Geschiedenis Samenvatting Sprekend Verleden - Staatsinrichting
§1
Parlementaire democratie: Regeringsvorm waarbij het volk een volksvertegenwoordiging kiest
Politiek: verdeling van macht in een staat
Rechtsstaat: land waarin de rechten plichten van de overheid en de bevolking zijn omschreven in de grond wet
-de overheid houdt zich aan de grondwet en wetten
-onafhankelijke rechters toezien op het naleven van de wetten
Democratie: volk regeert
Kenmerken van een parlementaire democratie:
1-gelijkheid van iedereen voor de wet
2-vrijheid om te denken,geloven,zeggen en schrijven wat men wilt
3-recht op bescherming,privéleven,en bezit
4-vrije verkiezingen in een twee- of meer- partijenstelsel
5-Bereidheid om compromissen te sluiten en rekening te houden met groepen die in de minderheid zijn
6-vertrouwen van de bevolking in de parlementaire democratie
7-recht op een menswaardig bestaan
2-in een democratie wordt er van uitgegaan dat de burgers zich een oordeel kunnen vormen over wat er in de staat gebeurt. Daarvoor 3 zaken:
-de vrijheid van journalisten nieuws te verzamelen en de bevolking in te lichten zonder censuur
-niet vooroordelen en ter zake kundig te informeren
-gelijke kansen en vrijheid van meningsuiting
5-Coalitie: Partijen die samen een regering vormen
Oppositiepartijen: partijen die niet deelnemen aan de regering
Compromissen: afspraken waarbij ieder wat toegeeft
6-Vertrouwen kan op verschillende manieren blijken:
-politiek volgen via tv radio en krant
- stemmen verkiesbaar stellen enz.
§2
Wetgevende macht: Deze macht bepaalt de inhoud van de wetten en het recht in een land.
Uitvoerende macht: houden zich vooral bezig met vrede sluiten, oorlog voeren, zorg voor de openbare orde, en verdediging van het land.
Rechtelijke macht: de macht waaraan de rechtspraak is opgedragen.
Contraseign: als een wetsonderwerp is goed gekeurd door de 1e en 2e kamer moet de koningin het ondertekenen vanwege ministeriele verantwoordelijkheid tekenen 1 of meer ministers of staatssecretarissen mee.
Regering (de Kroon): de koningin en de ministers
Ministerraad: daarin zitten alle ministers
Kabinet: ministers en staatssecretarissen
Departement(ministerie): de minister en zijn ambtenaren
§3
Evenredige vertegenwoordiging: alle stemmen worden bij elkaar opgeteld. Dit wordt gedeeld door het aantal zetels
Districtenstelsel: het land wordt verdeeld in kiesdistricten. Per district wordt de persoon afgevaardigd die de meeste stemmen heeft gekregen.
In 1917 werd het evenredige vertegenwoordiging ingevoerd
Fractie: een groep parlementsleden die tot dezelfde partij behoren
Informateur: die moet onderzoeken welk kabinet het beste gevormd kan worden
Kabinetsformateur: die moet een nieuw kabinet vormen
Regeringsverklaring: de hoofdlijnen wat ze willen bereiken
Belangengroepen (pressiegroepen): andere organisaties dan politieke partijen die invloed op het bestuur willen hebben
Verschillen tussen belangengroepen en politieke partijen:
-belangengroepen zijn niet bereid mee te doen aan het besturen van een gemeente,provincie of het land
-belangengroepen komen meestal voor een bepaald belang op
Soorten belangengroepen:
-mensen die in de samenleving dezelfde plaats hebben bijv. vakbonden en mensen organisaties
-mensen die van elkaar verschillen maar samen een bepaald ideaal of belang hebben bijv. milieu- en mensenrechtenverenigingen
-internationale ondernemers
-actiegroepen
-wilde acties die niet door vakbonden zijn georganiseerd bijv. staking
Hoe invloed krijgen:
-belangrijke plaats proberen te krijgen bijv. in de politiek
-door bestuurders laten uitnodigen als officiële gesprekspartner
Hoe kunnen burgers laten blijken wat ze vinden:
-lid zijn politieke partij
-steun geven belangengroep
-mening geven in de media
§4
Er moeten altijd bij de vergadering 76 Kamerleden zijn (2e kamer)
(1e kamer 38)
Het Quorum: de helft + 1
Recht van…
1-Initiatief recht om een wetsonderwerp in te dienen
2-amendement recht om veranderingen in het wetsonderwerp in te dienen
3-interpellatie en vragen ter verantwoording roepen en vragen stellen
4-moties in te dienen van afkeuring of wantrouwen mening geven
5-budget of begroting rijksbegroting keuren
6-enquête recht om onderzoek te doen
De 2e kamer mag al deze rechten gebruiken
De 1e kamer mag ze allemaal gebruiken behalve het recht van amendement en initiatief
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
Best onduidelijk.
informatie is wel goed.
12 jaar geleden
Antwoorden