Van feodale orde naar feodale wanorde

2. Van feodale orde naar feodale wanorde ( ca. 750-ca 1100)

Feodum = leen , een stuk grond in leen ( feodaliteit)

Reeds bij de Germaanse stammen omringen de machtige heren zich met getrouwen. Uit deze vazallen evolueerden later de adem die bevoordeeld werd met tal van rechten. In de 8ste eeuw kwam er een nieuw element bij. Karel Martel had een leger van ruiters nodig in zijn strijd tegen de islam. Om zeker te zijn van hun trouw gaf hij zijn dienaars een stuk grond in leen. Dit stelde hen in staat om hun dure militaire verplichtingen te bekostigen. Vanaf dan werd dit een vast gebruik waarbij de leenman, diegene die hen de grond in leen kreeg ,leenhulde bracht aan de leenheer, hij die de grond in leen gaf.

De Leenhulde :
1ste stap : leenhulde , knielen handen heffen , kussen & ja zeggen

2de stap : trouw zweren, levenslange trouw
3de stap: eed afleggen op relikwieën , heilige voorwerpen
4de stap : overhandigen van een takje ( symbolische leen )
INVESTITUUR = bekleden met macht.

Leenheer Leenman (Vazal)
Geeft grond in leen

Heer trouw zijn ( bestuur+militair)
De feodaliteit overheerste in West-Europa van de 9de tot de 13de eeuw. Er ontstond zelfs een feodale piramide , omdat de vazallen op hun beurt ook vazallen in dienst namen
Feodale piramide :

Verval van de feodale orde
- In grote delen van Europa heerste onveiligheid: invallen vikingen , roofridders…. Lokale bevolking zocht bescherming bij de burchtheer, wiens aanzien toenam  HEERLIJKHEDEN
- Leenmannen slaagden erin om hun vorstendommen erfelijk te maken  de koning verloor territorium  VORSTENDOMMEN
- De leenmannen gedroegen zich hoe langer hoe meer als kleine koningen : eigen munt, eigen rechtspraak, eigen wetten , …..