloeitijd door strijd Perzen. 490 v.C. Darius à aanval Griekenland; Athene. Vloot bij Marathon à vernietigd door Atheners o.l.v. Miltiades. 480 v.C. ging Xerxes verder. Groot leger over Hellespont à via noorden Griekenland langs kust samen met vloot. Poleis sloten aaneen. Sparta had leiding, maar Athene had ook invloed. Themistocles initiatief bouwen Atheense vloot.
­ 1e confrontatie à liep slecht af. Perzen tegenhouden bij bergpas Thermoplyae à heroïsche strijd Spartaanse koning Leonidas & 300 Spartanen à andere Grieken teruggetrokken.
­ Perzen trokken ongehinderd verder. Attica & Athene onbeschermd à evacuatie mensen en dieren naar Salamis. Xerxes verwoestte Athene. Vloot Perzen werd door Themistocles vernietigd. 479 v.C.: landleger bij Plataeae verslagen.
· Athene in de hoofdrol
­ Strijdtoneel naar Klein-Azië à Atheners namen leiding. Bevrijdden Jonische steden en bouwden imperium op: Attisch-Delische Zeebond. Spartanen vreesden voor Heloten en hadden alleen een landleger. In 464 in Messenië opstand à na4 jaar onderdrukt.
­ Athene ó Sparta: toenemende spanning en in 461 v.C. een oorlog. Atheners moesten vechten tegen de Spartanen en in Jonië tegen de Perzen. In 449 erkenden de Perzen de vrijheid van Jonische steden à vrede getekend. In 446 vrede met Sparta.
­ 446-431 v.C.: hoogtepunt Atheense bloei, op politiek/militair/economisch/cultureel gebied. Veel geld door contributies Attisch-Delische Zeebond à kostbare bouwprojecten. Pericles grootste leider.
· De Peloponnesische Oorlog: 431-404 v.C.
­ Vrede niet lang. Atheense macht à poleis voelden zich bedreigd. Leden die wilden losmaken van Attisch-Delische zeebond à harde hand voornemen afgehouden. Sparta vreesde Atheense expansiedrift.

­ 431 v.C.: nieuwe oorlog. Sicilië tot Jonië werd getroffen. Spartanen; landleger, Atheners; vloot. Spartanen trokken voor het eerst Attica binnen à grote schade landbouw. Bevolking bijeengebracht binnen ‘lange muren’ die Athene en Piraes (haven) omgaven. Vloot; benodigde voorraden. Binnen muren à pestepidemie à 429 Pericles dood. Atheners bestookten met vloot de kust van de Peloponnesus. Spartanen à financiële problemen. 421 v.C.: vrede tusen Athene en Sparta. Niet gelukt machtspositie te breken.
­ Vrede was koude oorlog. In 415 liet Alcibiades de Atheners een militaire expeditie naar Sicilië regelen. Hijzelf was aanvoerder. Aankomst Sicilië à teruggeroepen betrokkenheid enkele schandalen. Alcibiades à Sparta. Haalde Spartanen over Syracuse te helpen. 413 v.C.: tweede fase oorlog.
­ Atheense leger bij Syracuse verwoest. Spartanen à vast punt in Attica, fort Decelea à ondermijnen land- en mijnbouw. Contact met Perzen à financiële steun voor verwoesting Athene à sterke vloot. 405 v.C.: definitief afgelopen met Athene. Slag Aigospotamoi aan Hellespont werd gewonnen door Spartanen o.l.v. Lysander. Jaar later à vrede. Athene à afstand hele vloot, Attisch-Delische Zeebond opheven, lange muren afbreken, democratie afschaffen. Er kwam een pro-Spartaans oligarchisch bewind.
· De ondergang van de vrije stadstaten: 404-338 v.C.:
­ 404 à geen van poleis in staat hegemonie vestigen en Grieken tot eenheid brengen. Sparta à gewonnen, maar niet leidende positie. Athene herstelde zich snel en herstelde democratisch bewind à bleef economisch/cultureel centrum Griekenland. Sparta legde zich erbij neer.
­ Derde macht; Thebe.
­ Perzen speelden rol à steunden met subsidies allebei de partijen. Athene bedreiging Perzen à Perzen naar Sparta. Perzen à Jonische steden onder macht.
­ Slag bij Leuctra in 371 v.C.: Spartaans leger werd door Thebanen verslagen. Heloten in Messenië bevrijd à Sparta status eersterang verloren. Ook Thebanen verloren.
­ Philippus bracht eenheid tot stand. Macedonië was achtergebleven in politieke en sociale ontwikkeling. P moderniseerde leger à meester goudmijnen in Thracië à onderworp Griekenland bij slag bij Chaeronea in 338 v.C. P versloeg Atheners en Thebanen en verenigde Grieken à Corintische Bond. Periode poleis voorbij. Demosthenes (redenaar) à niet eens met hervormingen. P werd vermoord in 336.

4. Alexander de Grote en de tijd van de Hellenistische rijken
· Alexanders wereldrijk:
­ P werd opgevolgd door Alexander à moest opstand neerslaan. Ideaal à verovering Perzisch rijk. 334: oversteek Klein-Azië. Bij Issus versloeg hij koning Darius III, daarna Phoenicië en Egypte à Alexandrië à belangrijkste culturele centra oudheid en hoofdstad Egypte.

­ A trok naar het oosten. In 331 versloeg hij de Perzen bij Gaugamela. Darius vluchtte. In 325 stond hij bij Indus à soldaten in verzet. In 324 terug naar Babylon à dood.
· De tijd van het Hellenisme:
­ Het rijk viel uiteen à machtsstrijd tussen generaals à opvolgers Alexander. Rijken:
§ Ptolemaeënrijk in Egypte, door Ptolemaeus I
§ Seleucidenrijk in Azië, door Seleucus I
§ Macedonië, door Antigonus
§ Pergamum, rond 260 losgemaakt van Seleucidenrijk o.l.v. Attalus I in Klein-Azië.
­ In 200 v.C. was het gedaan met de rust, door optreden Romeinen.
­ I.p.v. stadstaten waren er koninkrijken gekomen. Poleis bestonden nog, maar niet meer vrij.
­ Periode na dood Alexander à Hellenisme (cultuur periode) à vermenging culturen.
· De ondergang van de Hellenistische rijken:
­ 200 v.C.: Romeinen richten aandacht op Hellenischtische rijken à deel Romeinse Rijk. Eerst Griekenland, in vier oorlogen werden Macedonische koningen verslagen à 146 voltooid.
­ Pergamum in 133 v.C. als erfenis aan Romeinen.

­ Seleuciden à kust Klein-Azië tot India. Veel gebieden verloren gegaan à resten in 64 v.C. door Pompeius aan Romeinse Rijk toegevoegd.
­ Egypte (Ptolemaeën) verloor in 30 v.C. Het jaar daarvoor was Cleopatra samen met Antonius door Octavianus verslagen. Beiden pleegden zelfmoord. Egypte à Romeinse Rijk.
­ Romeinen hadden macht over hele Hellnistische wereld uitgebreid.

Rome:

1. De Koningstijd: 753-509 v.C.
· 753 v.C.: Romulus en Remus stichten Rome. Daarvoor leefden er al Latijnen en Sabijnen.
· Bestuur à koningen à 1e was Romulus. 2e koning à Numa à veel op gebied van bestuur en religie gedaan. Laatste 3 koningen à Etrusken (hoogontwikkeld) à 6e eeuw; deel van Etruskisch machtsgebied à machtigste volk in Italië à oorspronkelijk gebied; Toscane. Onder Etruskische overheersing à Rome echte stad. Ontstaan Forum Romanum à afwateringskanaal moeras.
· Godsdienstig gebied à veel van Etrusken.

2. De eerste fase van de republiek: ca. 500-270 v.C. De standenstrijd en de onderwerping van Italië
· 500 v.C.: Romeinen verdrijven Tarquinius Superbus (wrede tiran) + bevrijden Etruskische druk à periode Republiek. Macht koning à 2 consuls. Meeste macht à senaat (Raad van Ouden) à hoofden aanzienlijke families zitting.
· Standenstrijd:
­ Snel interne spanningen. 2 standen à patriciërs (grondbezit, bestuur en rechtspraak) & plebejers (nauwelijks rechten). Ongelijkheid à tweespalt. Rijke plebejers à wilden invloed bestuur. Arme plebejers à einde armoede à schuldslavernij. Fasen eisen plebejers:
§ 494 v.C.: instituut volkstribunen à bescherming volk à speciale functionarissen recht van veto maatregelen consuls/magistraten.

§ 450 v.C.: ‘wetten van de twaalf tafelen’ à geen willekeur rechters.
§ 367 v.C.: één consuls plebejer.
§ 287 v.C.: lex Hortensia à einde standenstrijd à besluiten vergadering plebejers kracht van wet à bindend heel volk.
· Machtsverhoudingen:
­ Formele macht à volksvergadering volwassen manlijke burgers à kiezen bestuurders + besluiten wetsvoorstellen magistraten. Magistraten à 1 jaar functie + minstens één collega.
­ Senaat à werkelijke macht door gezag (hoofden aanzienlijke families, o.a. belangrijke oud-magistraten) à eigenlijk adviesorgaan door magistraat bijeengeroepen. Clientela-systeem (patronus-cliens) à stond veranderingen in de weg à senatoren: patroni van mensen volk: clientes. Clientes à materiële steun patroni. Patroni à steun Clientes verkiezingen.
­ Nobiles à oude patricische + rijke plebejische families à consuls.
· De ambten:
­ Quaestoren 2, later 8, nog later 20 beheer staatsfinanciën
­ Aedilen 4  politie + brandweer + toezicht
markt/korenvoorziening +organisatie spelen
­ Praetoren 2, later 4, nog later 8 rechtspraak, bestuur provincies (propraetor)
­ Consuls 2 opperbevel leger + openbare orde + algemeen
bestuur + bestuur provincies (proconsul)
­ Censoren 2 (om 5 jaar; ambtstermijn: 1,5 jaar) volkstelling &
indeling vermogensklassen + aanvulling senaat 300 leden + aanbesteding openbare bouwprojecten

· De strijd om de macht in Italië:
­ Eerste eeuwen à strijd omringende volken à gebied en onafhankelijkheid veiligstellen. Vijanden à Latijnse steden + Aequi + Volsci + Samnieten.
­ 386 v.C.: Rome verwoest door Germaanse stammen. Etrusken probeerden ook vaak. Begin 3e eeuw à verenigde vijanden à definitieve hinderlaag à macht hele vasteland Italië ten zuiden Po m.u.v. Griekse steden zuiden. 270 v.C. à ook onderworpen. Twee gevaarlijke grootmachten: Rome & Carthago.

3. De Romeinen veroveren het Middellandse-Zeegebied: ca. 270-133 v.C.
· Rome en Carthago: de strijd tussen de grootmachten : 264-146:
­ Rome en Carthago à Punische oorlogen.
§ 1e oorlog (264-241): verloren door C en ondertekenen vredesvoorwaarden à Sicilië in bezit Romeinen. Daarna ook Sardinië + Corsica. Carthagers à Spanje (zilvermijnen). Leider Carthago: Hamilcar Barcas.
§ 2e oorlog (218-201): Hannibal met leger & olifanten à Alpen à Noord-Italië. Nederlagen à belangrijk: Cannae (216). ‘Hannibal ante portas’ beroemde uitspraak. Romeinse bondgenoten + Macedonische koning Philippus V à Hannibals kant.
§ Romeinen à mobiliseerden mankracht + bondgenoten bleven trouw.à successen Spanje à Carthagers geen hulpbronnen Spanje meer. Bevoorrading Hannibal à slecht door vloot Romeinen. 207/206 v.C.: P. Cornelius Scipio à definitief einde dreiging Carhtago vanuit Spanje. 204 v.C.: leger naar Afrika (Hannibal teruggeroepen) à 202 v.C.: Slag bij Zama à Carthago definitief verslagen. Scipio à Africanus. 201 v.C. à Vrede getekend à Carthago verloor buitengewesten + oorlogsvloot + geld. Romeinen heersende macht Middellandse-Zeegebied.
§ 3e oorlog (149-146): angst Carthago. C hersteld in economisch opzicht, niet militair. Romeinen à toch bevreesd. M. Porcius Cato: ‘Ceterum censeo Carthaginem esse delendam’ (overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden). Oorlog niet meer dan belegering C. Scipio Aemilianus (adoptief kleinzoon Africanus) à verzet gebroken. Stad verwoest, 50.000 overlevenden als slaven, Africa aan Romeinse Rijk toegevoegd.

· Rome en de Hellenistische wereld:
­ Militaire confrontatie Rome ó Hellenistische wereld à 215 v.C. toen Philippus V coalitie aanging met Hannibal. Totaal: 4 oorlogen. 146: Heel Macedonië + Griekenland = Romeins Rijk. 133: Pergamum (Attalus III per testament aan Romeinen) à Asia. Ontwikkelingen à cultuur Grieken. Aanzienlijke Romeinen à bestuurders/militaire leiders à Hellenistische gebieden. Griekse artsen/huisleraren à Rome. Ook filosofie à Rome.

4. Crisis en burgeroorlog:L 133-31 v.C.
· Sociale omwentelingen:
­ Oorlogen 3e/2e eeuw à grote maatschappelijke veranderingen. Vóór oorlog Hannibal à zelfstandige boeren produceerden voor eigen gebruik en brachten weinig op markt + soldaten in legioenen (zelf wapenuitrusting).
­ Na oorlog à boeren leven verloren, anderen landerijen verwoest à toevlucht binnen muren Rome. Boerderijen à senatoren + equites (ridders, 2e stand). Kleine boeren verdrongen door grootgrondbezitters à lieten slaven werk doen. Rome à bezitloos stadsproletariaat, niet in leger à als clientes onder bescherming van patroni. Ook recrutering soldaten in gevaar.
· Hervormingsvoorstellen:
­ Tiberius en Gaius Gracchus à voorstellen hervormingen (133-121 v.C.) à grootgrondbezit beperken en vrij land verdelen bezitloze proletariërs à groot deel senatorenstand tegen zich à rijken niet alleen materiële bezit in bedreiging, maar ook aantasting macht senaat ten gunste volksvergadering à Gracchen vermoord.
­ Politiek: populares & optimates. Populares à voetspoor Gracchen. Minderheid senaat à voorstellen naar volksvergadering. Optimates à werkten via senaat. Conflict senaat ó volksvergadering.
· Burgeroorlog:
­ Popularis Marius (consul) à wetsvoorstel legerhervorming à proletariërs regen betaling in legioenen à beroepsleger.

­ 88-87 v.C.: uitbarsting. Senaat à Sulla met commando militaire operatie oosten. Volsvergadering à commando aan Marius. Sulla won. 82 v.C.: Sulla dictator à versterkte positie optimaten. 79 v.C.: terugtreding Sulla.
­ 49 v.C.: burgeroorlog à machtsstrijd Caesar ó Pompeius. Senaat à Pompeius. Caesar à populares. Strijd à nederlaag en dood Pompeius. Zware slag republiek. Senaat à republikeinse staatsvorm à lot aan Pompeius. Caesar à alleenheerser. Senaatskringen à verzet. 44 v.C. (Idus van maart): Caesar vermoord door senatoren o.l.v. Brutus & Cassius.

5. Het einde van de Republiek
· Moord Caesar à niet herstel Republiek & macht senaat. Volk stond achter Caesar. Marcus Antonius (consul jaar moord en naaste medewerker) & C. Octavianus (18 jaar, achterneef en als zoon en erfgenaam geadopteerd) waren leidende figuren ‘Caesar-partij’. 43 v.C.: met Lepidus à driemanschap à staat herstellen.
· Driemanschap à speciale volmachten. Tegenstanders à dood à wraak & geld. 42 v.C.: Octavianus à tempel aan Caesar op het Forum. Speciale wet à Caesar = een God.
· 42 v.C. in zomer: slag bij Philippi moordenaars van Caesar door Antonius & Octavianus verslagen. Lepidus à buiten spel à verdeling werkterrein. Antonius à oosten, Octavianus à westen.
· Verwijdering Antonius en Octavianus volgende jaren. Antonius à Egyptische koningin Cleopatra 37 v.C. getrouwd (niet gehinderd door vrouw Octavia (zus Octavianus)) à oosterse vorst. Octavianus à ‘grote beschermer Romeinse traditie’ à 32 v.C.: scheiding Antonius & Octavianus à breuk = oorlog. 31 v.C.: slag bij Actium à Antonius & Cleopatra verslagen à zefmoord à Octavianus alleenheerser. Republiek ten einde.

6. De eerste eeuwen van de keizertijd
· Augustus, de eerste keizer van het Romeinse Rijk: 27 v.C. – 14 n.C.:
­ Positie handhaven à leger. Einde burgeroorlog à informeel gezag bij veel mensen. Staatsman boven de partijen en programma vrede/herstel. Divi Filius (de zoon van een god) & gens Iulia (Venus stammoeder) à extra status.
­ 27 v.C.: Octavianus krijgt titel ‘Augustus’ (de Verhevene). Bevoegdheden à officieel vastgelegd en door senaat bekrachtigd. Republikeinse staatsvorm à voortgezet à belangrijkste functies bleven bestaan à in handen van Augustus of aanhangers. ‘Princeps’ had macht.
­ Buitenlandse politiek à rust en voorspoed in provincies en vrede aan grenzen. Tijdens bewind à senaat tot 3maal besloot deuren poort Ianus sluiten à voorvaderlijk gebruik als men over het hele rijk heerste. Algehele vrede à Pax Augusta.

­ Zwakke kanten ook aanwezig. Sommigen in senaatskringen à moeite veranderende machtsverhoudingen. Voordelen stabiliteit principaat boven risico nieuwe burgeroorlog. 14 n.C.: Augustus sterft à alleenheerschappij steving gegrondvest.
· Culturele bloei onder het bewind van Augustus:
­ Bemoeienissen godsdienst door princeps. Veel nieuwe tempels.
­ Kunst en literatuur à ongekende bloei. Aantal dichters (Vergilius & Horatius) à geheel aan poëzie verwijden. Livius à Ab Urbe Condita à 142 boeken à geschiedenis vanaf stichting stad à veel respect verleden à benadrukt rol Romeinse leiders. Architectuur en beeldhouwkunst à ook grote bloei à belangrijke functie propaganda à vb. Ara Pacis Augustae.
· Augustus’ opvolgers: het Julisch-Claudische huis: 14-68:
­ Augustus à geen zoon om op te volgen. Tiberius kreeg macht (14-37 n.C.). à bekwaam bestuurder, verhouding senaat gespannen, slechte naam bij Romeinse geschiedschrijvers. Berucht à processen majesteitsschennis à senatoren slachtoffers.
­ Opvolger Tiberius à Caligula (37-41 n.C.) à despoot à waanzin, zag zichzelf als god, geliefde paard tot consul, niemand was leven meer zeker. Keizer à vermoord door samenzweerders.
­ Claudius à enige mogelijkheid tot opvolging binnen familie. à geestelijk niet volwaardig beschouwd à nooit belangrijke politieke functies. Goed: organisatie bestuur provincies & toevoeging Brittania. Senaat à slechte verhouding à meende Claudius te veel onder invloed van persoonlijke adviseurs. Trouwde met Agrippina (nicht). Jonger, met zoon; Nero à moest nieuwe keizer zijn à adoptie à vrouw vergiftigde keizer.
­ Nero (54-68 n.C.): 16 jaar oud als keizer. 1e 5 jaren; bewind door adviseurs à Seneca. Agrippina à wilde veel invloed à werd tegenstander adviseurs & Nero zelf. 59 n.C. à Nero laat moeder vermoorden. Verkwistingen à aanslag schatkist à reeks processen majesteitsschennis à eigendommen veroordeelden innen. 64 n.C.: Rome wordt getroffen door grote brand à ruimte gebruikt voor enorm paleis. 65 n.C.: samenzwering ontdekt tegen leven keizer à medeplichtigen (o.a. Seneca) ter dood gebracht. Nero steeds meer gehaat. 68 n.C.: legers + keizerlijke garde kwamen in opstand à steun aan Galba (gouverneur provincie Spanje) à nieuwe keizer.

· Het vierkeizerjaar: 68-69:
­ Galba à macht door steun keizerlijke garde. Machtsstrijd à legioenen provincies. Succes Otho à praetorianen voor zich weten te winnen en Galba laten doden. Vitellius à keizer door legioenen Germanië. Orho werd vermoord. Vespasianus à keizer door legioenen oosten à slaagde erin te handhaven.
· De Flavische dynastie: 69-68:
­ Titus Flavius Vespasianus (69-79 n.C.) : Flavische dynastie. Vespasianus à sober/doelmatig beleid. Dood à rust in rijk, financiën op orde, bouwkundig actief (Colosseum). Opvolging: Titus (79-81 n.C.) en Domitianus (81-96 n.C.). Domitianus à dictatoriale neigingen à senaat geen ruimte à in conflict met aristocratie à talrijke processen majesteitsschennis à terdoodveroordelingen à dood Domitianus door samenzweerders o.l.v. vrouw & 2 officieren van keizerlijke garde. Opvolger à Nerva (96-98 n.C.).
· De adoptiekeizers: 98-192:
­ 2e eeuw: opvolging via adoptie. Nerva adopteerde een ervaren militair à Trajanus (98-117 n.C.) à uitermate bekwaam en energiek bestuurder à grootste omvang Romeinse Rijk. Opvolgers à Hadrianus (117-138 n.C.), Antonius Pius (138-161 n.C.) en Marcus Aurelius (161-180 n.C.). Marcus brak traditie à wees eigen zoon aan; Commodus (180-192 n.C.) à zeer slecht keizer. Vermoord in 192 n.C. à strijd om troon à grote moeilijkheden Romeinse Rijk.

7. De late keizertijd: 193-476
· De derde eeuw: de dynastie van de Severi en de soldatenkeizers:
­ Machtsstrijd na moord op Commodus à Septimius Severus à toenemende druk grenzen, vooral door Germanen. Severi à redelijk veel rust. 235 n.C.: uitsterven dynastie à volledig mis; grenzen oorlog, economie hard achteruit, geen algemeen erkende machthebber. Volgende halve eeuw à tientallen keizers en tegenkeizers traden op à steunden alleen op legers à soldatenkeizers.
­ Eind eeuw à Diocletianus (284-305 n.C.) à macht stevig in handen à bestuurlijke/economische hervormigen doorgevoerd à splitsing westelijk en oostelijk deel Romeins Rijk.

· De vierde en de vijfde eeuw: het christendom, de volksverhuizingen en de val van het West-Romeinse Rijk:
­ Diocletianus doorgevoerde deling à geen stand. 4e eeuw: Constantinus als keizer door troepen. Na 2 overwinningen à alleenheerschappij à Constantijn de Grote (306-337 n.C.) à bekering christendom. 313 n.C.: Edict van Milaan à christendom dezelfde rechten als andere godsdiensten. 380 n.C.: christendom als staatsgodsdienst; andere godsdiensten verboden en bestreden.
­ Anderhalve eeuw; ontwikkelingen naar Middeleeuwen. Westelijk en oostelijk deel van elkaar verwijderd. Christendom meer aanhang & volksverhuizingen à druk op grenzen. 2e helft vierde eeuw: Romeinen niet in staat Germanen buiten grenzen te houden. 400 n.C.: Rijk definitief in twee delen. West-Romeinse keizers à alleen nog Italië en omliggende eilanden.
­ 476 n.C: Laatste Romeinse keizer afgezet. Germaanse generaal Odaker, verhief zich tot koning van Germanen in Italië. West-Romeinse rijk ten einde.
­ Oost-Romeinse rijk nog tot 1453 in stand, toen het door de Turken werd ingenomen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.