Geschiedenis hoofdstuk 1 + begrippen (memo havo 2)
1, 2:
Vanaf 1450 werd de boekdrukkunst gebruikt in Europa, in China was dat al in 11e eeuw ontdekt. Als je loden letters bij elkaar legt dan kun je er pagina’s mee afdrukken. In de 16e eeuw was dat verspreid. Zo veranderde mensen hun wereldbeeld.
Renaissance in het noorden
Rond 1350 in Italië kreeg iedereen interesse in de ideeën van de oude Grieken en romeinen dat noem je de renaissance. Zoals de kunst, bouwkunst en je mocht van het leven genieten. De burgers zagen het leven op de aarde niet meer als een voorbereiding op het leven naar de dood, dat haalde ze uit boeken van de humanisten. Humanisten zijn geleerde die hun teksten bestuderen.
In 1450 de Nederlandse priester Erasmus; beroemde geleerde . Hij wist veel over de oudheid en over het christendom, hij ontdekte dat de christenen naastenliefde en eenvoudig leven belangrijk vonden. Rond 1500 was iedereen Erasmus vergeten, hij schreef toen grappige teksten over pausen en priester.
De macht van de kerk
Geestelijke konden uitleggen hoe je moest leve en moesten het goede voorbeeld geven. Als je slecht leefde kwam je na je dood in de hel. Gelovigen moesten luisteren naar de geestelijken. Er Waren strenge regels,
1. niet trouwen
2. geen seks.
3. Sober leven
4. Veel bidden
Er kwam in de praktijk weinig van terecht. De kerk was rijk geworden en leken de geestelijken meer op vorsten. Het ging om macht en rijkdom.
Ketters en inquisitie
Er ontstond ook kritiek op de kerk. Mensen die belangrijke delen van de kerkleer afwezen noemen ze ketters.
Om de ketters te kunnen bestrijden richtte de paus rond 1200 een speciale kerkelijke rechtbank op die zich bezig hield me de veroordeling van de ketters; De Inquisitie.
Opdracht was mensen opsporen die andere mening hadden als geloof.
Bij renaissance konden mensen beter lezen en teksten interpreteren, en lieten zich minder de wet voorschrijven door de kerk, en wilden gelovige zelf een band met God zonder tussenkomst van de Geestelijken. Zo werden gelovigen minder belangrijk.
1, 3:
Kerk en keizer
Vanaf 1200 zocht de kerk ketters en dwong hun om bekering. In de strijd tegen de ketters kreeg de kerk hulp van : Keizer Karel V hij besliste over zijn rijk dat niemand boeken mag kopen of verkopen als er kritiek over de kerk instaat. Hij strafte de prediken over het verstoppen van ketters. Je kon de straf onthoofding of de brandstapel krijgen. Hij wilde ook dat iedereen in hetzelfde zou geloven zodat er geen ruzies zouden ontstaan.
Nog meer kritiek op de kerk
In 1517 protesteerde Maarten Luther tegen de fouten van de kerk. Hij vond dat de geestelijke en gelovige zich niet gedroegen hoe god dat wilde. Hij vertaalde de bijbel naar het Duits en er stond niets in over het pausschap en het geloof in heiligen dus dat moest verdwijnen. Als je een aflaat kocht kwam je in de hemel, maar dat moest ook weg. Hij zei dat als je veel bid en in god gelooft dat je dan ook in de hemel komt. Hij kreeg ook heel veel volgelingen zij hete lutheranen (vooral in het Duitse rijk). De paus zette Luther uit de kerk. Ook vond Luther dat een vorst de baas was en niet de paus, daardoor stonden er nog meer mensen achter Luther. Dan heb je Johannes Calvijn hij was het niet met Luther en de kerk eens hij vond dat de gelovige zelf mochten bepalen wat er in de kerk gebeurt, de gelovige hebben recht om in opstand te komen tegen de vorst. Hij kreeg in Nederland veel aanhangers zij heten Calvinisten. Calvijn en Luther noem je hervormers want hun wilde allebei dat de kerk veranderd zij wilde een hervorming.
De kerk splitst
De paus zetten Luther en Calvijn uit de kerk, en splitste de kerk zich in 2 stromingen;
Protestanten:
- Hun kerken zijn sober, niet versierd en er staan geen beelden
- Protestantste priesters mogen trouwen
- Gelovigen kunnen zelf vergiffenis vragen aan God, en niet via de Priester.
Katholieke probeerden de kerk te helpen tegen hervormers en dat leidde in 1600 tot bloedige oorlogen
Rooms-katholieken bleven trouw aan de paus, en de Protestanten waren het eens met de hervormers
1, 4:
Vorst (Karel V/ Filips II)
1e niveau - landvoogdes
- geheime raad
- raad van financiën
- raad van state 1e niveau -staten-generaal
2e niveau - stadhouders 2e niveau - gewestelijke staten
Centraal bestuur
We hadden 17 gewesten elk gewest heeft eigen munten, wetten en bestuurders. Daarom was het moeilijk om alles te regelen. En ondertussen had hij nog oorlog met andere landen. Hij had daar veel geld voor nodig daarom bedacht hij en het centraal bestuur om overal het zelfde in te voeren. Hij liet zich helpen door Spaanse ambtenaren die hem hielpen. Zo had hij minder hulp nodig van de adel. Veel mensen waren niet blij met de verandering. In 1555 werd Filips II keizer en hij bestuurde alles vanuit Spanje, hij stelde een landvoogdes aan en elk gewest kreeg een eigen stadhouder. De edelman Willem van Oranje was stadhouder van : Holland, Utrecht en Zeeland.
Geen Spaanse koning
Veel mensen waren niet tevreden met de Spaanse koning.
Er waren 3 redenen:
- de Nederlandse edelen en bestuurders wilde geen centraal bestuur.
- het invoeren van vaste belastingen zou veel geld kosten.
- hij was streng katholiek en hij had een hekel aan protestantse, En had zware hekel aan ketters.
Er zijn ook veel mensen calvinist geworden. Hij zag hun als ketters dus hij wilde hun vermoorden hij wilde ook de protestantse vermoorden. Stadhouder Willem van Oranje vroeg hem om te stoppen maar dat hielp niet.
De beeldenstorm
In 1566 was er een enorme economische crisis dat zorgde voor 3 dingen :
- werkloosheid, voedsel wordt duur.
- edelmannen hadden geen werk meer.
- aanleiding voor de beeldenstorm.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
goede samenvatting! let alleen wel op hoe je sommige dingen beschrijft en op de spellingsfouten
2 jaar geleden
Antwoorden