Tweede Wereldoorlog

Vernedering en crisis Toen de keizer vluchtte uit Duitsland, was er een chaotische situatie, de SPD kreeg de macht. SPD wilde geen revolutie; communisten wel. Januari 1919 opstand van communisten en probeerden zo de macht te nemen. De 2 leiders werden vermoord. Duitse regering: SPD, Duits democratische partij, Partij van de katholieken. Republiek van Weimar: de nieuwe republiek met democratische grondwet, geregeld vanuit Weimar omdat het te onrustig was in Berlijn door communistische opstanden. Er kwam een nieuwe grondwet en zo werd Duitslang een parlementaire democratie. Wolfgang Kapp pleegt een staatsgreep in 1920, de wettige regering werd verjaagd door ontevreden oud officieren. Deze staatsgreep mislukte doordat er een massale staking uitbrak. Duitsers konder de herstelbetalingen niet meer betalen. Franse soldaten bezetten Ruhrgebied en namen grondstoffen & industrieproducten in beslag. Zo kwam er een staking. Om stakers te betalen lieten ze extra geld drukken » inflatie. 1924: Duitsland leende geld van Amerika, daardoor ging het beter met economie. Young-plan : Amerikaanse bedrijven & particulieren investeren geld in Duitsland. 1929: Wereldwijde economische crisis. Deze begint in de VS. Ze willen hun investeringen van Duitsland terug. Daar breekt ook een crisis uit. Omdat veel andere landen met Duitsland of VS handeld, wordt het wereldwijd. Het gaat steeds slechter met de parlementaire democratie in Duitsland. De opmars van Hitler NSDAP: Nationaal socialistische arbeiders partij, opgericht door Nazi’s, had Adolf Hitler als leider. De Nazi’s (Nationaal-socialisten) waren tegen het communisme, de democratie en tegen joden. Er moest 1 groot rijk komen met 1 sterke leider om het land weer groot te maken, ze wilden alleen arische mensen in hun land. Ze vonden dat ze meer levensruimte nodig hadden, dat alle Duitssprekende mensen in 1 land moesten gaan wonen, en dat Duitsland uitgebreidt moest worden. Propaganda (verspreiden van ideeën van een bepaalde partij of persoon met het doel dat zoveel mogelijk mensen daarop stemmen) ; Hitler speelde in op onlustgevoelens van volk. Hij gaf het Verdrag van Versailles, de Duitsse regering & de Joden de schuld van alle ellende. Er werden massa-bijeenkomsten geörganiseerd waar ze de mensen werk en voedsel beloofden. De nazi’s kregen steeds meer aanhang. 1933: NSDAP werd de grootste partij in het Duitse parlement. Hitler werd benoemd tot 1e minister. In datzelfde jaar zorgde hij er voor dat hij onbeperkte macht kreeg. Andere partijen waren niet meer toegestan. Dit was het einde van de democratie. Duitsland werd een totalitaire staat. (de staat beheerst en controleert het leven van de inwoners van het land. Er is geen vrijheid van meningsuitting meer.) De oorlog breekt uit

1919; Volkenbond wordt opgericht om de wereldvrede te bewaren. De bond had geen leger. Niet alle landen werden lid. De VS wilden niet toetreden en de Sovjetunie en Duitsland mochten in 1919 geen lid worden. Duitsland werd in 1928 lid, maar toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, beëindigde hij het lidmaatschap. Afspraken van Versailles: Hitler hield zich hier niet aan, hitler stelde dienstplicht in. Hij vergrootte het leger en trok in 1936 het rijnland binnen (waar geen militairen gelegerd mochten zijn). In 1938 kwam Oostenrijk bij Duitsland (Anschluss). 1939; Conferentie van München: Hitler krijgt Sudetenland (stukje van Tjechoslowakije) omdat hij met oorlog dreigde en Frankrijk en Engeland wilden dat niet. Later bezette Hitler ook de rest van Tjechoslowakije. Molotov van Rippen troppact: 1939, Niet-aanvals verdrag tussen de Sovjetunie en Duitsland, ze zouden polen verdelen. (tussen Hitler en Stalin). Maar Polen had een verbond met Groot-Brittanië en Frankrijk gesloten. Als Polen zou worden aangevallen, zouden bijde landen te hulp schieten. Hitler viel polen op 1 september 1939 aan, de bondgenoten van Polen verklaarden Duitsland de oorlog. Tweede wereldoorlog was begonnen (1939 tot 1945). Europa in oorlog & De bom 1940; Duitsland valt Denemarken, Noorwegen, Nederland, Belgie en Frankrijk aan. Het Duitse leger was te sterk voor deze landen en ze werden bezet. In deze landen werd de democratie afgeschaft. Ondanks het Molotov-Von Ribbentroppact vielen de Duitsers in 1941 toch de Sovjetunie aan. In 1941 em 1942 hadden die aanvallen succes, maar in de winter van 1942 en 1943 leden de Duitsers bij Stalingrad een grote nederlaag. Het Russische leger haalde daarna vele overwinningen na elkaar. De Engelse premier Churchill besloot door te vechten tegen Duitsland. In 1941 kreeg hij hulp van de VS. Hitler verklaarde aan de VS de oorlog, nadat Japan (bondgenoot van Duitsland), op 7 december 1941 een Amerikaanse vlootbasis (Pearl Harbor) had aangevallen. Dit deden ze om een deel van de Amerikaanse vloot uit te schakelen. Op die manier konden de Amerikanen de Japanners een tijd lang niet aanvallen. Amerika herstelde zich snel van de Japanse aanval en in mei en juni 1942 wist de Amerikaanse marine de Japanners tweemaal een nederlaag toe te brengen. VS gebruikte als eerste de atoombom. Op 6 & 9 augustus 1945 werden boven de steden Hiroshima en Nagasaki atoombommen afgeworpen. Op 2 september 1945, capituleerden (gaven ze zich over) de Japanners. De bommen veroorzaken enorme luchtdruk, kernstraling en hitte. Na de explosie ontstond er een gigantische paddestoel met radio actief materiaal. Wapenwedloop: het verschijnsel dat na de 2e wereldoorlog de V.S en de sovjetunie steeds meer en steeds zwaardere wapens tegen elkaar gingen opstellen. Geallieerden: De landen die vochten tegen de nazi’s; ze voerden bombardementen uit op Duitse industriesteden. Er kwamen veel burgers om het leven. Stalin wilde dat de andere geallieerden de Duitse legers in het westen zouden aanvallen, maar dit bebeurde pas op 6 juni 1944. Zij drongen de Duitsers geleidelijk aan terug. (bevrijding – moment waarop de bezetter van een land verdreven wordt). Toen de Russen vlakbij Berlijn gekomen, pleegde Hitler zelfmoord. In mei 1945 gaven de Duitsers zich over (capituleerden) Jodenvervolging Kristall nacht: 9 november 1938, Joodse eigendommen worden vernield en in brand gestoken, joden zelf werden mishandeld of vermoord. Deporteren: de joden werden uit bezette gebieden gehaald en werden gebracht naar concentratiekampen. In 1942 besloten de Nazi’s alle joden uit te roeien, dat gebeurde in vernietigingskampen; een deel werd gelijk bij aankomst vergast en een ander deel moest zware dwangarbeid verrichtten. Vanaf 1941 moesten mensen die naam Nederland kwamen ook aantonen of ze van Joodse afkomst waren. Vanaf 1942 moesten ze een gele ster op hun kleren dragen. Veel Joden in Nederland werden naar Westerbork getransporteerd en vanuit daar naar een contratiekamp in Duitsland gebracht. Om een onderduikadres te vinden was zeer moeilijk. De mensen die een onderduiker in huis hadden, riskeerden de doodstraf. In totaal hebben de nazi’s tussen de 5 & 6 miljoen Joden vermoord.