Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Staatsinrichting

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1276 woorden
  • 10 augustus 2005
  • 77 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
77 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Democratie: Rechten en Plichten
Staatsinrichting gaat over de manier waarop een staat wordt bestuurd en over de manier waarop de bevolking daar invloed op heeft. In Nederland hebben wij een parlementaire democratie. Hierbij heeft de volksvertegenwoordiging het laatste woord over het bestuur van het land. Politieke partijen maken hun idealen kenbaar en strijden met elkaar om de macht tijdens de verkiezingen voor een regeerperiode. De overheid, bestaande uit de regering, parlement en de gemeenteraden, voert het beleid uit van de partijen die de macht krijgen. Het verdelen van de macht in een staat noem je politiek. Nederland is een rechtsstaat; - De belangrijkste rechten van de mens zijn vastgelegd in een grondwet; - Andere rechten en regeles zijn vastgelegd in wetten; - De overheid houdt zich aan de grondwet en de wetten; - Onafhankelijke rechters zien toe op het naleven van de wetten. Democratie is de regering die wordt geleid door het volk. Dit houdt een regeringsvorm in waarbij mensen het recht hebben hun eigen regering te kiezen. Iets uitbegreider betekent democratie een verzameling van rechten en plichten. Een democratie kun je herkennen aan bepaalde kenmerken: - Gelijkheid van iedereen voor de wet - Vrijheid om te denken, geloven, zeggen en schrijven wat men wil: In een democratie wordt ervan uitgegaan dat de burgers zich een oordeel kunnen vormen over wat er in de staat gebeurd. Hierbij zijn enkele dingen van belang. Journalisten hebben de vrijheid om nieuws te verzamelen en de bevolking voor te lichten zonder censuur van de overheid. Journalisten mogen hun wil en kunde gebruiken om zonder vooroordelen en terzake kundig te informeren. Ook zijn er gelijke kansen voor alle bevolkingsgroepen om hun mening kenbaar te maken aan de rest van de bevolking. - Recht op bescherming, privéleven en bezit - Vrije verkiezingen in een twee- of meer-partijenstelsel - Bereidheid om compromissen te sluiten en rekening te houden met groepen die in de minderheid zijn: Partijen die samen een regering vormen, worden een coalitie genoemd. Zij hebben steun nodig van de helft plus één van de leden van de Tweede Kamer. De partijen die niet aan de regering deelnemen, noemt men oppositiepartijen. Vaak is het zo dat geen van de partijen een meederheid vormt en moeten partijen samenwerken. Hierbij moeten er afspraken worden gemaakt waarbij ieder wat toegeeft, compromissen. - Vertrouwens van de bevolking in de parlementaire democratie: Vertrouwen in de parlementaire democratie kan op verschillende manieren blijken. Uit de belangstelling van de bevolking voor de politiek of uit het deelnemen aan de democratie. - Recht op een menswaardig bestaan: 2. Wetgeving, uitvoering en rechtspraak
In Nederland hebben het parlement en de regering sámen de wetgevende macht. Wetten worden in de Tweede Kamer en daarna in de Eerste Kamer ingediend en behandeld. Alleen als het wetsontwerp door beide Kamers (het parlement) is goegekeurd, wordt de wet ondertekend door de koningin. Ook ministers en staatssecretarissen tekenen mee, contraseign wordt dit genoemd. De koningin en de ministers vormen samen de regering of de Kroon. De minister zorgt ervoor dat de wet wordt uitgevoerd en maakt dit bekend in het Staatsblad. De uitvoerende macht is dus in handen van de regering. Elke minister voert een deel van het beleid van de regering uit. Ook de minister-president (premier) en zijn vervanger de vice-premier zitten in de ministerraad. Ministers kunnen dit niet allemaal alleen en worden dus gehopen door één of twee staatssecretarissen. Alle ministers en staatssecretarissen bij elkaar noem je het kabinet. Verder krijgen de ministers ook nog steun van de ambtenaren die samen dan weer het ministerie of departement wordt genoemd (‘vierde macht”). Als een wet wordt overtreden, komt de rechterlijke macht in actie. De organisatie van rechtspraak is geregeld door wetten. 3. Macht en Invloed

Er zijn twee manieren woop er in een democratisch lang afgevaardigden voor het parlement kan worden gekozen. Door middel van een evenredige vertegenwoordiging of door een districtenstelsel. Bij evenredige vertegenwoordiging worden alle stemmen bij elkaar opgeteld. Dit aantal wordt gedeeld door het aantal zetels in het perlement. De uitkomst van deze deelsom noemt men de kiesdeler. Dat is dus het aantal stemmen dat nodig is om één zetel te behalen. Het aantal stemmen dat op een partij is uitgebracht, wordt gedeeld door de kiesdeler. Zo weet men het aantal zetels voor iedere partij. Bij een districtenstelsel wordt het land verdeeld in kiesdistricten. Per district wordt de persoon afgevaardigd die de meeste stemmen heeft gekregen. De verkiezingen hebben natuurlijk als doel volksvertegenwoordigers te kiezen en het dus vormen van een nieuwe regering. De partij met de meeste stemmen is de ‘winnaar’. Maar om die stemmen te behalen moet je wel campagnes voeren. Zo worden er affiches opgehangen, informatiemateriaal verspreid, debatten, via de media etc. etc. Als dan eindelijk de uitslag van de verkiezingen bekend is, vraagt de koningin raad aan de vice-voorzitter van de Raad van State, aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en aan de fractieleiders van de partijen die in de Tweede kamer zijn gekozen. Een fractie is een groep parlementsleden die tot dezelfde partij behoren. Daarna benoemt de koningin meestal een informateur. Die krijgt de opdracht te onderzoeken welk kabinet het best kan worden gevormd. De informateur onderhandelt hierbij met de fractieleiders van de partijen die naar zijn mening het best een regering kunnen vormen. Tijdens deze onderhandelingen worden er compromissen gemaakt over de regeringsprogramma. Hierover brengt hij een rapport uit en de koningin benoemt hem, als ze eens is met het rapport, tot kabinetsformateur. Die krijgt de taak een nieuw kabinet te vormen. Hierbij worden er nieuwe ministers en staatssecretarissen aangewezen en wordt er door de premier een regeringsverklaring afgelegd. Hierin staan de hooflijnen van het bleid dat zij willen gaan voeren. Een parlement onstaat dus door politiek partijen die worden gekozen door het volk. Een politieke partij onststaat als mensen zich organiseren en een programma ontwerpen. Als de verkiezingen komen stelt elke partijn haar kandidaten. Zij gaan hun hebst doen om zoveel mogelijk van het programma van hun partij in praktijk te brengen. Uit leden van de politieke partijen worden mensen benoemd in politieke functies; burgemeesters, ministers en staatssecrestarissen. Naast politieke partijen heb je ook nog belangengroepen, of ook wel pressiegroepen genoemd. Het verschil hier tussen is dat: - Belangengroepen zijn niet bereid mee te doen aan de bestuursfunctie. - Belangengroepen komen meestal op voor één bepaald belang voor een bepaalde groep of voor de hele bevolking. Er zijn verschillende soorten belangengroepen: - Belangengroepen van mensen die in de samenleving dezelfde plaats hebben (organisatie). - Belangengroepen van mensen die van elaar verschillen, maar een bepaald ideaaal of belang hebben (vereniging). - Belangengroepen voor internationale ondernemingen (mulitnationals). - Belangengroepen die voor één keer gevond worden; actiegroepen. - Belangengroepen die wilde acties uitvoeren zoals stakingen. - Belangengroepn die een belangrijke plaats proberen te krijgen in een andere organisatie. - Belangengroepen kunnen ook proberen door de bestuurders uitgenodigd te worden als offici:ële gesprekspartner bij een bepaald probleem. De burgers kunnen op verschillende manieren laten blijken wat zij vinden: - Door actief te zijn als lid van een politieke partij. - Door steun te verlenen aan een belangengroep. - Door hun mening te laten blijken in de media. 4. De Tweede Kamer in Bedrijf
De Tweede Kamer heeft op het gebied van wetgeving de volgende rechten: - Het recht van initiatief (wetsvoorstel). - Het recht van amendement (veranderingen wetsvoorstel). De Eerste Kamer (de Senaat) heeft deze rechten niet. Zij vergaderen alleen maar over de al aangenomen wetsvoorstellen. Beide Kamers hebben de taak de uitvoerende macht te controleren. Ze beschikken over de volgende rechten: - Het interpellatie- en vragenrecht. - Het recht moties in te dienen. - Het recht van begroting of budgetrecht. - Het recht van enquete.

REACTIES

I.

I.

elk lid van het parlement moet het vak staatsinrichting hebben gehad, en ieder lid van het parlement moet een test doen voordat ze toegelaten worden, en iedereen moet elk parlementair stuk gelezen hebben, enzovoorts etc. ...........
wat is links; en links is links; niet het midden en zeker niet rechts;

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.