Paragraaf 1.1 – De opkomst van Karel
Over de Alpen
Pippijn, zoon van Karel Martel, koning der Franken
Francië: Austrasië en Neustrië (gesticht door Clovis)
Francië was bestuurd door de Merovingers (Clovis’ nakomelingen), maar daarna door Pippijn
Paus regeerde het Byzantijnse rijk (deel Italië), maar er was crisis, moest verdedigen
Paus vroeg Pippijn om hulp à hij trok de Alpen over en versloeg de Langobarden voor de paus, doordat hij in 751 koning werd van de Karolingische (Karel Martel) dynastie: regerende familie
Pippijn overleed in 768 – rijk verdeeld onder zoons Karel en Karloman, beide ontevreden met deel
Oorlog tussen broers leek onvermijdelijk, Karloman stierf onverwacht à Karel nam zijn deel over
Paragraaf 1.2 – Karels veroveringen
De Saksische oorlogen
Karel hakte de Irminsul (eik, heiligdom Saksen) om, goud/zilver dat geofferd was nam hij mee
Karel was een kruisvaarder: krijgsheer die streed voor verbreiding christendom
Goede alleenheerser, steun kerk à geen islamitisch gevaar – islamitisch wereldrijk viel uiteen in 750 in Spanje
Grootste gevaar uit noorden en oosten – Germaanse stammen die plunderen
Germanen werden opgejaagd door Slavische stammen en nomadische volkeren
Kerstening van volkeren zoals Friezen was op gang gekomen
Karel viel de Saksen aan
Franken waren militair erg sterk, maar hadden moeite hun veroveringen vast te houden
Veroverd gebied:
- versterking bleef achter
- kloosters en kerken werden gebouwd
- dwongen de bevolking te bekeren à Saksen bleven opstandig – ontstaan van uitputtingsoorlog
Karel probeerde het verzet te breken met concessies – leider Saksen moest zich bekeren (deed hij)
Pas na 30 jaar was het verzet helemaal gebroken
Keizerrijk
Karel vocht ook tegen de Langobarden voor de paus net als Pippijn – voegde Noord-Italië bij zijn rijk en werd koning der Langobarden
Viel Beieren aan – vazalstaat: afhankelijke staat
Avaren (Mongools ruitervolk) vielen Beieren binnen maar Karel versloeg ze
Karel had niet altijd succes – Keltische Bretagne, gebied onder Pyreneeën
Later voegde hij wel het gebieden onder de Pyreneeën toe aan zijn rijk
800 – heel Europa van Noordzee t/m de Pyreneeën was zijn rijk à voor het eerst waren grote gebieden voor het christendom veroverd
Er was geen keizer meer (alleen een vrouw die de macht had gegrepen) à paus kroonde Karel tot keizer
Oorlogsmotieven
Defensief: Karel wilde veilige grenzen
Missie: christendom verbreiden en heidendom (joden, moslims die niet in de ene God geloven, maar in meer goden geloven of ongelovig zijn) te bestrijden
Franken hadden een agressieve moraal: strijd was een hoog goed
Feodaal rijk: edelen waren door persoonlijke banden aan de vorst gebonden, hertogen/grootgrondbezitters heersten zelfstandig over hun gebieden
Zij moesten trouw beloven aan Karel en als het nodig was vechten voor hem in ruil voor grond
Karels cavalerie: ruiterij (paarden), later ook tanks; was erg sterk
Paragraaf 1.3 – Karels erfenis
Vrede en recht
Karel sterft in 814
Binnen het rijk was er vrede en welvaart, rust en veiligheid, handel en nijverheid kwam weer op
Karel zag zichzelf als wetgever en stichter van een christelijk rijk
Een groot aantal volkeren met eigen talen, wetten en gebruiken – Karel liet hen onder hun eigen recht leven
Niet één burgerrecht, traditionele lokale heersers hielden hun macht
Toch ontstond een rijkseenheid – rondtrekkende gezanten controleerden de wetten in het hele rijk
Onveilig Europa
Lodewijk werd keizer, maar was een zwakke vorst à na zijn dood viel het rijk in 3 stukken: West-Francië, Oost-Francië en een middenrijk (dat na 30 jaar verdwenen was)
In het zuiden ontstonden staatjes, de oude strijd van zelfstandige krijgsheren was weer opgeleefd
Machtsstrijd binnen Europa à plunderaars kregen alle kans, vielen van 3 kanten binnen
Arabieren hielden rooftochten, Hongaarse ruiters plundertochten, en Vikingen plunderden
Europa stortte opnieuw in duisternis en chaos
De beschaving van Karel bleef bestaan, voelden zich verbonden à maakten deel uit van een geheel dat eerst christenheid werd genoemd, maar na de reformatie Europa
Bisschop van Rome werd paus, leider van de christenheid
Hoofdstuk 2: Napoleon en Europa
Napoleon had zich net als Karel opgeworpen als beschermheer van de kerk, maar wilde wel controle over de kerk à kerk moest de staat dienen volgens hem
Napoleon zag zichzelf als opvolger van Romeinse veldheren en keizers, Karel niet zijn enige voorbeeld
Paragraaf 2.1 – De opkomst van Napoleon
De jonge generaal
Democratische revolutie (1789-1791) à grote gevolgen voor het leger
Helft van de adellijke officieren vluchtte naar het buitenland
Frankrijk verklaarde oorlog aan Oostenrijk en Pruisen – zij waren van plan Frankrijk binnen te vallen
Frankrijk ‘bevrijdden’ Oostenrijkse Nederlanden (België) à nu spanningen met Engeland en Nederlandse Republiek
Koning Lodewijk XVI onthoofd – Frankrijk verklaarde ook Engeland en Nederlandse Republiek oorlog
Veel opstand tegen revolutie in Frankrijk – sfeer van paranoia
Officieren werden verdacht van samenzwering à werden onthoofd of ontslagen
Jongeren namen het over, waaronder Napoleon
Napoleon had geholpen Toulon (marinestad) te veroveren – werd generaal als beloning
Parijs – Napoleon moest stad verdedigen – ging goed en hij werd commandant van het leger in Italië
Redder van het vaderland
Napoleon ‘bevrijdde’ Italië van de Oostenrijkse overheersing à Frankrijk stond er nu goed voor, was alleen nog in oorlog met Groot-Brittannië
Napoleon bezette Egypte om Britse handel te treffen – Groot-Brittannië, Oostenrijk en Rusland= coalitie die naar Franse grenzen gingen
Napoleon versloeg ze en werd in Frankrijk als held ontvangen
Verovering Egypte stelde niet veel voor (vuurwapens tegen middeleeuwse wapens), maar was door exotisch avontuur ‘onoverwinnelijk’
Napoleon greep in Parijs de macht, mensen wilden vrede en rust na de oorlog
Hij sloot vrede met Rusland, versloeg Oostenrijk, zorgde dat opstanden weggingen, verzoende zich met de kerk à kroonde zichzelf tot keizer
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden