Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Rusland en Duitsland (Dictatuur en democratie)

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1859 woorden
  • 4 november 2006
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Dictatuur en Democratie… Lenin en Hitler veroveren macht Rusland 1905 Rusland verloor oorlog met Japan. Grote onvrede, tsaar beloofde volk de Doema (gekozen parlement), kwam niets van. 1914 Rusland betrokken 1e WO. Rusland léék in het begin een land tegen vijand. Door veel verliezen werd dat minder. Rusland sterk onderontwikkeld, autocratisch. Tsaar alleenheerser. Macht m.b.v. Russische adel + Russisch-orthodoxe kerk. Land agrarisch. Grote armoede, uitbuiting. 1917 februari, volksoproer Sint-Petersburg. Door alle nederlagen en honger. 1917 maart, tsaar treedt af. Een groep rijke mensen kwam aan macht ‘voorlopige regering’. Schreven verkiezingen uit voor gekozen parlement en regering. 1917 april, Lenin keert terug uit Zwitserse ballingschap en nam leiding van de communistische revolutionairen, bolsjewieken (pro-boer). Tegen de liberale voorlopige regering. 1917 oktober 24, bolsjewieken plegen staatsgreep. Waar ze alle strategische bruggen, stations, telefooncentrales bezetten. Oktober 28, Lenin maakt regering bekend ‘raad van volkscommissarissen. Hij voorzitter. Rijke burgers, adel, veel boeren en arbeiders vertrouwen de bolsjewieken niet meer. Eind november bij nieuwe verkiezingen krijgen ze minder dan 25% stemmen, Lenin reageert als Tsaar. Weg met democratische volksvertegenwoordigers (slaat rode leger neer). Oppositie vs. Bolsjewieken à burgeroorlog. Lenin sluit vrede met Duitsland, om rust te herstellen. Grote delen van Rusland (Baltische staten) staat hij hierbij af, oppositie woedend. Landverraad. Roden (Lenin) vs. Witten (tegenstanders revolutie, veel steun buitenland). De steun uit buitenland, iedereen bang voor communisme. Onder Lenin, Communistisch Rusland kreeg naam Sovjet Unie. (gelijkheid) Schafte alle privé-bezit af, banken, grote fabrieken staatsbezit. Buitenlandse schulden geannuleerd. Boeren moesten alles afstaan aan regering. Lenin zag dat revolutie niet zou lukken zo. à 1921, Nieuwe Economische Politiek [NEP]. Meer vrijheid aan de boeren om eigen producten te verhandelen en opbrengst zelf te houden. Kleine fabrieken weer privé. Welvaart kwam beetje, ongelijkheid kwam ook weer. 1924, Lenin sterft aan hersenbloeding. Stalin (onbekende partijsecretaris) of Trotski (ijdele populaire Rode Leger aanvoerder) opvolger. 1928, Stalin wint. Als partijsecretaris liep alle informatie via hem, net al benoemingen van zijn partij. Hij stelde op alle belangrijke posten handlangers aan. Stalin kon dus linkse tegen rechtse tegenstanders ui spelen en andersom. Zelf deed hij alsof hij een gematigde + redelijke politicus was. Trotski werd uiteindelijk door agent Stalin met ijsbijl vermoord. (Stalin wilde hele wereld Communistisch en niet kapitalistisch). Industrialisatie was nodig. Meer geld uit landbouw à hard werkende arbeiders+weinig loon. Mechanisatie van landbouw zou er overschot arbeiders komen. Stalin vond NEP niet communistisch en schafte particuliere bezit weer af. Grond staat. Collectivisatie, boeren werken samen. Kolchozen collectieve boerderijen waarop de boeren een voorgeschreven productie moesten halen + klein stukje voor zichzelf. Sovchozen, staatsboerderijen, boeren in loondienst. Winst naar overheid. Volk was tegen, maar Stalin draafde plannen door, m.b.v. concentratiekampen. Om schijn van rechtvaardigheid te geven, stelde Stalin voor alsof rijken (koelakken) dit alleen trof. [1929-1935]. Verschrikkelijke hongersnood. Toen werd planeconomie in gevoerd door staatsplancommissie. Veel zware industrie, arbeiders werkten zich kapot, steeds harder werken, weinig loon+rechten. M.b.v. propaganda. Vijfjarenplannen. Iedereen moest gehoorzamen aan Stalin. Hij wantrouwde oude bolsjewieken. 1934, 17e partijcongres. Stalin dacht zijn succesvolle leidersschap te vieren, maar het Centrale Comité gooide roet in het eten. Geheime verkiezingen zorgde ervoor dat de meeste op Kirov stemde en niet op Stalin. Snel werd besloten Stalin en Kirov ieder 3 tegenstemmen te geven en rest te vernietigen. Later in 1934 werd Kirov vermoord. (Stalin, zuiveringscampagne, tegen verraders). KGB, spoorde verraders op. Jaren van de Grote Terreur. Er werden heleboel afgevaardigden van de verkiezingen vermoord. 1938, einde grote terreur. Stalin zag dat zijn partij in gevaar kwam. Door alle moorden. Sovjetmens × Stalin wilde dat het volk doordrenkt zou worden van de communistische leer. Collectivisatie en planeconomie waren slechts stappen op weg. De sovjetburger moest volkomen doordrongen worden van het succes van het communisme. Hiervoor gebruikte hij kunstenaars, de sovjetunie te vereren. Voldoen aan eisen en abstract was slecht. Kunst was propaganda. × Iedereen moesten schrijven en lezen kunnen. (onderwijs) × Mannen en vrouwen waren sinds 1917 gelijkwaardig. Maar op hoge posities in partij + universiteit geen vrouwen. Ze mochten wel naast huishouden mannenwerk doen, betonstorten. (Sloof) × Partijleden hadden voordelen, huisvesting en loon. Ze moesten wel het voorbeeld geven. En doen alsof Stalin een god was. Kunstenaars, onderwijzers, partijleden werden ingezet om sovjetburgers te hersenspoelen. Totalitaire Samenleving. 1941, Duitsland viel Sovjet Unie aan. Sovjet Unie was verzwakt door het rode leger bleek. 1945, Sovjet wint, door de inzet van het volk. Stalin was de held. Hij wilde zijn dictatuur versterken en bouwde nieuwe kampen en gevangenissen om staatsgevaarlijke misdaders te pakken. 1953, dood Stalin

1956, Chroesjtsjov, beschuldigde Stalin van machtsmisbruik, vele economische en militaire fouten en het vernietigen van vele tegenstanders. Destalinisatie, afrekenen met terreurregime van Stalin. Chroesjtsjov wilde landbouw verbeteren + consumptiegoederenproductie verhogen. Verzet partijbonzen en legerleiding. 1964, Chroesjtsjov afgezet. Breznjev opvolger. Veel blijft bij het oude. 1982, Breznjev sterft, Sovjet Unie blijft veroudert achter. 1985 Gorbatsjov aan de macht! Hij ontdekte dat de staat in verval was. Glasnost: Opener, democratischer land. Perestrojka: Maatregelen op economisch gebied. Gorbatsjov geloofde ook in communisme. Toen het volk besefte dat ze meer vrijheid kregen, had het communisme geen zin meer. Ze konden er tegenin gaan. Een aantal communistische partijgenoten, KGB, hooggeplaatste militairen waren hier niet blij mee. 1991, Plegen een coup. Gorbatsjov wordt gevangengezet. Staatsgreep mislukt door het krachtige optreden van een hoofd regering: Jeltsin. Hierdoor steeg zijn populariteit. USSR wordt eind 1991 officieel ontbonden en stond land af. Bij vrije verkiezingen kwam Jeltsin aan de macht, president. Na val communisme wil Rusland aansluiten bij de westerse maatschappij. 1993, Russische burgers kiezen democratische grondwet met onafhankelijk parlement. Dat leek democratisch, maar was het niet. Jeltsin zette leger in om opstand in parlement te voorkomen. Hij duwde Rusland goede richting in van de democratie maar had toch autoritaire trekjes. Om aan mach te blijven leverde hij ene veldslag naar de ander. 1996, nieuwe presidentsverkiezingen, Jeltsin wint weer. Sommige denken dat de herverkiezingen gekocht zijn. Er mocht weer op straat onderhandeld worden. Omdat Russische bedrijven inefficiënt werken is het onmogelijk te concurreren met het westen. Vrije economie kost velen hun kop. Land gaat economisch achteruit. 1998, de Roebel stort in. Poetin aan de macht. Ex-KGB-er. De Russische Roebel-crisis blijkt te herstellen. Of Rusland democratisch blijft groeien is een ? Duitsland
1919 Vrede van Versailles, na WO1 Duitsland gebroken, puin. Schuldige oorlog. Ze probeerden nog communistisch te maken, mislukte. Republiek van Weimar, in hoofdstad was het te onrustig om te regeren, ze gingen naar Weimar. In eerste jaren had het Herstelbetalingen economische problemen. 1922, Mussolini in Italië aan de macht, fascistisch, geen democratie maar een natie geleid door één man. Tegen communisten, maar zelfde alleenheerser. 1923, hele markt stortte in. Dawes-plan, Amerikaanse hulp aan DU. 1923, mislukte staatsgreep Hitler, 5 jaar straf, maar kwam na 9 maanden vrij. Hitler = leider nationaal-socialistische Duitse Arbeiderspartij: NSDAP (Fascist) 1929, Economische crisis Europa en Amerika. Duitsland slechtst getroffen, armoede, onrust. Toen kwam Adolf Hitler naar voren, beloofde betere toekomst. Sterk raszuiver Duitsland. Germaans ras: Übermensch. Rassenleer. Hitler maakte gebruik van de crisis, mensen gingen extreem stemmen etc. in de hoop op verbetering. 1933 januari, Hitler benoemd tot rijkskanselier. Kabinet met meerdere partijen. Hitler schakelde alle tegenstanders uit in het kabinet. En haalde depresident van Duitsland Hindenburg over voor nieuwe verkiezingen van de Rijksdag. 1933, februari 27 vlak voor verkiezingen, Rijksdaggebouw in de fik. Communistische Lubbe was schuldige. De nationaal-socialistische, de nazi’s gaven communisten schuld en vond ze gevaarlijk. Met de verkiezing krijgt Hitler nog geen 44% stemmen, nog niet genoeg! Hitler wist president Hindenburg te overtuigen om een noodtoestand af te roepen, grondwet buiten werking. Iedereen stemde toe, tegenstanders waren al verwijdert. Het einde v.d. democratie. NSDAP aan de macht, einde andere partijen. Media onder de nazi’s. SA (sturmabteilung, knokploeg) + SS (schutzstaffel partijpolitie, later terreurorganisatie van Hitler). Hitler sprak over het 3e rijk, na ‘heilig rooms rijk’ in middeleeuwen en ‘keizerrijk’ dat Bismarck had gesticht. Oorlogseconomie Net als Rusland onder Stalin was Hitler’s 3e rijk totalitaire staat, samenleving waarin overheid alles in bezit heeft. Absolute Heerser. Strenge censuur + propaganda. In jaren ’30 ontstonden concentratiekampen. SS als bewaking. Het volk volgde braaf, ook doordat de economie opbloeide. Minder werkloosheid. Hitler negeerde het verdrag van Versailles. Oorlogsindustrie. Hitler had veel steun, vanaf 1933 dienstplicht. Geheime Dienst Gestapo, had de taak alle tegenstanders op te sporen en naar concentratiekampen te sturen. Nationale-socialisten hadden meer rechten. 1934, 30 juni De SA was eerst voor Hitler indenkbaar, maar was uitgegroeid tot groot volksleger en werd te machtig en te zelfstandig. Hij zette de SS in om de SA te vermoorden ‘nacht v.d. lange messen’. Kunst Goebbels beheerste de media. Grote Censuur. Hitler beheerste alle kunstuitingen, kunstenaars mochten alleen hun beroep uitoefenen als ze lid waren van de cultuurkamer onder leiding van Goebbels. Raszuiver, politiek betrouwbaar. Onderwijs nationaal-socialistische invalshoeken, rassenleer. Arische ras. Übermensch/Üntermensch. HitlerJugend +Bund Deutscher Madel. Kerk Hitler wilde ook af van christendom en kerk. Uit tactische overwegingen sloot hij een verdrag met de paus. Dat christendom zich niet zou bemoeien en dat dan de katholieke scholen en instanties bleven bestaan. 1935, Antisemitisme. Neurenbergwetten, joden mochten niets meer. 1938 een jood pleegt aanslag op Duitse ambassade in Parijs. Jodenhaat erger. Kristallnacht, joden werden aangevallen en synagogen verbrandt. Pogrom. 1945, 8 mei, na verschrikkelijke oorlog, capitulatie van Duitsland. Hitler pleegde zelfmoord. Duitsland was kapot. Stunde Null. Duitsland bestond niet meer, Amerikanen, Britten, Fransen + Russen namen macht over. Stalin wilde wel herstelbetalingen, Amerika + Engeland niet. Het land zou nog verder zakken. 1947, kloof tussen Stalin en de rest, omdat Stalin weigerde Duitsland financiële hulp te bieden. Marshallplan. Amerika wilde nieuwe munt in Duitsland, dat was de druppel. Stalin blokkeerde alle toegangswegen naar Berlijn, zodat de westelijke zones geïsoleerd zouden zijn. West-Berlijn zou verhongeren en ingelijfd worden bij de sovjet zone. VS pikte de blokkade niet en zorgde voor een luchtbrug. 1948 12 mei, Stalin gaf pas toe dat ie verloren had. 1949 West (BRD, Bondsrepubliek Duitsland), Oost (DDR, Duitse Democratische republiek). BRD Adenauder (der Alte) werd bondskanselier van het westen(BRD). 73 jarige. Hij Duitsland stabiliteit en rust. Het ging steeds beter met Duitsland. Wirtschaftwunder, onverwachte snelle economische groei. DDR, ook net als BRD in het begin chaos. Stalin gebruikt het land om zijn eigen land weer op te bouwen. BRD werd naar het sovjetmodel ingericht. Communistisch. Protesten werden met rode leger neer geslagen. Mensen hadden weinig rechten + 5 jarenplan. Veel mensen wilden niet meer in de DDR wonen en gingen naar BRD. 1961, Berlijnse muur. Om er voor te zorgen dat mensen niet gingen verhuizen vanuit de DDR. En dus niet te laten zien dat het communisme niet deugt. Adenauer wilde onderhandelen, en beschouwde de DDR niet als apart land. DDR wilde niet één worden en weigerde. 1969, Willy Brandt ging ook onderhandelen maar beschouwde DDR als een apart land. Hij wilde dat de landen onderling goede betrekkingen gaan onderhouden dat op den duur een hereniging mogelijk is. Ostpolitik. 1989, Politiek Gorbatsjov (Perestrojka, Glasnost), betekende einde van communisme. Dat hielt in dat ze ook niet meer militair gingen ingrijpen in de DDR. In 1989 werd het voor Oost-Duitser makkelijker naar het Westen te vluchten. Ze werden niet meer tegengehouden. De muur verloor zijn nut en werd omgegooid. Gorbatsjov wilde Russisch leger NIET inzetten. Totalitaire staat Italië, Rusland, Duitsland Totalitaire staten. Fascist, communist, nationaal-socialist. - Soort god op aarde leider, grote baas, fuhrer. Leider allesoverheersend. - De leider beheerst in totalitaire staat hele op hele openbare en maatschappelijke leven. Rechtspraak etc. volledig van het regime. - Terreur. Verzet werd uitgeroeid. Bij Hitler speelde het RAS een rol, bij de andere niet (Racistisch). De andere keken vooral naar ideeën.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.