Hoofdstuk 4 De Verlichting en Revoluties

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 3438 woorden
  • 11 februari 2021
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

EXAMENKATERN HISTORISCHE CONTEXTEN HOOFDSTUK 4: DE VERLIHCTING EN REVOLUTIES (1650-1848)

Paragraaf 4.1: De Verlichting (1650-1789)
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?

De Duitse filosoof Immanuel Kant noemde de verlichting ‘de bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is’. Onmondigheid is volgens Kant het onvermogen je verstand zonder leiding van anderen te gebruiken. Hij is helemaal fan van ‘Durf te weten’. Dat is een beetje het motto van de verlichting.

In de middeleeuwen was het denken ondergeschikt aan geloof en traditie maar vanaf 1650 kwam de verlichting inhaken en werden oude inzichten meer ter discussie gesteld. Het empirisme en rationalisme kwamen op en vonden beiden dat traditie en geloof echt bullshit waren en mensen gewoon moesten nadenken met hun teringkoppen. Zij waren helemaal voor waarneming en rede.
Het empirisme vindt dat kennis voorkomt uit ervaring en waarneming. Het rationalisme vindt dat de rede, aka het menselijk denkvermogen, de grootste bron van kennis is. Tijdens de verlichting werd eigenlijk alles wat in de middeleeuwen een ding was, zoals religie, gewoon van de tafel geschoven en gingen ze diepzinnig nadenken over alles. Veel verlichte denkers vonden de standenmaatschappij echt ruk en hadden een schijthekel aan het absolutisme. Ze streden tegen godsdienstige intolerantie en kerkelijke dwang. Ze waren voor de onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. Je denkt nu misschien wel dat de vorsten minder macht hadden maar hahaha sike hun macht was juist uitgebreid en gecentraliseerd. Absolute vorsten zoals Lodewijk XIV rechtvaardigde dit met het lulpraatje ‘droit divin’ wat inhoudt dat ze zogenaamd de macht hadden gekregen van God want God vond het ook zo extreem belangrijk dat de Franse vorst mooie pruiken had en leuke theaterstukjes kon bekijken. Daarom hoefde koningen eigenlijk niks te doen wat in de wet stond.

De Engelse filosoof John Locke schreef dat iedereen gelijk en vrij geboren was en dat ze het recht hebben om hun leven, gezondheid, vrijheid, en bezit te verdedigen. De macht van de staat was volgens Locke gebaseerd op een sociaal contract. Dit contract was basically dat het volk een deel van hun vrijheid afstonden en de overheid hun leven, bezit, en vrijheid moest beschermen. Als de regering dit niet deed dan mocht het volk een andere regering kiezen. Als de vorst een tiran was mochten ze hem zelf met een opstand afzetten. Super rebels. Locke vond de constitutionele monarchie die in Engeland een ding was echt helemaal denderend. Hij was heel erg voor de scheiding van kerk en staat.
Frans-Zwitserse denker Jean-Jacques Rousseau vond dit sociaal contract gezeik ook. Volgens Rousseau was het volk ook soeverein en moest de staat de wil van de samenleving vertegenwoordigen.

Verlichte denkers waren overtuigd dat de maatschappij door het gebruik van rede verbeterd kon worden. Tegenstellingen tussen verlichte denkers werden wel steeds duidelijker. Je had twee soorten verlichte denkers. De eerste waren basically de denkers die een beetje een compromis zochten dus evenwicht zochten tussen traditie en rede. De tweede waren tering radicaal en wilde alle traditie helemaal verneuken. Deze radicale denkers vonden dat alle mensen dezelfde behoeften hadden en dezelfde rechten moesten hebben. Dus fuck de standenmaatschappij. Ze vonden racisme ook echt niet cool en als bussen bestaan hadden waren ze zeg maar niet opgestaan, want iedereen moest gelijk behandeld worden. De radicale denkers wilden een democratie. (eigenlijk is dit voor ons doen helemaal niet radicaal maar super standaard lmao).

Tot de 17e eeuw waren mensen helemaal lyrisch over God maar toen kwamen de natuurwetten even ingeknald en begonnen mensen toch te twijfelen.
Voltaire, een Franse schrijver, meenden dat de natuurwetten het bewijs waren dat God de wereld ingenieus had gemaakt. Mensen die dit ook vonden heetten deïsten. Basically vond Voltaire dat God de wereld gemaakt had maar daarna eigenlijk zich geen fuck meer bekommerde om wat er gebeurden en het allemaal maar liet gebeuren zonder bemoeienis. Hij vond dat de standenmaatschappij gewoon zo hoorde want God had het zo bedacht. Hij vond dat het goed was dat geloof niet werd afgedwongen omdat de angst voor Gods oordeel ervoor zorgde dat mensen niet in opstand kwamen. Hij vond ook dat 90% van de bevolking eigenlijk te dom was voor de verlichting. Hij klinkt echt als een gezellige gozer waarmee je wel een beschuitje wilt eten, jezus. Hij was een gematigd verlicht denker.
Spinoza, Nederlandse filosoof, vond dat God en natuur hetzelfde waren. Het geloven in wonderen was gewoon dom en geloof dat in strijd ging met de rede was gewoon echt bullshit. De mens moest van Spinoza afgaan op eigen verstand. Spinoza was echt een hottopic in de radicale verlichting.
Kant vond dat puur rationalisme leidde tot waanideeën en immoreel gedrag. De rede moest dan ook worden aangevuld met ervaringen en morele normen. Hij vond ook dat er een universele morele wet is waaraan iedereen zich moest houden.
Toen de verlichting begon was net al dat godsdienstoorloggezeik afgelopen. Daarom vonden verlichte denkers dat mensen hElEmAaL hUnZeLf MoEsTeN zIjN en individuele vrijheid en tolerantie was belangrijk.

Sommige Europese heersers vonden deze verlichting wel prima en gingen een beetje meedoen. Zoals Pruisische koning Frederik II, en keizer Jozef II van Oostenrijk. Ze geloofden niet dat ze hun macht van God hadden gekregen maar zagen zichzelf als dienaren van het algemeen belang. Ze vergrootten de persvrijheid en waren over t algemeen gewoon wat meer tolerant. Maar alsnog waren ze absolute vorsten en bestond de standenmaatschappij nog steeds. Dit heet het verlicht absolutisme. De Franse vorsten waren echt pussy’s en verboden alles wat het ancien regime (letterlijk vertaald “oud bestuur”) bekritiseerde. Voltaire’s en Rousseau’s boeken werden bijvoorbeeld verboden en ze moesten beiden ook vluchten omdat ze anders in de gevangenis geflikkerd werden. Maar lmao fuck de censuur want Nederland ging gewoon hun boeken printen en naar Frankrijk smokkelen. De radicale verlichting werd best populair wat logisch is want rebelse opstanden komen er bijna aan oeh spannend actie want dit filosofische gelul is saai. Door de verspreiding van de verlichtingsideeën werd politiek ook meer n ding voor het volk.

Paragraaf 4.2: De Franse Revolutie (1789-1815)
In welke mate is de Franse revolutie verlicht te noemen?

Lodewijk XIV kwam in 1774 aan de macht in Frankrijk en fuckte alles op waardoor Frankrijk in een crisis terecht kwam. Zoals ik in de vorige paragraaf zei probeerde Franse koningen de verlichting te onderdrukken maar dat ging niet top want de verlichting ging best lekker. Rijke burgers waren ontevreden omdat ze graag politieke invloed wilden. Arme burgers wilde eigenlijk gewoon geen arme burgers zijn met een kutleven. Deze arme burgers moesten namelijk belasting betalen maar de adel en geestelijken niet. De staatsschuld liep ook steeds hoger op. Om uit deze schulden te komen riep Lodewiekje de Staten-Generaal bijeen. Dit was de eerste keer sinds 1614 dat de Staten-Generaal weer een theekransje mochten houden.

De verkiezingen voor de Staten-Generaal gingen er echt wild aan toe. De adel en geestelijken waren echt teringlijers die vonden dat elke stand evenveel vertegenwoordigers kregen, ondanks dat de derde stand echt zoveelteringmeer mensen dr in had. Er was veel gezeik en de koning vond dat allemaal ruk dus gaf hij de derde stand evenveel zetels als de geestelijkheid en adel samen. Van februari tot en met april 1789 werden de verkiezingen gehouden. In de derde stand werden vertegenwoordigers gekozen in meerdere stappen. Eerst werden er mensen gekozen per wijk in de steden, daarna werden een paar van deze mensen per stad naar de regiovergadering gestuurd, en die afvaardigde dan leden van de Staten-Generaal. Tijdens de kiesvergaderingen van de stad werden ook cahiers de doléances (klaagbrieven) opgesteld, op verzoek van Lodeweik want hij wilde weten wat er allemaal over gezeikt werd. Deze klaagbrieven waren niet heel top want vrouwen hadden geeneens inspraak en mannen onder de 25 ook niet. Oh en je moest ook belasting betalen om inspraak te hebben en dat hadden veel arme boeren niet dus ja. Vooral de wensen van de bourgeoisie, aka rijke derde stands mannen, stonden in deze klaagbrieven. Kort samengevat wilde het volk minder macht voor de vorst, een nationaal parlement, en burgerlijke vrijheden (godsdienst en meningsuiting). Velen wilden ook de privileges afgeschaft hebben van de adel en geestelijkheid.

Op 5 mei 1789 kwam de Staten-Generaal bij elkaar. Was echt een heeeel groot theekransje met duizenden mensen. De koning wilde elke stand één stem geven, maar ja dit was echt kansloos want de geestelijken en adel waren het basically met elkaar eens op elk vlak dus de derde stand had echt 0 kans op meerderheid. De derde stand wilde dus dat er gestemd werd per individu. De koning wilde dit niet dus de derde stand was van ‘joejoe we gaan onze eigen club oprichten’. Dit werd de Nationale Vergadering. De koning vond deze club stom maar toen sloten geestelijken en edelen zich ook aan en erkende hij het maar. Tijdens de vergaderingen braken er opstanden uit in Frankrijk van de arme burgers. De Nationale Vergadering vond dit spannend en besloot maar even vaart dr onder te zetten. In de nacht van 4 op 5 augustus (super stoere nachtbrakers dit) werden de standen en privileges opgeheven. Drie weken later nam de Nationale Vergadering de Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger aan. De staatsschuld loste ze af door kerkelijke landerijen in beslag te nemen en daarna te verkopen. Dit was eigenlijk nog steeds niet heel veel verbetering voor de arme burgers. De bourgeoisie was eigenlijk de enige die echt profiteerde van deze veranderingen. Jean le Chapelier stelde voor om alle gilden, vakbonden, en stakingen te verbieden. Dit werd een wet, omdat de Nationale Vergadering vooral een fuck gaf om de vrijheid van ondernemers en niet om de vrijheid van vereniging en vergadering van arbeiders.

De Nationale Vergadering wilde van Frankrijk een constitutionele monarchie maken. Lodewaiek vond dit niet leuk. In oktober 1789 werd hij gedwongen Versailles te verlaten en intrek te nemen in het Tuilerieënpaleis in Parijs. Nou Loederwijk vond dit niet heel leuk en besloot sneaky weg te vluchten in juli 1791. In een koets vluchtte hij naar de Zuidelijke Nederlanden, die toen bij Oostenrijk hoorden. De keizer van Oostenrijk was namelijk de broer van zijn bitch Marie Antoinette en Loederwicht hoopte dat de keizer hem ging helpen met de revolutie terugdraaien. Vlak voor de grens, bij Varennes, werd hij herkend tho en teruggevoerd naar Parijs. Veel Fransen vonden Legowijk een beetje een teringlijer nu, maar de Nationale Vergadering vond nog steeds dat een constitutionele monarchie de beste optie was. De vergadering stemde voor een wet waarin de koning de uitvoerende macht hield maar gecontroleerd werd door de Wetgevende Vergadering, die gekozen zou worden met censuskiesrecht.

Deze Wetgevende Vergadering trad aan op 1 oktober 1791 en bestond vooral uit ontwikkelde burgers. Door het censuskiesrecht waren arbeiders en boeren amper vertegenwoordigd. Vanaf het begin was de Wetgevende Vergadering politiek verdeeld. Sinds 1789 waren er politieke clubs gevormd met afdelingen in het hele land. De grootste waren de Jacobijnen. Zij vonden de constitutionele monarchie ruk en wilde een tweede revolutie die zou leidden tot het oprotten van de monarchie. Door het toenemende wantrouwen naar de koning toe groeide de Jacobijnen wel lekker. In 1792 raakte Frankrijk in oorlog met Oostenrijk en Pruisen en werd de positie van de koning een beetje tja niet echt top. Op 10 augustus begon de tweede revolutie. De Jacobijnen namen het stadsbestuur van Parijs over en gaven wapens aan een menigte die het Tuilerieënpaleis bestormde. Nou ze gingen massaal soldaatje spelen met de verdedigers van dat paleis maar verassing! de rebelse Jacobijnen wonnen. De koning werd gearresteerd en in een cel gegooid met zn bitch en koters. De Wetgevende Vergadering hief zichzelf op en met een algemeen mannenkiesrecht werd een nieuw parlement gekozen: de Nationale Conventie. Op 21 september 1792 riep deze Conventie de republiek uit. Het Comité van Algemeen Welzijn, een groep parlementsleden, vormde de regering. Alle adellijke titels vervielen en iedereen was gewoon burger. Loederwijf werd Lodewijk Capet, want hij was ook burger. In het Tuilerieënpaleis werden brieven van Luiderwerk gevonden die bewezen dat hij hulp had gezocht in het buitenland. Nou er was een grote rechtszaak en gezeik en hij werd schuldig bevonden aan hoogverraad dus heuy hij werd onthoofd op 21 januari 1793.

De revolutie werd steeds radicaler. Gematigde Jacobijnen, Girondijnen genoemd, werden uit de Jacobijnenclub (no joke dit staat serieus in het boek lmao jacobijnenclub wat is dit, groep 4?) gezet. Ze werden ook verjaagd uit de Nationale Conventie. Het Comité van Algemeen Welzijn kwam onder leiding van Robespierre. Hij gaf de opdracht aan de rechtbanken om elke ‘vijand van de algemene wil’ te onthoofden. Nou jaarlijks gingen dr echt tienduizenden ‘volksvijanden’ dood want guillotine’s waren echt in. Robespierre liet ook andere radicalen die hij niet vertrouwde onthoofden maar ja karma is a bitch dus hij belande zelf ook onder de guillotine. De Girondijnen namen daarna de macht over en stopte al deze chaos. In 1795 kwam een grondwet tot stand die de democratie beperkte. Het parlement ging bestaan uit 2 kamers die gekozen werden via een ingewikkeld kiesstelsel met censuskiesrecht. De uitvoerende macht kwam in de handen van vijf directeuren, het Directoire, die door het parlement benoemd werden. Maar de chaos ging door tot onze bitch Napoleon in 1799 een militaire staatsgreep deed. In 1804 kroonde hij zichzelf als keizer, vieze narcist. Ondanks dat hij keizer was hield hij zich wel aan een heleboel verlichting en revolutie idealen. De gewijzigde grondwet van de Girondijnen bleef in stand en hij liet nationale wetboeken maken, zoals de Code Napoleon (no joke deze dude hield meer van zichzelf dan Kanye van Kanye houd). Toen Napoleon andere delen van Europa ging veroveren werden de Napoleontische wetboeken ook daar ingevoerd.

 

Paragraaf 4.3: Na Napoleon (1815-1848)
Welke invloed had de verlichting op de politieke cultuur na 1815?

Het Congres van Wenen duurde van 1814 tot 1815. Vertegenwoordigers van ruim tweehonderd Europese staten, staartjes, en vorstenhuizen waren aanwezig. Grote mogendheden maakte afspraken over de naoorlogse orde. De revolutionaire en Napoleontische oorlogen hadden veel opgefuckt en mensen wilden graag stabiliteit (me @ mijn mentale gezondheid). De geallieerde mogendheden Rusland, Groot-Brittannië, Pruisen en Oostenrijk zorgde voor stabiele orde. Na 1815 was er een eeuw wel vrede. De situatie van voor de Franse Revolutie werd zoveel mogelijk hersteld en de politieke gevolgen van de verlichting werden zoveel mogelijk ongedaan gemaakt. Frankrijk kreeg weer een koning, een broer van Loederwijk XVI. Het was alsnog een constitutionele monarchie met een parlement en burgerlijke vrijheden, maar deze waren wel beperkt. Het parlement had weinig macht en vooral de derde stand werd weinig vertegenwoordigd. Frankrijk werd ook weer teruggebracht naar de grenzen van 1792.

De samenwerking van de Europese mogendheden werd het Concert van Europa genoemd. Dit waren Groot-Brittannië, Pruisen, Oostenrijk, Rusland, en Frankrijk. In 1822 hielden ze een congres in Verona. De situatie in Spanje werd het hot topic van dit congres. In 1812 had het Spaanse parlement namelijk een grondwet ingesteld die persvrijheid en afschaffing van de privileges had gefixt. Na de nederlaag van Napoleon in 1814 beloofde de koning zich aan deze grondwet te houden, maar je raad het al dat deed ie niet. Hij herstelde het absolutisme en de standenstaat, maar in 1820 dwongen militairen hem om de grondwet weer te aanvaarden. In Verona waren Frankrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen het eens dat er iets gedaan moest worden. Ze vonden dat Spanje het ‘hoofdkwartier’ van het jacobinisme was en dat heel Europa bedreigd werd. De Russische Tsaar bood aan een shitload aan Russische militairen te sturen naar Noord-Italië om op te kunnen treden als het nodig was, maar Frankrijk wilde geen Russen in West-Europa. Frankrijk mocht het dus eigenlijk zelf gaan oplossen. Groot-Brittannië vond dit allemaal niet top omdat ze zelf net zoals Spanje een constitutionele monarchie hadden. Ook vond Groot-Brittannië dat de landen in Midden- en Zuid-Amerika erkend moesten worden na hun onafhankelijkheid van Spanje. De andere landen vonden dit niet en vonden dat Spanje die landen gewoon terug moest krijgen. In 1823 trok Frankrijk Spanje binnen en versloeg de troepen van de regering. De koning kwam weer aan de macht. Na deze invasie publiceerde een Britse krant het ‘geheime Verdrag van Verona’ waarin stond dat Frankrijk, Rusland, Pruisen, en Oostenrijk afgesproken hadden om in heel Europa een einde te maken aan de persvrijheid. Ook stond hierin dat de landen samen met de paus de macht van de kerk weer wilden versterken. Dit ‘Verdrag van Verona’ was eigenlijk gewoon bedacht en heeft nooit bestaan, maar veel kranten namen het over en het droeg bij aan het verzet tegen de restauratie (dit is de herstelling van het bestuur zoals het voor de revoluties en verlichting was).

Er ontstonden als reactie op de restauratie verschillende politieke stromingen.
Het liberalisme wilde een constitutionele monarchie met persvrijheid, vrijheid van godsdienst, en andere burgerlijke vrijheden. Ze waren wel voor censuurkiesrecht, want de bezitloze massa was te dom ofzo. Ze wilde wel gelijke rechten voor iedereen (??? beetje tegenstrijdig).
Het socialisme legde de nadruk op het gelijkheidsideaal. Ze wilde ook sociaaleconomische gelijkheid. Dit wilde ze doormiddel van een sterke staat die de verschillen in bezit en inkomen verkleinde. Zij wilde algemeen mannenkiesrecht.
Het nationalisme ontstond als resultaat van het denken over volkssoevereiniteit. Het idee was dat burgers verbonden waren door taal, cultuur, en verleden. Nationalisten wilden de eenheid van het volk versterken. Ze streefden naar een natiestaat, dus het volk verenigd in één staat. Het nationalisme leidde in landen die een natiestaat waren tot vergroting van de eensgezindheid onder het volk. Volkeren zonder eigen staat gingen zich meer verzetten tegen de restauratie.

Machthebbers probeerde dus verlichte ideeën te onderdrukken maar dit ging nog steeds niet top. In juli 1830 brak er een revolutie uit in Parijs. Dit gebeurde omdat de koning het kiesrecht weer beperkt had tot de adel en de persvrijheid had afgeschaft. Een liberale krant riep het volk op om in opstand te komen en dat deden ze met behulp van leuke barricades bouwen van meubels. De liberale leiders wezen een nieuwe koning aan, een liberale hertog van Orléans.
Een maand later brak er een opstand uit in het zuidelijke deel van Nederland, in België dus. Daar waren ze boos op de ‘Hollandse’ koning. De Belgen vonden dat ze te weinig invloed hadden en wilde gewoon een beetje hun eigen ding doen. Eind augustus gingen ze allemaal opstandelijk doen in Brussel en in steden/delen van Wallonië. Willem I stuurde het leger erop af. De opstandelingen vormden een regering die de onafhankelijke staat België uitriep. Na verkiezingen vormden ze een constitutionele monarchie. Ondertussen was Willem I gewoon van ‘yo faka kill wat is dit doe even niet hallo’ en riep hij hulp van andere mogendheden. Deze mogendheden hadden een beetje schijt aan Willem. Het Belgische parlement koos de Brits-Duitse prins Leopold, zwager van de Britste koningin (want ze wilde Engeland te vriend houden <3), als koning. Willem I was echt boos en was van ‘wtf stelletje pauper lijers stop eens >:(‘ en stuurde opnieuw een leger naar België. Frankrijk vond dit niet cool van Willem en stuurde ook een leger, dus Willem I werd bang en gaf op.

In 1848 brak er opnieuw een revolutie uit in Parijs (echt rebels die Fransen poehee). De koning sloeg op de vlucht en er werd weer een democratische republiek uitgeroepen met algemeen mannenkiesrecht. De Fransen waren echte trendsetters want de Duitsers gingen ook in opstand. Daar eisten ze één Duitse staat met een grondwet, burgerlijke vrijheden, en macht voor het parlement. Op 1 mei 1848 werd in Duitsland via verkiezingen een grondwetgevend nationaal parlement gekozen, die bijeenkwamen in Frankfurt. Op 28 maart 1849 werd dit parlement het eens over een grondwet, maar het had zo teringlang geduurd om deze grondwet te kiezen dat de vorst al niet meer bang was voor de opstanden dus de liberalen mochten weer optyfen en rip Frankfurt Parlement.

De revoluties van 1830 en 1848 kwamen vooral door honger bij het volk, epidemieën, en werkeloosheid. De armen waren desperate af dus gingen maar in opstand. Maar de socialisten, die dus vooral bestonden uit deze mensen, bereikten weinig. De socialisten eisten in 1848 de invoer van de Rode vlag i.p.v. de rood-wit-blauw vlag. De rode vlag was namelijk gebruikt door de Jakobijnen vroeger, maar de republikeinse regering had schijt.
De socialisten hadden basically weinig te zeggen. Ook in het Frankfurter parlement zat geen enkele socialist of arbeider. In 1848 kwam onze beste vriend Karl Marx aangezet met het Communistisch Manifest was kortgezegd gewoon stelde dat er een revolutie moest plaatsvinden waarbij de macht overgenomen zou worden en de productiemiddelen in de handen kwamen van de gemeenschap.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.