Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Samenvatting/tijdvakkendossier geschiedenis werkplaats

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 632 woorden
  • 5 maart 2015
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Kenmerkend aspect 4.1

Tijdens dit kenmerkend kwamen na het Romeinse Rijk weer steden. Ze waren nog niet zo groot als toen, maar het waren er wel veel. Er waren er zo’n 4000. De steden zagen er nog vies uit en was minder mooi als bij de Romeinen. Door het gebruik van het drieslag stelsel hielden boeren meer over. Dit werd weer verkocht op een markt. Ook kwamen er mensen die zich gingen specialiseren in een beroep. Zo onstonden ambachten. De geld economie begon ook, er werd veel in specerijen gehandeld. Hierdoor kreeg je een wisselbrief en de giro. 

Kenmerkend aspect 4.2

Tijdens dit k.a waren de steden niet bepaald schoon. Maar toch wisten steden zich te onttrekken aan de adel. En kregen van de graaf, hertog of koning stadsrechten. Nu mocht de stad tol heffen, een muur bouwen. In ruil voor belasting. Niet iedereen kon burger zijn in een stad, want je moest er meer dan een jaar en een dag wonen. Wanneer je echt burger was had je rechten en mocht je je verdedigen in de rechtbank. Ook kon je lid worden van een gilde. Gilden waren belangrijk want die waren overkoepelend voor ambachten. Zo werden prijzen en kwaliteit afgesproken. Zonder lid van een gilde te zijn mocht je geen ambacht uitvoeren

Kenmerkend aspect 4.3

Tijdens dit k.a laaide de strijd op tussen grote wereldleiders en de paus. Wie had de grooste macht? Deze strijd word ook wel de Investituurstrijd genoemd. Hierdoor onstond discussie over wie bisschoppen aanwees en wat voor macht die hadden. Vooral tussen Keizer Hendrik en paus Gregorius laaide het vuur hoog op. De paus wou dat Hendrik zijn ongelijk erkende en liet hem daarom naar Canossa komen. Uiteindelijk werd gezegd dat de paus alle dingen die met geloof te maken had mocht doen, en de keizer alles wat daar buiten viel

Kenmerkend aspect 4.4

Tijdens dit k.n ging het christendom verder met het verspreiden van hun geloof. Dit gebeurde door middel van kruistochten, in 1095 begon de eerst onder leiding van paus Urbanus II. Iedereen moest mee om het heilige Jeruzalem te bevrijden van de Islamitische Turken. Terwijl Christenen nog steeds welkom waren, maar de Byzantijnse keizer had hulp gevraagd aan de paus omdat de Turken delen van zijn land hadden verwoest. In 1096 trokken ruim 100.000 kruisvaarders richting Jeruzalem. De reconquista werd in 1492 voltooid toen de Spaanse stad Granada, dat toen moslim stad was, werd veroverd.

Kenmerkend aspect 4.5

Frankrijk: de Franse koning had in de 11e eeuw eigenlijk alleen de macht over Parijs, sommige leenmannen waren nog machtiger dan hij. Maar in de loop van de eeuwen breidde de Franse koning zijn macht uit door een oorlog te voeren tegen Engeland. Dit omdat de Engelse koning nog grote stukken van Frankrijk bezat en de Franse koning deze gebieden graag terug zou zien komen in zijn rijk. Frankrijk won de oorlog en de koning werd weer een machtig man, hij nam ambtenaren in dienst en hief belastingen. Hij bestuurde de gebieden vanuit één punt, Parijs. Er was een proces van centralisatie en staatsvorming. Duitsland: de Duitse koning was in de 11e eeuw machtiger dan de Franse, maar van centralisatie kwam in Duitsland nog niets van terecht. Duitse koningen lieten zichzelf in Rome kronen tot keizer. Toch konden de Duitse koning-keizers de macht van de edelen niet beperken en de hertogen en graven bleven de baas over hun gebieden. Een van de oorzaken hiervan was dat het koningschap in Duitsland niet erfelijk was. Engeland: in 1066 stak de Normandische hertog Willem de Veroveraar het kanaal over met Engeland en veroverde hier grote gebieden. Hij gaf deze gebieden te leen aan Normanidsche Edelen maar hield ze wel onder controle. Hij nam ambtenaren in dienst die belasting inden en rechtspraken, ook maakte ze steeds meer wetten voor het hele koninkrijk. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.