Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ges H4, De Romeinen, prf 1+2

Beoordeling 7.6
Foto van Madelief
  • Samenvatting door Madelief
  • 1e klas vwo | 1672 woorden
  • 7 maart 2022
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 4.

Romeinen.

Paragraaf 1.

Wie? Een verdreven koning, zijn vijand, de dochter van de verdreven koning en Romulus en Remus.

Wat? Een koning was verdreven door zijn vijand, zijn dochter raakte zwanger van een tweeling, de tweeling moest gedood worden.

Waar? Bij rivier de Tiber.

Waarom? Omdat…

Wanneer?

Hoe? Mars, de oorlogsgod, had bij de dochter van de verdreven koning Romulus en Remus verwekt. Toen de koning daarvan hoorde, gaf hij een bediende de opdracht om de kinderen te doden. Maar, de bediende liet Romulus en Remus wegdrijven in rivier de Tiber. Ze werden gevonden door een wolvin, die hen met haar moedermelk in leven hield.  De  tweeling doodde de koning en stichtte in 753 v.C. een stad op de plaats waar de wolvin hen had gevonden. Toen kregen ze ruzie over de vraag wie koning mocht worden. Romulus doodde zijn broer en noemde de nieuwe stad naar zichzelf: Rome.

Wie: Romulus

Wat: Het bouwen van Rome.

Waar: Op zeven heuvels bij de Rivier Tiber.

Waarom? Omdat Romulus en zijn tweelingbroer Remus een stad wilde bouwen.

Wanneer? 753 v.C.

Hoe? De dorpen groeiden langzaam naar elkaar toe en vormden uiteindelijk een stadstaat. Rome was in het begin een koninkrijk, maar in 509 v.C. werd de laatste koning van zijn troon gestoten. Rome was vanaf dat moment een republiek. Romeinse mannen mochten voortaan meestemmen en kozen een volksvergadering die de bestuurders aanwees. Rome was geen democratie. De meeste macht was in handen van de senaat.

Wie? De romeinen.

Wat? Oorlog met Carthago.

Waar? Zuid-Italië.

Waarom? Om het gebied te veroveren.

Wanneer? 264 v.C.

Hoe? De Romeinen veroverde Sicilië. De Carthaagse generaal Hanibal vertrok in 218 v.C. uit Spanje voor een aanval op Rome. Hij verraste de Romeinen door meet dan 50 duizend soldaten en een aantal vechtolifanten door de Alpen te trekken. Ze verwoesten grote delen van Italië en versloegen een enorm Romeins leger. Rome ging bijna ten onder, maar overwon uiteindelijk toch. Na drie oorlogen op land en op zee werden de Carthagers in 146 v.C. definitief verslagen. Hun hoofdstad werd verwoest en later als Romeinse stad herbouwd.

De Romeinen breidde hun macht ook uit naar het oosten, waar ze vanaf 146 v.C. Griekenland, Turkije en Syrië veroverden. Ook in West-Europa vergrootte Rome zijn rijk. Vanaf 58 v.C. veroverde generaal Julius Caesar met zijn legioenen Gallië (Frankrijk, België en Zuid-Nederland). Toen Egypte in 30 v.C. was onderworpen, waren alle gebieden rond de Middellandse Zee onder de heerschappij van Rome. De Romeinse veroveringen verliepen vaak gruwelijk. Ze plunderden dorpen en steden, vermoordden verslagen tegenstanders of hakten hun handen eraf. Ook namen ze veel krijgsgevangenen mee. Die konden dan in het leger van de Romeinen vechten.

Wie? De senaat, Octavianus (adoptie zoon Caesar.)

Wat? Caesar werd door de senaat vermoord met 23 messteken, adoptiezoon Octavianus kreeg alle macht door burgeroorlogen,

Waar? Rome.

Waarom? De senaat vermoorde Caesar omdat ze dachten dat ze dan de macht zouden krijgen. Maar, ze vergisten zich. Octavianus kreeg alle politieke macht in zijn handen.

Hoe? Octavianus versloeg in een nieuwe burgeroorlog al zijn tegenstanders. Toen kreeg hij alle politieke macht in zijn handen. Hij maakte een eind aan de republiek in 27 v.C. De senaat bleef bestaan maar had niets meer te zeggen. Octavianus en zijn opvolgers gebruikten de naam Caesar als titel. Hiervan komt het woord keizer, dat we nu gebruiken voor een vorst van een groot rijk. Octavianus kreeg ook de titel Augustus, de Verhevene, omdat Romeinen hem als god gingen vereren. Zo ontstond het keizerrijk.

Wanneer? 2 maanden na de dood van Julius Caesar., 27 v.C.

Wie? Keizer Augustus

Wat? Pax Romana

Waar? Romeinse rijk.

Waarom? Omdat keizer Augustus de organisatie van het rijk verbeterde en zorgde voor rust, orde en vrede.

Hoe? Keizer Augustus regeerde al meer dan 40 jaar. Hij verbeterde de organisatie van het rijk en zorgde voor rust, orde en vrede. Zijn opvolgers breidde het rijk nog verdere uit. In 200 n.C. sterkte het Romeinse Rijk zich uit van Noord-Engeland tot Zuid-Egypte. Het rijk had voor een deel natuurlijke grenzen, zoals te Rijn, de Donau, de Eufraat en de Sahara. In Noord-Engeland liet keizer Hadrianus een lange grensmuur bouwen, de Muur van Hadrianus. De grenzen werden bewaakt tot legioenen. Via de verharde wegen, die de Romeinen in het hele rijk hadden aangelegd, konden soldaten zich snel verplaatsen naar gebieden waar onrust dreigde. Zo zorgde keizers 2 eeuwen lang voor vrede in het rijk, de Romeinse vrede oftewel de Pax Romana.

Begrippen.

 Forum Romanum

Het politieke centrum van het Romeinse rijk was het Forum Romanum, het centrale plein van Rome. Hier stonden overheidsgebouwen, tempels en triomfbogen. Ook werd er markt gehouden.

Republiek: een staat zonder vorst.

Wereldrijk: een groot rijk met meerdere werelddelen.

Imperialisme: Als een staat zijn macht uitbreid over een groot gebied, spreken we van imperialisme.

Gouveneurs: bestuurders.

Overheid: regering.

Burgeroorlogen:

Dictator: Alleenheerser

Paragraaf 2.

Wie? Pompeï.

Wat? Pompeï opgeschrikt door lava uitbarsting.

Waar? Pompeï, Zuid-Italië

Waarom? Omdat de vulkaan uitbarstte.

Wanneer? 24 februari 79 n.C.

Hoe? Pompeï in Zuid-Italië werd in 79 n.C. opgeschrikt door een uitbarsting van de nabij liggende vulkaan Vesius. Eerst kwam er een regen van as en steen. Daarna werd de stad overspoeld door gloeiend hete stromen lava. Alle achtergebleven inwoners stierven door hitte en verstikking. Bijna 17 eeuwen bleef de stad verscholen onder de zes meter dikke laag lava. In de 18de eeuw werd Pompeï opgegraven en teruggevonden. Toen kwam er een complete Romeinse stad tevoorschijn. De huizen zagen eruit alsof de inwoners elk moment weer konden terugkomen. Er werden resten van mensen, dieren en zelfs van verkoolde broden uit ovens gevonden.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Hoe? Pompeï in Zuid-Italië werd in 79 n.C. opgeschrikt door een uitbarsting van de nabij liggende vulkaan Vesius. Eerst kwam er een regen van as en steen. Daarna werd de stad overspoeld door gloeiend hete stromen lava. Alle achtergebleven inwoners stierven door hitte en verstikking. Bijna 17 eeuwen bleef de stad verscholen onder de zes meter dikke laag lava. In de 18de eeuw werd Pompeï opgegraven en teruggevonden. Toen kwam er een complete Romeinse stad tevoorschijn. De huizen zagen eruit alsof de inwoners elk moment weer konden terugkomen. Er werden resten van mensen, dieren en zelfs van verkoolde broden uit ovens gevonden.

In het Romeinse Rijk waren meer dan duizend steden en stadjes. Er was allereerst veel productie in de landbouw en de nijverheid. Daarnaast was er een levendige handel tussen de delen van het rijk onderling en ook met gebieden daarbuiten. De economie profiteerde van de pax Romana, van de goede wegen en van het gemak van het Romeinse geld. Romeinse munten zoals de sestertius en denarius werden in het hele rijk als betaalmiddel gebruikt. Sommige handelaren werden rijk, maar de echte rijken vonden handel toch een beetje minderwaardig. Rijkdom hoorden in hum ogen te zijn gebaseerd op het bezit van landbouwgrond. De meeste mensen woonden op het platteland. De boeren moesten steden voorzien van voedsel. Veel graan voor Rome kwam uit Sicilië en Egypte. Volgeladen schepen brachten het graan en veel andere producten uit het hele rijk aar Ostia, de haven van Rome.

Wie? Rijke, arme en armste Romeinen.

Wat? Sociale verschillen.

Waar? In Rome

Waarom? Omdat de een rijk was en de ander arm.

Wanneer?

Hoe? Rijke Romeinen hadden een goed leven. Ze woonden in prachtige villa’s en paleizen met versierde eetzalen, schitterende zwembaden en weelderige tuinen vol beelden. Ze toonden hun rijkdom aan het volk als ze hun lieten dragen op een stoel, omringd door lijfwachten en de mensen die van hen afhankelijk waren. Rijke Romeinen schepten ook tegen elkaaar op over hun rijkdom, het liefst tijdens overdadige diners bij hun thuis. Ze lieten zich dan liggend op kussens en matrassen door hun slaven bedienen. Ze aten heerlijkheden. Tijdens zo’n urenlange maaltijd traden dansers en danseressen op en werd er flink gedronken. De rijken vormden slechts een kleine bovenlaag in de samenleving. Het overgrote deel van de bevolking had het minder goed. Dit was duidelijk te zien. De hoofdstad had vanaf de 1ste eeuw v.C. een miljoen inwoners waarvan een kwart niet voor zichzelf kon zorgen. Deze Romeinen hadden geen werk of werkten alleen af en toe als sjouwer of als bouwvakkerarbeider. De armste Romeinen hadden het nog slechter. Ze leefden in lemen hutjes. De mensen die het ietsje beter hadden woonden in bakstenen kamertjes. Ze hadden daar niets, bijvoorbeeld geen keuken. Hun warme eten kochten ze in een soort snackbar of bij een grote gaarkeuken. De flats hadden bovendien ook geen stromend water of riolering. De bewoners konden hun uitwerpselen in de kruiken gooien die in de gang stonden.

Wie? De boeren.

Wat? Het leven op platteland.

Waar? Landbouw.

Waarom? Om een nieuw bestaan te beginnen.

Wanneer? 300 v.C.

Hoe? Veel boerengezinnen werden arm doordat de mannen vanwege de vele oorlogen lang weg van huis waren. Ook werd hun land verwoest tijdens de burgeroorlogen. Veel verarmde boeren verkochten hun land aan de rijke families en trokken naar de stad om een nieuw bestaan op te bouwen. Veel boeren zakten daar af tot het proletariaat, de massa die niets bezat behalve de kinderen. Grond was de belangrijkste bron van welvaart. Rijke families lieten hun gronden bewerken door boeren. Andere rijken families hadden latifundia, grote landbouwbedrijven waar slaven werkten.

Wie? De bevolking in Rome.

Wat? Brood en spelen.

Waar? In renbanen en amfitheaters.

Waarom? Om populair te worden en de bevolking te vermaken.

Wanneer? Regelmatig.

Hoe? De bevolking in Rome kreeg regelmatig gratis graan en vermaak. Dit kwam van de autoriteiten. Dit deden ze om het volk rustig te houden en zodat ze populair werden. Zo organiseerde ze bijvoorbeeld paardenwedstrijden in renbanen en ander vermaak in amfitheaters zoals het Colosseum, dat keizer Vespasianus in de jaren 70 liet bouwen. Er waren allerlei spectaculaire shows. Het populairste waren de gevechten tussen de gladiatoren. Deze zwaardvechters waren meestal krijgsgevangenen en opgeleid om elkaar voor publiek tot de dood te bevechten. Als een verliezer nog leefde, kon het publiek aangeven of hij alsnog moest sterven. Sommige gladiatoren werden rijk en beroemd.

Wie? Slaven.

Wat? Er waren veel veroveringen in de 1ste eeuw v.C.

Waar? In het Romeinse Rijk.

Waarom? Door de veroveringen.

Wanneer? 100 v.C.

Hoe? Door de veroveringen waren er vooral in de 1ste eeuw v.C. veel slaven in het Romeinse Rijk. Krijgsgevangenen werden als slaven verkocht en massaal tewerkgesteld in de landbouw, mijnen en steengroeven. Ze werden vaak als beesten behandeld. Ze waren kansloos omdat ze geen steun van de vrije bevolking kregen. Alle slaven waren rechteloos, maar sommige werden goed behandeld. Een klein aantal werkten in de huizen van de rijken. Hoogopgeleide Griekse slaven werkten bijvoorbeeld als leraar of boekhouder. Een deel kon zo geld verdienen om zich vrij te kopen.

Bron: Geschiedenis Werkplaats 1 VWO (derde editie)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Madelief