Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Van kind tot burger

Beoordeling 4.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 6696 woorden
  • 5 juni 2006
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 4.1
12 keer beoordeeld

Van Kind tot Burger Volksopvoeding in NL 1780-1920 H. 1; NL 1780-1848 1.1; De Rep. der 7 Verenigde Ned. -> Nl. was tamelijk uniek in Europa: -> Republiek (net als Zwitserland) -> geen echte vorst (stadhouder0 -> soort Federatie -> Verdeeldheid -> Statenbond = losse samenwerking v. souvereine staatjes -- gezamenlijk: -- defensie -- buitenl. zaken -> door Staten-Generaal in Den Haag -- afk. uit Gew. Staten -> Grote verschillen gewesten onderling -> Bestuur -- H+Z: leiding bij rijke burgers -- Ov+Gr: leiding bij adel -- Br+Li+Zeeuws Vl: Generaliteitslanden -- door St.-Gen. bestuurd -- bewoners vnl. RK -> Taal -- flinke regionale verschillen -- door o.a. P.C. Hooft in schrijftaal enige eenheid ontstaan. -> Ec. -- H+Z: handel en veeteelt -- Oosten + Zuiden: vnl. kleine boeren op onvruchtbare zandgrond. -> -> DUS: identiteit van burgers was vnl. gericht op eigen dorp, regio of hooguit gewest. -> Verbondenheid -> ondanks verdeeldheid toch enige samenhang: == historisch: 80j-oorlog gaf identiteit == bestuur: stadhouders (Oranjes) waren een constante factor. -> Godsdienstige kenmerken -> bv: verdraagzaamheid, maar: gereformeerde kerk was bevoorrecht -> verdeeldheid: -- 40% RK: vnl. Zuiden + Oosten + minderheden in steden. -- 60% Prot.: -- vnl. gereformeerde kerk -- ook: Luthers, doopsgezinden, Joods. Geref. kerk: speciale status -- openbare + bestuursfuncties alleen voor leden deze kerk -- historisch: deze kerk had leidende rol in 80j-oorlog -> Verdraagzaamheid -- geen vervolging van ander geloof -- maar: ander geloof? wél 2e rangs burger -- bv: RK in schuilkerken. -> Sociale kenmerken: een standenmij. -> afkomst bepaalde de maatsch. positie i.t.t. klassenmij! -> 1: Gegoede Burgerij -- 10% bevolking -- ec. + maatsch. leidende rol -- handelaren, “fabrikanten”, professoren, advocaten, adel, grote boeren. -- top van gegoede burgerij verdeelde bestuursfuncties: regenten -- corrupte vriendjespolitiek -> 2: Kleine burgerij -- winkeliers, beter betaalde ambachtslieden, boeren -- vgl. met huidige middenklasse -- 25% van de bevolking -> 3: Volksklasse -- geschoolde arb., losse arb., dienstpersoneel, boeren (o.a. p8boeren), landarb. -- 60% v/d bevolking -> 4: Bedeelden = armen: leefden van bedelen + bedeling (van gemeente of kerk) -> Opvattingen over standenmij.: -- men vond het: normaal, zelfs: “door God gewild” -- men vond “boven zijn stand leven” n iet goed, maar ook: “zich niet verlagen”= bv. met iemand uit lagere stand trouwen. -> Ec. kenmerken: achteruitgang en verval -> 17e eeuw: Gouden Eeuw: vooral in W-Ned. veel welvaart -> 18e eeuw: verval -> door: -- relatief: landen met sterk centraal gezag (Eng, Fr) beschermden hun handel. -- hierdoor: minder investeringen in productie en handel -> gevolg: vooral in steden verarming. -> 1800: Napoleon beheerste continent  -> Engeland -> door deze oorlog: -- Eng beheerste zee -- Eng veroverde Ned. kol. in Azië en Amerika -> DUS: NL. economie verschoof steeds meer naar landbouw -> 18e eeuwse ideeën over ec. achteruitgang -> velen d88 dat het aan mentaliteit lag: -- “oude deugden verdwenen”= spaarzaamheid, degelijkheid, ondernemingslust. -- vooral bovenlaag kreeg schuld: die was “verfranst”= nadruk op plezier maken, mooie kleertjes en NIET de nadruk op werken. -> Paupers gezien als bedreiging -> Paupers: latijn: “pauper”= arm -- zwerven en bedelen -> men zag ze als gevaar -- kans op rellen of erger -- beeldvorming over hen zeer negatief: “onbeheerst, goddeloos, ontucht” 1.2; Patriotten en Verlichting -> Patriotten beïnvloed door Verlichting -> Verlichting: -- los van Chr. geloof denken = rationalisme -- eerst in Eng., dan in Fr. -- nw. denkbeelden over samenleving -> “mensen van nature vrij” = gelijkheid, mensenrechten -- dus: vrijheid van godsd. -- dus: vrijheid van meningsuiting -> volk is souverein i.p.v. vorst -- anti absolutisme -- dmv verkiezingen leiders kiezen -> “Tabula Rasa” -- dus: door betere opvoeding en onderwijs krijg je betere samenleving; alle misstanden verdwijnen vanzelf. = maakbaarheidsideaal -> “Trias Politica” van Montesquieu -- 3 staatsm88 -> Ideeën v/d patriotten -> = verlichte burgers -> vnl. uit gegoede + kleine burgerij -> hun verklaring van ec. achteruitgang was typisch verlichting: door mentaliteit -> armoedeprobleem? meer onderwijs en opvoeding! -- dus: armoede niet meer accepteren, maar er iets aan doen. -> Debatten en initiatieven -> Patriotten: veel behoefte aan debat. -- tijdschriften -- koffiehuizen -- genootschappen -> Bijzondere initiatieven: -- prijsvragen: als oplossing voor specifieke problemen -- bv: over opvoeding, onderwijs -- 1784: opr: Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen -- doel: verlichting onder volk brengen -- politiek neutraal: maar: leden waren patriotten -- decentrale org. = plaatselijke afdelingen belangrijkst -- werkzaamheden: leden gestimuleerd om opeigen kosten ontw. peil volk te verhogen, dmv: -- scholen -- bibliotheken
1.3; Opvattingen v/d patriotten over burgerschap -> Opvallend: discussies patriotten op nationaal niveau -- hun identiteit was niet gewest, maar natie! -> Verlicht burgerschapsideaal voor iedereen -- burgers moesten eigenbelang lagere prioriteit geven dan alg. belang -- propageerden: Verlicht Burgerschapsideaal = burgers: actieve rol in maatsch. leven = idealen (“waarden”): deugdzaamheid, verdraagzaamheid, matigheid, redelijkheid, godsdienstigheid. -- Godsd. was enige typische NL. verl. ideaal, rest ook in Fr. -> Burgers = vnl. gegoede burgerij + deel v. kleine burgerij. MAAR: Patriotten bedoelden hun burg.idealen voor iedereen. -> Opv. v/d patriotten over politiek -- deels: nationale staat met democratie -- deels: decentrale staat behouden -> WANT: veel onenigheid onder patriotten -> wilden kiesrecht, maar voor wie? -- bv: “alle mannen, behalve Oranjegezinden” -- of: alle mannen, die ec. zelfstandig waren + kennis historie en staatsinrichting NL. -> wilden meer nationaal besef -- deels: nationale staat -- deels: toch met oude zelfstandigheid v. gewesten. -> Kritiek op stadhouder Willem V en de prinsgezinden -> Patriotten: -- rond 1780 veel kritiek op: --Willem V + Prinsgezinden = Oranjegezinden = Oranjeklanten -- vnl: platteland + onderlaag stad + veel regenten. -- wilden minder m8 voor stadhouder + regenten + kritiek op vriendjespol. + corruptie 1.4; De Bataafse republiek: eenheidsstaat + natievorming -> Patriotten rond 1780: -> v.a. 1783: opr. exercitiegenootschappen / Vrijkorpsen = eig: intimidatie tegenstander -- Oude schutterijen: Oranjegezind!! -> 1780-1784: 4e Engelse Zeeoorlog -- NL verloor: Willem V kreeg schuld; patriotten daardoor sterker! -- Willem V kreeg ruzie met bestuur Den Haag: uit protest ging hij naar
Oost-NL -- Patriotten kregen m8 in veel steden + gewesten (o.a. Holland) -> 1787: incident Goejanverwellesluis -- Prinses Wilhelmina (vrouw van Willem V) wilde naar Holland reizen -- tegengehouden door patriotten -- dus: koning van Pruisen (broer van W.) met leger van 25.000 man: inval in NL! -- Willem V: back in power! -- Patriotten overal afgezet: velen vluchtten nar Fr. -> 1789: Franse Revolutie -- v.a. 1791: Fr. in oorlog met meeste buurlanden, ook NL (1793) -> Bataafse republiek ontstaat: een eenheidsstaat -> 1795: -- Fr. leger olv Pichegru: veroverde NL -- Waterlinie bevroor -- Willem V vluchtte naar Eng. -- Fr. hielpen Patriotten aan de macht -> en dus: Bataafse republiek -- dmv: “fluwelen revolutie”= geen bloedvergieten -- 2 concrete problemen: -- NL: eenheidsstaat of gedecentraliseerde staat? -- Volksinvloed. Hoe? -- dus: veel geruzie -- Voorstanders eenheidsstaat: (olv Daendels) -- hadden steun van FR. -- 1798: 2 x staatsgreep door Daendels -> en zo:1798 NL. werd eenheidsstaat = centrale regering; alle wetten in hele land hetzelfde. + Grondwet -- sterk centraal gezag -- wetg. m8: gekozen parlement -- uitv. m8: 5 directeuren -- rechterl. m8: op z’n Frans (arrondissementen en zo) -- autonomie gewesten afgeschaft. -> Nieuw was: Verlichtingsideeën -- Kiesrecht: -- voor mannen v.a. 20 j., mits: -- niet analfabeet -- in eigen onderhoud voorzien -- grondrechten -- gelijkheid voor de wet: dus: standenmij. weg -- dus: alle godsd. gelijk : moeilijker om RK e.d. achter te stellen. -- dus: scheiding kerk / staat: kerk niet meer bevoorrecht.. -> MAAR: pol. invloed volk snel verminderd! -> 1801: Grondwet herzien: -- na nw. staatsgreep met Fr. troepen: Nap. had opdr8 gegeven -- Reg. meer m8: = Staatsbewind = 12 man -- Parl. minder m8: = bijna geen. -- Censuskiesrecht -> 1805: Nap. vond NL-leiding toch nog te slap -- wilde éénhoofdig leiderschap -- DUS: raadpensionaris R.J. Schimmelpenninck -> -> Waarom dit alles? -> Kiesrechtuitbreiding: leidde tot meer pol. verdeeldheid -> Bataafse rep.: steeds meer Fr. invloed -- v.a. 1799: Nap. aan de m8 -- wilde centralisme + sterk gezag -- geen democraat -> Natievorming tijdens Fr. overheersing -> Chronologie: -> Nap. maakte eind aan Bataafse Rep. -> 1806-1810: Koninkrijk Holland -- koning Lodewijk Napoleon -- maar: beviel ook niet: vond NL belangen zwaarder dan Franse. -> 1810-1813: Ingelijfd bij Franse keizerrijk -> Begin van NATIEVORMING -> overheid stimuleerde gemeenschapsgevoel in samenleving: -> A: Cultuur en taal -- Bv: opr. Kon Bibliotheek 1808 -- Rijksmuseum 1808 -- Standaardisatie NL taal 1804 -> B: Onderwijs -- Schoolwet 1806 (zie H2) -- doel o.a.: meer arme kinderen naar school -> C: Armenzorg -- soc-ec. wantoestanden tegengaan om van armen betere burgers te maken. -- 1801: Armenwet: uniformering armenzorg olv overheid (ipv kerk) -> D: Standaardisatie van maten -- metrieke stelsel: lengtes, gewichten, inhouden. -- ook met MUNT! -> E: Uniformering rechtspraak -- landelijk hetzelfde -- Wetboek v. Strafrecht + Burgerlijk Wetboek gebaseerd op Code Napoleon (1810) -- daardoor: persoonsregistratie -- voor- + achternaam -- Burgerlijke Stand -- Mil. dienst + belasting! -> F: Landelijk belastingstelsel -- geen regionale accijnzen e.d. meer -> G: Landelijke post -- 1806 1.5; Koninkrijk der Nederlanden -> Chronologie -> 1795: Oranjes naar eng. gevlucht -- Willem V -> zoon Willem: wilde overal in Eur. hulp vragen wilde alléén met Eng. samenwerken -> prins Willem -- 1799: deelname aan mislukte Eng-Russ. invasie in Nd-Holland -- daarna: onderhandelen met Nap.! -- over Graafschap Nassau -- hij kreeg bisdom Fulda -- 1806: Nap. eiste dat prins Willem bondgenoot werd v. Fr. (en dus tegen Pruisen) -- MAAR: prins Willem koos voor Pruisen + O’rijk en werd generaal in hun legers. -- Volkerenslag Leipzig 1813: -- Nap. verloor -- Willem vroeg alvast om Ned. + België + stuk van Du. -- nov. 1813: Fr. leger trok terug uit NL. -> Nov. 1813: -- in NL: het driemanschap -- Oranjegezind -- G.K. van Hogendorp; v. Limburg Stirum; v. der Duyn v. Maasdam -- vroeg Willem naar NL te komen
bood hem aan: “souverein vorst”, maar wél met grondwet! -> N + Z Ned. verenigd -> 1815: Wener Congres -- samenvoeging N+Z NL. -> NL werd Constitutionele monarchie -- met grondwet dus -- veel m8 voor koning: -- min. verantw. schuldig aan koning -- dus: K. benoemde en ontsloeg min. K.B.: buiten parlement om. -- Willem werd koning Willem I -> Natievorming in het Koninkrijk -> Grote Verschillen N / Z NL
N Z

Nederlands deels Franstalig
vnl. protestants vnl. RK
geen ind; wel handel; weinig liberalisme veel ind -> liberalisme -- daardoor over bijna alle beleid veel geruzie -- bv: welke bestuurstaal? -- bv: welke rechten RK onderwijs in Z? -> Natievorming van Willem I -- enerzijds: doorgaan met beleid v. Lod-Nap. in N-NL -- anderzijds: verschilen N / Z overbruggen -> Cultuurpolitiek Willem I -- gemeenschappelijke gebruiken -- nationale geschiedenis: -- benadrukken van perioden dat N + Z samen waren (Bourgondische tijd t/m Karel V) -- NL-taal verplicht in NL + Vlaanderen -> paste in nw. trend v/h Nationalisme -> MAAR: integratie N + Z mislukte -- 1830 Belgische Opstand -- hierdoor: Cultuurpolitiek werd puur prot.-christelijk -> Ec. stagnatie en sociale achteruitgang -> NL: nog lang geen Ind. Rev. (wél in België!) -> Dus: Willem I probeerde ind. te stimuleren -> Infrastructuur! -- wegen: rijksstraatwegen -- kanalen -- spoorlijn: A’dam-Haarlem -- vooral in achtergebleven streken -> 1845-1849: “De Zwarte Jaren”: ec. + sociale achteruitgang
1: industrialisatie nauwelijks op gang (zelfs niet na 1830) 2: v.a. 1845: Landbouwcrisis: aardappelziekte -- dus: grote ec. crisis -> Volksklasse -- Gezinsloonmodel -- man + vrouw + kinderen moeten werken -- vaak samen -- Armoedecyclus -- armoe, dus kinderen niet op school, dus men blijft arm, generatie op generatie H. 2; Veranderingen in opvoeding en onderwijs (1795-1848) 2.1; Verlichte opv. over opvoeding en ond. -> Schrijvers over opvoeding: Locke + Rousseau -> Verlichting -- vnl GB en FR -- rationeel -- discussie over opvoeding, maatschappij, bestuur -> John Locke (1632-1704) -- “kinderen van nature niet slecht”, dus vormbaar -- dus: belonen goed gedrag, daardoor gaan kinderen vanzelf goed doen. -- Tabula rasa: door ervaringenb wordt de menselijke geest “beschreven”, dus ideeën gevormd. Met rationele aanpak ordening van die ideeën; zo ontstaat kennis. -> Christelijke leer: “mensen van nature slecht” -> J.J. Rousseau -- Roman: “Emile ou de l’éducation” (1762) --Rousseau: -- kinderen leren in keurslijf van school niet juiste dingen. -- opvoeding moet “natuurlijk” zijn: kinderen moeten vrijheid hebben om zelf te leren: opvoeden is begeleiden. -> De Ned. opvatting: “Kennis is deugd” -> Ned. Verlichte denkers: kennis leidt tot goed gedrag -> bv: Hiëronymus van Alphen: -- schreef 1e echte kinderboek: “Kleine gedigten voor kinderen” (1778) -- heel moralistisch: je moet “vlijtig leren” en: “pa en moe gehoorzamen”. -> bv: Betje Wolff en Aagje Deken -- romans voor volw., bv: “Sara Burgerhart” (1782) -> Verlichte ideeën over onderwijs -> doel: kennis, kritische burgers, “burgerlijke deugdzaamheid” -> middel: goede leraren, prettige rustige omgeving -> Bestaande Lager Onderwijs -> In Prot. streken: leesonderijs belangrijk i.v.m. bijbel -- georg. door: -- kerken -- plaatselijke overheid -- dus veel plaatselijke verschillen -> Standenonderwijs: vooral in steden -- rijke kinderen: particuliere scholen -- hoog schoolgeld -- gewone burgerkinderen: stadsschool -- door gemeente georg. -- laag schoolgeld -- arme kinderen: armenschool -- georg. door gemeente en/of kerk -- geen schoolgeld -> Bestaand ond. volgens Verlichters niet goed -> Verlichting: -- kind; -- is geen kleine volwassene -- leergierig en vormbaar -- Kritiek op bestaand ond. -- gebouwen slecht -- klein, donker, vochtig -- onderwijzers: laag inkomen + slecht opgeleid -- dus: hadden veel bijbaantjes (koster e.d.) -- geen speciale opl. tot onderwijzer -- alleen stage als “ondermeester’ -- vaak van vader op zoon -- kwaliteit: -- vnl. lezen en schrijven
zonder te begrijpen, bv: Catechismus -- heel weinig rekenen -- beroemd boek van mr. Bartjens (17e eeuw); zelfs met %, valuta, gewichten. -- alleen bel. voor handel, niet voor gewone kinderen. -- straffen -- veel lijfstraffen -- Verl. waren daar tegen!: liever straffen door schande + belonen. -- scholen waren éénmansbedrijven -- dus alle ll. (leeftijden en niveaus) bij elkaar -- ond. was “hoofdelijk” -- dus weinig tijd per ll.: inefficiënt -- dus oudere ll. hielpen jongere -- lezen hardop, weinig zit-discipline: zootje! -- ll. hadden eigen boeken: vaak heel andere dan klasgenoten -- ll. vaak tijdelijk afwezig ivm werk thuis -- Verl: Klassikaal onderwijs!!! -- efficiënter: meer uitleg mogelijk -- meer prestatie: competitie -- individu houdt rekening met groep -> Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen -> 1784: opr. in Edam -> doel; verbeteren ond, opvoeding en kennis van “benedenlaag bevolking” -> veel Nutsleden: -- uit gegoede burgerij door hoge contributie -- erg veel met “afwijkende”godsd: Luthersen, doopsgezinden, RK. Pas later (2e h. 19e e): Joden. -- Patriotten -> bv: 1795: al 27 afdelingen, vnl. in Holl. steden -> activiteiten: -- schoolboeken uitgeven -- lagere scholen stichten: Nutsscholen -- uitleenbibliotheken -- spaarbanken -- Nutsavonden= lezingen voor volwassenen -- prijsvragen over actuele onderwerpen organiseren -> Kreeg veel invloed op Bataafse Rep. -- Ond. Wet 1806: gebaseerd op plannen Nut. -- Nutsscholen werden modelscholen. 2.2; Reorg. ond. door Bat. Rep. -> Bat. Rep. wilde: -- alle kinderen naar school -- reorg. volksonderwijs -- want: -- moreel verval tegengaan -- normen en waarden: bv. vroomheid, vaderlandsliefde, plichtsbetrachting, gehoorzaamheid -- “verlicht burgerschap” -- nat. eenheid (natiebesef) bijbrengen ipv regionaal + standsdenken -> Schoolwet 1806 -> 1799: benoeming Agent (=minister) v. Nat. Opvoeding: J. van der Palm -> moest ond. hervorming doen -- problemen: -- centrale overheid zwak -- taakverdeling centrale / regionale overheid -> Schoolwet 1806 -- Doelen: -- Democratiseren = zoveel mogelijk volkskinderen op school = maatschappelijke + “chr. deugden” bijbrengen ---MAAR: -- geen leerplicht! -- ond. niet gratis (behalve armenscholen) -- Moderniseren -- eisen aan gebouwen, leerkr88, leerstof, salaris… -- klassikaal ond in leergroepen op basis van vorderingen -- scholen: “alg. chr.”-karakter; dus: NIET “leerstellig”ond. (= RK, Prot, etc) -- afschaffing Lijfstraffen -- wél: belonen en straffen -- Overheidscontrole -- “schoolopzieners”(al sinds 1801) = soort inspecteur -- opr. nw. scholen alleen na toestemming overheid! -- Inhoud ond. vernieuwd -- standaardisatie v. lesinhoud voor alle scholen -- Wat veranderde er niet? -- bestaande scholen + sch.besturen bleven -- sommige moderniseringseisen niet overal ingevoerd -- indeling openb. + bijz. ond. bleef bestaan -- Openb. ond= betaald en bestuurd door ov. of prot. kerk. -- Bijz. ond= -- opr. door particulier ini. -- financieel zelfstandig -- = bv. Nutsscholen
2.3; Ond. beleid in de praktijk -> Adriaan van der Ende voert schoolwet 1806 uit -> Na v/d Palm geen nw. ond.minister (pas na 1918 wél) -> A. v/d Ende was echte bedenker van schoolwet 1806 -- werd landelijk hoofdinspecteur 1805-1833 -- benoemde schoolopzieners -- meestal Nutsleden -- namen ook onderwijzersexamens af. -- promoting financiering ond bij gemeenten -- betaalden immers openb. ond. -- publicatie Handboek voor onderw. 1803 -- ging over zwakke kanten oude systeem -> A. v/d Ende kreeg gedeeltelijk succes -- ond. inderdaad gecentraliseerd -- MAAR: ond. resultaten bleven nog lang tegenvallen -- veel weerstand bij Bijz. Ond. -> Invoering Klassikaal Ond -> Orde en rust belangrijk, dus klassikaal ond. = geen hoofdelijk ond. meer -> Indeling in klassen -- 3 klassen: dus leerstof ook. -> Problemen bij invoering klass. ond -- in begin: groot tekort goede onderwijzers -- dus: volle lokalen e.d. -- 3 klasen in één lokaal met één onderwijzer! -- pas laat in 19e e.: meer lokalen met meer onderwijzers -- leslokalen waren duur -- gemeenten hadden weinig geld -- gemeenten wilden lokale belasting daarvoor niet verhogen -- Rijksoverheid: ook te weinig geld over voor ond. -- gemeenten waren zelfs tegen rijksfinanciering, anders zouden ze minder invloed op scholen hebben. -> De leerstof -> leerstof: -- 1: vooral lezen -- ipv spelmethode klankmethode ingevoerd -- 2: schrijven: -- ipv ganzenveer + papier; nu: griffel + lei -- 3: evt: rekenen -- Bartjens vervangen door hoofdrekenen -> ABN -- = Alg. Beschaafd Nederlands -- = eigenlijk taal van Hollandse bovenlaag -- in 1804 ingevoerd als standaardspelling -> Invloed overheid op leermiddelen -- landelijk voorgeschreven leermiddelen -- v.a. 1810 -- veel boeken erg moraliserend + vaderlandslievend + prot. van karakter - door invloed v/h Nut. -- Bijbel stond NIET op de lijst! (geen “leerstellig” ond.) -> Zedelijke vorming + Nat. besef -> het Nut had enorme invloed -- leer- en lesboeken: bv. “De Brave Hendrik” -- maakte ook: bundels met nationalistische liederen: schoolzang -> Overheid en “Nut” ondersteunen elkaar -> Nut = particulier ini.: had veel ideeën -> Leidde tot schoolwet 1806 -> Nut vooral gericht op: -- stichten modelscholen -- maken v. handleidingen voor onderw. -- maken v. lesmateriaal -- secundair: -- betere salariëring leerkr88 -- oude situatie: ouders via schoolgeld veel m8 over leerkr8. -- nw. situatie: vast salaris door overheid, dus leerkr8 onafh. + hogere status. -- betere vakbekwaamheid leerkr88 -> Landelijke controle + scholing -> Schoolopzieners aan het werk: -- controle klass. ond. -- lobbyen bij gemeente + kerk vóór scholen -- scholing + salariëring onderwijzers. -> Invoering rangenstelsel en examens voor onderw. -- schoolwet 1806: -- 4 rangen (dmv examens): laag: -- 4e rang: lezen, schrijven, rekenen -- 3e rang: Ned. -- 2e rang: ak + gs
hoog: -- 1e rang: wi + bio (“natuurlijke historie”) -> Onderwijsherv. niet geheel geslaagd -- veel ouders + onderw.: erg conservatief -- dus: lijfstraffen bleven vaak -> Standsverschillen en standenonderwijs -> oude standen bleven ondanks schoolwet 1806 bestaan (niet wettelijk!) -> ond. per stand: -- Openb. ond: = volksonderwijs -- armenscholen: 3e of 4e rang -- tussenscholen: kinderen van niet bedeelde ouders -- dorpsscholen: 3e of 4e rang -- stadsscholen: 1e of 2e rang -- Particuliere scholen: hoog schoolgeld -- gegoede burgerij -- Privé-ond. thuis: voor de rijksten -- Dorpsscholen: uitzondering: rijk en arm in één lokaal --maar wel: -- arm achterin, rijk vooraan -- rijk: tegen betaling meer les (bv. rekenen) -> Schoolverzuim -> schoolwet 1806: nog geen leerplicht! -> dus: vooral volksklasse: veel kinderen niet naar school -> dus: regel ingevoerd: armen alléén bedeling, als kinderen naar school gaan. -> Absoluut en relatief schoolverzuim: -- Absoluut sch.verzuim= nooit naar school -- vnl. op afgelegen platteland + ergste losers in stad -- Relatief sch.verzuim= onregelmatig sch.bezoek -> Oorzaken: -- platteland: -- meehelpen oogst e.d. -- veel dorpsscholen dus hele zomer dicht -- stad: arb.kinderen: v.a. 9-10 j. : van school en in fabriek! -- meisjes: v.a. 9-10 j.: thuis op andere kinderen passen -- bij mensen met klein bedrijf -- bij losse landarb. (dagloners) -- kinderen van tijdelijk bedeelde ouders -- in winter naar school (ouders dan werkeloos) -- dus: ’s zomers van school af. -- reputatie volksonderwijs: slecht -- dus: velen vonden het niet erg als kinderen niet gingen. -> Bovendien: men zag maatschappij als standenmij. met weinig soc. mobiliteit. H. 3; NL: 1848-1920 3.1; Ec. en sociale veranderingen -> Ind. + dienstensector groeien -> 2e h. 19e eeuw: grote veranderingen: -> v.a. 1870: industrialisatie -- huisnijv. verdween langzamerhand -> 1880: Landbouwcrisis -- door import goedkoop graan uit VS + Canada -- dus: grote boeren: mechanisatie -- kleine boeren failliet -- landarb. + kleine boeren: naar stad: ind. + diensten -> ind. = urbanisatie = grotere dienstensector -> meer verstedelijking -- 1e h. 19e e: 35% in stad -- 1910: 70% -> Bevolking groeit -> door: -> betere voeding, hygiëne, geneesmiddelen -- vooral na 1880: pasteuriseren, peniciline -> gemeenten leggen aan: -- waterleiding -- riolering -- huisvuil ophalen -> Verand. in gelaagdheid bevolking -> Minder kleine burgerij -- kl. ondernemers verloren concurrentie van fabrieken. -> Nieuwe middenklasse: door dienstensector -> Meer gegoede burgerij: academici, artsen, vrije beroepen etc. -> Stansverschillen vervagen na 1870: klassevorming -> Sociale mobiliteit: = opklimmen en afdalen naar andere soc. laag -- dankzij onderwijs -- ideaal van “liberale burgerschapsideaal” -> Langzame verbetering in levensstandaard v. ongeschoolde arb. -> Urbanisatie: ontstaan sloppenwijken / volkswijken -- arb: hoog kindertal: -- geen geb. beperking -- kinderen verdienden geld -- oudedagsvoorziening -> grote bestaansonzekerheid bij arb. + landarb. want -- grote conjunctuurschommelingen -- door ind: -- meer vrouwen + kinderen in ind. -- mannen eerder werkloos -- armoedecyclus hierdoor versterkt: kinderen moesten steeds jonger gaan werken. -> MAAR: 1870-1900: langzame stijging levensstandaard -> Door: -- voedselprijzen lager: bv. import goedkoop graan -- lonen in ind. stegen -> Opvattingen over kinderen veranderen -> door stijgende welvaart -- kinderen: minder gezien als ink.bron / verzekering -- steeds meer: “in kinderen moet geïnvesteerd worden” -> hierdoor: veranderingen in gezin -- meest ontwikkelde burgers: geb. beperking (NIET bij RK + Ortho. Prot.) -- Gezinsloonmodel vervangen door: Kostwinnersmodel= alleen man werkt. -- gezinsloonmodel bleef wél lang bestaan bij landarb. + kl. zelfst. 3.2; liberale opvatting over overheid en burgerschap -> Gebeurtenissen 1848 leiden tot nw. grondwet -> 1840: Willem I trad af. Willem II: minder autoritair -> v.a. 1840: groei liberalen -- 1844: 9 lib. kamerleden (olv Thorbecke) voorstel grondw.wijziging = minder m8 koning = meer m8 parlement -- 2e kamer tegen: meerderheid was conservatief -> 1848 Revolutiejaar -- Parijs, Du., Wenen, Budapest, Italië -- zelfs in NL demonstraties
W II was om: gaf Thorbecke opdr8 grondw. te veranderen -> Wijzigingen in grondwet 1848 -> m8 koning minder: “koning = onschendbaar, min. zijn verantwoordelijk” -> door min. verantw.: meer m8 voor parlement -> dus: 2e kamer zwaartepunt politiek -- recht v. initiatief -- “ “ interpellatie -- “ “ enquete -- “ “ amendement -> Rechtstreekse verkiezingen voor 2e kamer: Censuskiesrecht -> Vrijheid van onderwijs + vrijheid van ver. + verg. = vrijheid scholen op te richten -- mag wél leerstellig ond. zijn! -> NL werd dus: Constitutionele monarchie met parl. stelsel = koning = staatshoofd = meeste m8 bij parl. -> Rol overheid volgens liberalen -- wilden: Nachtwakersstaat = overheid zorgt alleen voor orde, rust, veiligheid = burgers heben grote invloed -- in ond.: overheid moet alleen openbaar ond. verzorgen -> Rol burgers volgens liberalen -- alleen rijkere burgers kiesr.: Censuskiesrecht -- wilden uiteindelijk alle burgers upgraden via: -> Liberaal Burgerschapsideaal -- ideale burger: -- voelt en doet beschaafd -- past ongeschreven regels toe (fatsoen e.d.) -- man: kostwinner / vrouw: huishouden + geb. beperking -- huiselijkheid: prettige sfeer thuis voor hele gezin -> De politiek in het leven van de burgers -- meeste burgers na 1848: zonder overh.bemoeienis + weinig betrokkenheid bij politiek. Liberaal dus. -- kleine groep: actief in politiek (of passief als kiezer) -- 5-6% had kiesrecht (v/d mannen) -- maar: slechts 25% van hen ging stemmen -> De n8wakersstaat onder druk -> door: -- kinderarbeid + wantoestanden in fabr. -- schoolverzuim -- bekostiging scholen -- kiesrechtuitbreiding? -- sociale kwestie -> indirect had alles te maken met onderwijs! -- schoolverzuim kwam door kinderarbeid -- moest leerplicht ingevoerd worden? -- moest bijz. ond. gelijkgesteld worden aan openb. ond? Wat was anders “vrijheid van ond.” waard? -- uitbr. kiesrecht kon alleen als die kiezers genoeg kennis hadden -> dus: tweestrijd bij liberalen: -- cons.-lib: n8wakersstaat houden -- progressief-lib.: meer overh.ingrijpen
Deze groep werd snel sterker -> DUS: -- Parl enquetes gaven wantoestanden in fabrieken aan. -- Progr.-lib. waren vóór -- uitbr. kiesrecht -- beter ond. -- Ortho. Prot + RK samen in Schoolstrijd

Progr./lib. kwamen hen tegemoet -- soc. wilden alg. kiesrecht (SDAP) -> 3 kwesties veranderden n8wakersstaat: -- kinderarbeid -- kiesr. kwestie -- sociale kwestie 3.3; Kinderarbeid -- werd als normaal beschouwd tot ± 1870 -> Soorten kinderarbeid -> meehelpen ouders in huisnijv./winkel/boerderij -> meehelpen ouders in loondienst in ’n bedrijf -- bv: textielind. -- 12 à 14 uur was normaal -- werktijden onregelmatig!: zo lang als nodig was -- meestal: ’s zomers langer; ’s winters korter. -> Toename kinderarbeid na 1860 -> invoering stoomkracht -- meer fabrieken -- dus: meer eenvoudige arbeid -> kleine handwerkbedrijven moesten concurreren met fabr. -- dus; meer kinderarbeid = goedkoper -> BUT: ook afname bij: sommige bedrijven juist andersom: bij omschakeling van handkr8 naar stoomkr8. (ingewikkelde of gevaarlijke machines) -> Kinderarbeid ter discussie -> eerst: werkgevers met kinderarbeid werden als weldoeners beschouwd. -> v.a. ±1850 begon discussie over kinderarbeid -> vooral bij medici + onderwijzers. -> gesignaleerde nadelen: -- K.= geen onderwijs, dus armoedecyclus -- gezondheid en “zedelijkheid” -- gevaarlijk werk (machines) -- eentonig werk -> K. in landbouw + winkels wél geaccepteerd! -> en zo: ontstaan fabrieksscholen: les na werk in fabriek -- fabr. vonden scholing positief vanwege techniekniveau -> verzoeken om overheidsingrijpen -- ±1870: veel gemeenten tegen k. -- Maar: angst voor concurrentievervalsing -- Dus: men vroeg rijksoverheid maatregelen
vnl. progr.-lib. -> Verzet tegen overheidsingrijpen -> veel ondernemers tegen: -- bang voor stortvloed aan meer regels -- onderschatten van probleem: “fabr. zouden het zelf wel oplossen” -- veel arb. konden inkomsten niet missen -- k. vaak nodig voor bep. handelingen -> Kinderwet v. Van Houten -> 1870: Regeringscommissie adviseerde tegen verbod, want: -- zonder leerplicht was verbod averechts -- kinderloon noodzakelijk in arb.gezinnen -- door verbod zouden kinderen huisnijv. moeten doen. -> Dus: Sam van Houten: -- lib. kamerlid -- initiatiefwetsvoorstel 1873: -- 1) totaal verbod kinderen onder de 12j. -- 2) mogelijkheid gemeenten voor leerplicht 8-12 j. -> Maar: bezwaren hiertegen: -- 1) werken voor ouders toestaan! Dus; slechts verbod voor fabr. + werkplaatsen. -- 2) confessionelen waren nog tegen leerplicht -- wilden eerst bijz. ond + openb. ond financieel gelijkstellen. -> Kinderwet v. Houten had weinig effect -- 1874: wet aangenomen = k. verboden onder 12 j. = wél toegestaan: “veldarbeid, huiselijke en persoonlijke diensten” -- BUT: weinig effect -- door uitzonderingen toch nog veel k. -- geen leerplicht -- geen arbeidsinspectie -> Er komt een parlementaire enquete -- 1886-1887 parl. enquete naar omstandigheden in fabr. e.d. -- Wat bleek? -- nog steeds veel legale en illegale k. -- nauwelijks méér kinderen naar school -- toename vrouwenarbeid + 12+! -> Arbeidswet v. 1889 -- gevolg v/d parl. enquete -- inhoud: -- 12-16 j. + vrouwen: max. 11 uur p.d. -- “ “ verbod n8arbeid -- arbeidsinspectie -> Christenen in NL -> prot. -- Gereformeerde kerk (v.a. 1816: N.H.-kerk) -- de oude bevoorrechte kerk -- 19e eeuw: 2 vleugels: -- vrijzinnigen -- orthodoxen -- vrijzinnigen kregen leiding
DUS: 1834: afscheiding Christelijk Gereformeerden
Ook in: 1892: afscheiding Gereformeerde Kerken In NL -- dus: -- hervormden = gematigd -- gereformeerden = streng -> RK -> Prot. -- historisch gegroeid -- Prot. hadden hekel aan RK-hiërarchie (paus bv.) -- Prot hebben democratische kerkstructuur -- RK vonden prot. dwaling. 3.4; Kiesrechtkwestie -- grondwet 1848: censuskiesrecht -- v.a. ±1870 Kiesrechtstrijd -> 1887: Kiesrechtuitbreiding dmv grondw.wijziging -- censusregel uit grondwet gehaald -- in plaats daarvan: “kentekenen van maatsch. welstand en geschiktheid” = rekbaar, dus: Caoutchoucartikel -- gemeenten moesten de “kentekenen” bepalen -> gevolgen 1887: -- % kiesgerechtigden steeg: van 12% naar 24% v/d mannen -- ook kleine burgerij had nu kiesrecht -- bv: ortho.-prot. olv Abr. Kuyper -- bv: RK olv Schaepman -- dus: meer conf. in parlement -- 1888: lib. geen meerderheid meer in 2e k. RK+Prot: 52 zetels! -> Geen alg. kiesrecht voor mannen! -- NL lag achter bij andere landen -- probleemfactoren hierbij: -- lib. tegen kiesr. voor mannen zonder grote productieve bijdrage -- toename paupers: dezen zouden met kiesr. mogen meebeslissen over besteding bel. geld. -> 1896: Opnieuw Kiesr. uitbreiding -> Voorstanders uitbr.: -> progr.-lib. (= “jong-liberalen”) -- “zonder uitbreiding kun je geen vooruitstrevende pol. voeren” -- Kiesr. zou opvoedend werken -> Socialisten: met kiesr. voor arb. zouden sociale misstanden verdwijnen -> Dus: uitbreiding kiesrecht: 50% van mannen had nu kiesr. -> Alg. kiesr. 1917 -> hoe dit kwam: zie H4 -> hierdoor NL: parlementaire democratie = -- parl. meeste m8 -- parl. door alle burgers gekozen -> Alg. kiesr. klap voor lib: van 37 naar 15 zetels -> Soc. profiteerden meest. -> wél veel angst voor ♀kiesrecht (zelfs bij soc.) -- bang dat vrouwen zouden luisteren naar stemadvies dominee e.d. -- 1922: 1e verk. met ♀ -- conf. wonnen 9 zetels. -- lib. gelijk -- soc: -2 3.5; Sociale Kwestie -> Wat was de soc. kwestie? -> situatie van lagere klasse: -- ±1870: -- (gemiddeld) lichte stijging van hun welvaartspeil -- problemen: krotten, drankmisbruik, armoe -- hadden geen pol. en maatsch. invloed -> Uitbr. kiesr. en soc. kwestie -> progr.-lib: -- vonden het noodzakelijk dat óók armen volwaardig burger werden -> MAAR: volgens lib. ideeën: volwaardig burger kan alleen als burger productief is. -> Traditioneel lib. denken verandert door soc. kwestie -> nw. inzichten: -- “sommige burgers kunnen alleen met overh.hulp volwaardig burger worden” -- “overh. moet via soc. wetgeving onafhankelijkheid van burgers bevorderen” -- censusidee bij kiesr. werd verlaten -> Hierdoor: -- 1) Burgerlijk beschavingsoffensief -- 2) Sociale wetgeving -> Ad 1: Burgerl. besch.offensief -- v.a. eind 19e eeuw -- lib.: “gebrek aan beschaving = oorz. van slechte soc.-ec. positie van lagere klassen” -- dronkenschap (cafébezoek op betaaldag) -- onzedelijkheid -- ordeloosheid -- luiheid -- niet met geld om kunnen gaan -> DUS: bijbrengen van beschaving: -- hygiëne -- zelfbeheersing -- cafébezoek tegengaan -- vrouwen: orde en netheid in huis -- hierdoor: een beter huiselijk klimaat: beter voor kinderen. -> Ad 2: Sociale wetgeving

door kabinet Pierson-Goeman Borgesius -- 1897-1901: progr. lib. kabinet -- Ongevallenwet: werkg. moesten werkn. tegen ongevallen verzekeren; premies betaald door werkg. -- Woningwet: -- fin. steun van Rijk aan gemeenten of woningbouwver. -- gemeenten konden bouwvoorschriften maken -- gemeenten konden woning onbewoonbaar verklaren (kan dan niet meer verhuurd worden) -- Kinderwetten: Kinderbescherming -- ouders evt. uit ouderlijke m8 ontzetten; voogdij -- Leerplichtwet 1901 -- 6 jaar ond. verplicht v.a. 6 j. oud (zie H4) 3.6; Organisatie en emanc. van nw. groepen -> eind 19e eeuw: achtergestelde groepen: organiseren ter belangenbehartiging -- orthodox prot. -- RK -- arbeiders -> WANT: -- godsdienst: -- vrijzinnigen overheersten -- pol. + soc-ec: -- lib. overheersten -> opr. van org. voor Ortho. Prot; RK; Socialisten -> 1892: opr: Gereformeerde kerken in NL -- olv: Abr. kuyper, ook: -- De Standaard (krant) -- Vrije universiteit -- ARP (pol. partij) -> Arbeiders -- Vakbonden: bv SDB = Soc. Democr. Bond = olv. Ferdinand Domela Nieuwenhuis = vakbond + politieke partij -- krant: Het Volk -> RK -- RK vakbonden -- partijvorming moeizaam -- H. Schaepman deed mislukte poging -- na z’n dood: Alg. Bond v. RK Kiesverenigingen (1904) -- kranten: -- De Tijd -- De Maasbode == Begin Verzuiling -> Ontstaan dubbele identiteit -> Deze groepen: loyaal aan -- NL natie -- eigen groep / zuil -> Vandaar de relatieve opstandigheid -- bv: Kuyper streed tegen ongodsd. overheid
Dus: “soevereiniteit in eigen kring” -- bv: Schoolstrijd: RK + Ortho.Prot -> lib. overheid -- dit was hun belangrijkste strijd: immers: meer opleiding = meer -- bv: Kiesrechtstrijd: soc. streden tegen overheid H. 4; Verand. in opvoeding + ond. 1848-1920 4.1; Rol overheid in onderwijs -> Vóórgesch.: schoolwet 1806 -> v.a. 1798: Scheiding Kerk en Staat (grondw. Bat. Rep.) -- dus ook in ond.: Schoolwet 1806 -- leerstellig ond. verboden -- LO: openbaar ond. -- dus openb. ond. was “alg. christelijk”= niet duidelijk omschreven = vrijzinnig prot. -> Bezwaren tegen schoolwet 1806 -> RK + Ortho. Prot.: wilden invloed op lesstof + benoeming onderwijzers -> Lib. gingen langzaamaan ook twijfelen: -- immers: zo minder vrijheid voor burger. -> Schoolwet 1857 -> Grondwet 1848: vrijheid van onderwijs + vr. v. vereniging en vergadering -- dus: conf. scholen mochten! -> en zo: Schoolwet 1857: conf. scholen toegestaan, maar niet door ov. betaald! -- = bijzonder onderwijs -> Schoolwet 1878 -> doel: verbetering LO -- klassendeler: 40 -- hogere salarissen + hogere opleidingseisen -- bouw- + inrichtingseisen voor scholen -- 30% door Rijk betaald, rest gemeente -- MAAR: dan moesten scholen nog strikter “alg. chr.” zijn! 4.2; Lib. opvattingen over ond.: kennis = macht -> “Kennis = m8” komt in schoolwet 1857 tot uiting -> kennis was belangrijker geworden dan morele ontwikkeling -> vakken: -- bestaande: lezen, schrijven, rek., NL. -- nieuw: gesch., ak., bio (“kennis der natuur”), meetkunde (“vormleer”), zingen -> Met als doel: -- meer vakbekwaamheid bereiken -- upgraden van arb.kinderen (deze vakken kende men immers al langer op partic. scholen) -- dus: sociale mobiliteit vergroten -> De zedelijke en maatsch. doelen blijven bestaan -> al sinds 1806: -- rekenond. = armoedebestrijding -- jongens: een vak leren -- meisjes: huishouduitgaven beheren -- schoolzang: bevorderen saamhorigheid + nat. + Oranjehuis -- Gesch: nationaal gevoel; -- dus: helden + 80j.-oorlog + Gouden Eeuw -- Piet Hein, De Ruyter, Willem v. Oranje e.d. 4.3; Schoolstrijd -> lib. wilden geen ov.subsidie voor bijz. ond. -- WANT: liever kinderen van verschillende sociale lagen bij elkaar! -> Schoolstrijd ontbrandt! -> Bijz. ond -> Openb. ond. == vnl: of bijz. ond. door overheid betaald werd. -> Hierdoor: Ortho.Prot + RK (!!) SAMEN -> Lib. = historische toenadering door gedeeld eigenbelang. -> Schoolwet 1857: maakte het bijz. ond. nóg moeilijker! -- óók bijz. ond. moest voldoen aan nieuwe eisen: == kostbaar: hoger schoolgeld -- Openb. ond. was gratis! -- DUS: Petitie tegen dit wetsvoorstel (RK + Ortho.Prot) -- “wij betalen ook voor openb. ond. en krijgen dus niets terug” -- helaas pindakaas -> Bijz. ond. krijgt subsidie van 1e Conf. Kabinet; 1889 -> 1887: kiesrechtuitbreiding -- dus: verk. 1888: conf. kregen meerderheid in 2e kamer -> 1888 Coalitie (=RK + Prot)= Kabinet Mackay -- DUS: 1889 Schoolwet gewijzigd -- gedeeltelijke financiering bijz. ond: 30% door staat -- Openb. ond. niet meer gratis (behalve voor bedeelden) -- dus: minder verschil tussen schoolgeld openb./ bijz. -- nog geen gehele gelijkstelling mogelijk: -- voorlopig nog te duur voor staat -> Neveneffect schoolwet 1889: -- Openb. ond. werd: -- minder vrijzinnig prot. -- meer neutraal -> Ongelijkheid tussen bijz. ond. en openb. ond. blijft bestaan -- bijz. ond. bleef duurder -- dus: alleen voor rijkere conf. -- bijz. ond. niet overal aanwezig: in veel streken alleen openb. ond. beschikbaar -- veel strenge dominees + RK bisschoppen: “geen bijz. ond. in de buurt? Stuur dan je kind NIET naar school!” -> Einde schoolstrijd -> historisch compromis maakte einde aan: -- kiesrechtstrijd -- schoolstrijd -> 1917: -> Lib. + soc. dem.: wilden alg. kiesrecht -> moet via grondw.wijziging = 2/3 meerderh. 2e kamer nodig! -> RK + Ortho.Prot: wilden geld voor bijz. ond. -> Beide groepen sloten compromis om elkaar te helpen -> En zo: grondwetswijziging 1917

1-- Alg. kiesr. voor mannen
2-- + mogelijkheid kiesrecht voor vrouwen (1919 gebeurd) 3-- Openb. + bijz. LO financieel gelijk = Onderwijspacificatie -- gevolg: enorme toename bijz. ond. + afname openb. ond. 4.4; Leerplichtdebat -> al v.a. 1848 -> “6-12j leerplicht?” -- voordelen: -- wapen tegen kinderarbeid -- “ “ schoolverzuim -- bezwaren tegen leerplicht: -- vnl. praktisch (geld, gebouwen) -- nauwelijks principieel -> Meeste liberalen. vóór leerplicht -> argumenten -- verplicht LO goed voor ec. ontw.: geschoold personeel -- door onderwijs meer opwaartse soc. mobiliteit -- goed opgeleide mensen = meer mensen met lib. burgerschapsideaal -> DAARNA zou kiesr.uitbreiding mogelijk zijn. -> MAAR: ook bezwaren = verlaging gezinsinkomen van arb. = schending vrijheid van ouders -> Conf. + Soc. Dem: ook bezwaren tegen leerplicht op korte termijn -> Confessionelen: -- wel vóór, maar pas later -- “eerst fin. gelijkstelling, dan pas leerplicht” -- anders sturen arme gelovigen hun kinderen naar openb. ond. -- door leerplicht: in streken zonder bijz. ond gaan ll dan naar openb. ond. -- schending vrijheid van ouders -> Soc-Dem: óók vóór, maar pas later. -- schoolwet 1889 had gratis openb. ond. afgeschaft -- leerplicht dus duur voor arb. + geen inkomsten uit kinderarbeid -- wilden dat gemeenten bij leerplicht arb.kinderen compensatie zou geven (schoolkleding + voeding) -> Leerplichtwet ingevoerd:1901 -> 1900 Kabinet Pierson (lib.) deed het wetsvoorstel -- 1900 aangenomen: -- 50 vóór -- 49 tegen -- Schimmelpenninck (tegen) van paard gevallen! -- 2 conf. toch vóór gestemd -- lib: 1 zieke vóórstemmer naar 2e kamer gesleept! -> 1901 ingevoerd. 4.5; Ond. beleid in de praktijk -> De lespraktijk -> meer LL. gaan naar voortgezet ond. -- 2e h. 19e e.: LO van eindonderwijs langzaam richting “basisonderwijs” -- 1863: ontstaan van HBS -- voor: hogere middenklasse -- Gymnasium bestond al: voor elite -- schoolwet 1857: standenond. bleef -- armenscholen -> elitescholen -> MAAR: capaciteiten leerling steeds belangrijker: Steeds meer kinderen met goede cijfers gingen naar voortgezet ond. -> Toename LO-problemen -- 1865: 75% van kinderen naar LO -- 1900: 91% “ “ -- DUS: grote groei armenscholen -> na schoolwet 1878: -- te weinig lokalen + onderwijzers -- door: -- meer LL. -- klassendeler van 70 naar 40 -> DUS: om tekort onderw. aan te vullen: -- meer kweekscholen (van 1 naar 3…) -- avondstudenten voor onderwijsakte mochten overdag lesgeven: = hulponderwijzer (= minstens 14j. oud) -> Onderwijzeressen -- door vakken als: nuttige handwerken -- 1857 ingevoerd als “facultatief vak” -- 1878: verplicht voor meisjes -- handwerkjuffen gingen later laagste klassen LO doen -- in RK-ond: al veel eerder vrouwen: nonnen -> Nog geen goed ond. voor alle kinderen -- nog steeds veel schoolverzuim -- stedelijke scholen hadden groeistuipen: dus wachtlijsten of beperkt lesprogramma -- 12j: geen arbeidsverbod! -- veel LL. dan dus naar de fabriek -> Ontwikkeling nw. lesmaterialen -> armenscholen: veel LL. met achterstanden
dus: veel behoefte aan goed lesmateriaal -> v.a. 1860: moderner lesmateriaal: -- inhoud leesboeken minder bel. dan methode -- moraliseren in leesboeken dus weg -- in leesboeken geen verwijzingen meer naar standenmij. -- ±1900: schriften en inktpennen -- bv: Jan Ligthart: -- “aanschouwelijk ond.”: wandplaten e.d. -- leesplankje: Aap, Noot, Mies, met losse letters -> Aanschouwelijk ond. -- ±1900 meeste scholen: leesplankje v. Hoogeveen = Aap. Noot, Mies. -- leerleesboekjes: lezen + leerstof zaakvakken -- wandplaten: ak, gs, bio -- van Jetses, Isings -> Kritiek op klassikale ond. -> ±1900 begin kritiek (o.a. J. Ligthart) -- klass. ond. beperkt tot kijken, luisteren, nazeggen -- tucht en orde erg belangrijk (slaan verboden) -- verzuimen? dan meteen achterstand bij klas -> Wat dan wel? -- actief meedoen -- daardoor blijft kennis langer hangen (“beklijven”) -> Discussie over de lespraktijk -> v.a. 1857: nw. vakken: zingen, zaakvakken -- maar: weinig tijd daarvoor -> discussie over vaderlandse gesch. -- bijz. ond. + openb. ond: verschillende meningen over: -- welke onderwerpen -- welke invalshoeken -- lesboeken v.a. 1880: nadruk op : -- 16e en 17e eeuw -- uit prot.-nationaal standpunt -> Discussie over schoolzang -> Openb. + Prot. scholen: liederen uit “Gedenckclanck” van Valerius (±1600) = prot. = 80j-oorlog -> Wilhelmus: eind 19e eeuw: steeds meer gezongen -- werd volkslied -> eind 19e e.: liederen steeds meer nat. + oranjegezind -- DUS: irritatie bij RK en Soc. -- RK: tegen Prot. dominantie -- Soc: tegen verheerlijking vorst en vaderland -> Discussie over esthetische en praktische doel v. schoolvakken -- vak “vormleer”: = mmetkundig tekenen
dus: geen vrije expressie! -- MAAR: -- velen wilden kunstzinnig tekenen + literatuur -- ook bezwaren tegen sommige gedichten + lit. teksten spraken arb. kinderen niet aan -> Schoolverzuim -> Relatief schoolverzuim -- kinderarbeid! vooral op platteland -- dus: tijdelijk verzuim vanwege werk thuis -- meer bij meisjes dan bij jongens! -- op land + in huishouden -- “meisjes hoeven zich niet te ontwikkelen” -- dus: “nuttige handwerken”: opdr88 mee naar huis + eindprod. behouden als ze voldoende lessen volgden. -> Absoluut schoolverzuim -- 10-15% tussen 6-12j: vnl. armen -- kinderen van bedeelde ouders juist weer wel. -- anders geen steun -> Schoolverzuim daalt -- absoluut: 1860-1900: van 30% naar 9% -- relatief: naar 10% -> Oorzaken: -- inkomens hoger -- ouders letten op “regelmatige schoolgang” -- ouders lieten kinderen school afmaken -- na 1857: ond. kwaliteit veel hoger: ouders zagen nut nu in. -> De leerplicht -- pas laat ingevoerd door schoolstrijd = conf. tegen leerplicht zonder fin. gelijkstelling -- 1901 leerplicht: -- kinderen v.a. 6j leerplichtig: 6 jaar lang. -- in landbouw: ’s zomers 6 weken landbouwverlof. -- Gevolgen leerplichtwet: -- grote afname rel. schoolverzuim: vooral: 6-12j + meisjes -- kleine afname abs. schoolverzuim -- groei kinderarbeid v.a. 12j! -- zelfs minder LL voor vervolgond. -- want: kinderen moesten het geld verdienen “inhalen” (tussen 6-12j immers nog niets verdiend) -- hele LO gratis -- Ond. werd ook voor overheid een bel. taak - toezicht, gebouwen, opleidingen -- analfabetisme snel teruggedrongen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.