Hitler had succes. Er waren nog maar 200000 werklozen. Het verdrag van Versailles deed er volgens Hitler niet toe. Hitler sloot veel handelsverdragen en dit kostte veel geld, waardoor Duitsland een groot tekort had. Schacht, minister van economische zaken, vertelde Hitler rustig aan te doen, maar deze werd ontslagen. Hitler moest het financiële bankroet verbergen en dus was er maar één mogelijkheid: oorlog
Hitler en Stalin aan de macht
Stalin zag altijd samenzweringen tegen hem. De plaatselijke partijleider in Leningrad werd vermoord, misschien in opdracht van Stalin die in hem een concurrent zag. Stalin wilde de partij en het leger zuiveren van ‘verraderlijke elementen’. De tijd van de grote terreur was begonnen. Veel slachtoffers verdwenen rechtstreeks, nadat de geheime politie ( KGB) er zich mee had bemoeid. Op een partijcongres werd ruim de helft ( 1108 mensen) vermoord.
Stalin wilde vernieuwing in zijn partij, weg van de kameraden uit de revolutietijd die wisten dat Stalin geen grote rol speelde tijdens die revolutie. In 1938 was de terreur gestopt, er waren toen misschien wel 8 miljoen mensen vermoord.
Er zou een ‘nieuwe mens’ ontstaan in de Sovjetunie als gevolg van de marxistische leer. De Sovjetunie moest een paradijs op aarde worden, maar het werd alles behalve dat. Mannen en vrouwen bleken niet gelijkwaardig, de communistische partij werd een bolwerk van onderdrukkers en profiteurs die het goed hadden, terwijl de grote massa straatarm was.
Aan het onderwijs deed Stalin veel, maar naar de universiteit kon je alleen als je ouders brave partijleden of niet kritisch waren. Wetenschappers met eigen ideeën konden wachten op een bezoek van de geheime politie. Veel mensen wisten niet hoe het er aan toe ging, en riepen vaak nog ‘leve Stalin’. Het idealisme van de revolutionairen werd door Stalin gebruikt om zelf dictator te worden.
In 1941 vielen de Duitsers de Sovjetunie binnen, hierdoor zag Stalin de kans om zijn land tegen de ondergang te redden. Het land verloor 20 miljoen levens, maar wist de Duitsers wel uit Oost- en West-Europa te verdrijven en als eerste in Berlijn te komen. Na deze oorlog wilde Stalin zijn positie niet kwijt. Overal kwamen daar communistische regering aan de macht die trouw waren aan Moskou.
Stalin overleed in 1953. Opvolger Chroesjtsjov leek mildere plannen te hebben, maar zijn destalinisatie bleef halverwege steken. De macht van de communistische partij stond nooit ter discussie, net als de geleide economie. Brezjnev volgde Chroesjtsjov in 1964 af, maar ook hij kon geen potten breken. Toen Brezjnev overleed in 1984 stond de Sovjetunie er slecht voor: het had een superslechte industrie, landbouw was dramatisch en het milieu was verschrikkelijk vervuild. Hierna kwam Gorbatsjov, die wel veel kon veranderen. Hij wilde glasnost en perestrojka, democratie en een vrije economie. Maar ook hij redde het niet. In 1991 ontstonden er veel nieuwe landen, waaronder Rusland. Jeltsin werd gekozen en de communistische partij werd na een mislukte staatsgreep verboden. Jeltsin leek voor betering te zorgen, maar hij bleek een autoritaire leider. Veel mensen kregen het alsmaar slechter.
Vanaf 1933 kregen de nationaal-socialisten de macht in handen in Duitsland. Het volk werd klaar gestoomd voor het nieuwe bewind. Rechters deden hun oordeel aan de hand van nationaal-socialistische ideeën. Tegenstanders van het regime werden door de Gestapo opgespoord en naar concentratiekampen gestuurd.
De media papegaaiden de teksten van Goebbels, leider van het ministerie van propaganda en ook het onderwijs moest eraan geloven. Vakken als geschiedenis en biologie kregen de inhoud van nationaal-socialistische ideeën. Vrouwen waren niet gelijk aan de man.
Het christendom was een sta in de weg. Dat ging uit van gelijkwaardig en met respect behandelen van de mensen.
Hitler wilde een sterke en gezonde staat, dit kon niet met joden. Toen een 17-jarige Poolse jood een aanslag pleegde op een lid van de Duitse ambassade, kwam er een nacht waarin alle mensen ruiten van huizen van joden ingooiden en nog veel meer vernielden: de kristallnacht
In 1935 zorgden de Neurenbergerwetten ervoor, dat joden hun burgerrechten ontnomen werden. Veel joden gingen naar concentratiekampen.
Niet alleen joden waren de slachtoffers van Hitler, ook homo’s, zigeuners en geestelijk gehandycapten moesten eraan geloven. Het arische ras had het recht de zuiverheid te steunen. Ook mocht het in Oost-Europa en Rusland heersen, omdat daar veel Slavische rassen leefden. In totaal zorgde de georganiseerde vernietiging voor meer dan 5 miljoen vermoorde joden.
In de geschiedenis hebben zich veel dictaturen voorgedaan. In Rusland en Duitsland ontstonden totalitaire staten, een staat waarin het belang van het individu totaal ondergesneeuwd wordt door dat van het geheel. De rol van de leider is overheersend. De leider is een godheid in eigen land. Een totalitaire staat kent maar één partij en keert zich af tegen de democratie. Er worden wel verkiezingen gehouden, maar alleen om te demonstreren hoe eensgezind het volk is. De media zijn volledig in dienst van de staat.
De ideeën van Marx stonden recht tegenover die van de totalitaire staat. Marx vond dat de ongelijkheid tussen de mensen verdwenen moest zijn, niemand kon elkaar uitbuiten en waar niemand zich zorgen hoefde te maken over zijn levensonderhoud. Wel voorspelde Marx dat er een klassenstrijd zou plaatsvinden tussen kapitalisten en proletariërs en dat er een korte periode zou zijn waarin de staat de zegeningen van de revolutie toegankelijk moest maken voor iedereen. Het kapitalisme zou afsterven na de revolutie, maar de staat moest desnoods met geweld zijn macht veiligstellen. Daarna zou de staatsmacht niet meer nodig zijn.
Het marxisme is dus het tegenovergestelde van de totalitaire dictatuur. Lenin en Stalin gaven een andere uitleg aan het marxisme.
De fascisten voegen nog wat toe aan de ideologie van de totalitaire staat. Het nationalisme was van grote betekenis, het eigen volk boven alles. Niet denken maar doen, vonden de fascisten. Problemen zijn er om gemakkelijk en snel opgelost te worden, niet om ingewikkeld over te doen. Mannen van de daad, dat was iets waar de staat iets aan had. Vaak ging dit gepaard met geweld. Het leven moest avontuur betekenen en opwindend zijn.
Fascisten houden niet van het liberalisme, dat veel te veel nadruk legt op de rechten van het individu en zodoende niet op dat van de staat. Ook hielden ze niet van het kapitalisme, dat tot uitbuiting van arbeiders leidde. Een democratie was ook niks, want daar werd veel gepraat, maar niks gedaan. Voor het communisme en socialisme hadden ze ook geen goed woord over, deze legden de nadruk op de gelijkwaardigheid van mensen zowel binnen als buiten het eigen land en waren daarmee tegenstanders van het nationalisme.
De communisten zagen in de fascisten een groot gevaar, want een klassenstrijd zou het eigen volk splijten.
De kwaadaardigste variant van het fascisme, het Duitse nationaal-socialisme, onderscheidde zich door het al eerder beschreven racisme. Ook Italië was niet vrij van jodenhaat. In nazi-Duitsland was elke jood ongeacht zijn politieke opvattingen een vijand.
Fascisten houden niet van het liberalisme, dat veel te veel nadruk legt op de rechten van het individu en zodoende niet op dat van de staat. Ook hielden ze niet van het kapitalisme, dat tot uitbuiting van arbeiders leidde. Een democratie was ook niks, want daar werd veel gepraat, maar niks gedaan. Voor het communisme en socialisme hadden ze ook geen goed woord over, deze legden de nadruk op de gelijkwaardigheid van mensen zowel binnen als buiten het eigen land en waren daarmee tegenstanders van het nationalisme.
De communisten zagen in de fascisten een groot gevaar, want een klassenstrijd zou het eigen volk splijten.
De kwaadaardigste variant van het fascisme, het Duitse nationaal-socialisme, onderscheidde zich door het al eerder beschreven racisme. Ook Italië was niet vrij van jodenhaat. In nazi-Duitsland was elke jood ongeacht zijn politieke opvattingen een vijand.
Nederland, een klein democratisch land
Doordat Nederland buiten de 1e WO was gebleven, bleef hier de democratie overeind. Troelstra, de leider van de socialistische SDAP, liet zich meeslepen door wat zich in Duitsland afspeelde. En natuurlijk volgde hij ook de gebeurtenissen in Rusland, waar de communisten de macht hadden gegrepen. Iedereen verwachtte dat overal in West-Europa het kapitalisme zou verdwijnen. Troelstra eiste in 1918 de macht op voor de arbeidende klasse, maar hij kreeg geen steun, zelfs niet van binnen zijn partij.
Door deze blunder van Troelstra mocht de partij tot in 1939 niet in de regering. Een partij met zulke standpunten was onbetrouwbaar. Maar als de arbeiders het niet beter kregen, was een revolutie niet geheel ondenkbaar. In 1919 stelde de minister van arbeid een wet op, waardoor een arbeider maar 8 uur moest werken. Ook bracht hij een ouderdomswet en een invaliditeitswet. De arbeiders kregen het beter in Nederland, maar goed was het nog allemaal niet.
In het interbellum werd de bevolking figuurlijk opgedeeld in zuilen. De katholieke zuil, protestantse zuil en de neutrale zuil. De neutrale zuil bestond uit socialisten en liberalen, maar eigenlijk bestond deze zuil uit twee delen. De liberalen waren eigenlijk helemaal geen zuil, zij waren tegen verzuiling. Katholieken gingen naar een katholieke school, werden lid van een katholieke sportclub en gingen alleen naar katholieke winkels enz . enz. enz. Voor de protestanten hetzelfde. Ook de socialisten hadden hier een handje van, alleen konden kinderen niet naar socialistische scholen, want die bestonden nog niet. Ze gingen naar openbare scholen.
Geen enkele zuil wilde ook maar iets met een andere zuil te maken hebben. Contacten werden vermeden, alleen de elites deden dat niet. Zij moesten samen regeren, omdat geen enkele partij de meerderheid had. De RKSP ( katholiek ), de ARP ( protestant) en de CHU ( protestant) hadden de meeste politieke invloed. De RKSP kon vooral op steun rekenen in het zuiden, waar meer dan 75% op hen stemde. Het kreeg ook de steun van de vijf Nederlandse bisschoppen.
De ARP vond haar aanhang in arbeiders, boeren en winkeliers. Het had een supergoede leider in Colijn, die directeur van Shell was geweest voordat hij minister-president ( 5x) werd.
De CHU was de tweede protestantse partij. De aanhang was vooral Nederlands Hervormd en bestond uit mensen uit betere kringen. De leider was jonkheer De Geer, die twee keer minister-president werd.
De socialisten kregen niet genoeg steun in Nederland en stonden tot 1939 buitenspel. Door het avontuur van Troelstra en de standpunten van de partij werden zij verboden aan de regering deel te nemen. De aanhang bestond uit arbeiders en intellectuelen. Leiders waren Troelstra en Albarda.
De communisten, met als partij de Communistische Partij Nederland, kregen nooit meer dan 4 zetels. De liberalen waren verdeeld in twee partijen. De aanhang bestond uit de gegoede burgerij en werkgevers. Belangrijkste man was Oud, die van 1933 tot 1937 het ministerie van financiën leidde.
In 1931 ontstond een nieuwe beweging, de NSB ( Nationaal Socialistische Beweging). Het was de enige fascistische beweging die in Nederland een flink aantal medestanders kreeg. Mussert richtte deze partij op en hoopte net zoveel steun te krijgen als Hitler of Mussolini, na de economische crisis in Nederland. De aanhang ging van rijke Nederlanders tot arme boeren, maar nooit kwam het landelijk percentage dat op de NSB stemde boven de 8 % uit.
Tijdens de 1e WO bemoeide de regering zich veel meer met de economie dan normaal. We hadden last van de oorlog, omdat bijvoorbeeld goederen niet doorverkocht mochten worden aan Duitsland. In 1918 ging Nederland terug op het economisch liberalisme. Na 1920 ging het echter steeds slechter. Er kwamen stakingen, maar na 1923 ging het alweer beter.
Pas in 1930 ontstond een crisis. In 1934 zat een kwart zonder werk en boeren zagen de waarde van bijv. tarwe, boter en rogge tot 50 % dalen. Boeren leden elk jaar weer verlies, en vaak gingen ze failliet.
Tussen 1930 en 1939 dachten mensen altijd dat het ergste wel geweest zou zijn. Kabinetten, vooral onder Colijn, deden wel wat, maar weinig. De werkloosheid kon niet verholpen worden. Niemand wist dat de crisis zo lang zou duren. Mensen zonder werk schaamden zich en hadden een laag inkomen. Mensen met een langdurige ziekte, mensen die staakten, ouder was dan 60 of jonger dan 21 konden zelfs niet op steun van de overheid rekenen. Steun aan armen was dus een gunst, en niet natuurlijk.
Mensen die wel op steun konden rekenen, moesten elke dag naar het stempellokaal komen. Wie nog geld thuis had, werd gekort op de uitkering. Wie iets nieuws kocht, moest aantonen dat hij dat van steungeld had gedaan. Het regeringsbeleid was passief. Er werden wel wat steunmaatregelen voor boeren, tuinders en vissers, maar veel hielp het allemaal niet. De SDAP wilde een grote geldinjectie van 200 miljoen geven en de overheid meer greep gunnen op het bedrijfsleven, maar dit werd niet geaccepteerd. De overtuiging dat de staat een sluitende begroting moest hebben, stond haaks op deze ingreep.
Elk land liet de waarde van zijn munt dalen, om meer te kunnen verkopen aan het buitenland, behalve Nederland. Pas in 1936 daalde de waarde van de gulden met 20 % en in december daalde de werkloosheid. Maar in de VS kwam in 1937 een crisis, wat alles bedierf.
Nederlanders moesten de crisisjaren accepteren, maar stakingen waren onvermijdelijk. Deze werden door het kabinet met geweld afgeweerd. Vanwege de grote werkloosheid wilde de katholieke minister Romme in1937 arbeid van samenwonende en gehuwde vrouwen verbieden, uitgezonderd kostwinners. Dit voorstel werd niet aanvaard, maar als een vrouwelijke ambtenaar trouwde, was dat wel een rede voor ontslag.
Na 1935 kreeg de NSB minder stemmen, omdat de partij een meer radicale en racistische inslag kreeg. De drie confessionele partijen deelden de lakens uit. Nederland was tijdens de Russische en Duitse dictaturen een parlementaire democratie gebleven.
Waarom bleef de democratie in Nederland zo braaf overeind? Er zijn een aantal redenen bedacht.
Door de verzuiling bleven de mensen trouw aan hun eigen vertrouwde partijen. Ook moesten mensen niks weten van ‘wilde revoluties’, dat bleek wel na de blunder van Troelstra.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden