Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Tijdvak 7, pruiken en revoluties

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1000 woorden
  • 18 juni 2016
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Tijdvak 7 : Pruiken en Revoluties

 

Rationalisme → vertrouwen op de rede/ het verstand

Ontwikkeling van rationalisme door de eeuwen heen:

                                       ↓

Vanaf 6e eeuw v. Chr.

Griekse filosofen proberen rationele verklaringen te vinden voor de wereld om hen heen.

15e eeuw

Humanisten uit de Renaissance zorgen voor een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

16e en 17e eeuw

Door gebruik van het gezond verstand en een systematische manier van onderzoek ontstaat de wetenschappelijke revolutie.

 

Wetenschappelijke revolutie

Kritische denkhouding en systematische manier van onderzoek zorgde voor vele nieuwe ontdekkingen → observatie, empirie, logica (16e,17e,18e eeuw)

 

18e eeuw: nieuwe stroming van geleerden

 

Verlichting

Stroming van geleerden die meende dat alles met behulp van het verstand kon worden verklaard. Dat zou bijdragen aan de vooruitgang van de samenleving.

 

  • Groot vertrouwen  rationeel denken.
  • De wetenschappelijke manier van onderzoek kon gebruikt worden voor alle terreinen         van de samenleving.
  • Door de verlichting was grote maatschappelijke vooruitgang mogelijk.

 

Voorbeelden van verlicht denken, door verlichte denkers

Religieuze voorbeelden

→ Voltaire (radicale verlichte denker)

  • Voor tolerantie en godsdienstvrijheid
  • Twijfelde aan het belang van de geestelijkheid
  • Deïsme: god heeft de wereld gemaakt, maar hij heeft er geen invloed meer op.

Politieke voorbeelden

→ Voltaire

  • (verlichte) absolute vorst is nodig om het domme volk te regeren’

→ Rousseau

  • Volkssoevereiniteit: alle macht ligt bij het volk.
  • Sociaal contract: afspraken gelden voor de hele bevolking.

→ Locke

  • Sociaal contract: afspraken gelden voor de hele bevolking.
  • Overheid moet de natuurlijke rechten van burgers beschermen.

→ Montesquieu

  • Trias politica: scheiding van de machten voorkomt machtsmisbruik.

Sociale verhoudingen

→ Rousseau

  • Tegen standensamenleving van het ancien regime: mensen zijn van nature gelijkwaardig aan elkaar.

Economische voorbeelden

→ Smith

  • Zoveel mogelijk vrijheid in de economie: vrijhandel en weinig bemoeienis van de overheid.

Verlichte ideeën werden verspreid via:

  • Brieven
  • Boeken (encyclopédie)
  • Salon bijeenkomsten

→ Op deze manieren werd het verlicht denken verspreid over de elite van Europa.

 

 

Verlicht absolutisme → Regeringsvorm waarbij de vorst probeert om met verlichte ideeën zijn bestuur te verbeteren, maar wel alle macht blijft houden.

 

Frederik de Grote (Pruisen), verlichte absolute vorst

“Alles voor het volk, niets door het volk”

 

Maatregelen van Frederik de Grote:

  • Godsdienstige verdraagzaamheid
  • Genoeg eten voor de armen
  • Droogleggen moerassen voor nieuwe landbouwgrond

 

Standensamenleving bleef bestaan

  1. Geestelijkheid
  2. Adel
  3. Boeren en burgers

→ Sociale mobiliteit is niet mogelijk

 

Frankrijk: Ancien Régime

Oude orde vóór de Franse Revolutie (1789)

 

 

16e eeuw:

Spanje verovert grote koloniën in Amerika (landbouw,mijnbouw)

Spaanse mijnen raken uitgeput

                     ↓

17e eeuw:

Engeland, Frankrijk en de Republiek nemen deel aan de wereldeconomie.

 

Plantagekoloniën

Overzees Europees gebiedsdeel met grote landbouwbedrijven. Vaak werden hier slaven tewerk gesteld. (zorgen voor opkomst van)

                     ↓       

Trans-Atlantische slavenhandel

Handel van zwart slaven van Afrika naar Amerika

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                          Driehoeks handel

 

18e eeuw verlichting, Voltaire, Montesquieu

 

Abolitionisme → Streven naar afschaffing van de slavernij en de slavenhandel

 

Afschaffing slavernij

1803: Denemarken

1833: Engeland

1848: Frankrijk

1863: Nederland

1865: Verenigde Staten

1869: Portugal

1886: Spanje

1888:Brazilie

 

 

Democratische revolutie → verandering in het bestuur van een land, waardoor het volk meer macht krijgt ten koste van de macht van de koning. Deze verandering wordt vastgelegd in een grondwet.

 

Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)

Bataafse revolutie (1789-1799)

Franse revolutie (1789-1799)

 

Grondwet → wet waarin staat hoe een land geregeerd wordt en wat de rechten en plichten van de burgers zijn.

Staatsburger → iemand die burgerrechten in een staat heeft.

Grondrechten → vrijheidsrechten die burgers beschermen tegen een oneerlijke behandeling door de overheid of door andere burgers.

 

De democratische revoluties vonden plaats onder invloed van de verlichting.

 

 

 

 

 

 

Amerikaanse revolutie (1775-1783)

Dertien Engelse koloniën

  • Veel vrijheid in bestuur’
  • George 3e wil absolute macht
  • Nieuwe belastingen om oorlog te betalen

1773: Boston Tea Party (Amerikaanse opstandelingen gooien een hele lading thee in het water                startsein voor alle ongeregeldheden tussen Amerikaanse kolonisten en het Engelse leger)

1776: onafhankelijkheidsverklaring(13 Amerikaanse koloniën verklaren zich onafhankelijk)

1789: invoering van de grondwet (bescherming van de natuurlijke rechten, trias politica)

 

Bataafse revolutie (1795-1806)

Stadhouder trok steeds meer macht naar zich toe →  kritiek van de patriotten

Willem V gaat zich steeds meer als een vorst gedragen

  • Welvaart in de Republiek neemt af

 

1781: ‘Aan het volk van Nederland’

1784-1787: burgeroorlog, patriotten vluchten.

1795: Bataafse republiek, patriotten winnen dit keer wel en de stadhouder vlucht.

1798: Grondwet

1806: Napoleon

 

Franse revolutie (1789-1799)

Derde stand is ontevreden

  • Oplopende staatsschuld
  • Alleen de derde stand betaald belasting
  • Misoogst in 1787 en 1788
  • Lodewijk XVI wil belasting verhogen

 

1789: Staten-Generaal komen bijeen

1789: Oprichting Nationale Vergadering (door de derde stand) (aanval op de Bastille)

 

  • Afschaffen Ancien Regie
  • Bescherming van de natuurlijke rechten
  • Censuskiesrecht (bij een bepaald bedrag aan belasting mocht je stemmen)
  • Trias politica, gescheiden machten

 

1793-1794: Terreur, als je niet radicaal genoeg was werd je onthoofd (guillotine)

1795: Grondwet

1799: Napoleon

1815: Napoleon definitief verslagen (slag bij Waterloo)

 

 

Einde van periode van grote politieke veranderingen in Europa.

Oude orde wordt hersteld door vorsen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.