Van Kind tot Burger
Volksopvoeding in NL 1780-1920
H. 1; NL 1780-1848
1.1; De Rep. der 7 Verenigde Ned.
-> Nl. was tamelijk uniek in Europa:
-> Republiek (net als Zwitserland)
-> geen echte vorst (stadhouder0
-> soort Federatie
-> Verdeeldheid
-> Statenbond = losse samenwerking v. souvereine staatjes
-- gezamenlijk: -- defensie
-- buitenl. zaken
-> door Staten-Generaal in Den Haag
-- afk. uit Gew. Staten
-> Grote verschillen gewesten onderling
-> Bestuur -- H+Z: leiding bij rijke burgers
-- Ov+Gr: leiding bij adel
-- Br+Li+Zeeuws Vl: Generaliteitslanden
-- door St.-Gen. bestuurd
-- bewoners vnl. RK
-> Taal -- flinke regionale verschillen
-- door o.a. P.C. Hooft in schrijftaal enige eenheid ontstaan.
-> Ec. -- H+Z: handel en veeteelt
-- Oosten + Zuiden: vnl. kleine boeren op onvruchtbare zandgrond.
-> -> DUS: identiteit van burgers was vnl. gericht op eigen dorp, regio of hooguit gewest.
-> Verbondenheid
-> ondanks verdeeldheid toch enige samenhang:
== historisch: 80j-oorlog gaf identiteit
== bestuur: stadhouders (Oranjes) waren een constante factor.
-> Godsdienstige kenmerken
-> bv: verdraagzaamheid, maar: gereformeerde kerk was bevoorrecht
-> verdeeldheid: -- 40% RK: vnl. Zuiden + Oosten + minderheden in steden.
-- 60% Prot.:
-- vnl. gereformeerde kerk
-- ook: Luthers, doopsgezinden, Joods.
Geref. kerk: speciale status
-- openbare + bestuursfuncties alleen voor leden deze kerk
-- historisch: deze kerk had leidende rol in 80j-oorlog
-> Verdraagzaamheid
-- geen vervolging van ander geloof
-- maar: ander geloof? wél 2e rangs burger
-- bv: RK in schuilkerken.
-> Sociale kenmerken: een standenmij.
-> afkomst bepaalde de maatsch. positie
i.t.t. klassenmij!
-> 1: Gegoede Burgerij
-- 10% bevolking
-- ec. + maatsch. leidende rol
-- handelaren, “fabrikanten”, professoren, advocaten, adel, grote boeren.
-- top van gegoede burgerij verdeelde bestuursfuncties: regenten
-- corrupte vriendjespolitiek
-> 2: Kleine burgerij
-- winkeliers, beter betaalde ambachtslieden, boeren
-- vgl. met huidige middenklasse
-- 25% van de bevolking
-> 3: Volksklasse
-- geschoolde arb., losse arb., dienstpersoneel, boeren (o.a. p8boeren), landarb.
-- 60% v/d bevolking
-> 4: Bedeelden
= armen: leefden van bedelen + bedeling (van gemeente of kerk)
-> Opvattingen over standenmij.:
-- men vond het: normaal, zelfs: “door God gewild”
-- men vond “boven zijn stand leven” n iet goed,
maar ook: “zich niet verlagen”= bv. met iemand uit lagere stand trouwen.
-> Ec. kenmerken: achteruitgang en verval
-> 17e eeuw: Gouden Eeuw: vooral in W-Ned. veel welvaart
-> 18e eeuw: verval
-> door: -- relatief: landen met sterk centraal gezag (Eng, Fr) beschermden hun handel.
-- hierdoor: minder investeringen in productie en handel
-> gevolg: vooral in steden verarming.
-> 1800: Napoleon beheerste continent -> Engeland
-> door deze oorlog: -- Eng beheerste zee
-- Eng veroverde Ned. kol. in Azië en Amerika
-> DUS: NL. economie verschoof steeds meer naar landbouw
-> 18e eeuwse ideeën over ec. achteruitgang
-> velen d88 dat het aan mentaliteit lag:
-- “oude deugden verdwenen”= spaarzaamheid, degelijkheid, ondernemingslust.
-- vooral bovenlaag kreeg schuld: die was “verfranst”= nadruk op plezier maken, mooie kleertjes en NIET de nadruk op werken.
-> Paupers gezien als bedreiging
-> Paupers: latijn: “pauper”= arm
-- zwerven en bedelen
-> men zag ze als gevaar -- kans op rellen of erger
-- beeldvorming over hen zeer negatief:
“onbeheerst, goddeloos, ontucht”
1.2; Patriotten en Verlichting
-> Patriotten beïnvloed door Verlichting
-> Verlichting:
-- los van Chr. geloof denken = rationalisme
-- eerst in Eng., dan in Fr.
-- nw. denkbeelden over samenleving
-> “mensen van nature vrij” = gelijkheid, mensenrechten
-- dus: vrijheid van godsd.
-- dus: vrijheid van meningsuiting
-> volk is souverein i.p.v. vorst
-- anti absolutisme
-- dmv verkiezingen leiders kiezen
-> “Tabula Rasa”
-- dus: door betere opvoeding en onderwijs krijg je betere samenleving; alle misstanden verdwijnen vanzelf.
= maakbaarheidsideaal
-> “Trias Politica” van Montesquieu
-- 3 staatsm88
-> Ideeën v/d patriotten
-> = verlichte burgers
-> vnl. uit gegoede + kleine burgerij
-> hun verklaring van ec. achteruitgang was typisch verlichting: door mentaliteit
-> armoedeprobleem? meer onderwijs en opvoeding!
-- dus: armoede niet meer accepteren, maar er iets aan doen.
-> Debatten en initiatieven
-> Patriotten: veel behoefte aan debat.
-- tijdschriften
-- koffiehuizen
-- genootschappen
-> Bijzondere initiatieven:
-- prijsvragen: als oplossing voor specifieke problemen
-- bv: over opvoeding, onderwijs
-- 1784: opr: Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
-- doel: verlichting onder volk brengen
-- politiek neutraal: maar: leden waren patriotten
-- decentrale org. = plaatselijke afdelingen belangrijkst
-- werkzaamheden: leden gestimuleerd om opeigen kosten ontw. peil volk te verhogen, dmv: -- scholen
-- bibliotheken
1.3; Opvattingen v/d patriotten over burgerschap
-> Opvallend: discussies patriotten op nationaal niveau
-- hun identiteit was niet gewest, maar natie!
-> Verlicht burgerschapsideaal voor iedereen
-- burgers moesten eigenbelang lagere prioriteit geven dan alg. belang
-- propageerden: Verlicht Burgerschapsideaal
= burgers: actieve rol in maatsch. leven
= idealen (“waarden”): deugdzaamheid, verdraagzaamheid, matigheid, redelijkheid, godsdienstigheid.
-- Godsd. was enige typische NL. verl. ideaal, rest ook in Fr.
-> Burgers = vnl. gegoede burgerij + deel v. kleine burgerij.
MAAR: Patriotten bedoelden hun burg.idealen voor iedereen.
-> Opv. v/d patriotten over politiek
-- deels: nationale staat met democratie
-- deels: decentrale staat behouden
-> WANT: veel onenigheid onder patriotten
-> wilden kiesrecht, maar voor wie?
-- bv: “alle mannen, behalve Oranjegezinden”
-- of: alle mannen, die ec. zelfstandig waren + kennis historie en staatsinrichting NL.
-> wilden meer nationaal besef
-- deels: nationale staat
-- deels: toch met oude zelfstandigheid v. gewesten.
-> Kritiek op stadhouder Willem V en de prinsgezinden
-> Patriotten: -- rond 1780 veel kritiek op:
--Willem V + Prinsgezinden
= Oranjegezinden
= Oranjeklanten
-- vnl: platteland + onderlaag stad + veel regenten.
-- wilden minder m8 voor stadhouder + regenten
+ kritiek op vriendjespol. + corruptie
1.4; De Bataafse republiek: eenheidsstaat + natievorming
-> Patriotten rond 1780:
-> v.a. 1783: opr. exercitiegenootschappen / Vrijkorpsen
= eig: intimidatie tegenstander
-- Oude schutterijen: Oranjegezind!!
-> 1780-1784: 4e Engelse Zeeoorlog
-- NL verloor: Willem V kreeg schuld; patriotten daardoor sterker!
-- Willem V kreeg ruzie met bestuur Den Haag: uit protest ging hij naar
Oost-NL
-- Patriotten kregen m8 in veel steden + gewesten (o.a. Holland)
-> 1787: incident Goejanverwellesluis
-- Prinses Wilhelmina (vrouw van Willem V) wilde naar Holland reizen
-- tegengehouden door patriotten
-- dus: koning van Pruisen (broer van W.) met leger van 25.000 man:
inval in NL!
-- Willem V: back in power!
-- Patriotten overal afgezet: velen vluchtten nar Fr.
-> 1789: Franse Revolutie
-- v.a. 1791: Fr. in oorlog met meeste buurlanden, ook NL (1793)
-> Bataafse republiek ontstaat: een eenheidsstaat
-> 1795: -- Fr. leger olv Pichegru: veroverde NL
-- Waterlinie bevroor
-- Willem V vluchtte naar Eng.
-- Fr. hielpen Patriotten aan de macht
-> en dus: Bataafse republiek
-- dmv: “fluwelen revolutie”= geen bloedvergieten
-- 2 concrete problemen: -- NL: eenheidsstaat of gedecentraliseerde staat?
-- Volksinvloed. Hoe?
-- dus: veel geruzie
-- Voorstanders eenheidsstaat: (olv Daendels)
-- hadden steun van FR.
-- 1798: 2 x staatsgreep door Daendels
-> en zo:1798 NL. werd eenheidsstaat
= centrale regering; alle wetten in hele land hetzelfde.
+ Grondwet
-- sterk centraal gezag
-- wetg. m8: gekozen parlement
-- uitv. m8: 5 directeuren
-- rechterl. m8: op z’n Frans (arrondissementen en zo)
-- autonomie gewesten afgeschaft.
-> Nieuw was: Verlichtingsideeën
-- Kiesrecht: -- voor mannen v.a. 20 j., mits:
-- niet analfabeet
-- in eigen onderhoud voorzien
-- grondrechten
-- gelijkheid voor de wet: dus: standenmij. weg
-- dus: alle godsd. gelijk : moeilijker om RK e.d. achter te stellen.
-- dus: scheiding kerk / staat: kerk niet meer bevoorrecht..
-> MAAR: pol. invloed volk snel verminderd!
-> 1801: Grondwet herzien:
-- na nw. staatsgreep met Fr. troepen: Nap. had opdr8 gegeven
-- Reg. meer m8: = Staatsbewind = 12 man
-- Parl. minder m8: = bijna geen.
-- Censuskiesrecht
-> 1805: Nap. vond NL-leiding toch nog te slap
-- wilde éénhoofdig leiderschap
-- DUS: raadpensionaris R.J. Schimmelpenninck
-> -> Waarom dit alles?
-> Kiesrechtuitbreiding: leidde tot meer pol. verdeeldheid
-> Bataafse rep.: steeds meer Fr. invloed
-- v.a. 1799: Nap. aan de m8
-- wilde centralisme + sterk gezag
-- geen democraat
-> Natievorming tijdens Fr. overheersing
-> Chronologie:
-> Nap. maakte eind aan Bataafse Rep.
-> 1806-1810: Koninkrijk Holland
-- koning Lodewijk Napoleon
-- maar: beviel ook niet: vond NL belangen zwaarder dan Franse.
-> 1810-1813: Ingelijfd bij Franse keizerrijk
-> Begin van NATIEVORMING
-> overheid stimuleerde gemeenschapsgevoel in samenleving:
-> A: Cultuur en taal
-- Bv: opr. Kon Bibliotheek 1808
-- Rijksmuseum 1808
-- Standaardisatie NL taal 1804
-> B: Onderwijs
-- Schoolwet 1806 (zie H2)
-- doel o.a.: meer arme kinderen naar school
-> C: Armenzorg
-- soc-ec. wantoestanden tegengaan om van armen betere burgers te maken.
-- 1801: Armenwet: uniformering armenzorg olv overheid (ipv kerk)
-> D: Standaardisatie van maten
-- metrieke stelsel: lengtes, gewichten, inhouden.
-- ook met MUNT!
-> E: Uniformering rechtspraak
-- landelijk hetzelfde
-- Wetboek v. Strafrecht + Burgerlijk Wetboek gebaseerd op Code Napoleon (1810)
-- daardoor: persoonsregistratie
-- voor- + achternaam
-- Burgerlijke Stand
-- Mil. dienst + belasting!
-> F: Landelijk belastingstelsel
-- geen regionale accijnzen e.d. meer
-> G: Landelijke post
-- 1806
1.5; Koninkrijk der Nederlanden
-> Chronologie
-> 1795: Oranjes naar eng. gevlucht
-- Willem V -> zoon Willem: wilde overal in Eur. hulp vragen
wilde alléén met Eng. samenwerken
-> prins Willem
-- 1799: deelname aan mislukte Eng-Russ. invasie in Nd-Holland
-- daarna: onderhandelen met Nap.!
-- over Graafschap Nassau
-- hij kreeg bisdom Fulda
-- 1806: Nap. eiste dat prins Willem bondgenoot werd v. Fr. (en dus tegen Pruisen)
-- MAAR: prins Willem koos voor Pruisen + O’rijk en werd generaal in hun legers.
-- Volkerenslag Leipzig 1813:
-- Nap. verloor
-- Willem vroeg alvast om Ned. + België + stuk van Du.
-- nov. 1813: Fr. leger trok terug uit NL.
-> Nov. 1813:
-- in NL: het driemanschap
-- Oranjegezind
-- G.K. van Hogendorp; v. Limburg Stirum; v. der Duyn v. Maasdam
-- vroeg Willem naar NL te komen
bood hem aan: “souverein vorst”, maar wél met grondwet!
-> N + Z Ned. verenigd
-> 1815: Wener Congres
-- samenvoeging N+Z NL.
-> NL werd Constitutionele monarchie
-- met grondwet dus
-- veel m8 voor koning: -- min. verantw. schuldig aan koning
-- dus: K. benoemde en ontsloeg min.
K.B.: buiten parlement om.
-- Willem werd koning Willem I
-> Natievorming in het Koninkrijk
-> Grote Verschillen N / Z NL
N Z
Nederlands deels Franstalig
vnl. protestants vnl. RK
geen ind; wel handel; weinig liberalisme veel ind -> liberalisme
-- daardoor over bijna alle beleid veel geruzie
-- bv: welke bestuurstaal?
-- bv: welke rechten RK onderwijs in Z?
-> Natievorming van Willem I
-- enerzijds: doorgaan met beleid v. Lod-Nap. in N-NL
-- anderzijds: verschilen N / Z overbruggen
-> Cultuurpolitiek Willem I
-- gemeenschappelijke gebruiken
-- nationale geschiedenis: -- benadrukken van perioden dat N + Z samen waren (Bourgondische tijd t/m Karel V)
-- NL-taal verplicht in NL + Vlaanderen
-> paste in nw. trend v/h Nationalisme
-> MAAR: integratie N + Z mislukte
-- 1830 Belgische Opstand
-- hierdoor: Cultuurpolitiek werd puur prot.-christelijk
-> Ec. stagnatie en sociale achteruitgang
-> NL: nog lang geen Ind. Rev. (wél in België!)
-> Dus: Willem I probeerde ind. te stimuleren
-> Infrastructuur!
-- wegen: rijksstraatwegen
-- kanalen
-- spoorlijn: A’dam-Haarlem
-- vooral in achtergebleven streken
-> 1845-1849: “De Zwarte Jaren”: ec. + sociale achteruitgang
1: industrialisatie nauwelijks op gang (zelfs niet na 1830)
2: v.a. 1845: Landbouwcrisis: aardappelziekte
-- dus: grote ec. crisis
-> Volksklasse -- Gezinsloonmodel
-- man + vrouw + kinderen moeten werken
-- vaak samen
-- Armoedecyclus
-- armoe, dus kinderen niet op school, dus men blijft arm, generatie op generatie
H. 2; Veranderingen in opvoeding en onderwijs (1795-1848)
2.1; Verlichte opv. over opvoeding en ond.
-> Schrijvers over opvoeding: Locke + Rousseau
-> Verlichting -- vnl GB en FR
-- rationeel
-- discussie over opvoeding, maatschappij, bestuur
-> John Locke (1632-1704)
-- “kinderen van nature niet slecht”, dus vormbaar
-- dus: belonen goed gedrag, daardoor gaan kinderen vanzelf goed doen.
-- Tabula rasa: door ervaringenb wordt de menselijke geest “beschreven”, dus ideeën gevormd. Met rationele aanpak ordening van die ideeën; zo ontstaat kennis.
-> Christelijke leer: “mensen van nature slecht”
-> J.J. Rousseau
-- Roman: “Emile ou de l’éducation” (1762)
--Rousseau: -- kinderen leren in keurslijf van school niet juiste dingen.
-- opvoeding moet “natuurlijk” zijn: kinderen moeten vrijheid hebben om zelf te leren: opvoeden is begeleiden.
-> De Ned. opvatting: “Kennis is deugd”
-> Ned. Verlichte denkers: kennis leidt tot goed gedrag
-> bv: Hiëronymus van Alphen:
-- schreef 1e echte kinderboek: “Kleine gedigten voor kinderen” (1778)
-- heel moralistisch: je moet “vlijtig leren” en: “pa en moe gehoorzamen”.
-> bv: Betje Wolff en Aagje Deken
-- romans voor volw., bv: “Sara Burgerhart” (1782)
-> Verlichte ideeën over onderwijs
-> doel: kennis, kritische burgers, “burgerlijke deugdzaamheid”
-> middel: goede leraren, prettige rustige omgeving
-> Bestaande Lager Onderwijs
-> In Prot. streken: leesonderijs belangrijk i.v.m. bijbel
-- georg. door: -- kerken
-- plaatselijke overheid
-- dus veel plaatselijke verschillen
-> Standenonderwijs: vooral in steden
-- rijke kinderen: particuliere scholen
-- hoog schoolgeld
-- gewone burgerkinderen: stadsschool
-- door gemeente georg.
-- laag schoolgeld
-- arme kinderen: armenschool
-- georg. door gemeente en/of kerk
-- geen schoolgeld
-> Bestaand ond. volgens Verlichters niet goed
-> Verlichting:
-- kind; -- is geen kleine volwassene
-- leergierig en vormbaar
-- Kritiek op bestaand ond.
-- gebouwen slecht
-- klein, donker, vochtig
-- onderwijzers: laag inkomen + slecht opgeleid
-- dus: hadden veel bijbaantjes (koster e.d.)
-- geen speciale opl. tot onderwijzer
-- alleen stage als “ondermeester’
-- vaak van vader op zoon
-- kwaliteit:
-- vnl. lezen en schrijven
zonder te begrijpen, bv: Catechismus
-- heel weinig rekenen
-- beroemd boek van mr. Bartjens (17e eeuw); zelfs met %, valuta, gewichten.
-- alleen bel. voor handel, niet voor gewone kinderen.
-- straffen
-- veel lijfstraffen
-- Verl. waren daar tegen!: liever straffen door schande + belonen.
-- scholen waren éénmansbedrijven
-- dus alle ll. (leeftijden en niveaus) bij elkaar
-- ond. was “hoofdelijk”
-- dus weinig tijd per ll.: inefficiënt
-- dus oudere ll. hielpen jongere
-- lezen hardop, weinig zit-discipline: zootje!
-- ll. hadden eigen boeken: vaak heel andere dan klasgenoten
-- ll. vaak tijdelijk afwezig ivm werk thuis
-- Verl: Klassikaal onderwijs!!!
-- efficiënter: meer uitleg mogelijk
-- meer prestatie: competitie
-- individu houdt rekening met groep
-> Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
-> 1784: opr. in Edam
-> doel; verbeteren ond, opvoeding en kennis van “benedenlaag bevolking”
-> veel Nutsleden: -- uit gegoede burgerij door hoge contributie
-- erg veel met “afwijkende”godsd: Luthersen, doopsgezinden, RK. Pas later (2e h. 19e e): Joden.
-- Patriotten
-> bv: 1795: al 27 afdelingen, vnl. in Holl. steden
-> activiteiten:
-- schoolboeken uitgeven
-- lagere scholen stichten: Nutsscholen
-- uitleenbibliotheken
-- spaarbanken
-- Nutsavonden= lezingen voor volwassenen
-- prijsvragen over actuele onderwerpen organiseren
-> Kreeg veel invloed op Bataafse Rep.
-- Ond. Wet 1806: gebaseerd op plannen Nut.
-- Nutsscholen werden modelscholen.
2.2; Reorg. ond. door Bat. Rep.
-> Bat. Rep. wilde: -- alle kinderen naar school
-- reorg. volksonderwijs
-- want: -- moreel verval tegengaan
-- normen en waarden: bv. vroomheid, vaderlandsliefde, plichtsbetrachting, gehoorzaamheid
-- “verlicht burgerschap”
-- nat. eenheid (natiebesef) bijbrengen ipv regionaal + standsdenken
-> Schoolwet 1806
-> 1799: benoeming Agent (=minister) v. Nat. Opvoeding: J. van der Palm
-> moest ond. hervorming doen
-- problemen: -- centrale overheid zwak
-- taakverdeling centrale / regionale overheid
-> Schoolwet 1806
-- Doelen:
-- Democratiseren
= zoveel mogelijk volkskinderen op school
= maatschappelijke + “chr. deugden” bijbrengen
---MAAR: -- geen leerplicht!
-- ond. niet gratis (behalve armenscholen)
-- Moderniseren
-- eisen aan gebouwen, leerkr88, leerstof, salaris…
-- klassikaal ond in leergroepen op basis van vorderingen
-- scholen: “alg. chr.”-karakter; dus: NIET “leerstellig”ond. (= RK, Prot, etc)
-- afschaffing Lijfstraffen
-- wél: belonen en straffen
-- Overheidscontrole
-- “schoolopzieners”(al sinds 1801) = soort inspecteur
-- opr. nw. scholen alleen na toestemming overheid!
-- Inhoud ond. vernieuwd
-- standaardisatie v. lesinhoud voor alle scholen
-- Wat veranderde er niet?
-- bestaande scholen + sch.besturen bleven
-- sommige moderniseringseisen niet overal ingevoerd
-- indeling openb. + bijz. ond. bleef bestaan
-- Openb. ond= betaald en bestuurd door ov. of prot. kerk.
-- Bijz. ond= -- opr. door particulier ini.
-- financieel zelfstandig
-- = bv. Nutsscholen
2.3; Ond. beleid in de praktijk
-> Adriaan van der Ende voert schoolwet 1806 uit
-> Na v/d Palm geen nw. ond.minister (pas na 1918 wél)
-> A. v/d Ende was echte bedenker van schoolwet 1806
-- werd landelijk hoofdinspecteur 1805-1833
-- benoemde schoolopzieners
-- meestal Nutsleden
-- namen ook onderwijzersexamens af.
-- promoting financiering ond bij gemeenten
-- betaalden immers openb. ond.
-- publicatie Handboek voor onderw. 1803
-- ging over zwakke kanten oude systeem
-> A. v/d Ende kreeg gedeeltelijk succes
-- ond. inderdaad gecentraliseerd
-- MAAR: ond. resultaten bleven nog lang tegenvallen
-- veel weerstand bij Bijz. Ond.
-> Invoering Klassikaal Ond
-> Orde en rust belangrijk, dus klassikaal ond.
= geen hoofdelijk ond. meer
-> Indeling in klassen
-- 3 klassen: dus leerstof ook.
-> Problemen bij invoering klass. ond
-- in begin: groot tekort goede onderwijzers
-- dus: volle lokalen e.d.
-- 3 klasen in één lokaal met één onderwijzer!
-- pas laat in 19e e.: meer lokalen met meer onderwijzers
-- leslokalen waren duur
-- gemeenten hadden weinig geld
-- gemeenten wilden lokale belasting daarvoor niet verhogen
-- Rijksoverheid: ook te weinig geld over voor ond.
-- gemeenten waren zelfs tegen rijksfinanciering, anders zouden ze minder invloed op scholen hebben.
-> De leerstof
-> leerstof: -- 1: vooral lezen -- ipv spelmethode klankmethode ingevoerd
-- 2: schrijven: -- ipv ganzenveer + papier; nu: griffel + lei
-- 3: evt: rekenen -- Bartjens vervangen door hoofdrekenen
-> ABN -- = Alg. Beschaafd Nederlands
-- = eigenlijk taal van Hollandse bovenlaag
-- in 1804 ingevoerd als standaardspelling
-> Invloed overheid op leermiddelen
-- landelijk voorgeschreven leermiddelen
-- v.a. 1810
-- veel boeken erg moraliserend + vaderlandslievend + prot. van karakter
- door invloed v/h Nut.
-- Bijbel stond NIET op de lijst! (geen “leerstellig” ond.)
-> Zedelijke vorming + Nat. besef
-> het Nut had enorme invloed
-- leer- en lesboeken: bv. “De Brave Hendrik”
-- maakte ook: bundels met nationalistische liederen: schoolzang
-> Overheid en “Nut” ondersteunen elkaar
-> Nut = particulier ini.: had veel ideeën
-> Leidde tot schoolwet 1806
-> Nut vooral gericht op: -- stichten modelscholen
-- maken v. handleidingen voor onderw.
-- maken v. lesmateriaal
-- secundair: -- betere salariëring leerkr88
-- oude situatie: ouders via schoolgeld veel m8 over leerkr8.
-- nw. situatie: vast salaris door overheid, dus leerkr8 onafh. + hogere status.
-- betere vakbekwaamheid leerkr88
-> Landelijke controle + scholing
-> Schoolopzieners aan het werk:
-- controle klass. ond.
-- lobbyen bij gemeente + kerk vóór scholen
-- scholing + salariëring onderwijzers.
-> Invoering rangenstelsel en examens voor onderw.
-- schoolwet 1806:
-- 4 rangen (dmv examens):
laag: -- 4e rang: lezen, schrijven, rekenen
-- 3e rang: Ned.
-- 2e rang: ak + gs
hoog: -- 1e rang: wi + bio (“natuurlijke historie”)
-> Onderwijsherv. niet geheel geslaagd
-- veel ouders + onderw.: erg conservatief
-- dus: lijfstraffen bleven vaak
-> Standsverschillen en standenonderwijs
-> oude standen bleven ondanks schoolwet 1806 bestaan (niet wettelijk!)
-> ond. per stand:
-- Openb. ond: = volksonderwijs
-- armenscholen: 3e of 4e rang
-- tussenscholen: kinderen van niet bedeelde ouders
-- dorpsscholen: 3e of 4e rang
-- stadsscholen: 1e of 2e rang
-- Particuliere scholen: hoog schoolgeld
-- gegoede burgerij
-- Privé-ond. thuis: voor de rijksten
-- Dorpsscholen: uitzondering: rijk en arm in één lokaal
--maar wel: -- arm achterin, rijk vooraan
-- rijk: tegen betaling meer les (bv. rekenen)
-> Schoolverzuim
-> schoolwet 1806: nog geen leerplicht!
-> dus: vooral volksklasse: veel kinderen niet naar school
-> dus: regel ingevoerd: armen alléén bedeling, als kinderen naar school gaan.
-> Absoluut en relatief schoolverzuim:
-- Absoluut sch.verzuim= nooit naar school
-- vnl. op afgelegen platteland + ergste losers in stad
-- Relatief sch.verzuim= onregelmatig sch.bezoek
-> Oorzaken:
-- platteland: -- meehelpen oogst e.d.
-- veel dorpsscholen dus hele zomer dicht
-- stad: arb.kinderen: v.a. 9-10 j. : van school en in fabriek!
-- meisjes: v.a. 9-10 j.: thuis op andere kinderen passen
-- bij mensen met klein bedrijf
-- bij losse landarb. (dagloners)
-- kinderen van tijdelijk bedeelde ouders
-- in winter naar school (ouders dan werkeloos)
-- dus: ’s zomers van school af.
-- reputatie volksonderwijs: slecht
-- dus: velen vonden het niet erg als kinderen niet gingen.
-> Bovendien: men zag maatschappij als standenmij. met weinig soc. mobiliteit.
H. 3; NL: 1848-1920
3.1; Ec. en sociale veranderingen
-> Ind. + dienstensector groeien
-> 2e h. 19e eeuw: grote veranderingen:
-> v.a. 1870: industrialisatie
-- huisnijv. verdween langzamerhand
-> 1880: Landbouwcrisis
-- door import goedkoop graan uit VS + Canada
-- dus: grote boeren: mechanisatie
-- kleine boeren failliet
-- landarb. + kleine boeren: naar stad: ind. + diensten
-> ind. = urbanisatie
= grotere dienstensector
-> meer verstedelijking
-- 1e h. 19e e: 35% in stad
-- 1910: 70%
-> Bevolking groeit
-> door: -> betere voeding, hygiëne, geneesmiddelen
-- vooral na 1880: pasteuriseren, peniciline
-> gemeenten leggen aan:
-- waterleiding
-- riolering
-- huisvuil ophalen
-> Verand. in gelaagdheid bevolking
-> Minder kleine burgerij
-- kl. ondernemers verloren concurrentie van fabrieken.
-> Nieuwe middenklasse: door dienstensector
-> Meer gegoede burgerij: academici, artsen, vrije beroepen etc.
-> Stansverschillen vervagen na 1870: klassevorming
-> Sociale mobiliteit: = opklimmen en afdalen naar andere soc. laag
-- dankzij onderwijs
-- ideaal van “liberale burgerschapsideaal”
-> Langzame verbetering in levensstandaard v. ongeschoolde arb.
-> Urbanisatie: ontstaan sloppenwijken / volkswijken
-- arb: hoog kindertal: -- geen geb. beperking
-- kinderen verdienden geld
-- oudedagsvoorziening
-> grote bestaansonzekerheid bij arb. + landarb.
want -- grote conjunctuurschommelingen
-- door ind: -- meer vrouwen + kinderen in ind.
-- mannen eerder werkloos
-- armoedecyclus hierdoor versterkt: kinderen moesten steeds jonger gaan werken.
-> MAAR: 1870-1900: langzame stijging levensstandaard
-> Door: -- voedselprijzen lager: bv. import goedkoop graan
-- lonen in ind. stegen
-> Opvattingen over kinderen veranderen
-> door stijgende welvaart
-- kinderen: minder gezien als ink.bron / verzekering
-- steeds meer: “in kinderen moet geïnvesteerd worden”
-> hierdoor: veranderingen in gezin
-- meest ontwikkelde burgers: geb. beperking (NIET bij RK + Ortho. Prot.)
-- Gezinsloonmodel vervangen door: Kostwinnersmodel= alleen man werkt.
-- gezinsloonmodel bleef wél lang bestaan bij landarb. + kl. zelfst.
3.2; liberale opvatting over overheid en burgerschap
-> Gebeurtenissen 1848 leiden tot nw. grondwet
-> 1840: Willem I trad af.
Willem II: minder autoritair
-> v.a. 1840: groei liberalen
-- 1844: 9 lib. kamerleden (olv Thorbecke) voorstel grondw.wijziging
= minder m8 koning
= meer m8 parlement
-- 2e kamer tegen: meerderheid was conservatief
-> 1848 Revolutiejaar
-- Parijs, Du., Wenen, Budapest, Italië
-- zelfs in NL demonstraties
W II was om: gaf Thorbecke opdr8 grondw. te veranderen
-> Wijzigingen in grondwet 1848
-> m8 koning minder: “koning = onschendbaar, min. zijn verantwoordelijk”
-> door min. verantw.: meer m8 voor parlement
-> dus: 2e kamer zwaartepunt politiek
-- recht v. initiatief
-- “ “ interpellatie
-- “ “ enquete
-- “ “ amendement
-> Rechtstreekse verkiezingen voor 2e kamer: Censuskiesrecht
-> Vrijheid van onderwijs + vrijheid van ver. + verg.
= vrijheid scholen op te richten
-- mag wél leerstellig ond. zijn!
-> NL werd dus: Constitutionele monarchie met parl. stelsel
= koning = staatshoofd
= meeste m8 bij parl.
-> Rol overheid volgens liberalen
-- wilden: Nachtwakersstaat
= overheid zorgt alleen voor orde, rust, veiligheid
= burgers heben grote invloed
-- in ond.: overheid moet alleen openbaar ond. verzorgen
-> Rol burgers volgens liberalen
-- alleen rijkere burgers kiesr.: Censuskiesrecht
-- wilden uiteindelijk alle burgers upgraden via:
-> Liberaal Burgerschapsideaal
-- ideale burger: -- voelt en doet beschaafd
-- past ongeschreven regels toe (fatsoen e.d.)
-- man: kostwinner / vrouw: huishouden
+ geb. beperking
-- huiselijkheid: prettige sfeer thuis voor hele gezin
-> De politiek in het leven van de burgers
-- meeste burgers na 1848: zonder overh.bemoeienis + weinig betrokkenheid bij politiek. Liberaal dus.
-- kleine groep: actief in politiek (of passief als kiezer)
-- 5-6% had kiesrecht (v/d mannen)
-- maar: slechts 25% van hen ging stemmen
-> De n8wakersstaat onder druk
-> door: -- kinderarbeid + wantoestanden in fabr.
-- schoolverzuim
-- bekostiging scholen
-- kiesrechtuitbreiding?
-- sociale kwestie
-> indirect had alles te maken met onderwijs!
-- schoolverzuim kwam door kinderarbeid
-- moest leerplicht ingevoerd worden?
-- moest bijz. ond. gelijkgesteld worden aan openb. ond?
Wat was anders “vrijheid van ond.” waard?
-- uitbr. kiesrecht kon alleen als die kiezers genoeg kennis hadden
-> dus: tweestrijd bij liberalen: -- cons.-lib: n8wakersstaat houden
-- progressief-lib.: meer overh.ingrijpen
Deze groep werd snel sterker
-> DUS: -- Parl enquetes gaven wantoestanden in fabrieken aan.
-- Progr.-lib. waren vóór -- uitbr. kiesrecht
-- beter ond.
-- Ortho. Prot + RK samen in Schoolstrijd
Progr./lib. kwamen hen tegemoet
-- soc. wilden alg. kiesrecht (SDAP)
-> 3 kwesties veranderden n8wakersstaat:
-- kinderarbeid
-- kiesr. kwestie
-- sociale kwestie
3.3; Kinderarbeid
-- werd als normaal beschouwd tot ± 1870
-> Soorten kinderarbeid
-> meehelpen ouders in huisnijv./winkel/boerderij
-> meehelpen ouders in loondienst in ’n bedrijf
-- bv: textielind.
-- 12 à 14 uur was normaal
-- werktijden onregelmatig!: zo lang als nodig was
-- meestal: ’s zomers langer; ’s winters korter.
-> Toename kinderarbeid na 1860
-> invoering stoomkracht -- meer fabrieken
-- dus: meer eenvoudige arbeid
-> kleine handwerkbedrijven moesten concurreren met fabr.
-- dus; meer kinderarbeid = goedkoper
-> BUT: ook afname bij: sommige bedrijven juist andersom: bij omschakeling van handkr8 naar stoomkr8. (ingewikkelde of gevaarlijke machines)
-> Kinderarbeid ter discussie
-> eerst: werkgevers met kinderarbeid werden als weldoeners beschouwd.
-> v.a. ±1850 begon discussie over kinderarbeid
-> vooral bij medici + onderwijzers.
-> gesignaleerde nadelen: -- K.= geen onderwijs, dus armoedecyclus
-- gezondheid en “zedelijkheid”
-- gevaarlijk werk (machines)
-- eentonig werk
-> K. in landbouw + winkels wél geaccepteerd!
-> en zo: ontstaan fabrieksscholen: les na werk in fabriek
-- fabr. vonden scholing positief vanwege techniekniveau
-> verzoeken om overheidsingrijpen
-- ±1870: veel gemeenten tegen k.
-- Maar: angst voor concurrentievervalsing
-- Dus: men vroeg rijksoverheid maatregelen
vnl. progr.-lib.
-> Verzet tegen overheidsingrijpen
-> veel ondernemers tegen:
-- bang voor stortvloed aan meer regels
-- onderschatten van probleem: “fabr. zouden het zelf wel oplossen”
-- veel arb. konden inkomsten niet missen
-- k. vaak nodig voor bep. handelingen
-> Kinderwet v. Van Houten
-> 1870: Regeringscommissie adviseerde tegen verbod, want:
-- zonder leerplicht was verbod averechts
-- kinderloon noodzakelijk in arb.gezinnen
-- door verbod zouden kinderen huisnijv. moeten doen.
-> Dus: Sam van Houten:
-- lib. kamerlid
-- initiatiefwetsvoorstel 1873:
-- 1) totaal verbod kinderen onder de 12j.
-- 2) mogelijkheid gemeenten voor leerplicht 8-12 j.
-> Maar: bezwaren hiertegen:
-- 1) werken voor ouders toestaan! Dus; slechts verbod voor fabr. + werkplaatsen.
-- 2) confessionelen waren nog tegen leerplicht
-- wilden eerst bijz. ond + openb. ond financieel gelijkstellen.
-> Kinderwet v. Houten had weinig effect
-- 1874: wet aangenomen
= k. verboden onder 12 j.
= wél toegestaan: “veldarbeid, huiselijke en persoonlijke diensten”
-- BUT: weinig effect
-- door uitzonderingen toch nog veel k.
-- geen leerplicht
-- geen arbeidsinspectie
-> Er komt een parlementaire enquete
-- 1886-1887 parl. enquete naar omstandigheden in fabr. e.d.
-- Wat bleek?
-- nog steeds veel legale en illegale k.
-- nauwelijks méér kinderen naar school
-- toename vrouwenarbeid + 12+!
-> Arbeidswet v. 1889
-- gevolg v/d parl. enquete
-- inhoud: -- 12-16 j. + vrouwen: max. 11 uur p.d.
-- “ “ verbod n8arbeid
-- arbeidsinspectie
-> Christenen in NL
-> prot.
-- Gereformeerde kerk (v.a. 1816: N.H.-kerk)
-- de oude bevoorrechte kerk
-- 19e eeuw: 2 vleugels: -- vrijzinnigen
-- orthodoxen
-- vrijzinnigen kregen leiding
DUS: 1834: afscheiding Christelijk Gereformeerden
Ook in: 1892: afscheiding Gereformeerde Kerken In NL
-- dus: -- hervormden = gematigd
-- gereformeerden = streng
-> RK -> Prot.
-- historisch gegroeid
-- Prot. hadden hekel aan RK-hiërarchie (paus bv.)
-- Prot hebben democratische kerkstructuur
-- RK vonden prot. dwaling.
3.4; Kiesrechtkwestie
-- grondwet 1848: censuskiesrecht
-- v.a. ±1870 Kiesrechtstrijd
-> 1887: Kiesrechtuitbreiding dmv grondw.wijziging
-- censusregel uit grondwet gehaald
-- in plaats daarvan: “kentekenen van maatsch. welstand en geschiktheid”
= rekbaar, dus: Caoutchoucartikel
-- gemeenten moesten de “kentekenen” bepalen
-> gevolgen 1887:
-- % kiesgerechtigden steeg: van 12% naar 24% v/d mannen
-- ook kleine burgerij had nu kiesrecht
-- bv: ortho.-prot. olv Abr. Kuyper
-- bv: RK olv Schaepman
-- dus: meer conf. in parlement
-- 1888: lib. geen meerderheid meer in 2e k.
RK+Prot: 52 zetels!
-> Geen alg. kiesrecht voor mannen!
-- NL lag achter bij andere landen
-- probleemfactoren hierbij:
-- lib. tegen kiesr. voor mannen zonder grote productieve bijdrage
-- toename paupers: dezen zouden met kiesr. mogen meebeslissen over besteding bel. geld.
-> 1896: Opnieuw Kiesr. uitbreiding
-> Voorstanders uitbr.:
-> progr.-lib. (= “jong-liberalen”)
-- “zonder uitbreiding kun je geen vooruitstrevende pol. voeren”
-- Kiesr. zou opvoedend werken
-> Socialisten: met kiesr. voor arb. zouden sociale misstanden verdwijnen
-> Dus: uitbreiding kiesrecht: 50% van mannen had nu kiesr.
-> Alg. kiesr. 1917
-> hoe dit kwam: zie H4
-> hierdoor NL: parlementaire democratie = -- parl. meeste m8
-- parl. door alle burgers gekozen
-> Alg. kiesr. klap voor lib: van 37 naar 15 zetels
-> Soc. profiteerden meest.
-> wél veel angst voor ♀kiesrecht (zelfs bij soc.)
-- bang dat vrouwen zouden luisteren naar stemadvies dominee e.d.
-- 1922: 1e verk. met ♀
-- conf. wonnen 9 zetels.
-- lib. gelijk
-- soc: -2
3.5; Sociale Kwestie
-> Wat was de soc. kwestie?
-> situatie van lagere klasse:
-- ±1870: -- (gemiddeld) lichte stijging van hun welvaartspeil
-- problemen: krotten, drankmisbruik, armoe
-- hadden geen pol. en maatsch. invloed
-> Uitbr. kiesr. en soc. kwestie
-> progr.-lib: -- vonden het noodzakelijk dat óók armen volwaardig burger werden
-> MAAR: volgens lib. ideeën: volwaardig burger kan alleen als burger productief is.
-> Traditioneel lib. denken verandert door soc. kwestie
-> nw. inzichten: -- “sommige burgers kunnen alleen met overh.hulp volwaardig burger worden”
-- “overh. moet via soc. wetgeving onafhankelijkheid van burgers bevorderen”
-- censusidee bij kiesr. werd verlaten
-> Hierdoor: -- 1) Burgerlijk beschavingsoffensief
-- 2) Sociale wetgeving
-> Ad 1: Burgerl. besch.offensief
-- v.a. eind 19e eeuw
-- lib.: “gebrek aan beschaving = oorz. van slechte soc.-ec. positie van lagere klassen”
-- dronkenschap (cafébezoek op betaaldag)
-- onzedelijkheid
-- ordeloosheid
-- luiheid
-- niet met geld om kunnen gaan
-> DUS: bijbrengen van beschaving:
-- hygiëne
-- zelfbeheersing
-- cafébezoek tegengaan
-- vrouwen: orde en netheid in huis
-- hierdoor: een beter huiselijk klimaat: beter voor kinderen.
-> Ad 2: Sociale wetgeving
door kabinet Pierson-Goeman Borgesius
-- 1897-1901: progr. lib. kabinet
-- Ongevallenwet: werkg. moesten werkn. tegen ongevallen verzekeren; premies betaald door werkg.
-- Woningwet:
-- fin. steun van Rijk aan gemeenten of woningbouwver.
-- gemeenten konden bouwvoorschriften maken
-- gemeenten konden woning onbewoonbaar verklaren
(kan dan niet meer verhuurd worden)
-- Kinderwetten: Kinderbescherming
-- ouders evt. uit ouderlijke m8 ontzetten; voogdij
-- Leerplichtwet 1901
-- 6 jaar ond. verplicht v.a. 6 j. oud (zie H4)
3.6; Organisatie en emanc. van nw. groepen
-> eind 19e eeuw: achtergestelde groepen: organiseren ter belangenbehartiging
-- orthodox prot.
-- RK
-- arbeiders
-> WANT: -- godsdienst: -- vrijzinnigen overheersten
-- pol. + soc-ec: -- lib. overheersten
-> opr. van org. voor Ortho. Prot; RK; Socialisten
-> 1892: opr: Gereformeerde kerken in NL
-- olv: Abr. kuyper, ook: -- De Standaard (krant)
-- Vrije universiteit
-- ARP (pol. partij)
-> Arbeiders
-- Vakbonden: bv SDB = Soc. Democr. Bond
= olv. Ferdinand Domela Nieuwenhuis
= vakbond + politieke partij
-- krant: Het Volk
-> RK
-- RK vakbonden
-- partijvorming moeizaam
-- H. Schaepman deed mislukte poging
-- na z’n dood: Alg. Bond v. RK Kiesverenigingen (1904)
-- kranten: -- De Tijd
-- De Maasbode
== Begin Verzuiling
-> Ontstaan dubbele identiteit
-> Deze groepen: loyaal aan -- NL natie
-- eigen groep / zuil
-> Vandaar de relatieve opstandigheid
-- bv: Kuyper streed tegen ongodsd. overheid
Dus: “soevereiniteit in eigen kring”
-- bv: Schoolstrijd: RK + Ortho.Prot -> lib. overheid
-- dit was hun belangrijkste strijd: immers: meer opleiding = meer
-- bv: Kiesrechtstrijd: soc. streden tegen overheid
H. 4; Verand. in opvoeding + ond. 1848-1920
4.1; Rol overheid in onderwijs
-> Vóórgesch.: schoolwet 1806
-> v.a. 1798: Scheiding Kerk en Staat (grondw. Bat. Rep.)
-- dus ook in ond.: Schoolwet 1806
-- leerstellig ond. verboden
-- LO: openbaar ond.
-- dus openb. ond. was “alg. christelijk”= niet duidelijk omschreven = vrijzinnig prot.
-> Bezwaren tegen schoolwet 1806
-> RK + Ortho. Prot.: wilden invloed op lesstof + benoeming onderwijzers
-> Lib. gingen langzaamaan ook twijfelen:
-- immers: zo minder vrijheid voor burger.
-> Schoolwet 1857
-> Grondwet 1848: vrijheid van onderwijs + vr. v. vereniging en vergadering
-- dus: conf. scholen mochten!
-> en zo: Schoolwet 1857: conf. scholen toegestaan, maar niet door ov. betaald!
-- = bijzonder onderwijs
-> Schoolwet 1878
-> doel: verbetering LO
-- klassendeler: 40
-- hogere salarissen + hogere opleidingseisen
-- bouw- + inrichtingseisen voor scholen
-- 30% door Rijk betaald, rest gemeente
-- MAAR: dan moesten scholen nog strikter “alg. chr.” zijn!
4.2; Lib. opvattingen over ond.: kennis = macht
-> “Kennis = m8” komt in schoolwet 1857 tot uiting
-> kennis was belangrijker geworden dan morele ontwikkeling
-> vakken: -- bestaande: lezen, schrijven, rek., NL.
-- nieuw: gesch., ak., bio (“kennis der natuur”), meetkunde (“vormleer”), zingen
-> Met als doel: -- meer vakbekwaamheid bereiken
-- upgraden van arb.kinderen (deze vakken kende men immers al langer op partic. scholen)
-- dus: sociale mobiliteit vergroten
-> De zedelijke en maatsch. doelen blijven bestaan
-> al sinds 1806:
-- rekenond. = armoedebestrijding
-- jongens: een vak leren
-- meisjes: huishouduitgaven beheren
-- schoolzang: bevorderen saamhorigheid + nat. + Oranjehuis
-- Gesch: nationaal gevoel;
-- dus: helden + 80j.-oorlog + Gouden Eeuw
-- Piet Hein, De Ruyter, Willem v. Oranje e.d.
4.3; Schoolstrijd
-> lib. wilden geen ov.subsidie voor bijz. ond.
-- WANT: liever kinderen van verschillende sociale lagen bij elkaar!
-> Schoolstrijd ontbrandt!
-> Bijz. ond -> Openb. ond.
== vnl: of bijz. ond. door overheid betaald werd.
-> Hierdoor: Ortho.Prot + RK (!!) SAMEN -> Lib.
= historische toenadering door gedeeld eigenbelang.
-> Schoolwet 1857: maakte het bijz. ond. nóg moeilijker!
-- óók bijz. ond. moest voldoen aan nieuwe eisen:
== kostbaar: hoger schoolgeld
-- Openb. ond. was gratis!
-- DUS: Petitie tegen dit wetsvoorstel (RK + Ortho.Prot)
-- “wij betalen ook voor openb. ond. en krijgen dus niets terug”
-- helaas pindakaas
-> Bijz. ond. krijgt subsidie van 1e Conf. Kabinet; 1889
-> 1887: kiesrechtuitbreiding
-- dus: verk. 1888: conf. kregen meerderheid in 2e kamer
-> 1888 Coalitie (=RK + Prot)= Kabinet Mackay
-- DUS: 1889 Schoolwet gewijzigd
-- gedeeltelijke financiering bijz. ond: 30% door staat
-- Openb. ond. niet meer gratis (behalve voor bedeelden)
-- dus: minder verschil tussen schoolgeld openb./ bijz.
-- nog geen gehele gelijkstelling mogelijk:
-- voorlopig nog te duur voor staat
-> Neveneffect schoolwet 1889:
-- Openb. ond. werd: -- minder vrijzinnig prot.
-- meer neutraal
-> Ongelijkheid tussen bijz. ond. en openb. ond. blijft bestaan
-- bijz. ond. bleef duurder
-- dus: alleen voor rijkere conf.
-- bijz. ond. niet overal aanwezig: in veel streken alleen openb. ond. beschikbaar
-- veel strenge dominees + RK bisschoppen: “geen bijz. ond. in de buurt? Stuur dan je kind NIET naar school!”
-> Einde schoolstrijd
-> historisch compromis maakte einde aan:
-- kiesrechtstrijd
-- schoolstrijd
-> 1917: -> Lib. + soc. dem.: wilden alg. kiesrecht
-> moet via grondw.wijziging = 2/3 meerderh. 2e kamer nodig!
-> RK + Ortho.Prot: wilden geld voor bijz. ond.
-> Beide groepen sloten compromis om elkaar te helpen
-> En zo: grondwetswijziging 1917
1-- Alg. kiesr. voor mannen
2-- + mogelijkheid kiesrecht voor vrouwen (1919 gebeurd)
3-- Openb. + bijz. LO financieel gelijk
= Onderwijspacificatie
-- gevolg: enorme toename bijz. ond. + afname openb. ond.
4.4; Leerplichtdebat
-> al v.a. 1848
-> “6-12j leerplicht?”
-- voordelen: -- wapen tegen kinderarbeid
-- “ “ schoolverzuim
-- bezwaren tegen leerplicht: -- vnl. praktisch (geld, gebouwen)
-- nauwelijks principieel
-> Meeste liberalen. vóór leerplicht
-> argumenten -- verplicht LO goed voor ec. ontw.: geschoold personeel
-- door onderwijs meer opwaartse soc. mobiliteit
-- goed opgeleide mensen = meer mensen met lib. burgerschapsideaal
-> DAARNA zou kiesr.uitbreiding mogelijk zijn.
-> MAAR: ook bezwaren = verlaging gezinsinkomen van arb.
= schending vrijheid van ouders
-> Conf. + Soc. Dem: ook bezwaren tegen leerplicht op korte termijn
-> Confessionelen: -- wel vóór, maar pas later
-- “eerst fin. gelijkstelling, dan pas leerplicht”
-- anders sturen arme gelovigen hun kinderen naar openb. ond.
-- door leerplicht: in streken zonder bijz. ond gaan ll dan naar openb. ond.
-- schending vrijheid van ouders
-> Soc-Dem: óók vóór, maar pas later.
-- schoolwet 1889 had gratis openb. ond. afgeschaft
-- leerplicht dus duur voor arb. + geen inkomsten uit kinderarbeid
-- wilden dat gemeenten bij leerplicht arb.kinderen compensatie zou geven (schoolkleding + voeding)
-> Leerplichtwet ingevoerd:1901
-> 1900 Kabinet Pierson (lib.) deed het wetsvoorstel
-- 1900 aangenomen: -- 50 vóór
-- 49 tegen
-- Schimmelpenninck (tegen) van paard gevallen!
-- 2 conf. toch vóór gestemd
-- lib: 1 zieke vóórstemmer naar 2e kamer gesleept!
-> 1901 ingevoerd.
4.5; Ond. beleid in de praktijk
-> De lespraktijk
-> meer LL. gaan naar voortgezet ond.
-- 2e h. 19e e.: LO van eindonderwijs langzaam richting “basisonderwijs”
-- 1863: ontstaan van HBS
-- voor: hogere middenklasse
-- Gymnasium bestond al: voor elite
-- schoolwet 1857: standenond. bleef
-- armenscholen -> elitescholen
-> MAAR: capaciteiten leerling steeds belangrijker:
Steeds meer kinderen met goede cijfers gingen naar voortgezet ond.
-> Toename LO-problemen
-- 1865: 75% van kinderen naar LO
-- 1900: 91% “ “
-- DUS: grote groei armenscholen
-> na schoolwet 1878: -- te weinig lokalen + onderwijzers
-- door: -- meer LL.
-- klassendeler van 70 naar 40
-> DUS: om tekort onderw. aan te vullen:
-- meer kweekscholen (van 1 naar 3…)
-- avondstudenten voor onderwijsakte mochten overdag lesgeven: = hulponderwijzer (= minstens 14j. oud)
-> Onderwijzeressen
-- door vakken als: nuttige handwerken
-- 1857 ingevoerd als “facultatief vak”
-- 1878: verplicht voor meisjes
-- handwerkjuffen gingen later laagste klassen LO doen
-- in RK-ond: al veel eerder vrouwen: nonnen
-> Nog geen goed ond. voor alle kinderen
-- nog steeds veel schoolverzuim
-- stedelijke scholen hadden groeistuipen: dus wachtlijsten of beperkt lesprogramma
-- 12j: geen arbeidsverbod!
-- veel LL. dan dus naar de fabriek
-> Ontwikkeling nw. lesmaterialen
-> armenscholen: veel LL. met achterstanden
dus: veel behoefte aan goed lesmateriaal
-> v.a. 1860: moderner lesmateriaal:
-- inhoud leesboeken minder bel. dan methode
-- moraliseren in leesboeken dus weg
-- in leesboeken geen verwijzingen meer naar standenmij.
-- ±1900: schriften en inktpennen
-- bv: Jan Ligthart:
-- “aanschouwelijk ond.”: wandplaten e.d.
-- leesplankje: Aap, Noot, Mies, met losse letters
-> Aanschouwelijk ond.
-- ±1900 meeste scholen: leesplankje v. Hoogeveen = Aap. Noot, Mies.
-- leerleesboekjes: lezen + leerstof zaakvakken
-- wandplaten: ak, gs, bio
-- van Jetses, Isings
-> Kritiek op klassikale ond.
-> ±1900 begin kritiek (o.a. J. Ligthart)
-- klass. ond. beperkt tot kijken, luisteren, nazeggen
-- tucht en orde erg belangrijk (slaan verboden)
-- verzuimen? dan meteen achterstand bij klas
-> Wat dan wel?
-- actief meedoen
-- daardoor blijft kennis langer hangen (“beklijven”)
-> Discussie over de lespraktijk
-> v.a. 1857: nw. vakken: zingen, zaakvakken
-- maar: weinig tijd daarvoor
-> discussie over vaderlandse gesch.
-- bijz. ond. + openb. ond: verschillende meningen over:
-- welke onderwerpen
-- welke invalshoeken
-- lesboeken v.a. 1880: nadruk op : -- 16e en 17e eeuw
-- uit prot.-nationaal standpunt
-> Discussie over schoolzang
-> Openb. + Prot. scholen: liederen uit “Gedenckclanck” van Valerius (±1600) = prot.
= 80j-oorlog
-> Wilhelmus: eind 19e eeuw: steeds meer gezongen
-- werd volkslied
-> eind 19e e.: liederen steeds meer nat. + oranjegezind
-- DUS: irritatie bij RK en Soc.
-- RK: tegen Prot. dominantie
-- Soc: tegen verheerlijking vorst en vaderland
-> Discussie over esthetische en praktische doel v. schoolvakken
-- vak “vormleer”: = mmetkundig tekenen
dus: geen vrije expressie!
-- MAAR: -- velen wilden kunstzinnig tekenen + literatuur
-- ook bezwaren tegen sommige gedichten + lit.
teksten spraken arb. kinderen niet aan
-> Schoolverzuim
-> Relatief schoolverzuim
-- kinderarbeid! vooral op platteland
-- dus: tijdelijk verzuim vanwege werk thuis
-- meer bij meisjes dan bij jongens!
-- op land + in huishouden
-- “meisjes hoeven zich niet te ontwikkelen”
-- dus: “nuttige handwerken”: opdr88 mee naar huis + eindprod. behouden als ze voldoende lessen volgden.
-> Absoluut schoolverzuim
-- 10-15% tussen 6-12j: vnl. armen
-- kinderen van bedeelde ouders juist weer wel.
-- anders geen steun
-> Schoolverzuim daalt
-- absoluut: 1860-1900: van 30% naar 9%
-- relatief: naar 10%
-> Oorzaken: -- inkomens hoger
-- ouders letten op “regelmatige schoolgang”
-- ouders lieten kinderen school afmaken
-- na 1857: ond. kwaliteit veel hoger: ouders zagen nut nu in.
-> De leerplicht
-- pas laat ingevoerd door schoolstrijd
= conf. tegen leerplicht zonder fin. gelijkstelling
-- 1901 leerplicht:
-- kinderen v.a. 6j leerplichtig: 6 jaar lang.
-- in landbouw: ’s zomers 6 weken landbouwverlof.
-- Gevolgen leerplichtwet:
-- grote afname rel. schoolverzuim: vooral: 6-12j + meisjes
-- kleine afname abs. schoolverzuim
-- groei kinderarbeid v.a. 12j!
-- zelfs minder LL voor vervolgond.
-- want: kinderen moesten het geld verdienen “inhalen”
(tussen 6-12j immers nog niets verdiend)
-- hele LO gratis
-- Ond. werd ook voor overheid een bel. taak
- toezicht, gebouwen, opleidingen
-- analfabetisme snel teruggedrongen.
REACTIES
1 seconde geleden