Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zelfstandigheid in steden, uiteenvallen Christelijke kerk en stichting Republiek

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3760 woorden
  • 19 juni 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting Geschiedenis Toetsweek 3, vwo 4                  Fleur Venema & Floortje Prins

22-1[DH1] -20216:

Stadsrecht:

  • Tijd van steden en staten
    Opkomst handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
  • De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

 

H3 §10, ‘Stedelingen krijgen stadsrechten’

 

Poortenrecht= je wordt herkent, je woont in die stad.
kern stadsrecht= stad heeft zelfbestuur.

 

Verband tussen handel + stadsrecht:
Dankzij stadsrechten kon er beter gehandeld worden.

 

  • Waarom zijn edelen bereid dat te verlenen?
    - ze kregen erkenning als landheer
    - er wordt belasting betaald
    - ze konden rekenen op militaire hulp
    - ze kregen financiële steun
    - en op deze manier konden de edelen de macht van leenmannen beperken.

 

  • Belangrijke stadsrechten:
  • Geen verplichtingen meer tegenover de grootgrondbezitter.
  • Zelf het bestuur en de rechtspraak regelen.
  • Zelf bepalen wie poorter (burger, inwoner) was en wie niet. Als je poorter was dan                 heb je poorterrecht, je wordt herkend en je woont in de stad.

 

  • Onder de eigen rechten van steden viel bv ook het recht tot het houden van een markt en het bouwen van een muur ter beveiliging.

Steden gebruikten ook hun machtspositie om de landsheer onder druk te zetten of om heer[DH2]  onafhankelijkheid te verkrijgen.

  • Rechten verschilden per stad (bijv. de straffen), maar over algemeen vergelijkbare regeltjes.

 

Gilde=

De gilde is een vereniging van beroepsgenoten. Je hebt bv bakkersgilde en kleermakersgilde etc.

 

Voordelen van de gilde zijn:

  • De gilde zorgde voor scholing, het zorgen voor de belangen van de burger en bescherming.
  • Ook zorgde de gilde voor het uitbannen van concurrentie, waardoor er een monopolie ontstond.
  • De gilde zorgde voor een bepaalde kwaliteit waaraan de producten moesten voldoen.
  • Veel regels en voorschriften in de gildebrief.

 

Nadelen van de gilde zijn:

  • De gilde werkten vernieuwingen en ontwikkelingen tegen omdat de regels voor producten niet veranderd mochten worden.
  • de Joden mochten geen lid worden

 

Verschillen stad en platteland in de middeleeuwen

Eerst was er weinig verschil tussen stad en platteland. Allebei betaalden ze belasting en de adel en geestelijkheid zorgden voor rechtspraak, onderwijs, bestuur, verdediging, etc.

 

Veel boeren verrichtten ook ambachtelijk werk. Veel inwoners van de stad waren gevluchte horigen van het platteland. Onderling was er veel verkeer, handel en bezoek.

 

Maar er kwam verwijdering tussen stad en platteland omdat:

  • De stad werd groter, rijker en onafhankelijker.
  • In steden vond vermenging plaats van taal, cultuur, handel en munten.
  • De opvatting was dat in de stad cultuur, kennis en kunde te vinden was en het platteland was ‘achterlijk’.

GS 25-1-2016

KA: Staatsvorming en centralisatie

Nationalisme (afkorting: nat.)= het gevoel van saamhorigheid van een groep mensen die samen een staat (willen) vormen.
Algemene definitie op blz. 59 boek.

Nat. krijgt pas in de 19e eeuw een duidelijke betekenis.
Nat. ontwikkelt zich geleidelijk, omdat het alleen plaats vindt onder belangrijke voorwaarden:
- Besef van gemeenschappelijke ervaringen (geschiedenis, tradities).
- Gemeenschappelijke belangen (eigen bestuur, samen vijandelijke[DH3]  troepen verdrijven).
- Gunstige omstandigheden (dezelfde taal, godsdienst, leiderschap met erkenning).

Ontstaan staatsvorming

Staat= een erkend begrensd gebied waarbinnen een bestuur is.
voorbeelden: Mesopotamië, Griekse stadstaten en het Romeinse Rijk (RR).
in de vroege middeleeuwen: Karel de Grote,
in de late middeleeuwen: Engeland en Frankrijk.

Snappen:
De middeleeuwen worden vaak in de 19e eeuw gebruikt als ‘bouwsteen’ van het nationalisme (waarin het nationalisme zou zijn ontstaan).

MAAR
juist in de middeleeuwen is het een beperkt begrip, want:
je was in de middeleeuwen als burger trouw aan je heerser/ koning/ vorst/ leenheer.
Je noemde jezelf dus naar het domein waarop je leefde en niet naar de staat waarin je leefde. Je zei dus niet: “Ik ben Fransman”, maar je zei: “Ik ben Parijzenaar.”

à Is er verschil tussen nationalisme en staatsvorming[DH4] ?
- (Ja, staatsvorming ontstaat door nationalisme.) Staatsvorming is ook het lettelrijkontstaan van een staat met afgebakende grenzen, hoofdstad en bestuur. Nationalisme is meer een gevoel.

Staatsvorming en centralisatie

Centralisatie=  ontwikkeling waarbij het land steeds meer vanuit de hoofdstad wordt bestuurd én waarbij dezelfde wetten en regels gelden.
Zonder staat, geen centralisatie.

Staatsvorming= vorming van overheid (staat) met ambtenaren en een door de overheid betaald leger.

Verband met de stadsrechten:

à In hoeverre (!) helpen de stadsrechten bij de staatsvorming?
- Aan de ene kant: maken de stadsrechten die centralisatie mogelijk. Want men zit niet meer vast aan die herendiensten.
- Aan de andere kant: botsen stadsrechten en centralisatie ook, want:
de stadsrechten brengen regels met zich mee. Daar is men aan gewend. Maar als er dan centralisatie komt, komen er nieuwe regels en wetten. “Hé, hoe zit het met onze stadsrechten?!” en dan is er opstand.

Kenmerken staatsvorming:
- Geldeconomie: belasting gaat naar vorst.
- Belasting(monopolie). Het stelsel staat centraal.
- Ambtenaren in dienst van overheid.
- Centrale wetgeving + rechtspraak.
- sterk leger
- In het parlement/ staten generaal zitten vertegenwoordigers van de 3 standen voor overleg met vertegenwoordigers uit het hele land.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Verandering wereldbeeld door Europese expansie

Nieuwe tijd of moderne[DH5]  tijd

 

Kenmerken:

  • Cultuur, kunst en wetenschap meer klassieke inhoud en minder kerk
  • Economie, middelen van bestaan: naast landbouw ook handel en nijverheid belangrijk
  • Bestuur: minder macht voor de edelen, en meer voor de vorsten
  • Religie: scheuring in de RKK en stichting meerdere protestantse kerken

 

Renaissance
De humanisten uit de Renaissance hebben de middeleeuwen zijn naam gegeven. De mensen die leefden in de middeleeuwen hebben het nooit de middeleeuwen genoemd. In 1500 eindigen de middeleeuwen niet direct, maar er is meer een overgang van middeleeuwen naar renaissance.

 

In Europa had je lichaam antistoffen ontwikkeld tegen ziektes zoals bv de griep dus er was grote kans dat je het overleefde. Een onbedoeld gevolg toen Amerika ontdekt werd was dat er veel indianen doodgingen doordat ze geen antistoffen hadden en daar wel virussen kwamen.

 

Er kwam uitwisseling van gewassen, dieren en mensen. Dit werd ook wel de ‘Columbian exchange’ genoemd. Er kwamen ook meer handelsroutes

 

Een wel bedoeld gevolg was dat veel mensen, slaven, vanuit Afrika naar Amerika gingen om daar te werken.

 

Slavernij- gevolgen van de ontdekkingsreizen

 

Overzeese expansie (TV5)

 

Een slaaf = iemand die geen persoonlijke rechten heeft en werkt voor iemand tegen haar/zijn zin in.

Slavernij = dat er slaven zijn.

 

Je kan slavernij terugvinden in heel veel plaatsen zoals de bijbel, de nieuwe wereld, bij de Grieken en Romeinen, in Egypte, etc…

 

Wereldwijde handelscontacten (TV6)

 

Eind 15e eeuw gingen Europeanen de wereld verkennen

  • Richting ‘Indië’
  • Ontdekking Amerika

 

Europeanen verbinden via handel verschillende continenten:
wereldwijd handelsnetwerk[DH6] .

  • Landbouwproducten en exotische goederen
  • Mensen

 

Plantage koloniën

 

  • Lokale inwoners, ‘Indianen’, bleken niet geschikt als werkkrachten, vandaar dat er uit Afrika slaven werden gehaald.
  • Transatlantische slavenhandel (16e - 19e eeuw) hing samen met de driehoekshandel.
  • In Europa was er markt voor dingen zoals Tabak, koffie, thee, cacao en suiker.

- Dit werd weer verbouwd door Afrikanen in Amerika.

  • Lucratief (=levert € op), zowel de handel in mensen als de tropische landbouwproducten.

 

 

 

§3 blz 74-75                                                                                           8-2-2016 + 11-2-2016

Renaissance periode 14e-16e eeuw
= de periode volgend op Middeleeuwen + (letterlijk) ‘wedergeboorte’ van GR-cultuur. Soort overgangsperiode va. 1500.

Renaissance staat voor:
periode van veranderingen die vaak al in ME zijn ingezet.
Er is dus geen duidelijk begin en eind.

Veranderingen
Wereldbeeld:
- Letterlijk bredere kijk op de wereld door ontdekkingen
- copernicaans[DH7]  stelsel= ? Planeten (Aarde ook) draaien om de zon.

Mensbeeld:
Nu Carpe Diem= je moet alles uit het leven halen wat je kunt (veel positiever),
en niet meer Momento Mori= hemel na de dood (werd losgelaten).

-Je hoeft jezelf niet meer op achtergrond te plaatsen
- je leeft voor jezelf, niet voor anderen
- je moet je talenten kunnen ontwikkelen

Nog meer veranderingen
onstaan idee Uomo Universale:
ideale mens, die zich zo veel mogelijk ontplooide.

Leonardo Da Vinci
Probeerde antwoorden de vinden, zonder gebruik te maken van de kerkelijke tradities. Hierdoor zat hij in een soort spagaat, want de kerk was ook de enige[DH8]  opdrachtgever.
Hij ging (met de stappen van Socrates) het menselijk lichaam onderzoeken, maar ook dit was verboden van de kerk.
Hij probeerde steeds z’n blik te verbreden en meer te weten te komen.

Kunst:
- Inspiratie vanuit de klassieke oudheid
- Kunstenaar is nu niet meer anoniem
- Kerk is niet meer de enige opdrachtgever.

Wetenschap en uitvindingen:
- nieuwe ontdekkingen + uitvindingen leiden tot wetenschappelijke revolutie.
- nieuw: papier, drukpers, buskruit, kompas.

Ontstaan renaissance
Begon in Italië, 3 redenen:
- mensen zijn ontevreden over de samenleving en willen verandering.
- zichtbare restanten GR-cultuur, erfenissen zijn letterlijk terug te zien.
- via contact met arabische wereld Italië ook bekend met GR-cultuur.

Uitte zich onder andere:
- op de oudheid geïnspireerde bouwkunst.
- onderzoek naar de klassieke bronnen: humanisten.

Humanisme[DH9] = Manier van denken in de Renaissance, ontwikkeling en onderwijs zijn hierbinnen belangrijk, net als deugdzaamheid.

MAAR er is weerstand vanuit de kerk. Waarom?>
Dan is de kerk niet meer opdrachtgever en dan wordt er getwijfeld aan of de kerk wel gelijk heeft.

Opvolgende periode: de barok
de renaissance werd min of meer opgevolgd door de Barok
- veel pracht en praal om de mensen te imponeren en weer in de katholieke kerk te krijgen: contrareformatie. Voorbeeld in boek blz 75.

Geen duidelijke afbakening[DH10] . Van de periode.
Terwijl in Italië de barok begon was er in Noord-Europa nog sprake van de renaissance.

 

 

15-2-2016          Floortje:

Protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in W-Europa tot gevolg had

Humanisme + renaissance

  • Begrippen worden verward, onderscheid:
    - Humanisme> wetenschappelijk: literair en filosofisch
    - Renaissance> artistiek: (bouw)kunst
  • Belangrijk voor humanisten (o.a.):
    - Verstand en vorming (ontwikkeling)
    - Belang van individu
    - Zedelijke opvoeding (je moet je netjes gedragen)
    - Onafhankelijk van kerk onderzoek kunnen doen: kritiek moet mogen.

Almacht van de Rooms-Katholieke Kerk (RKK)
RKK speelde een grote rol in dagelijks leven:

  • Iedereen= katholiek
  • Kritiek mocht níet worden geuit
  • Kerk had veel macht:
    - Grond, rijkdom
    - bezittingen (geestelijke én ‘wereldlijke’)
    - invloed op de wetenschap
  • Onderzoek dat kerkelijke dogma’s (leenstellingen) ondergraaft werd niet getolereerd.
    - Een dogma is een fundamentele bouwsteen en mag nooit betwist of ondergraven worden.

 

 

Kritiek op de kerk rond 1500

  • Groeide
  • Onder andere onder humanisten.
  • Maar ook geestelijken, zoals Maarten Luther.
  • Priesters worden slecht opgeleid. Priester kunnen niet eens goed bepalen waar de bijbel over gaat.
  • Geestelijken gedragen zich niet volgens kerkelijke regels (bijv. paus met gezin, maar mocht helemaal niet trouwen).
  • De keizer mag nieuwe paus kiezen, maar wie is er dan machtiger?
  • Paus gedroeg zich als vorst.
  • RKK was corrupt; misbruik aflaten, mensen bank maken met vagevuur.
  • Bewezen taalfouten in de bijbel (door Erasmus). Dit mocht van kerk niet gepubliceerd worden.

Maarten Luther
Was een monnik en kerkelijk hoogleraar die zich ergerde aan alle misstanden.

  • Op 21 oktober 1517 publiceerde hij 95 stellingen voer wat er mis was in de kerk.
    - Het is een misvatting dat hij de stellingen letterlijk op de deuren van de universiteitskerk ‘spijkerde’.
    - Waarschijnlijk is dit toegevoegd door Melanchton, een medestander van Luther.
  • Zijn doel was:
    een discussie opstarten om de kerk uiteindelijk van binnenuit te hervormen.
    De paus ziet dit echter als een aanval.

Een aantal stellingen van Luther:

  • De geestelijken moeten de bijbel beter lezen: ‘Sola[DH11]  scriptura’: alleen de schrift (bijbel) heeft gelijk.
  • Paus, celibaat, heiligenverering, kloosterorden en een del van de sacramenten zijn overbodig… (het staat namelijk nergens in de bijbel)
  • De mensen moeten de bijbel in de volkstaal kunnen lezen.
  • Onderwijs moest gestimuleerd worden.
  • Niet de paus en de geestelijken waren het belangrijkst, maar god.

 

Tweemaal in de ban (blz. 71)

  • In januari 1521 werd Luther in de ban gedaan door paus> hij behoorde niet meer tot de RKK.
  • In april 1521 deed keizer Karel V hem in de rijksban:
    - Luther werd daardoor vogelvrij verklaart (iedereen mocht hem doden).
  • In het Duitse rijk werd Luther beschermd door de machtige keurvorst van Saksen.

àWaarom wordt hij beschermd door de vorst?:

  • Het lutheranisme was voor de vorsten aantrekkelijk, want:
    - vorst= het hoofd van de kerk (volgens Luther)
    - Vorst mag dus al die bezittingen toe-eigenen.
    - Onderdanen moeten vorst altijd gehoorzamen[DH12] 
  • Vorsten gebruikten Luther’s stellingen om in macht te stijgen. Daarom beschermt de vorst hem.

Bij de hand-outs van 29-2-2016                                  Floortje

De Nederlanden rond 1100

  • De NLen behoorden deels tot het Duitse rijk, maar Vlaanderen was bijv. een Frans leen.
  • Vanaf 14e en 15e eeuw ontstond er een politieke ‘eenheid’ door:
    - Groei steden
    - Hertogen van Bougondië: trouwen+ erfen+ oorlog voeren.

Centralisatie onder de Bourgondiërs

  • Bezit van de Lage Landen:
    macht over een van de meest verstedelijkte gebieden in Europa
  • Steden hadden echter veel zelfstandigheid en privileges waar de vorst zich aan moest houden.

Centralisatie

  • Hertog Filips de Goede voerde een centralisatiepolitiek:
    - Brussel als hoofdstad, waarvandaan wetten en regels werden opgesteld.
    - Aanstellen van stadhouders= plaatsvervangers van heer in een gewest.
    - Aanstellen Staten-Generaal= gezamenlijke vergadering van alle gewesten.
    - Grote raad (=rechtbank).
    - Rekenkamer (belasting innen regelen).

Habsburgse Rijk
in 1477 stierf de laatste Bourgondische hertog. Zijn dochter trouwde met Maximiliaan van Habsburg. Zijn kleinzoon Karel V werd in 1515 heer der Nederlanden.

  • Voerde in 1541 verdere centralisatie in:
    - Raad van State
    - Geheime Raad
    - Raad van financiën
    - Landvoogd(es) als plaatsvervanger in Nederlanden. Samen met de 3 raden vormden de landvoogdes een centrale regering.
  • 1543: alle Nederlanden in bezit, in 1549 Pragmatieke Sanctie:
    Nederlanden vormden één geheel, niet in delen overerfbaar, vormen dus een staatkundige eenheid.
  • Machtsuitbreidingen van Karel V leidde tot botsingen met de adel en de steden.

 

 

(Tweede hand-out gedeelte)

Filips II en Willem van Oranje

  • In 1555 volgde Filips II zijn vader op als heer der Nederlanden en koning van Spanje.
  • Hij was een tegenstander van godsdienstige verdraagzaamheid=
    “Alles wat niet met het protestantse geloof te maken heeft, is niet goed.”
  • Willem van Oranje= een belangrijke stadhouder onder Filips II, van de gewesten: Holland, Zeeland en Utrecht. Hij zei:
    “Misschien moeten we juist wél verdraagzaam zijn…?”
  • Willem was dus juist voorstander van ‘religievrede’, godsdienstige verdraagzaamheid.

Onrust in de Nederlanden

  • 1559: Filips vertrekt definitief naar Spanje.
  • Margaretha van Parma landvoogdes.
  • Er is onvrede in Nederland over:
    1. Economisch ongunstige omstandigheden:
    - hoge belasting
    - armoede
    2. Centralisatiepolitiek
    3. Godsdienstpolitiek
  • Deze 3 zaken zijn de oorzaken van de opstand.
  • Smeekschrift= brief van Margaretha aan Spanje. Zij herstelde de orde samen met de edelen die dat smeekschrift hielpen aanstellen.
  • In april 1566 werd haar het Smeekschrift der Edelen aangeboden
    - Onrust kon worden hersteld als vervolgingen werden opgeschort.
    - Margaretha liet de teugels vieren

Beeldenstorm

  • Protestanten hadden geen kerkruimte, maar ‘kerkten’in het veld: hagenpreken[DH13] .(?)
  • In augustus 1566 geweldsuitbarsting tegen katholieke kerken> domino-effect vanuit Vlaanderen: Beeldenstorm.
  • Met behulp van de lokale edelen wist Margaretha de orde te herstellen, maar de gevolgen waren groot.
  • Filips II is woedend: “Wat krijgen we nu?! Het is de schuld van de edelen (zij hadden de beeldenstorm moeten voorkomen)!” Hij stuurde Alva naar Nederland om alle ketters en alle edelen die de beeldenstorm niet hebben voorkomen te straffen.

Ijzeren Hertog, Alva, een aanleiding van de opstand (oorzaak <aanleiding <gebeurtenis> gevolg)

  • Arriveerde in 1567:
    -
    10000 soldaten
    - Raad van[DH14]  beroerten =de rechtbank die onderzoek deed naar de beroerten (onrust) van de Beeldenstorm en ketters vervolgde.
    - centralisatie> nieuwe belasting: tiende penning.
  • Gevolg:
    - Meer onvrede + verzet
    - Onderdrukking + vervolging van protestanten
    - Centralisatie door Alva
    - Weer nieuwe belastingen

Spaanse furie en Pacificatie van Gent, 1576

  • 1576 muiterij Spaanse troepen=
    Soldaten: “Ja doei, we worden niet betaald. Dus we luisteren niet meer naar onze bevelhebber.”
    ­- Plunderen Vlaanderen en Brabant, dit zijn koningsgetrouwe gewesten.
    - Antwerpen aangevallen
  • Gevolg:
    Pacificatie van Gent= gewesten gaan samenwerken.
    Gesprekken over vrede in de gewesten versneld (ondanks verbod koning).
    Gewesten: “Hoe krijgen we die soldaten zo snel mogelijk weg?”> overleggen.

Bepalingen Pacificatie van Gent:

  1. 17 Nederlandse gewesten verjagen samen de Spanjaarden.
  2. Holland + Zeeland zijn calvinistisch, de rest is katholiek.
  3. Gewetensvrijheid: je mag wél denken/ geloven wat je wil, maar je mag het niet altijd uiten (bijv. schuilkerken in het geheim)

!      Gewetensvrijheid is dus niet het zelfde als geloofsvrijheid! (Snappen).

 

Unie van Utrecht[DH15]  en unie van Atrecht (1579)

 

  • 1579: splitsing binnen geesten die de pacificatie van Gent ondertekenden.
  • In het Zuiden werd de koning herkend, alsmede de nieuwe landvoogd, de hertog van Parma —> unie van Atrecht.

 

  • In het Noorden werd de Unie van Utrecht opgericht.
    - Noordelijke gewesten werkten samen tegen Spaanse koning.

 

  • Parma was succesvol, onderwierp zuidelijke gewesten en belegerde en veroverde steden.
  • Dit verklaart ook een beetje de grens tussen het huidige Nederland en België.

 

1581 Noordelijk gewesten zetten koning Filips af, plakkaat van verlatinge.

Geïnspireerd door calvinisten[DH16] . Dat kun je zien aan:
De stelling van Calvijn zelf: “De vorst moet gehoorzamen aan kerk. Als de vorst z’n werk niet goed doet, mag je hem afzetten.” De Calvinisten voerden dit dus uit.

 

- Gewesten zoeken een nieuwe vorst —> hertog van Anjou?

Broer van Franse koning, geen succes.

- 1584 Willem van Oranje wordt vermoord, dus hij kan ook moeilijk koning worden.

- Gewesten bieden Elizabeth I aan koningin te worden. Gaat ook niet door.

- Gewesten: “Weet je wat? Waarom worden we niet gewoon een republiek…?”

 

Een republiek

 

In 1588 richtten de gewesten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op.

Gewesten zijn soeverein —> oppergezag bij westelijke staten.

Staten-Generaal = vergadering alle gewesten samen, gaat over defensie en buitenlandse zaken.

 

Stadhouder (uit Oranje familie) werd benoemd per gewest, was vooral legeraanvoerder.

De raadspensionaris= voorzitter vergadering, belangrijkste ambtenaar en politicus.

Holland was het belangrijkste gewest (raadspensionaris komt uit Holland).

 

Een bijzonder land

 

Staatkundig bijzonder:

  • Meeste landen in Europa werden bestuurd door een vorst
  • Republiek door burgers (regenten) bestuurd
  • Gewesten en steden zelfstanding (gecentraliseerde eenheidsstaten)
    Dit gaat welk idee tegen? à Die vorsten in de andere Europese landen streefden allemaal naar een gecentraliseerde eenheid. Dat is NL beslist niet met al die 7 gewesten.

 

Economisch welvarend (handel en nijverheid)

 

Cultureel bijzonder:

  • Gewetensvrijheid
  • Kunst (schilderijen)
  • Relatieve drukpersvrijheid

 

Einde opstand

 

Oorzaak:
Spanje kreeg het te druk, want werd van meerdere fronten aangevallen.

Spaanse vijanden gaven van tijd tot tijd hulp aan de opstandige gewesten en later de republiek.

 

Geografisch: nat en drassig, ommuurde steden.

Verdedigers in het voordeel, want als je werd aangevallen, kan je de sluizen openzetten en maakte al dat water het de Spanjaarden lastig. Het enige nadeel was dat je oogst en vee misschien mislukte, maar dat overleefde men wel.

 

Economisch: bankroet Spanje. Nederland: “Waarom stoppen we niet gewoon? Het is alleen maar slecht voor de handel en we gaan toch niet meer terug naar Spanje. We willen vrede.”

 

 

Gevolgen opstand

 

Nederlanden opgesplitst.

  • Noord: Republiek
  • Zuid: Spaanse Nederlanden

 

Oprichting en erkenning republiek

  • 1588 opgericht
  • 1609-1621 (tijdelijke wapenstilstand)
  • 1648 vrede van Münster

 

Calvinisme werd de publieke kerk. (geen staatsgodsdienst)

Gewetensvrijheid = je mag geloven wat je wil, maar voor functies in het stadsbestuur, gewest etc. moet je lid zijn van de publieke kerk.

 [DH1]Welke kenmerkende aspecten?

 [DH2]Meer. Het werkt een soort evenwicht in de hand, maar is later ook oorzaak van conflicten. Door de belastingen uit de steden heeft de heer meer inkomen en kan daardoor een eigen leger hebben en ambtenaren aanstellen à centraliseren.

 [DH2]Meer. Het werkt een soort evenwicht in de hand, maar is later ook oorzaak van conflicten. Door de belastingen uit de steden heeft de heer meer inkomen en kan daardoor een eigen leger hebben en ambtenaren aanstellen à centraliseren.

Centralisatie past weer de privileges aan van de steden of gewesten (in de 16e eeuw één van de oorzaken van de opstand).

 [DH3]Dit paste b.v. bij het nationalisme in Frankrijk tijdens de 100jarige oorlog. Gezamenlijk belang was het verdrijven van de Engelse troepen.

 [DH4]Staatsvorming is ook het letterlijk ontstaan van een staat met afgebakende grenzen, hoofdstad en bestuur. Nationalisme is meer een gevoel.

 [DH5]Welke kenmerkende aspecten bij dit tijdvak?

 [DH6]Welk verband bestaat er tussen slavernij en het netwerk?

 [DH7]Copernicus kwam tot de conclusie dat de planeten, incl. de aarde om de zon draaien. Hij heeft dit berekend en hierover een theorie opgesteld. Later is dit bewezen door Galileo.

 [DH8]Een belangrijke, ,aar zeker niet de enige!

 [DH9]Bepaalde manier van denken in de Renaissance, ontwikkeling en onderwijs zijn hierbinnen belangrijk, net als deugdzaamheid.

 [DH10]Van de periode

 [DH11]Volgens de hervormers was alleen de Bijbel het Woord van God en is deze toegankelijk voor iedereen. De interpretatie van de Paus en de bisschoppen is niet nodig.

 [DH12]Daarom: overgaan tot het Lutheranisme door de vorsten is niet alleen religieus… Politiek is het ook handig door de macht die toe wordt gekend aan de vorst.

 [DH13]Waren preken in de open lucht, b.v. in bosjes (hagen) door de protestanten. Zij konden immers onder het Spaanse gezag niet openbaar naar de kerk.

 [DH14]De rechtbank die onderzoek deed naar de beroerten (de onrust) van de Beeldenstorm en ketters vervolgde.

 [DH15]Hou goed de chronologie en de verschillen tussen de Pacificatie, de Unie van A en de Unie van U in de gaten. Eerst Atrecht, dan Utrecht opgericht.

 [DH16]Waaraan kun je dat zien?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.