Paragraaf 1 De Nederlandse staatsinrichting nu.
Monarchie en republiek:
Nederland is een monarchie. Dit betekent dat een erfelijke vorst staatshoofd is. De meeste landen hebben geen erfelijke staatshoofd: zij zijn een republiek en hebben een president als staatshoofd. Monarch betekent alleenheerser. Maar de koning heerst allang niet meer alleen, want Nederland is een democratie. Nederland wordt bestuurd door de regering. Maar de regering is wel afhankelijk van het parlement, dat door het volk is gekozen. Het parlement bestaat uit de 1e en 2e kamer. Landen met een alleenheerser worden een dictatuur genoemd.
Rechtsstaat:
Nederland is een constitutionele monarchie: een monarchie met een grondwet. De rechten van de burgers zijn, de grondrechten. Omdat iedereen, burgers en overheid zich aan de wet moeten houden is Nederland een rechtsstaat. De onafhankelijke rechtspraak is dat de rechters van niemand afhankelijk zijn, maar moeten zich alleen baseren op de wet. De rechterlijke macht is gescheiden van de wetgevende macht en de uitvoerende macht. Deze machtenscheiding is een belangrijk principe van de democratische rechtsstaat.
Regering en parlement:
De regering bestaat uit het kabinet plus de koning. De regeringsleider is de minister-president, ook wel de premier. De regering heeft twee taken:
-het land besturen en wetten maken
Het Nederlandse parlement heet de Staten-Generaal, en bestaat uit de 1e en 2e kamer. Meestal maakt eerst een minister een wetsvoorstel. De tweede kamer mag ze wijzigen (recht van amendement) en ze mogen ook zelf een wetsvoorstel indienen (recht van initiatief). De eerste kamer heeft deze wetgevende bevoegdheden niet. Wel kunnen de 1e en 2e kamer uitgaven van de regering verbieden (recht van budget). Ook hebben ze dezelfde controlerende bevoegdheden. Ze kunnen de ministers van staatssecretarissen laten komen om uitleg te geven wat ze hebben gedaan en wat ze van plan zijn (recht van interpellatie). Verder kunnen ze een uitgebreid onderzoek doen (recht van enquête).
Partijen:
Partijen die samenwerken in de regering worden coalitiepartijen genoemd. De partijen die geen lid zijn van de regering worden oppositie genoemd. De 1e kamer wordt via de indirecte verkiezingen gekozen. De burgers kiezen de Provinciale Staten en zij kiezen weer de 1e kamer.
Klassieke grondrechten:
In de klassieke grondrechten staat:
vrijheid van godsdienst en van meningsuiting, discriminatie is verboden, drukpers, media, vereniging en vergadering en vrijheid van onderwijs
Sociale grondrechten:
In de sociale grondrechten staat:
recht op bestaanszekerheid, onderwijs, gezondheidszorg, woongelegenheid, bewoonbaarheid, werk en rechtsbijstand.
Paragraaf 2 De grondwet van 1848.
In 1848 schreef de liberaal Thorbecke een nieuwe grondwet. De regering werd afhankelijk van de Tweede Kamer. De belangrijkste punten uit de grondwet van Thorbecke gelden nog steeds.
Het begin van het koninkrijk
Nederland was in de 17e en 18e eeuw nog geen koninkrijk. De macht werd verdeeld door de rijke en machtigste families.Veruit de machtigste families waren de Oranjes. Toen in 1795 Franse troepen Nederland binnenvielen, sloegen de Oranjes op de vlucht naar Engeland. In 1810 maakte Napoleon Nederland een Franse provincie. In 1813 werden de Franse troepen uit Nederland verjaagd.
Liberalen
Nederland was een constitutionele monarchie met een 1e en 2e kamer. Maar een democratie was het nog lang niet. De koning was niet alleen staatshoofd maar ook regeringsleider. De ministers waren zijn dienaren maar die hadden niet veel te zeggen. Het parlement had bijna niets te vertellen en was ook geen echte volksvertegenwoordiging. Rond 1825 ontstonden politieke stromingen die dat wilde veranderen. Een van de belangrijkste was het liberalisme. De liberalen wilde vrijheid van godsdienst. Burgers moesten ook kunnen meepraten en meebeslissen over het bestuur.
1848
Willem I wilde niets veranderen aan zijn macht. Ook zijn zoon die hem in 1840 opvolgde wilde dat niet. Maar in 1848 kregen de liberalen hun kans. In Frankrijk brak de revolutie uit en de Franse koning vluchtte. Ook in andere kwam het volk in opstand. Willem II werd bang en gaf Thorbecke toestemming een nieuwe grondwet te schrijven.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden