Geschiedenis stof voor eerste rep (maatschappijleerboek hoofdstuk 3 & 4):
Staatsinrichting (Staats)(inrichting)
staat = waar de politiek over gaat
inrichting =de politiek
Een staat is tegenwoordig een land. Een staat is erg belangrijk in de politiek. In de middeleeuwen waren er nog geen staten.
3 voorwaarden voor een staat:
1- de staat moet z’n eigen grondgebeid hebben (een land) - De grenzen moeten duidelijk zijn. - Grondgebeid kan ook een stuk water bevatten, zoals Nederland de Noordzee, en een stuk luchtgebeid. 2- In de staat moeten mensen wonen. 3- Er moet een bestuur over het gebied zijn. Een regering vertegenwoordigt de staat.
De 3e voorwaarde is de belangrijkste voor staatsinrichting.
Je hebt verschillende soorten staten (staatsvormen), 3 soorten tegenwoordig.
1. De eenheidsstaat, 1 staat, 1 bestuur. Frankrijk is een duidelijk voorbeeld van een gecentraliseerde eenheidsstaat. (de regering zit in de hoofdstad parijs dus) Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat (regering zit in den haag, hoofdstad is Amsterdam) In Nederland hebben ook lagere groepen macht, niet alleen de regering.
2. De bondsstaat. Duitsland is een typisch voorbeeld van een bondsstaat. Het land is verdeeld in allerlei politieke eenheden, die samen 1 bond vormen (land). Al die eenheden (provincies hebben vrij veel macht) De verenigde staten zijn ook een goed voorbeeld.
3. De statenbond. (komt nog zeer weinig voor) Dat is een land, die verdeeld zijn in allerlei staten, die alleen in geval van nood samen werken. Voorbeelden daarvan zijn: - Nederland in de gouden eeuw. - Zwitserland, dit land is verdeeld in kantons (provincies)
Er kunnen verschillende soorten regeringsvormen zijn:
Monarchie -Koninkrijk/ keizerrijk (komt bijna niet meer voor). Word overgenomen door erving. Republiek -Een gekozen staatshoofd ( de president) Democratie -Volk heeft veel invloed op het bestuur. (in welke vorm dan ook) Dictatuur -1 man heeft alle macht (bv Adolf Hitler). Vaak wordt zo’n persoon eerst gekozen en later wordt hij pas een dictator.
Regeringsvormen kunnen ook samen voorkomen.
Nederland is een constitionele monarchie met een parlementair stelsel.
Constitutioneel – grondwet ( hoogste politieke macht in Nederland) Monarchie – Koning (in) Parlementair stelsel – De regering in Nederland, de ministers + het parlement. (eerste & tweede kamer)
Grondwet (De basis van ons land, de hoofdregels van ons land, een heel dun boekje) - Hoofdregels over het bestuur. - Rechten + plichten bevolking
De wetten die in de grondwet staan heten raamwetten en kaderwetten. Dit zijn heel oppervlakkige wetten. Niet uitgewerkte wetten. Bv. de overheid regelt de kwaliteit van het onderwijs.
In 1814 was in Nederland de eerste grondwet gemaakt, deze is in 1848 heel erg aangepast en daarna alleen maar een paar hele kleine puntjes gewijzigd. In 1883 is de laatste wijziging geweest. De grondwet is heeeeeeeel moeilijk te veranderen, dat moet volgens allerlei regels gaan.
De eerste regel in de grondwet is: iedereen is gelijk. Verder staat er ook in de grondwet dat we een koning hebben en dat we democratisch zijn.
Trias politic – 3 machten in ons land. Monteque heeft dat uitgevonden, dat je met trias politic een land echt democratisch kan besturen. 3 machten: - De wetgevende macht (wensen die wetten maken) - Uitvoerende macht (overlapt de wetgevende macht) - De rechterlijke macht ( staat helemaal los van de wetgevende en de uitvoerende macht)
Je hebt bij de grondwet dus rechten en plichten hieronder volgen eerst de rechten:
Grondrechten (rechten bevolking) 2 soorten rechten. 1e soort klassieke grondrechten: - vrijheid van godsdienst - vrijheid van meningsuiting - vrijheid van drukpers - vrijheid van vereniging - briefgeheim
2e soort Sociale grondrechten: - recht op arbeid - recht op een school milieu
Grondplichten dat zijn er 3: - dienstplicht (vervallen) - leerplicht - belasting plicht
In de grondwet staat dat Nederland een koning aan het hoofd heeft (met het woord koning word ook koningin bedoeld)
Tot 1848 had de koning veel invloed, daarna niet meer. In 1848 was er een kleine revolutie in Europa, ook in Nederland. De koning raakte zijn macht kwijt.
In de grondwet staat de koning is onschendbaar. De ministers zijn verantwoordelijk.
Koning heeft politiek gezien nog een belangrijke rol - Hij wijst de kabinetsinformateur aan (de gene die het nieuwe kabinet samenstelt) - Verder prinsjes dag - Ceremoniële functie
De koning moet ook nog nieuwe wetten onder tekenen, Hij kan niet weigeren, dan wordt hij afgezet, maar het doel van het ondertekenen is eigenlijk zodat de koning een zo’n beetje weet welke nieuwe wetten er allemaal gemaakt zijn.
Er komt een nieuwe troonopvolger wanneer de koning: - overlijd - afstand doet van de troon
-Als de koning overlijdt volgt zijn oudste kind hem op. -Als dat kind al dood is dan het kind van zijn oudste kind (ofwel kleinkind) -Geen broer4 of zus van het oudste kind.
Als het kind nog niet oud genoeg is (18) komt er tijdelijk een regent/ regentes.
Er wordt vaak getwijfeld of ons land niet beter een republiek kon zijn dan een monarchie. Maar een republiek is duurder vanwege de verkiezingen die ons de zoveel jaar zijn en vanwege de huizen voor de nieuwe presidenten die steeds opnieuw in gericht moeten worden etc.
Een gevolg van het koningshuis is dat nationalisme er door word versterkt.
Ministers: - hoogste politieke verantwoordelijke sinds 1848 - altijd rond de 14 ministers - Elke minister eigen onderdeel b.v. verkeer en waterstaat. - Ze werken op het ministerie ofwel departement
1x per week vergaderen alle ministers: ministerraad
Dat is op vrijdag in het catshuis.
Alle ministers bij elkaar het kabinet
alle ministers + koningin de regering.
Minister heeft 2 belangrijke taken: - dagelijkse dingen - wetten maken
belangrijkste minister = minister president
Ook wel premier genoemd hij is de minister van algemene zaken.
De premier coördineert houdt alle ministeries op 1 lijn.
Elke minister/ ministerie heeft een begroting (bepaald aantal geld dat besteed kan worden) Dit wordt elk jaar opnieuw vast gesteld.
De minster van ontwikkeling samenwerking heeft geen begroting, want die krijgt elk jaar een vast bedrag om uit te geven namelijk 1 procent van het totaal.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden