Werkwoorden
ζητεῖν
zoeken
ευρισκειν
vinden, ontdekken, aantreffen
αποκτεινειν
doden
καλεῖν
roepen
κρυπτειν
verbergen
φιλεῖν
houden van
θαυμαζειν
bewonderen, zich verwonderen
αιτεῖν +2 acc.
iemand vragen om
ετελειν
willen, bereid zijn
επιτυμεῖν +inf.
verlangen te/om
πεμπειν
sturen, zenden
μελλειν +inf.
op het punt staan om, van plan zijn, zullen
λεγειν
zeggen
ηκειν
komen, gekomen zijn
παρεχειν
verschaffen, geven
λυειν
losmaken
λεπειν
(ver)laten
κελεῖν +acc. +inf.
bevelen, verzoeken, vragen om
αγειν
brengen, leiden
Mannelijke woorden
φιλος
vriend
ξενος
vreemdeling
Vrouwelijke woorden
κεφαλη
hoofd, kop
βασιλεια
koningin
μια
één
Onzijdige woorden
δωρον
geschenk, cadeau
εργον
werk, daad
Bijvoegelijke naamwoorden
κακος
slecht
φιλος
geliefd
μαλα
erg, zeer
ανδρειος
dapper
καλος
mooi
νεος, νεα, νεον
nieuw, jong
αλλος, αλλη, αλλο
ander
έκαστος, έκαστη, έκαστον
ieder
μακρος, μακρα, μακρον
lang
μεγας, μεγαλη, μεγα
groot
δεινος, δεινη, δεινον
verschrikkelijk, geducht
πολuς, πολλη, πολu
veel
φοβερος, φοβερον, φοβερα
angstaanjagend
Overige woorden
δη
dan, dus
οτι
dat, omdat
αει
altijd
ωσπερ
zoals
επι +acc.
op…af, naar
ουν
dan, nu, dus
ουτως
zo, op die manier
αuτικα
meteen, onmiddellijk
πρωτον μεν... επειτα δε
eerst…daarna
επειτα
daarna
ουδεν
niets
αλλα, αλλ
maar
ενταuθα
daar
τι
wat, waarom
ενθαδε
hier(heen)
υστερον
later
Persoonlijke dingesen
σε +acc.
jou, je, u
σος, ση, σον
jouw, uw
αυτην +acc.
haar
εγω
ik
συ
jij, u
εμος, εμη, εμον
mijn
εμε, με
mij, me
αυτον
hem
Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
nominativus
ο
η
το
accusativus
τον
τεν
το
Uitgang enkelvoud
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
nominativus
ος, ης
α, η
ον
accusativus
ον, ην
αν, ην
ον
Uitgangen bijvoeglijk naamwoord enkelvoud
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
nominativus
ος
α, η
ον
accusativus
ον
αν, ην
ον
Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden:
μηγας, groot
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
nominativus
μηγας
μηγαλη
μηγα
accusativus
μηγαν
μηγαλην
μηγα
πολυς, veel
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
nominativus
πολυς
πολλη
πολυ
accusativus
πολυν
πολλην
πολυ
Grammatica : w.w. Praesens
ik
λυω
ποιῶ
jij
λυεις
ποιεῖς
hij, zij, het
λυει
ποιεῖ
wij
λυομεν
ποιοῦμεν
jullie
λυετε
ποιεῖτε
zij
λυουσι(ν)
ποιοῦσι(ν)
inf.
λυειν
ποιεῖν
Herakles
Herakles moet al zijn overwonnen dingen meenemen naar Mykene, naar Eurystheus. Die wordt zo bang van Herakles’ overwonnen dingen, daarom laat hij een bronzen pot ingraven waarin hij vlucht als hij bang wordt.
Dit zijn de twaalf taken:
De leeuw van Nemea
De leeuw had een vacht waar geen wapens door heen konden komen, dus Herakles wurgde hem. Hij droeg de huid als harnas.
De hydra van Lerna
Herakles sloeg met zijn zwaard alle koppen eraf. Als er een kop was afgeslagen, kwamen er twee nieuwe terug. Daarom brandde Jolaos, zijn helper, de koppen dicht.
De hinde van Artemis
Deze hinde had bronzen hoeven en gouden horens, Herakles achtervolgde hem een jaar hij ving hem hoen de Hinde haar dorst leste bij een rivier, met een net.
Het Erymantische everzwijn
Dit everzwijn leefde in het Erymanthosgebergte, Herakles joeg het naar een besneeuwde top, daar zakte het dier weg in de sneeuw, zodat Herakles hem kon vangen.
De stallen van Augias
Koning Augias had de grootse kudde van het land, maar zijn stallen waren in geen 30 jaar uitgemest. Herakles maakte ze in één dag schoon, door er een rivier door heen te leiden.
De stymfalische vogels
Deze mensetende vogels waren reusachtig en hadden bronzen klauwen, vleugels en bekken. Van Pallas Athena kreeg hij bronzen kleppers, daarmee joeg hij de vogels op en doodde hij ze met zijn giftige pijlen.
De stier van Kreta
Deze offerstier had Poseidon aan Minos gegeven, hij offerde hem niet zodat de stier een plaag werd. Herakles ving de stier, hij liet hem daarna weer los.
De vleesetende paarden van Diomedes
Deze paarden werden gevoed met het vlees van de gasten van hun eigenaar. Herakles gooide Diomedes voor zijn eigen paarden en temde ze.
De gordel van Hippolyte
De dochter van Eurystheus, Admètè, vraagt haar vader om de gouden wapen gordel van de koningin van de Amazonen, Hippolyte. Herakles kreeg deze van Hippolyte. Hera vond dit te makkelijk en daarom stookte ze de Amazonen op zodat zij Herakles aanvielen. Herakles vermoord Hippolyte in de strijd.
De kudde van Geryones
De Geryones, een monster met drie hoofden en zes armen had een kudde. Herakles leent een boot van Helios en vaart naar zijn eiland. Daar schiet hij drie pijlen door de kelen van de Geryones en neemt hij de kudde mee.
De gouden appels van de Hesperiden
De Hesperiden zijn de dochters van Atlas. Herakles vraagt aan Atlas of hij de appels wil halen, hij neemt het hemelgewelf op zijn schouders. Atlas wil het hemelgewelf niet meer terugnemen, maar Herakles verzint een list. Thuis weidde hij de appels aan Pallas Athena, die bracht ze weer terug naar de tuin van de Hesperiden.
Cerberos
Dit is de hond van Hades, hij is driekoppig en hij heeft een slangenstaart. Herakles knijpt de kelen van de hellehond dicht en sleept hem mee naar Mykene.
Toen Herakles alle twaalf taken had volbracht, had hij genoeg geboet. Hij trouwde met Deianeira. Het leek erop dat hij eindelijk een gelukkig leven kreeg, totdat Herakles en Deianeira op reis gingen naar Thebe. Ze moesten een rivier over steken waar de kentaur Nessos dienst deed als veerpont. Herakles zwom op eigen krachten de rivier over, Deianeira werd aan Nessos toe vertrouwd. Toen Herakles aan de overkant was, begon Nessos Deianeira lastig te vallen. Herakles vermoorde hem meteen pijl. Nessos zei tegen Deianeira dat zijn bloed magisch was, als ze het op een kledingstuk van Herakles uitsmeerde, zou hij nooit verliefd worden op een ander. Deianeira ving zijn bloed op in een flesje.
Jaren later kwam er een bode terug met het bericht dat Herakles de oorlog gewonnen had en terug kwam. Hij zei ook dat bij de krijgsgevangenen een vrouw zat, Iole, waarop Herakles verliefd was geworden. Deianeira smeerde een mantel van Herakles in met Nessos’ bloed. Toen zag ze dat de dot wol waarmee ze de mantel had ingesmeerd helemaal verschrompeld was. Hun zoon, Hyllos, kwam binnenstormen om te zeggen dat vader vreselijke pijnen leed. Deianeira pleegde zelfmoord.
Herakles bouwde een brandstapel waarop hij ging liggen, maar niemand durfde de brandstapel aan te steken. Uiteindelijk stak een herder de brandstapel in brand, hij kreeg als dan Herakles’ boog en pijlen.
Zeus maakte Herakles god, en hij trouwde met Hebe, de godin van de eeuwige jeugd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden