Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Strijd om Europa

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2320 woorden
  • 21 januari 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
3 keer beoordeeld

Paragraaf 1.1 – De opkomst van Karel

Over de Alpen

Pippijn, zoon van Karel Martel, koning der Franken

Francië: Austrasië en Neustrië (gesticht door Clovis)

Francië was bestuurd door de Merovingers (Clovis’ nakomelingen), maar daarna door Pippijn

 

Paus regeerde het Byzantijnse rijk (deel Italië), maar er was crisis, moest verdedigen

Paus vroeg Pippijn om hulp à hij trok de Alpen over en versloeg de Langobarden voor de paus, doordat hij in 751 koning werd van de Karolingische (Karel Martel) dynastie: regerende familie

 

Pippijn overleed in 768 – rijk verdeeld onder zoons Karel en Karloman, beide ontevreden met deel

Oorlog tussen broers leek onvermijdelijk, Karloman stierf onverwacht à Karel nam zijn deel over

 

Paragraaf 1.2 – Karels veroveringen

De Saksische oorlogen

Karel hakte de Irminsul (eik, heiligdom Saksen) om, goud/zilver dat geofferd was nam hij mee

Karel was een kruisvaarder: krijgsheer die streed voor verbreiding christendom

Goede alleenheerser, steun kerk à geen islamitisch gevaar – islamitisch wereldrijk viel uiteen in 750 in Spanje

Grootste gevaar uit noorden en oosten – Germaanse stammen die plunderen

Germanen werden opgejaagd door Slavische stammen en nomadische volkeren

Kerstening van volkeren zoals Friezen was op gang gekomen

Karel viel de Saksen aan

Franken waren militair erg sterk, maar hadden moeite hun veroveringen vast te houden

Veroverd gebied:

- versterking bleef achter

- kloosters en kerken werden gebouwd

- dwongen de bevolking te bekeren à Saksen bleven opstandig – ontstaan van uitputtingsoorlog

Karel probeerde het verzet te breken met concessies – leider Saksen moest zich bekeren (deed hij)

Pas na 30 jaar was het verzet helemaal gebroken

Keizerrijk

Karel vocht ook tegen de Langobarden voor de paus net als Pippijn – voegde Noord-Italië bij zijn rijk en werd koning der Langobarden

Viel Beieren aan – vazalstaat: afhankelijke staat

Avaren (Mongools ruitervolk)  vielen Beieren binnen maar Karel versloeg ze

Karel had niet altijd succes – Keltische Bretagne, gebied onder Pyreneeën

Later voegde hij wel het gebieden onder de Pyreneeën toe aan zijn rijk

800 – heel Europa van Noordzee t/m de Pyreneeën was zijn rijk à voor het eerst waren grote gebieden voor het christendom veroverd

Er was geen keizer meer (alleen een vrouw die de macht had gegrepen) à paus kroonde Karel tot keizer

Oorlogsmotieven

Defensief: Karel wilde veilige grenzen

Missie: christendom verbreiden en heidendom (joden, moslims die niet in de ene God geloven, maar in meer goden geloven of ongelovig zijn) te bestrijden

Franken hadden een agressieve moraal: strijd was een hoog goed

Feodaal rijk: edelen waren door persoonlijke banden aan de vorst gebonden, hertogen/grootgrondbezitters heersten zelfstandig over hun gebieden

Zij moesten trouw beloven aan Karel en als het nodig was vechten voor hem in ruil voor grond

Karels cavalerie: ruiterij (paarden), later ook tanks; was erg sterk

Paragraaf 1.3 – Karels erfenis

Vrede en recht

Karel sterft in 814

Binnen het rijk was er vrede en welvaart, rust en veiligheid, handel en nijverheid kwam weer op

Karel zag zichzelf als wetgever en stichter van een christelijk rijk

Een groot aantal volkeren met eigen talen, wetten en gebruiken – Karel liet hen onder hun eigen recht leven

Niet één burgerrecht, traditionele lokale heersers hielden hun macht

Toch ontstond een rijkseenheid – rondtrekkende gezanten controleerden de wetten in het hele rijk

Onveilig Europa

Lodewijk werd keizer, maar was een zwakke vorst à na zijn dood viel het rijk in 3 stukken: West-Francië, Oost-Francië en een middenrijk (dat na 30 jaar verdwenen was)

In het zuiden ontstonden staatjes, de oude strijd van zelfstandige krijgsheren was weer opgeleefd

Machtsstrijd binnen Europa à plunderaars kregen alle kans, vielen van 3 kanten binnen

Arabieren hielden rooftochten, Hongaarse ruiters plundertochten, en Vikingen plunderden

Europa stortte opnieuw in duisternis en chaos

De beschaving van Karel bleef bestaan, voelden zich verbonden à maakten deel uit van een geheel dat eerst christenheid werd genoemd, maar na de reformatie Europa

Bisschop van Rome werd paus, leider van de christenheid

Hoofdstuk 2: Napoleon en Europa

Napoleon had zich net als Karel opgeworpen als beschermheer van de kerk, maar wilde wel controle over de kerk à kerk moest de staat dienen volgens hem

Napoleon zag zichzelf als opvolger van Romeinse veldheren en keizers, Karel niet zijn enige voorbeeld

Paragraaf 2.1 – De opkomst van Napoleon

De jonge generaal

Democratische revolutie (1789-1791) à grote gevolgen voor het leger

Helft van de adellijke officieren vluchtte naar het buitenland

Frankrijk verklaarde oorlog aan Oostenrijk en Pruisen – zij waren van plan Frankrijk binnen te vallen

Frankrijk ‘bevrijdden’ Oostenrijkse Nederlanden (België) à nu spanningen met Engeland en Nederlandse Republiek

Koning Lodewijk XVI onthoofd – Frankrijk verklaarde ook Engeland en Nederlandse Republiek oorlog

Veel opstand tegen revolutie in Frankrijk – sfeer van paranoia

Officieren werden verdacht van samenzwering à werden onthoofd of ontslagen

Jongeren namen het over, waaronder Napoleon

Napoleon had geholpen Toulon (marinestad) te veroveren – werd generaal als beloning

Parijs – Napoleon moest stad verdedigen – ging goed en hij werd commandant van het leger in Italië

Redder van het vaderland

Napoleon ‘bevrijdde’ Italië van de Oostenrijkse overheersing à Frankrijk stond er nu goed voor, was alleen nog in oorlog met Groot-Brittannië

Napoleon bezette Egypte om Britse handel te treffen – Groot-Brittannië, Oostenrijk en Rusland= coalitie die naar Franse grenzen gingen

Napoleon versloeg ze en werd in Frankrijk als held ontvangen

Verovering Egypte stelde niet veel voor (vuurwapens tegen middeleeuwse wapens), maar was door exotisch avontuur ‘onoverwinnelijk’

Napoleon greep in Parijs de macht, mensen wilden vrede en rust na de oorlog

Hij sloot vrede met Rusland, versloeg Oostenrijk, zorgde dat opstanden weggingen, verzoende zich met de kerk à kroonde zichzelf tot keizer

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Paragraaf 2.2 – De Napoleontische oorlogen

Heerser van Europa

Vrede met Groot-Brittannië in 1802 – maar was wankel

Napoleon vond vrede niets, agressieve politiek paste ook bij het Franse nationalisme

Napoleon = nationalist, Europees idealist – wilde Parijs de hoofdstad van een verenigd Europa maken

Hij vormde de Franse republiek om tot een keizerrijk

1803 – Franse vloot viel Britse aan maar werd vernietigd

1805 – Britse, Oostenrijkse en Russische coalitie – Napoleon versloeg ze helemaal

1810 – toppunt van Napoleons macht, groot rijk (Nederland, België, Kroatie, delen van Italië en Duitsland), vormde vazalstaten in Duitsland en Italië, een broer had macht in Spanje, bondgenootschap met Oostenrijk

De wortels van het succes

Frankrijk: machtigste land op het continent

Frankrijk – meeste inwoners, sterkste economie, grootste leger

1793 – dienstplicht voor mannen 18 t/m 25 (staat dienen, leger)

- In andere legers waren soldaten niets, bij Napoleon werden ze behandeld als vrije burgers, konden carrière maken

- Napoleon populair bij zijn troepen

- Napoleon = militair genie – tactiek mobiliteit en vuurkracht

- Won ook omdat anderen het nooit met elkaar eens waren – wisselende coalities

- Fransen werden als bevrijders gezien omdat ze de revolutie exporteerden – verlosten boeren en burgers van verplichtingen, gebaseerd op gelijkheid van alle burgers à veel aanhangers

Ondergang

Groot-Brittannië heerste op zee – Napoleon wilde hen ruïneren door handelsblokkade

Tsaar van Rusland hielp niet mee à Napoleon viel Rusland aan

In Rusland was weinig voedsel, kou, dun bevolkt en groot – Fransen trokken terug maar nu vielen de Russen aan à veel Fransen stierven

Napoleon bouwde een nieuw leger op maar werd door een coalitie overal aangevallen (Spanje, Groot-Brittannië, Rusland)

Beslissende nederlaag bij Leipzig, geallieerden drongen Napoleon steeds verder terug – werd definitief verslagen bij Waterloo

Paragraaf 2.3 – De erfenis van Napoleon

De lasten van de oorlog

Ancien régime (oude orde voor democratische revolutie) leek weer terug te komen – democratische idealen leken slechts geweld, plundering, chaos en verarming

Vielen meer doden dan in de 18e eeuw – veldslagen waren toen kort en hevig

Meeste doden in Spanje en Rusland – volk verzette zich in een guerrilla: kleine oorlog, ongeregeld

Oorlogen ook ingrijpender voor de bevolking dan in de 18e eeuw – militaire dienst werd een plicht, belastingen stegen, plundering

Grote economische schade door handelsblokkade van Napoleon tegen Groot-Brittannië – met de handel ging het heel slecht

Enthousiasme voor Fransen veranderde in afkeer en haat

Restauratie en hervorming

Oude vorsthuizen kregen weer de macht, maar draaiden niet alles terug

- boeren bleven vrij van verplichtingen aan hun vroegere heer

- burgerrechten als godsdienstvrijheid en gelijkheid

- meeste landen hadden een grondwet en gekozen parlement – basis voor democratisering

Revolutionaire idealen herleefden in het liberalisme en socialisme

Belangrijkste erfenis: Duitsland en hun nationalisme – werd versterkt door afkeer van Fransen, grotere staten vormden en werkten samen in de Duitse Bond – ontstaan één Duitse staat, ook in Italië ontstond een natiestaat

Nederland en Napoleon

Na inval Fransen – riepen democratische burgers de Bataafse republiek uit, maar democratie hield maar een paar jaar stand

Blijvende veranderingen:

- zelfstandigheid van steden/gewesten verdween en Nederland werd eenheidsstaat: staat met één hoogste gezag – voor het eerst een nationale regering en ambtenarenapparaat dat bestond uit 8 agentschappen (voorlopers van ministeries)

- voor alle staatburgers golden dezelfde belastingregels

- invoering nationaal onderwijs, verplicht onderwijzersexamen, nationale kwaliteitseisen voor scholen en inspecteurs

- één Nederlandse taal, grammatica, spelling, uitspraak ABN

- nationale wetboeken

- decimale stelsel (getallen)

Hoofdstuk 3: Hitler en Europa

Door ‘het jodendom’ was het communisme overheersend in Rusland volgens Hitler

 

Paragraaf 3.1 – Hitler en het ontstaan van de Tweede wereldoorlog

Versailles

Hitler was net als Napoleon van bescheiden afkomst, had eerst een doelloos bestaan

De Eerste Wereldoorlog gaf hem een levensvervulling – meldde zich aan bij het Duitse leger, was fanatiek en moedig

Duitsland verloor de oorlog, ondanks dat de propaganda iedereen had laten geloven dat de overwinning nabij was – Duitsland was uitgeput

Arbeiders en soldaten kwamen in opstand, keizer vluchtte, socialisten riepen de republiek uit en kwam een wapenstilstand

Bij vredesconferentie van Versailles werd Duitsland overal buiten gehouden

Verdrag van Versailles – Duitsland had schuld aan de oorlog, verloor 10% van grondgebied, moest alleen een klein beroepsleger houden en herstelbetalingen

Bevolking Duitsland had hier weinig begrip voor

Hitler aan de macht

Na de oorlog was er chaos in Duitsland – soldaten keerden terug maar mochten niet meer vechten en hadden niets anders geleerd à velen werklozen

Hitler sloot zich aan bij een partij die geen democratie wilde – was een goede spreker waardoor hij al snel leider werd van de NSDAP

NSDAP groeide hierdoor snel, kreeg een partijleger (SA) – aanhangers zagen Hitler als Leider die Duitsland nodig had

Franse en Belgische troepen bezette gebied van Duitsland omdat ze herstelbetalingen nog niet hadden betaald – regering riep protest uit en drukte geld om hen te betalen  à hyperinflatie

Hitler pleegde staatsgreep, kwam in de gevangenis – Amerika hielp Duitsland weer bovenop door geld te geven à kwam weer welvaart

1929 – economische wereldcrisis – Duitsland zwaar getroffen, miljoenen werklozen

Velen gaven de democratie de schuld

NSDAP kreeg meer zetels, SA werd groter – Hitler vormde een regering met conservatieven, dachten dat ze hem ‘in dienst’ hadden genomen en hem konden dumpen als hij niet meer nodig was

Op weg naar oorlog

Hitler maakte van Duitsland een totalitaire staat – won net als Napoleon steun van de bevolking doordat hij rust en welvaart bracht

Werkloosheid verdween, Wehrmacht kreeg hoogste prioriteit

1935 – weer luchtmacht, dienstplicht weer ingevoerd

1935 – weer luchtmacht, dienstplicht weer ingevoerd

Hitler viel Oostenrijk binnen, bezette ook het Sudetenland – Frankrijk en Groot-Brittannië gingen akkoord omdat hij met oorlog dreigde

1939 – non-agressiepact  met Sovjet-Unie

Hitler viel Polen aan, Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarde Duitsland de oorlog – begin WO2

Paragraaf 3.2 – De Tweede Wereldoorlog

Heerser van Europa

Rijk Hitler was groter dan die van Napoleon (Denemarken, Noorwegen, Griekenland)

Industriële revolutie à Hitler kwam verder dan Napoleon, had ook meer soldaten

Duitsland had grootste industriële productie in Europa, beste leger en meeste inwoners (excl. Rusl)

Succes door:

- geen tweefrontenoorlog door Hitlers pact met Stalin

- net als Napoleon verrastte hij zijn vijanden met agressieve, gewaagde acties

Duitsland viel Frankrijk aan bij Ardennen à groot succes

Hitler had net als Napoleon alleen nog Engeland als tegenstander

Democratie in crisis

Succes door:

- gebrek aan strijdlust bij democratieën

Groot deel van Duitsland wilde geen oorlog maar Hitler had genoeg steun

Nazi’s geloofden in hun Führer en zijn agressieve ideologie – net als Karel en Napoleon vochten ze met een missie

Stalin had Rusland omgetoverd in industriële en militaire grootmacht, maar stonden verkeerd opgesteld, slecht georganiseerd à Duitsland haalden ze neer

Hitlers troepen werden net als die van Napoleon als bevrijders begroet

Ondergang

Hitler ging net als Napoleon ten onder aan zijn expansiezucht – had Sovjet-Unie onderschat

Het Rode Leger was sterk en Hitler gaf steeds verkeerde orders

VS ging met de geallieerden meevechten – productiecapaciteit was enorm

Hitler had weinig steun van zijn bondgenoten

Groot-Brittannië hielden erg lang stand – dienen als basis voor bombardementsvluchten en de invasie in Frankrijk

Paragraaf 3.3 –De erfenis van Hitler

De Duitse deling

Duitsland in slechte staat: soldaten dood, alles verwoest, nauwelijks voedsel

Lot van Duitsland lag in de handen van Churchill, Roosevelt en Stalin

Duitsland en Berlijn werden in 4 delen gedeeld voor Frankrijk, Groot-Brittannië, VS en Sovjet-Unie

Oprichting VN en Veiligheidsraad – door voorstel Roosevelt

Europa viel uiteen – ‘ijzeren gordijn’ dat dwars door Duitsland liep

Europa verdeeld in 2 blokken: ene deel van VS Bondsrepubliek, andere van Sovjet-Unie communistische Duitse Democratische Republiek

Overwinning van de democratie

Meest directe nalatenschap van Hitler: deling Europa en Duitsland

Hitler liet geen bestuurlijke erfenis na (Napoleon wel)

Ideologieën als racisme, nationalisme en dictatuur gingen ten onder

Veel Duitsers wilden eerst geen democratie – Amerikanen lieten ze hun misdaden zien met posters maar dat riep vooral irritatie, ontkenning op

1955 – democratie werd populair met de samengaande, onverwachte welvaart

Gevolg ondergang Derde Rijk: Europese eenwording, samenwerking en verzoening

Stalin wilde de macht in Berlijn, maar dit liet Amerika niet toe (via de lucht bevoorraden) à Stalin gaf het op

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.