Burgers & Stoommachines

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1626 woorden
  • 3 juni 2021
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De wereld in de tijd van de burgers en stoommachines 

  • 8.1 De industriële revolutie 

‘De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.’

 

Opkomst Engeland:

Oorzaak:

    • Grootgrondbezitters namen de gemeenschappelijke gronden in bezit en voegden dit land samen en plaatsten er heggen omheen. Dit zorgden voor efficiëntere arbeid en de opbrengst groeide waardoor ook de bevolking. → dit is de agrarische revolutie.  
    • Contact met andere landen zorgt voor meer diverse voedsel, men wordt ouder en kindersterfte neemt af waardoor bevolkingsgroei.
    • Er kwamen nieuwe landbouwtechnieken, waardoor efficiënter werken, waardoor arbeidskrachten op zoek naar werk sinds er genoeg mensen op het land waren.  
    • Agrarische revolutie 

 

  • Snelle bevolkingsgroei

 


Gevolg:

  • Een leger arbeidskrachten op zoek naar werk buiten de landbouw. 
  • Hogere levensverwachting, bevolkingsgroei wat zorgt voor groeiende arbeidspotentieel. 
  • Transportrevolutie welk zorgde voor urbanisatie welk zorgde voor ontstaan van een kapitalistische samenleving. 

 

→ De industriële revolutie is geen revolutie sinds het zich over een lange tijd heeft opgebouwd maar sinds het zo’n gigantische impact heeft gehad noemen we het wel zo. 

→ Het viel min of meer samen met de democratische revolutie in Amerika. 

 

Vooruitgang van de mens 

Verbeterde landbouwtechnieken → grotere oogsten → Toename van de bevolking → grotere vraag naar grondstoffen en nijverheidsproducten → mechanisatie en industrialisatie → en weer terug naar verbeterde landbouwtechnieken.

 

Industriële samenleving is een samenleving waarbij de bevolking snel toeneemt. 

 

Probleem: om 1 wever aan het werk te houden waren er 8 spinners nodig.

Oplossing: de spinning Jenny, (+schietspoel) met 8 draden kon je dan weven. 

Gevolg: einde huisnijverheid. 

Gevolg 2: de waterframe werd uitgevonden, dit is een spinmachine die dmv een waterrad werd aangedreven en had de productie van tweehonderd spinners.

Probleem: Soms stond het water te hoog of te laag of kwam er een boomstam tussen waardoor het niet meer werkte. 

Oplossing: James Watt verbeterde de stoommachines waardoor met stoom aangedreven fabrieken door het hele land gevestigd werden. 

Gevolg: Engeland werd het grootste im-en exporterende land ter wereld en had een voorsprong op industrieel gebied. 

 

Fossiele brandstoffen 

→ Vergrote vraag naar fossiele brandstoffen die de vraag naar biologische brandstoffen overnamen. 

→ Fossiele brandstoffen maakte het mogelijk en noodzakelijk om nieuwe manieren van produceren en reizen werkelijkheid te maken. 

Gevolg: men reist sneller dus informatie verspreidt sneller. 

Stoom→ electra→ verbranding→ fossiele brandstoffen

 

Handel

Katoen wordt geïmporteerd uit agrarische landen → naar Engeland → katoen werd verwerkt in stoffen → opnieuw verkocht in diezelfde landen.

Adam Smith streeft voor:

-onbelemmerde handel.

-vrij zijn om diensten aan te bieden, of mensen in dienst nemen. 

-Geld verdienen aan een kanaal aanleggen dmv tolheffing 

 

De overheid

-Zorgt voor wegen, spoor en telegrafie kabels.

-Zorgt voor gelijke maten en gewichten

-Zorgt voor zorg dragen voor de volksgezondheid en onderwijs. 

 

Industrieën tot bloei 

→ eerst werd houtskool veel gebruikt om ijzererts mee te winnen → houtskool raakt op vanwege ontbossing → toen op zoek naar steenkool → was moeilijk uit de aarde te halen maar dmv de stoompomp gedreven door steenkool kon het gedaan worden → veel vraag naar steenkool door de textielindustrie → bracht de machine-industrie tot bloei → en de ijzerindustrie en steenkoolwinning sinds de stoommachines van ijzer waren. 

 

→ een dicht spoorwegnet samen met kanalen en fabrieken zorgde voor de stedengroei.

→ ontstaan nationale markteconomie en landbouwstedelijke samenleving verandert naar een industriële samenleving. 

 

James Watt (1736-1819)

uitvinder verbeterde stoommachine. 

 

  • 8.2 politiek-maatschappelijke stromingen 

‘De opkomst van politiekmaatschappelijke stromingen; nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme. 

 

→ nederlaag napoleon → machtsevenwicht tegen Frankrijk → Nederland en België bufferstaat, Noord-Italië en Oostenrijk samen, Noord Rijnland Westfalen en Pruisen samen  → monarchie en adel kwam weer aan de macht → democratische revolutie in de 18e eeuw zorgde voor het feit dat het volk niet genegeerd kon worden → ontstaan nieuwe politieke stromingen → tegen de autoritaire orde verzetten.

 

Liberalisme 

Oorsprong:

Erfgenamen van de gematigde burgerij (men tussen arbeid en adel in.) 

-Grondwet die macht van de koning beperkte en burgerrechten garanderen. 

-Met volksvertegenwoordiger. 

-Vrijheid van het individu, qua bezit, qua handel etc.

Politiek:

  • grondwet
  • beperkte macht van de koning
  • garantie van burgerrechten

Economie: 

  • particulier bezit
  • vrijhandel

Cultuur:

  • geen censuur
  • tolerantie

Grondleggers: 

-John Locke

-Voltaire

-Adam Smith

Zaken van algemeen nut:

→ Financiën, buitenlandse zaken, veiligheid → defensie, justitie en politie. 

→ we kregen een nachtwakersstaat 

 

Nationalisme 

→ na napoleontische invasies kwam nationalisme op → veel liberalen waren eerst nationalist → keren tegen autoritaire monarchieën → Bismarck bedacht zich dat hij het nationalisme TEGEN het liberalisme kon gebruiken → 1900 extreme nationalisme. 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

→ na napoleontische invasies kwam nationalisme op → veel liberalen waren eerst nationalist → keren tegen autoritaire monarchieën → Bismarck bedacht zich dat hij het nationalisme TEGEN het liberalisme kon gebruiken → 1900 extreme nationalisme. 

 

Politiek:

  • eigen natiestaat 

Cultuur:

  • gedeelde taal
  • eigen cultuur
  • eigen geschiedenis 

Grondleggers: 

-Johann Gottfried

→ beweging van de burgerij 

 

socialisme 

→ beweging van de arbeiders → gelijkheid en gelijkwaardigheid

→ staat beheert alle kapitaalgoederen → opbrengst hieruit wordt verdeeld over bevolking → economische nivellering → god is goed → anti-nationalistisch  

Grondleggers:

-Marx 

 

Fjodor Dostojevski (1821-1881)

Een schrijver die het nationale gevoel versterkte 

 

  • 8.3 democratisering 

‘voortschrijdende democratisering. met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces.’ 

 

→ 1848 revolutiejaar → door aardappelziekte werd eten heel duur → economische ontwikkeling stopt en men is ontevreden → toen kwam de grondwet verandering 

 

‘heerschappij van de domme menigte.’ 

 

-progressief liberaal 

-conservatief liberaal = oude stempel, nachtwakersstaat

-confessioneel = god gelovige mensen.   

 

→ na napoleons vertrek kwam Willem 1 als koning → er kwam een grondwet en een parlement, maar die had niks te zeggen → alleenheerser → parlement werd dan ook benoemd en niet gekozen → Nederland en België bufferstaat tot 1830 → België was niet oké met Willem → Nederland bijna failliet door zijn uitgaven → toen kwam liberalisme tot leven → koning maakte zelf een liberale grondwet → Willem 2 werd van conservatief in 24 uur liberaal omdat Nederland opstandig werd → hij liet een nieuwe grondwet schrijven → parlementair stelsel → eerste kamer door provinciebesturen gekozen → tweede kamer door de burgers → regering alleen besturen dmv kamermeerheden 

 

→ Nederland alsnog niet democratisch → stemmen zat verbonden aan kiesrecht → men die zelfstandig en rationeel kan denken → liberalen domineerde hierdoor lang de politiek → vanaf 1870 kwamen socialisten en linkse liberalen met kiesrechtuitbreiding → grondwetswijziging → en daarvoor ⅔ mee eens voor nodig wat dus niet lukte → lukte wel in 1887 maar beperkt → in 1890 wilde linkse liberalen meer kiesrechtuitbreiding, om de arbeiders voor zich te winnen → ze vonden dat er groepsegoïsme was 

 

→ rond 1900, 3 partijen:

-linksliberale → VDB vrijzinnige democratische bond, voor algemeen kiesrecht onder leiding van Aletta Jacobs → in 1901 mocht de helft van de mannen stemmen 

-socialisten → sociaal democratische arbeiderspartij SDAP. 

-ARP anti revolutionaire partij, confessionelen. 

 

In 1918 mochten alle mannen stemmen en vrouwen hadden passief recht dus moesten gekozen worden.

1922 algemeen kiesrecht.

 

Aletta Jacobs (1854-1929) 

Eerste meisje op de hogere school en eerste meisje universiteit student en eerste meisjes arts. Daarna kiesrecht strijder. en eerste vrouwelijke kamerlid. 

 

  • 8.4 de emancipatiebeweging 

‘De opkomst van emancipatiebewegingen’ 

 

Kiesrechtuitbreiding → bevorderde opkomst van emancipatiebewegingen 

Confessionalisme 

Komen op voor de rechten van gelovigen, voornamelijk katholieken en protestanten. → ze waren bang door achteruitgang christendom en scherpe klassentegenstellingen.

 Politiek:

  • Tegen liberale scheiding van god en staat 

Sociaal

  • Bang dat de arbeiders zich gaan scheiden van god

Cultuur:

  • geloof
  • christelijke samenleving met harmonische samenwerking tussen werkgevers en werknemers. 

-Calvinisten en katholieken van oudsher vijand maar vonden elkaar bij de strijd tegen het liberalisme → ze streefden samen naar gelijkberechtiging in theorie waren ze dat maar in realiteit waren ze gewantrouwd en achtergesteld. 

-Orthodoxe protestanten begonnen zich achtergesteld te voelen ← door het gewone kerkvolk ← omdat hun meer vervreemd werden van het idee van wonderen en god nu zagen als het voorbeeldige mens. → in de ogen van de liberale burgerij waren hun ideeën bekrompen en stonden ze de vooruitgang in de weg. 

 

-Liberalen dachten door goed openbaar onderwijs armoede, bijgeloof en achterlijkheid vanzelf weg zou gaan → irritatie omdat confessionele eigen scholen gingen stichten → sinds de nieuwe grondwet mocht dat, vrijheid van onderwijs → de confessionelen moesten de scholen zelf betalen wat te doen was met simpele lessen → in 1878 verhoogde de liberalen de kwaliteitseisen van het onderwijs → openbaar onderwijs kreeg vergoeding ← de speciale scholen niet ← samen met neerbuigendheid van het liberalisme en deze stunt kwamen de confessionele in protest ← protestanten starten de: ARP anti revolutionaire partij ← ze kregen het voor elkaar de liberalen uit de regering te stemmen ← noch kregen ze niet evenveel geld dit gebeurde pas na de eerste wereldoorlog ← dit heet de schoolstrijd 

-er kwam veel verzuiling. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen. 

 

→ rond 1900 komt het feminisme op, dubbele seksuele moraal wat mannen vrijheid gaf maar vrouwen kuisheid. 

samen met de confessionele gezorgt voor seksuele moraal voor iedereen ging gelden.

→ eerste feministische golf is wettelijke gelijkheid, scholing, sexueel moraal, erfrecht, vrouwenrecht, juridisch gelijk.

→ tweede feministische golf, hogeschool, kiesrecht, de pil etc.

 

→ wanneer de arbeiders ook zouden mogen stemmen zouden ze ook voor vrouwenkiesrecht zijn. 

→ civil society, hulp verlenen aan elkaar. ← confessionele

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.