Islam

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 4879 woorden
  • 20 juni 2017
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
51 keer beoordeeld

Onbekend maakt onbemind

Vanaf ca. 1965 zijn er enkele honderdduizenden islamitische werknemers in Nederland. Na de jaren '80 komen er ook veel asielzoekers en politieke vluchtelingen bij in Nederland. Ook gezinshereniging zorgde voor een grote toename van allochtonen in Nederland.

Ondertussen zijn er ongeveer 900.000 moslims in Nederland. Hierdoor is de islam de op-een-na grootste godsdienst in Nederland geworden. Maar naast een andere godsdienst, is hiermee ook een nieuwe cultuur in Nederland bijgekomen; de moslims dragen andere kleding, hebben andere leefgewoonten en hebben andere opvattingen. Deze mensen vormen soms zelfs meerderheden in grote steden.

De uitdrukking ‘onbekend maakt onbemind’ hoort vaak bij de houding van Nederlanders tegenover buitenlanders, maar dit kan ook vanaf de kant van de moslims komen. Vaak komt dit dan doordat de verschillende culturen elkaar nog niet zo goed kennen.

De moskee in Nederland

Sinds het begin van de jaren '50 zijn er moskeeën in Nederland. Toen werden vaak oude gebouwen gebruikt, die men ombouwde tot moskee. Later toen er meer gezinnen werden overgevlogen en herenigd, werden er nieuwe moskeeën gebouwd; deze waren vaak ook echt als moskee ontworpen, compleet met koepel en minstens één minaret. In Nederland gold deze echter alleen als versiering.

Een moskee bestaat uit meerdere ruimten.

Allereerst de gebedsruimte. Dit  is een grote vierkante zaal met een koepeldak. De voorkant van de ruimte wijst richting Mekka, een nis in de muur geeft aan waar dat is. Hier staat ook de imam voor te bidden. Daarnaast is een trapje naar de preekstoel. Verder is er geen meubilair, want de mannen knielen op tapijten op de grond. De muren in de gebedszaal zijn meestal behangen met versierde Arabische Koranteksten. Er zijn geen afbeeldingen van dieren of mensen te vinden. Tijdens het gebed staan de gelovigen in rijen achter de imam.

Er is bijna altijd een aparte ruimte voor vrouwen om de imam te kunnen volgen. Zo niet, dan zitten ze achter in de gebedsruimte.

Naast de gebedsruimte en de ruimte voor de vrouwen, zijn er ook een ruimte voor ritueel wassen en een vergaderruimte voor mannen (deze kan ook worden gebruikt voor lessen voor kinderen).

Er is ook vaak een Koranschool; hier gaan kinderen naartoe om de koran te bestuderen en het Arabisch te leren. In Nederland worden ze hier ook onderwezen over hun geloof, het land waar ze vandaan komen en hoe ze zich moeten gedragen volgens de islamitische cultuur.

Sociale functie

De moskee is ook een soort gemeenschapshuis waar ze niet alleen bidden tot God, maar waar ze ook gewoon gezellig met elkaar kletsen. De moskee is het symbool van de centrale plaats die het geloof inneemt in het dagelijkse leven van moslims.

Misschien wel de belangrijkste functie van de moskee is de sociale ontmoetingsplaats. Vooral in Nederland is dit erg belangrijk: mensen met dezelfde achtergrond en taal kunnen hier gezellig kletsen of problemen bespreken met de imam. Hierdoor wordt de moskee ook wel gezien als ‘veilige haven’.

Aan elke Nederlandse moskee is een imam verbonden. Vaak komen deze imams uit Marokko of Turkije en worden ook vanuit daar betaald. Veel Nederlandse moslims vinden het belangrijk dat er imams komen die in Nederland zijn opgeleid en ook goed Nederlands spreken.

Betekenis van de vrijdag

Mohammed vond het gezamenlijke gebed in de moskee op een bepaalde dag van de week erg belangrijk. De geleerden van de islam die de regels voor het geloof en het dagelijks leven uitwerkten, wilden een vaste wekelijkse dag van gebed, net zoals christenen en joden. Omdat de vastgestelde vrijdag niet voor iedereen een vrije dag is (in veel islamitische landen is dit wel het geval, zoals in ‘het westen' op zaterdag en zondag iedereen vrij is) gaan in sommige islamitische landen de winkels wel dicht op vrijdagochtend en is het in veel landen de gewoonte om op de vrijdagmiddag de scholen en overheidsdiensten te sluiten. In andere bedrijfstakken gaat het werk door, maar wordt dit wel onderbroken door de verplichte gebeden.

Rituelen van het leven

De geboorte

Wanneer in een islamitisch gezin een kind is geboren, krijgt dat krijgt het kind gelijk door de vader twee woorden ingefluisterd: allahoe akbar (God is groot). Hierna volgt er een geloofsbelijdenis in het Arabisch: ‘’Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.’’ Ook is het gebruikelijk om een paar dagen na de geboorte een geboortefeest te houden. Hier wordt dan vaak een schaap geofferd. Een deel van het vlees wordt tijdens een feestmaal met de familie en vrienden gegeten, en de rest wordt aan de armen geschonken. Omdat op de zevende dag na de geboorte pas duidelijk is dat God het kind wil laten leven, krijgt het dan pas zijn/ haar naam. In sommige landen wordt het hoofdhaar na de eerste twaalf dagen afgeschoren omdat het onrein zou zijn. Daarna is het een oud gebruik om het gewicht van deze haren in goud of zilver aan de armen te geven.

De besnijdenis

De besnijdenis komt al voor vóór de islam. Toen was het waarschijnlijk een hygiënische maatregel. Hoewel het niet in de koran staat, zien moslims het als een religieuze plicht en als een teken dat hun zoon een echte moslim is.

De besnijdenis is een feestelijke gebeurtenis; het jongetje staat in het middelpunt van de belangstelling, krijgt veel bezoek en wordt overladen met cadeaus.

Verloving en huwelijk

Trouwen en kinderen krijgen is een belangrijke sociale plicht van een moslim. Omdat de familiebanden sterk zijn in islamitische landen is het huwelijk een zaak van de hele familie. Vroeger werden kinderen vaak al op jonge leeftijd aan elkaar gekoppeld (uithuwelijken) maar nu gaat dat vaak anders. Ze mogen vaak een aangewezen partner weigeren. Is er een definitieve keuze, dan gaat eerst de moeder van de jongen op bezoek bij de van het meisje, als daarna beide vaders toestemming hebben gegeven kunnen de eerste voorbereidingen beginnen. Meestal verlooft een islamitisch paar zich eerst. Bij dit ritueel beloven ze met elkaar te trouwen. Bij het huwelijk is de bruidegom verplicht een bruidsschat aan de vader van de bruid te geven. Dit wordt gezien als een soort levensverzekering voor als het meisje ooit alleen komt te staan. Binnen de islamitische gemeenschap komen gemengde huwelijken niet vaak voor. Een vrouw mag alleen met een moslim trouwen. Maar een man mag eventueel wel met een christelijk of joodse vrouw trouwen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De vijf zuilen van de islam

Elke moslim beschouwt de leefregels van zijn godsdienst als heilige plichten. Als je volgens deze regels leeft, doe je wat God van je verlangt. De belangrijkste verplichtingen zijn de zogenoemde ‘vijf zuilen van de islam’.

Sjahada – De geloofsbelijdenis

De eerste zuil wordt met het Arabische woord Sjahada aangeduid. Het betekent 'plechtige verklaring'.

Elke moslim zal tijdens het gebed met nadruk uitspreken: ‘’Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.’’ Dit vormt de kern van het islamitisch geloof. Wanneer iemand dit uitspreekt met twee moslims als getuigen, wordt deze persoon opgenomen in de geloofsgemeenschap van de islam.

Moslims, joden en christenen geloven allemaal in één God. Maar er zijn duidelijke verschillen.

Waar Jezus bij de christenen de zoon van God is, is Jezus bij moslims een profeet, dus een mens. Daarom willen ze ook niks weten van de christelijke drie-eenheid: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Salaat – Het dagelijks gebed

In de islamitische wereld klinkt vanaf elke minaret, vijf keer per dag een gebedsomroep. Dit begint met de woorden: allahoe akbar.

De Salaat, het Arabische wordt voor ‘oproepen’, wordt als belangrijkste verplichting gezien, want in de koran wordt niet één voorschrift zo vaak genoemd als dit. De vijf tijdstippen voor het gebed zijn:

  • Ochtend;
  • Middag;
  • Namiddag;
  • Zonsondergang;
  • Avond.

Wanneer het bidden op een tijdstip niet goed mogelijk is, mag het ook worden uitgesteld. De Salaat is een ritueel gebed, dit betekent dat alles in het Arabisch staat voorgeschreven. Elk gebed begint met de woorden allahoe akbar. Het gebed wordt altijd uitgesproken met het gezicht richting Mekka. Moslims proberen zo veel mogelijk in de Moskee te bidden, maar in principe kan het op elke reine plek. Voor het gebed moeten gelovigen zich wassen; het gezicht, hals, handen, armen en voeten. Dit gebeurt vaak met water, maar kan ook symbolisch gedaan worden voor het geval er geen water in de buurt is.

Zakaat – De giften aan de armen

Iedere moslim is verplicht om financiële hulp te geven aan mensen die het nodig hebben. In de begintijd van de islam was dit vrijwillig, maar het is een verplichting gemaakt door Mohammed. In veel islamitische landen is het volgens de wet verplicht om zakaat te doen; het is een soort sociale belasting. In de islamitische wetgeving staat dat iedere gelovige 2,5% van het jaarinkomen moet besteden aan de ondersteuning van medemensen en goede doelen.

Saum – Vasten tijdens ramadan

De vierde zuil is het vasten tijdens ramadan, de negende maand van de islamitische kalender. Dit is een bijzondere maand, omdat Mohammed hierin de eerste openbaring van de engel Gabriël ontving. Dit wordt ieder jaar in de moskee gevierd in de 27e nacht van de ramadan.

Het vasten tijdens de ramadan betekent dat moslims tussen zonsopgang en -ondergang niet mogen eten, drinken of roken. Ook andere vormen van genot zijn overdag verboden. ’s Avonds na zonsondergang wordt er uitvoerig gegeten. Een geliefd recept in deze maand is harirasoep. ’s Morgens staan de meeste moslims vroeg op om nog wat te eten voor werk of school. Het vasten heeft als doel lichamelijk en geestelijk gereinigd te worden. Je voelt aan wat het is om honger te hebben en zal sneller delen met de armen. Ook in religieus opzicht is het een goede daad, waarvoor je in het leven na de dood beloond wordt. De vastentijd heeft ook sociale functies: alle moslims voelen zich door het samen vasten hecht met elkaar verbonden. Kinderen, bejaarden en zieken hoeven niet te vasten, evenals reizigers en zwangere en borstvoedende vrouwen, deze laatsten moeten het alleen wel weer inhalen. Ook in geval van oorlog hoeft er niet te worden gevast. De vastenmaand wordt afgesloten met het Suikerfeest, dat ook wel wordt aangeduid als ‘de oase na de woestijn’.

Hadj – De bedevaart naar Mekka

De vijfde zuil is de Hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. Deze vindt plaats van de zevende tot dertiende dag van de laatste maand van het islamitische jaar. Iemand die aan de Hadj heeft meegedaan krijgt na zijn terugkeer de eretitel hadji. Er zijn tegenwoordig steeds meer moslims die wel twee of drie keer in hun leven aan deze bedevaart deelnemen. Deze vijfde zuil is zo belangrijk, dat vaak gezegd wordt: ‘Na de hadj begint het echte leven pas.’

De Kaäba is het centrum van Mekka. Het is een kubusvormig gebouw dat op een groot plein met marmeren tegels ligt. Op de hoek van deze kubus is een zwarte steen bevestigt. Moslims vereren deze steen omdat God hem vanuit het paradijs aan Abraham stuurde als bijdrage aan de bouw van de Kaäba. Over het dak hangt een zwart fluwelen doek, waarop met gouddraad Arabische Koranteksten zijn geborduurd.

Het grote feest

Gedurende de laatste vier dagen van de bedevaart naar Mekka wordt het grote feest of offerfeest gevierd. De gelovigen offeren dan een schaap of geit. Iedereen, ook de thuisblijvers, doet mee in witte kleren. Dit om ervoor te zorgen dat er geen onderscheid is. Op dit feest richten alle moslims zich in gedachten op Mekka, waar het feest van Abraham wordt gevierd.

In islamitische landen wordt er op dit feest ook vlees of geld aan de armen gegeven. In Nederland doen ze dit soms dubbelop: ze sturen geld naar familieleden in het land van herkomst en geven een deel van het offervlees aan familie, vrienden of buren.

Mohammed

Mohammed werd geboren in het jaar 570 in Mekka. Zijn vader was toen al overleden en ook zijn moeder stierf toen Mohammed zes jaar was. Hij groeide vanaf die tijd op als wees in armoede. Hij woonde eerst bij zijn grootvader en daarna bij zijn oom Aboe Talib.

Toen hij 25 jaar oud was, kwam hij als karavaanleider in dienst bij de rijke weduwe Chadiedja die een bloeiende handelszaak had. Korte tijd later trouwden de twee en kregen vier dochters.

Over Mohammed wordt vertelt dat hij regelmatig de eenzaamheid van de woestijn opzocht om daar in stilte te kunnen nadenken en mediteren. Ook wordt er vertelt dat er in 610 iets bijzonders gebeurde; ver weg van de stad, in een grot in de berg Hira werd hij door de engel Gabriël aangesproken. Hij liet hem een doek zien met de tekst:

‘Lees voor in de naam van jouw Heer, die heeft geschapen.
Geschapen heeft hij de mens uit een bloedklonter. Lees voor!
Jouw Heer is de edelmoedigste, die onderwezen heeft met de pen.
Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist.’

Na deze wonderlijke ontmoeting verscheen Gabriël vaker aan Mohammed. Drie jaar na zijn eerste visioen begon Mohammed de inwoners van Mekka te vertellen wat Gabriël hem had opgedragen. Zijn stadsgenoten waren echter niet onder de indruk en geloofden hem niet. Zijn enige volgelingen waren zijn vrouw en kinderen. En enkele familieleden en vrienden. Later bekeerden ook enige invloedrijke mannen zich tot Mohammeds nieuwe godsdienst, zoals de rijke handelaar Aboe Bakr en Omar, een van de leidinggevende figuren in Mekka.

Mohammed had in zijn toespraken voornamelijk kritiek op twee dingen: het feit dat rijke handelaars zich niets aantrokken van de armen; en dat er in Mekka zoveel goden werden vereerd. Door deze predikingen kreeg hij grote moeilijkheden, want veel van zijn stadgenoten verdienden goed aan de jaarlijkse bedevaarten. Die begonnen Mohammed dus tegen te werken, eerst met pesten maar later door middel van geweld.

Van Mekka naar Medina

Toen in 619 zijn vrouw en oom stierven, kreeg Mohammed het heel moeilijk, want deze twee personen hadden hem nog een beetje kunnen beschermen. Nu werkte de rijke elite van Mekka hem in alles tegen en dreigde deze hem zelfs te laten vermoorden als hij niet ophield. Hij hield het nog drie jaar vol, waarna hij in 622 naar Jathrib (Medina) ging; dit was een keerpunt in zijn leven.

In Medina kreeg Mohammed zoveel aanhang dat deze stad in korte tijd de eerste islamitische stad werd. Daarom wordt 622 door moslims gezien als beginpunt van de islam en eerste jaar van de islamitische jaartelling.

De situatie rond Mohammed veranderde zo dat hij de leider van een snel groeiende godsdienst werd. In zijn persoonlijke leven ging het hem dan ook voor de wind. Hij kreeg aanzien als profeet van God en werd ook nog rechter en politicus. Ook hertrouwde hij met Aisja, de negenjarige dochter van zijn vriend Aboe Bakr. Zij werd zijn lievelingsvrouw en staat in de traditie bekend als de enige die hem durfde tegenspreken. Bijvoorbeeld toen hij van plan was om een vijfde vrouw te nemen. In de discussie vertelde Mohammed dat Allah in een openbaring tegen hem had gezegd: "Neem zoveel vrouwen als je wilt." Toen Aisja dit hoorde, twijfelde ze openlijk aan zijn woorden en zij: "Allah geeft wel erg snel gehoor aan uw behoeften."

Van Medina naar Mekka

In Medina woonden in die tijd veel joden, die in vrede samenleefden met de Arabische inwoners. Mohamed verwachtte dat de joden hem als profeet zouden erkennen en zijn boodschap zouden geloven, hij geloofde ook dat hij dezelfde éne God verkondigde als de joodse ‘God van Abraham’. De joden wilden hem echter niet aanvaarden als profeet waarop hij grote groepen joden uit Medina heeft verdreven en enkele honderden heeft laten terechtstellen. Hij besloot later ook dat moslims zich tijdens hun gebed niet meer naar Jeruzalem moesten richten, maar naar Mekka, de stad van de Kaäba.

Intussen bleef Mekka, waar jaarlijks veel pelgrims heen trokken, voor Mohammed een grote aantrekkingskracht behouden. Vanwege het belang van de heilige Kaäba wilde hij graag dat ook Mekka een islamitische stad zou worden. Hij riep daarom de inwoners van Medina op om karavanen die op weg waren naar Mekka aan te vallen en te beroven. Deze ‘heilige oorlog’ liep binnen een jaar uit op enkele grote veldslagen tussen beide steden.

In het jaar 630 veroverde Mohammed zijn geboortestad. De beelden van goden en godinnen werden vernield en de Kaäba werd tot het centrale islamitische heiligdom gemaakt. Mensen die geen moslim waren, mochten de stad niet meer in.

In 632 stierf Mohammed en werd hij in Medina begraven. Aboe Bakr werd zijn opvolger als leider van de islamitische geloofsgemeenschap.

De Koran

Dit is het heilige boek van de moslims en betekent letterlijk ‘dat wat voorgelezen moet worden’. De omvang is ongeveer gelijk aan die van het Nieuwe Testament. De inhoud is onderverdeeld in hoofdstukken, die soera’s genoemd worden. Het hele boek telt er 114, die allemaal beginnen met een korte lofprijzing.

De soera’s zijn niet chronologisch geordend, dus het is niet zo dat de oudste teksten voorop staan en de jongste achteraan. De samenstellers hebben gekozen voor een indeling naar lengte. De langste soera staat vooraan, de kortste achteraan. Een uitzondering hierop is de eerste soera: dit is een kort hoofdstuk van zeven verzen. Het is een lofprijzing en gebed tot God de Barmhartige.

Volgens de overlevering bestaat de koran uit de woorden die Mohammed tijdens de openbaringen van de engel Gabriël heeft gehoord. Toen hij de woorden doorgaf aan zijn volgelingen werden sommige woorden opgeschreven. Anderen gaven het op hun beurt ook weer mondeling door.

Bij Mohammeds dood bestond de Koran nog niet als een boek zoals dat nu bekend is. Volgens sommige onderzoekers heeft pleegzoon Zaid een deel van Mohammeds woorden opgeschreven. Velen denken dat Aboe Bakr, Mohammeds opvolger, opdracht heeft gegeven om alle overgeleverde teksten te verzamelen en te ordenen. Wetenschappers stellen vast dat er pas in de tiende eeuw overeenstemming was over de tekst van de Koran. Tot die tijd zijn er waarschijnlijk verschillende versies in omloop geweest.

De Koran is voor moslims een boek dat niet alleen iets zegt over wat ze moeten geloven, maar dat het vooral een handboek is. Er bestaat onder moslims wel verschil van inzicht in hoeverre de tekst van de Koran gebruikt kan worden als handboek. Sommigen gaan hierbij uit van de letterlijke tekst. Eventuele tegenstrijdigheden worden opgelost door er uitspraken van geleerden uit het verleden bij te betrekken. Anderen vinden dat je het niet zo letterlijk moet nemen.

Koran en Bijbel

Voor moslims is de Koran het directe woord van God dat via de engel Gabriël in de Arabische taal is neergedaald uit de hemel. Je hebt in de Koran dan ook veel figuren die ook in de Bijbel voorkomen: Adam, Noach, Abraham, Mozes en Jezus. Dit zijn in de Koran alleen wel allemaal profeten.

Moslims geloven dat God zich eerst aan de joden geopenbaard en daarna aan de Christenen, alleen zouden deze groepen het niet goed uitgelegd, niet goed begrepen of zelfs vervalst hebben. God heeft daarop nog één keer een profeet uitgekozen om het aan te openbaren. Mohammed wordt in de Koran als de laatste van een lange reeks profeten beschouwd en daarom wordt hij wel ‘het zegel der profeten’ genoemd. De boodschap van de Tora en die van het Nieuwe Testament worden als het ware afgesloten en vervangen door de Koran.

Soenna en Hadieth

Het ideaal van de islam is, dat alle gelovigen zich als één familie zullen voelen en dat zij zich allen houden aan dezelfde regels uit de Koran. Moslims spreken in dit verband vaak over de oemma (geloofsgemeenschap) of ook wel: ‘het huis van de islam’. Alle regels behoren gebaseerd te zijn op de Koran. In feite hebben de islamitische voorschriften dus met het hele leven te maken.

Omdat de Koran niet in alle gevallen duidelijke aanwijzingen geeft hoe men behoort te handelen, maakte men al vroeg gebruik van een andere bron: de soenna (traditie). Dit is een schriftelijke verzameling van gewoonten en adviezen van Mohammed. In de praktijk is dit vaak een aanvulling of een nadere uitwerking van de Koran, maar het kan ook een correctie of een verzachting van de Koranregels zijn. In deze soenna worden veel verhalen verteld over Mohammed, waarin een maatregel, straf of uitlegging van de koran wordt beschreven. Dit heet een hadieth. Dit is dus niet een goddelijke openbaring, maar heeft voor de moslims wel groot gezag omdat het een voorbeeld van de profeet bevat.

De Koran en de Soenna samen zijn het handboek voor de moslims en zijn bronnen van de islamitische wetgeving, de sjaria.

Het huis van de islam

In het huis van de islam wonen veel verschillende volkeren. Wereldwijd telt de islam ongeveer 1,2 miljard gelovigen en het is daarmee in aantallen de tweede godsdienst op de wereld.

Voor moslims bestaat de wereld uit twee delen:

  • Het huis van de islam (dar al-islam): alle islamitische landen
  • Huis van de strijd (dar al-harb): nog niet islamitisch

Het is voor moslims een plicht om in het laatst genoemde deel de islam te verspreiden om zo het huis te vergroten.

Waar moslims ook wonen, ze voelen zich verbonden met de wereldwijde islamitische geloofsgemeenschap, de oemma. Alle leden zijn aan elkaar gelijk, zonder onderscheid van persoon, ras of sociale klasse. Ze geloven dat er ooit over de hele wereld een rechtvaardige samenleving zal ontstaan, wanneer de oemma de hele wereld zal omvatten.

Koran, Soenna en Sjaria

De regels voor het dagelijks leven van moslims worden bepaald door de Koran en de soenna. Deze bronnen zijn voor sommige islamitische landen ook de basis voor de nationale islamitische wetgeving. Dit wordt een sjaria (weg om te volgen) genoemd. In de landen van het Arabisch schiereiland kent men geen andere wetgeving dan de sjaria. Tegenwoordig kennen ook Pakistan, Iran, Mauretanië en Soedan een strikte islamitische wetgeving volgens de sjaria. In sommige landen willen groepen het westerse systeem inruilen voor de sjaria, en in landen zoals Egypte en Turkije willen het best andersom doen: de sjaria aanpassen aan de moderne tijd. In westerse landen staat de sjaria vaak bekend als een rechtssysteem met zeer zware straffen zoals onthoofding, hand afhakken of steniging. Deze straffen zijn ontstaan in de vroege eeuwen toen bloedwraak nog mocht. Ten opzicht hiervan was de sjaria een verbetering. Maar nog steeds waarschuwen de Koran en de Soenna dat de zware straffen niet te snel opgelegd moeten worden.

Soennieten en Sjiieten

Na de dood van Mohammed in 632 was er jarenlang onenigheid over wie de profeet zou moeten opvolgen. Een raad van ouden koos toen voor Aboe Bakr, een van de vrienden van Mohammed en een van de eerste bekeerlingen. Hij kreeg de titel Kalief (opvolger).

Ali, een neef van Mohammed en getrouwd met diens dochter Fatima, dacht dat hij als schoonzoon het meeste recht had om Mohammed op te volgen. Dat men de voorkeur gaf aan Aboe Bakr, was een grote teleurstelling voor hem. Op een gegeven moment kreeg hij echter een nieuwe kans. Aboe Bakr stierf in 634. De volgende twee kaliefen, Omar en Othman, werden beide vermoord; de ene in 644 en de andere in 656. Met steun van zijn eigen ‘politieke partij’ nam Ali in 656 het kalifaat op zich. Maar wat zijn voorgangers overkwam, gebeurde ook met hem: hij werd vermoord, in het jaar 661.

Na de eerste vier kaliefen is er een splitsing ontstaan in de islam. De mensen die Ali hadden gesteund, noemden zichzelf sjiieten. Die naam komt van ‘sjiat-Ali’ (partij van Ali). Deze partij wilde alleen een opvolger kiezen uit de familie van Mohammed. Maar de meerderheid, de soennieten (soenna = traditie), vonden dat een opvolger moest worden gekozen op geschiktheid voor de taak, niet op afkomst.

Ongeveer 90% van de moslims is soennitisch. In veel soennitische landen komt tegenwoordig een (beperkte) scheiding voor tussen godsdienst en staat. Dit betekent dat de staat de plek van de Kalief inneemt, dus de politieke leiding en de religieuze leiding is in handen van de Korangeleerden. Zij hebben ook de taak om te zorgen dat alle regels van de Koran en Soenna worden nageleefd.

Ongeveer 90% van de moslims is soennitisch. In veel soennitische landen komt tegenwoordig een (beperkte) scheiding voor tussen godsdienst en staat. Dit betekent dat de staat de plek van de Kalief inneemt, dus de politieke leiding en de religieuze leiding is in handen van de Korangeleerden. Zij hebben ook de taak om te zorgen dat alle regels van de Koran en Soenna worden nageleefd.

De sjiieten, ongeveer 10%, wonen vooral in Iran, Irak en Pakistan. In sjiitische landen bestaat vrijwel geen scheiding tussen staat en godsdienst. De politieke leider is daar ook de godsdienstige leider. Hij word vaak aangesproken als imam. (Deze term kan 2 betekenissen hebben, bij soennieten is het de voorganger in de moskee, bij sjiieten is het de leider van het land.) In Iran noemt men zo’n religieuze en politieke leider ook wel een ayatollah (teken van Allah).

De uitbreidingen van het huis van de islam

Tijdens de eerste drie kaliefen is ‘het huis van de islam’ veel uitgebreid. Zo zijn landen als Syrië, Palestina, Egypte en Mesopotamië er bij gekomen. In 661 werd Damascus hoofdstad van het Arabische rijk gemaakt, maar Mekka bleef godsdienstig centrum. Vanuit daar werden verdere veroveringen geleid. In 711 werd, via Noord-Afrika, Spanje veroverd. Ook vielen ze Frankrijk binnen, maar werden teruggedreven naar Spanje in 732.

Ondertussen drongen ze ook door tot Perzië en India. Er schijnt zelfs iemand in China te zijn geweest om het daar te vertellen. Het politieke en culturele centrum verschoof in 750 van Damascus naar Bagdad. Toen kwam de Arabisch-islamitische cultuur op veel terreinen tot hoge bloei. Deze periode duurde zo’n vijf eeuwen: van de achtste tot de dertiende eeuw. Hun culturele en wetenschappelijke niveau lag toen ver boven dat van West-Europa.

Na de dertiende eeuw was het klaar met Bagdad en de macht van het Arabische rijk in het oosten. Een verovering in 1258 zorgde er voor dat Caïro enkele eeuwen het centrum werd. Een ander bekend islamitisch rijk is het Ottomaanse Rijk. Dit is van groot belang geweest voor de verbreiding van de islam in Zuidoost-Europa.

Het Ottomaanse Rijk

In 1453 werd Constantinopel door de Turkse legers veroverd. Dit zorgde voor een einde aan het (christelijke) Oost-Romeinse Rijk. De stad heette voortaan Istanboel. Toen kwam het Ottomaanse Rijk, onder leiding van Suleiman I (1520-1566), tot grote bloei. Deze Suleiman zorgde ervoor dat zijn rijk veel werd uitgebreid, en bevorderde overal, alles wat met de islam te maken had. Hij voerde bijvoorbeeld het Arabische schrift in en de Koran werd de basis voor het onderwijs.

Maar hij werd vooral beroemd door zijn juridische hervormingen. Suleiman en enkele andere Ottomaanse heersers vonden het niet erg dat er andere godsdiensten in hun rijk leefden, en deze godsdiensten hadden dan ook niets te vrezen van de Ottomanen. Maar na de dood van Suleiman in 1566 was het Rijk al over zijn hoogtepunt heen. Vanaf 1683 leed het Rijk grote verliezen. En zeker in de 19e eeuw maakten veel gebieden zich los van het Ottomaanse bestuur of kwamen in handen van Europese machten. Pasja (generaal) Moestafa Kemal zorgde dat het verval van het rijk stopte. Hij werd, toen beter bekend als Kemal Atatürk, in 1923 de eerste president van de republiek Turkije. Hij zorgde ook voor grote veranderingen; Turkije werd een staat, met scheiding tussen godsdienst en politiek. De meerderheid van de bevolking is overigens wel islamitisch.

Moslims en het fundamentalisme

Volgens fundamentalisten moeten godsdienstige voorschriften de basis vormen van de hele samenleving. Iemand is dan ook een fundamentalist als hij niet alleen streng is voor zichzelf, maar er ook op staat dat anderen zich zo gedragen. Ze willen geen discussie over de herkomst van de regels. En ze zijn fanatieke tegenstanders van modern en wetenschappelijk onderzoek naar heilige geschriften. Als iemand dat doet, het onderzoeken van de herkomst, dan wordt hij snel beschuldigd een valse moslim te zijn, want hij twijfelt aan de goddelijkheid van de Koran.

Bij fundamentalistische moslims bepalen de Koran, de soenna en de hadieth heel het politieke, maatschappelijke en sociale leven. Dit houd dus in dat de sjaria volledig wordt toegepast. In islamitische landen waar dit niet zo is, willen ze dat dit zo snel mogelijk wordt ingevoerd, desnoods met geweld.

Na de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel alle landen in het Midden-Oosten zelfstandig. En pogingen van het westen om van landen een democratie te maken mislukte. Veel landen werden bestuurt door dictatoriale regeringen. Sommige van deze landen hadden enorme olievoorraden, maar hier profiteerde alleen de rijke politieke elite van. Veel van deze regeringen werden, vooral om financiële en strategische redenen, gesteund door westerse landen zoals Frankrijk, Amerika en Engeland.

Onvrede over deze vorm van uitbuiting zorgde ervoor dat in het begin van de jaren ’70 veel moslims zich tegen de westerse cultuur, normen en waarden keerden. Hierbij vormde ‘de leer van de jihad’ voor velen een bron van inspiratie om zich te verzetten. Er zijn ook veel radicale fundamentalistische bewegingen ontstaan, zoals Al-Qaeda (de basis), de GIA en Jamayapersonen. Deze groepen worden vooral gedreven door hun haat jegens het westen en willen hier een eind aan maken. Uiteindelijk willen ze dat elke moslimstaat wordt gezuiverd van alle westerse invloeden en wordt geregeerd door alleen de koran, soenna, hadieth en sjaria.

De zelfmoordaanslag met twee vliegtuigen op het World Trade Centre in New York op 11 september 2001 gaf een grote schok aan Amerika en de Westerse wereld. Osama bin Laden wordt met zijn terreurorganisatie Al-Qaeda verantwoordelijk gehouden voor de aanslag.

REACTIES

Y.

Y.

Veel moslims zeggen op basis van Ahadith vaak na het horen/lezen van de naam Mohammed: sallallahu alaihi wa sallam ("zegeningen en vrede met hem" of "vrede zij met hem"), in geschreven tekst vaak afgekort als 's(a)ws' of '(z)v(z)mh'. Of Mohammed sallallahu alaihi wa sallam ("zegeningen en vrede met hem" of "vrede zij met hem")

6 jaar geleden

P.

P.

Moskeeën worden gebruikt om de islam te verspreiden en integratie in de cultuur van het ontvangende land tegen te gaan (Koran/soera 5 vers 51: “O, gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad één hunner. Voorwaar, Allah leidt het overtredende volk niet.”), want men is eerst moslim en dan burger, aldus luidt het credo.Geen enkele imam kan wat anders prediken in een moskee, dan een ideologie, die het wereldbeeld opdeelt in moslim übermenschen enerzijds en ongelovige Untermenschen (in de zeer ruime zin van het woord) anderzijds.En omdat moslims volgens hun religieuze politiek zich niet mogen mengen met de westerse culturen, is integratie per definitie onmogelijk.De democratische rechtsstaat wordt als een afgodendienst gezien omdat mensen zich als wetgever opstellen, terwijl Allah in hun ogen de enige wetgever is.Het afwijzen van westerse normen en waarden centraal staat in de islam...Moskeeën zijn ook locaties, waar men ook wordt onderwezen in de militaire regels van de Koran. Het is niet voor niks dat Erdo?an heeft geroepen dat de moskeeën de kazernes zijn van de moslims.Bijna alle activiteiten in de moskeeën zijn gewijd aan het bestrijding van de “kafir’s”-niet/moslims.

6 jaar geleden

Y.

Y.

thnx. erg handig

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.