Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Samenvatting Hoofdstuk 1 + begrippenlijst

Beoordeling 7.5
Foto van g.
  • Samenvatting door g.
  • 2e klas havo | 1993 woorden
  • 15 oktober 2019
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
24 keer beoordeeld

Geschiedenis hoofdstuk 1 + begrippen (memo havo 2)

1, 2:

Vanaf 1450 werd de boekdrukkunst gebruikt in Europa, in China was dat al in 11e eeuw ontdekt. Als je loden letters bij elkaar legt dan kun je er pagina’s mee afdrukken. In de 16e eeuw was dat verspreid. Zo veranderde mensen hun wereldbeeld.
Renaissance in het noorden
Rond 1350 in Italië kreeg iedereen interesse in de ideeën van de oude Grieken en romeinen dat noem je de renaissance. Zoals de kunst, bouwkunst en je mocht van het leven genieten. De burgers zagen het leven op de aarde niet meer als een voorbereiding op het leven naar de dood, dat haalde ze uit boeken van de humanisten. Humanisten zijn geleerde die hun teksten bestuderen.
In 1450 de Nederlandse priester Erasmus; beroemde geleerde . Hij wist veel over de oudheid en over het christendom, hij ontdekte dat de christenen naastenliefde en eenvoudig leven belangrijk vonden. Rond 1500 was iedereen Erasmus vergeten, hij schreef toen grappige teksten over pausen en priester.
De macht van de kerk
Geestelijke konden uitleggen hoe je moest leve en moesten het goede voorbeeld geven. Als je slecht leefde kwam je na je dood in de hel. Gelovigen moesten luisteren naar de geestelijken. Er Waren strenge regels,
1. niet trouwen
2. geen seks.
3. Sober leven
4. Veel bidden
Er kwam in de praktijk weinig van terecht. De kerk was rijk geworden en leken de geestelijken meer op vorsten. Het ging om macht en rijkdom.
Ketters en inquisitie
Er ontstond ook kritiek op de kerk. Mensen die belangrijke delen van de kerkleer afwezen noemen ze ketters.
Om de ketters te kunnen bestrijden richtte de paus rond 1200 een speciale kerkelijke rechtbank op die zich bezig hield me de veroordeling van de ketters; De Inquisitie.
Opdracht was mensen opsporen die andere mening hadden als geloof.
Bij renaissance konden mensen beter lezen en teksten interpreteren, en lieten zich minder de wet voorschrijven door de kerk, en wilden gelovige zelf een band met God zonder tussenkomst van de Geestelijken. Zo werden gelovigen minder belangrijk.

 

1, 3:

Kerk en keizer
Vanaf 1200 zocht de kerk ketters en dwong hun om bekering. In de strijd tegen de ketters kreeg de kerk hulp van : Keizer Karel V hij besliste over zijn rijk dat niemand boeken mag kopen of verkopen als er kritiek over de kerk instaat. Hij strafte de prediken over het verstoppen van ketters. Je kon de straf onthoofding of de brandstapel krijgen. Hij wilde ook dat iedereen in hetzelfde zou geloven zodat er geen ruzies zouden ontstaan.
Nog meer kritiek op de kerk
In 1517 protesteerde Maarten Luther tegen de fouten van de kerk. Hij vond dat de geestelijke en gelovige zich niet gedroegen hoe god dat wilde. Hij vertaalde de bijbel naar het Duits en er stond niets in over het pausschap en het geloof in heiligen dus dat moest verdwijnen. Als je een aflaat kocht kwam je in de hemel, maar dat moest ook weg. Hij zei dat als je veel bid en in god gelooft dat je dan ook in de hemel komt. Hij kreeg ook heel veel volgelingen zij hete lutheranen (vooral in het Duitse rijk). De paus zette Luther uit de kerk. Ook vond Luther dat een vorst de baas was en niet de paus, daardoor stonden er nog meer mensen achter Luther. Dan heb je Johannes Calvijn hij was het niet met Luther en de kerk eens hij vond dat de gelovige zelf mochten bepalen wat er in de kerk gebeurt, de gelovige hebben recht om in opstand te komen tegen de vorst. Hij kreeg in Nederland veel aanhangers zij heten Calvinisten. Calvijn en Luther noem je hervormers want hun wilde allebei dat de kerk veranderd zij wilde een hervorming.
De kerk splitst
De paus zetten Luther en Calvijn uit de kerk, en splitste de kerk zich in 2 stromingen;
Protestanten:
- Hun kerken zijn sober, niet versierd en er staan geen beelden
- Protestantste priesters mogen trouwen
- Gelovigen kunnen zelf vergiffenis vragen aan God, en niet via de Priester.
Katholieke probeerden de kerk te helpen tegen hervormers en dat leidde in 1600 tot bloedige oorlogen
Rooms-katholieken bleven trouw aan de paus, en de Protestanten waren het eens met de hervormers

 

1, 4:

Vorst (Karel V/ Filips II)
1e niveau - landvoogdes
- geheime raad
- raad van financiën
- raad van state 1e niveau -staten-generaal
2e niveau - stadhouders 2e niveau - gewestelijke staten
Centraal bestuur
We hadden 17 gewesten elk gewest heeft eigen munten, wetten en bestuurders. Daarom was het moeilijk om alles te regelen. En ondertussen had hij nog oorlog met andere landen. Hij had daar veel geld voor nodig daarom bedacht hij en het centraal bestuur om overal het zelfde in te voeren. Hij liet zich helpen door Spaanse ambtenaren die hem hielpen. Zo had hij minder hulp nodig van de adel. Veel mensen waren niet blij met de verandering. In 1555 werd Filips II keizer en hij bestuurde alles vanuit Spanje, hij stelde een landvoogdes aan en elk gewest kreeg een eigen stadhouder. De edelman Willem van Oranje was stadhouder van : Holland, Utrecht en Zeeland.
Geen Spaanse koning
Veel mensen waren niet tevreden met de Spaanse koning.
Er waren 3 redenen:
- de Nederlandse edelen en bestuurders wilde geen centraal bestuur.
- het invoeren van vaste belastingen zou veel geld kosten.
- hij was streng katholiek en hij had een hekel aan protestantse, En had zware hekel aan ketters.

Er zijn ook veel mensen calvinist geworden. Hij zag hun als ketters dus hij wilde hun vermoorden hij wilde ook de protestantse vermoorden. Stadhouder Willem van Oranje vroeg hem om te stoppen maar dat hielp niet.
De beeldenstorm
In 1566 was er een enorme economische crisis dat zorgde voor 3 dingen :
- werkloosheid, voedsel wordt duur.
- edelmannen hadden geen werk meer.
- aanleiding voor de beeldenstorm.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De protestanten hadden natuurlijk geen kerk (het was illegaal) dus hadden ze bijeenkomsten in de buitenlucht dat soort besprekingen noemen we hagenspreken. Op die momenten word er uit de bijbel gelezen en over het geloof verteld. Op 1566 in Vlaanderen werd zo’n bespreking gehouden over de heiligenbeelden in de kerk. Hun vertrokken uit eindelijk naar het klooster ze vernielden daar beelden en namen dingen mee. Dat verspreiden zich snel over Brabant en Holland. Toen Filips II dit hoorde werd hij heel kwaad en stuurde hij er hertog Alva op af. Veel protestantse vluchten daardoor naar het buitenland. Ook Willen van Oranje vluchtte naar zijn landgoed in Duistland. En toch bleef hij zich verzetten tegen Filips II.

1, 5:

De opstand begint
De hertog van Alfa was binnen gekomen en ging gelijk op de rechtbank af om de protestanten te straffen. Hij ging om meer belasting vragen en hij pakte de adel aan. Toen Alva hoorde dat Willem weg was heeft Alva al zijn spullen gepikt. Willem kreeg ook ontslag. Vanuit Duitsland bedacht Willem een aanvalsplan, daarbij kreeg hij hulp van de watergeuzen (300 van die watergeuzen droegen een maanpenning). In 1568 viel het leger van Willem het oosten van Nederland aan. Dit betekend de opstand. Maar ze werden al snel verslagen door het Spaanse leger maar in 1972 lukte het in het plaatsje : Den Briel. Hierna sloten Holland en Zeeland zich er bij aan en kwamen de steden in opstand tegen de koning.
Grimmige strijd
Maar de Spanjaarden vochten terug en binnen de kortste keren veroverde ze een aantal steden. Uit angst gaven steden zich over. Toen de Spanjaarden in 1973 Haarlem hadden omsingeld (zodat het eten zou opraken). Toch gaven ze zich over. Soms staken de inwoners de daken door waardoor de Spanjaarden in water zouden komen te staan. Ook had Alva problemen met zijn huurleger. Maar de huursoldaten werden niet betaalt dus hun gingen roven en plunderen,
De Nederlanden raken verdeeld
De opstandelingen gebruikte ook huurlegers maar daar was geld voor nodig dus er moest samengewerkt worden. In 1579 sloten de Noordelijke gewesten een verbond tegen de koning : Unie van Utrecht. De zuidelijke gewesten bleven trouw aan de koning : de Unie van Atrecht. Rond 1588 leek het uitzichtloos. In 1584 was Willem vermoordt. Antwerpen, de belangrijkste stad van Nederland, werd in 1585 heroverd. Veel Antwerpenaren vluchten naar het noorden.


1, 6:

Onafhankelijkheidsverklaring
In 1581 besloten ze dat er geen koning meer was, hun verklaarden zich onafhankelijk. Ze gingen zelf opzoek naar een nieuwe koning ze probeerden er 4 :
- Koning van Frankrijk (Hendrik III) : wilde niet
- Koningin van Engeland (Elizabeth I) : wilde niet
- Graaf van Leicester (Robert Dudley) : toch niet goed genoeg
- Hertog van Anjou (Frans van Valois) : toch niet goed genoeg + sterft
Daarom werd er in 1588 de Republiek der 7 verenigde Nederlanden uitgeroepen. Het was nu officieel een land zonder koning. Elk gewest hield zijn eigen regels maar er werd wel een Gewestelijke staten uitgeroepen. Beslissingen over oorlog maakte ze in Staten-Generaal. De gewesten hadden Willem van Oranje aangewezen als stadhouder hij moest het leger aanvoeren.
De strijd na 1588
Na 1588: het gaat steeds beter met de Republiek!

4 oorzaken:
1. Het ging steeds beter met handel : er wordt meer verdiend : zo kon het huurleger langer en beter worden betaald!
2. Filips II voerde met meerdere landen oorlog : had zodoende niet altijd voldoende geld en tijd voor een goed Spaans oorlog…
3. De Republiek kreeg sterke bondgenoten: Engeland & Frankrijk.
4. Maurits, de nieuwe stadhouder, was een slimme legerleider.
De weg naar vrede
1609 – 1621: 12-jarig bestand
- Een periode van wapenstilstand
- Beide landen waren oorlogsmoe en
het geld was op
1648: vrede van Münster:
officieel einde van de Nederlandse Opstand
- Noorden wordt een eigen land (de Republiek)
- Zuiden blijft van Spanje (hedendaags België en Luxemburg)

 

Begrippen hoofdstuk 1/2:

Beeldenstorm : Vernielingen en plunderingen van katholieke kerken en kloosters in de Nederlanden in 1566.
Calvinist : Volgelingen van Calvijn. Volgens hem hebben gelovigen het recht om in opstand te komen tegen een vorst.
Centraal bestuur : Een bestuur waarbij dezelfde regels en vaste belastingen gelden voor alle gewesten.
Gewest : Een soort provincie in de Nederlanden met eigen wetten, munten en bestuurders.
Gewestelijke staten : Het bestuur van een gewest. Hierin zaten hoge edelen en afgevaardigden van de steden en het platteland.
Hagenpreek : Bijeenkomst van Protestanten in de openlucht.
Hervormer : Iemand die kritiek had op de kerk en deze wilde veranderen (hervormen).
Hervorming : Letterlijk een verandering. Het ontstaan van een nieuwe, protestantse kerk naast de katholieke kerk, als gevolg van kritiek van de hervormers.
Humanist : Geleerde uit de tijd van de renaissance die teksten van de Grieken en Romeinen bestudeerde en vertaalde en die het belangrijk vond dat mensen zich ontwikkelden door onderwijs.
Inquisitie : Een door de paus rond 1200 opgerichte kerkelijke rechtbank die zich bezighield met de opsporing en veroordeling van ketters.
Ketter : Iemand die belangrijke delen van de officiële leer van de katholieke kerk afwees.
Landvoogd : Plaatsvervanger van de Spaanse koning die de Nederlanden bestuurde.
Lutheraan : Volgelingen van Luther. Een monnik die protesteerde tegen fouten in de kerk. Volgens Luther moest een vorst de baas van de kerk zijn en niet de paus.
Opstand : het verzet van de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse koning tussen 1568 en 1648
Protestant : Iemand die het niet eens is met de Katholieke kerk en die zich aangesloten heeft bij een hervormer.
Renaissance : Letterlijk wedergeboorte. In de 15e en 16e eeuw was er weer interesse in de kunst en wetenschap van de oudheid.
Republiek der zeven verenigde Nederlanden : Sinds 1588 de naam van de 7 Nederlandse gewesten die zich van Spanje hadden losgemaakt en geen koning meer hadden.
Rooms-Katholiek : Christen die vind dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk.
Stadhouder : Onder Filips II : plaatsvervanger van de koning in een gewest. In de republiek : legeraanvoerder.
Staten-Generaal : De vergadering van afgevaardigden van de 7 gewesten van de republiek. Deze afgevaardigden beslisten samen over de buitenlandse politiek en over de verdediging van het land.
Unie van Utrecht : Een verbond uit 1579 waarin de noordelijke gewesten afspraken de opstand tegen de Spaanse koning door te zetten.
Watergeuzen : Protestantse vluchtelingen die als een soort piraten de wateren rond de Nederlanden onveilig maakten.
Vrede van Münster : in 1648 eindigde met deze vrede de opstand. De zuidelijke Nederlanden bleven bij Spanje, de noordelijke Nederlanden werden door Spanje erkend als onafhankelijke staat.

Beeldenstorm : Vernielingen en plunderingen van katholieke kerken en kloosters in de Nederlanden in 1566.
Calvinist : Volgelingen van Calvijn. Volgens hem hebben gelovigen het recht om in opstand te komen tegen een vorst.
Centraal bestuur : Een bestuur waarbij dezelfde regels en vaste belastingen gelden voor alle gewesten.
Gewest : Een soort provincie in de Nederlanden met eigen wetten, munten en bestuurders.
Gewestelijke staten : Het bestuur van een gewest. Hierin zaten hoge edelen en afgevaardigden van de steden en het platteland.
Hagenpreek : Bijeenkomst van Protestanten in de openlucht.
Hervormer : Iemand die kritiek had op de kerk en deze wilde veranderen (hervormen).
Hervorming : Letterlijk een verandering. Het ontstaan van een nieuwe, protestantse kerk naast de katholieke kerk, als gevolg van kritiek van de hervormers.
Humanist : Geleerde uit de tijd van de renaissance die teksten van de Grieken en Romeinen bestudeerde en vertaalde en die het belangrijk vond dat mensen zich ontwikkelden door onderwijs.
Inquisitie : Een door de paus rond 1200 opgerichte kerkelijke rechtbank die zich bezighield met de opsporing en veroordeling van ketters.
Ketter : Iemand die belangrijke delen van de officiële leer van de katholieke kerk afwees.
Landvoogd : Plaatsvervanger van de Spaanse koning die de Nederlanden bestuurde.
Lutheraan : Volgelingen van Luther. Een monnik die protesteerde tegen fouten in de kerk. Volgens Luther moest een vorst de baas van de kerk zijn en niet de paus.
Opstand : het verzet van de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse koning tussen 1568 en 1648
Protestant : Iemand die het niet eens is met de Katholieke kerk en die zich aangesloten heeft bij een hervormer.
Renaissance : Letterlijk wedergeboorte. In de 15e en 16e eeuw was er weer interesse in de kunst en wetenschap van de oudheid.
Republiek der zeven verenigde Nederlanden : Sinds 1588 de naam van de 7 Nederlandse gewesten die zich van Spanje hadden losgemaakt en geen koning meer hadden.
Rooms-Katholiek : Christen die vind dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk.
Stadhouder : Onder Filips II : plaatsvervanger van de koning in een gewest. In de republiek : legeraanvoerder.
Staten-Generaal : De vergadering van afgevaardigden van de 7 gewesten van de republiek. Deze afgevaardigden beslisten samen over de buitenlandse politiek en over de verdediging van het land.
Unie van Utrecht : Een verbond uit 1579 waarin de noordelijke gewesten afspraken de opstand tegen de Spaanse koning door te zetten.
Watergeuzen : Protestantse vluchtelingen die als een soort piraten de wateren rond de Nederlanden onveilig maakten.
Vrede van Münster : in 1648 eindigde met deze vrede de opstand. De zuidelijke Nederlanden bleven bij Spanje, de noordelijke Nederlanden werden door Spanje erkend als onafhankelijke staat.

REACTIES

E.

E.

goede samenvatting! let alleen wel op hoe je sommige dingen beschrijft en op de spellingsfouten

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door g.