Nieuwe tijd( ±1500-±1800)
Vervolg middeleeuwen
Geleerden en kunstenaars hadden het gevoel dat er een nieuwe tijd was aangebroken. Middeleeuwen ook wel donkere tijd genoemd.
Grieken en Romeinen belangrijk
Middeleeuwen onbelangrijk
Kenmerken van de nieuwe tijd:
Middeleeuwen= Christendom was hel belangrijkst en was de grootte invloed op kunsten en wetenschappen.
Nieuwe tijd: Griek Romeinse cultuur gevolg veel nieuwe uitvindingen. 18e eeuw onderzoekers nadenken over het samenleven van de mensen.
Middeleeuwen= akkerbouw belangrijkste middel van bestaan.
Europa middelpunt handel in de wereld.
Middeleeuwen= macht van edelen.
Nieuwe tijd: nam macht edelen af. Vorsten kregen in West-Europa de meeste macht. Tot eind Nieuwe tijd revolutie Frankrijk
16e eeuw problemen Christelijke kerken gevolg scheiding tussen protestante en katholieke kerken. Die geloven waren de heersende godsdiensten.
Overgang van nieuwe tijd tot nu(±1800-NU)
In de nieuwste tijd werd er nog meer gedaan aan de wetenschap
Nieuwe soort kunst: romantiek meer belangstelling middeleeuwen
Na 1750 kwam er industrie in Europa en Vs. Eerst in Engeland. Industrie werd de belangrijkste middel van bestaan.
±1800 Europese vorsten raken macht kwijt aan het parlement. Macht van elke parlement werd in 19e eeuw steeds meer uitgebreid. Steeds meer mensen kregen kiesrecht
meer mensen gingen denken hoe mensen het beste met elkaar om konden gaan.
Communisme: In handen van de staat
Socialisme: de gelijkheid van de mens
Conservatisme: zo weinig mogelijk veranderingen
Liberalisme: vrijheid op alle terreinen
Door gevolg franse revolutie gelijkheid godsdienst in de meeste Europese landen.
§ 2 Renaissance verbreidt zich over Europa
kunstenaars in de Middeleeuwen vooral bezig met godsdienst
In 1400 waren Italianen niet tevreden over hun eigen tijd ze wilden dingen veranderen. Ze namen de Griekse en Romeinse cultuur als voorbeeld. Ze gingen oude gebouwen en schriften bestuderen.
In de middeleeuwen leefde mensen als voorbereiding voor de dood.
De belangstelling voor de Griekse Romeinse cultuur noemt men de Renaissance( wedergeboorte van de Klassieke oudheid( Griekse Romeinse cultuur)
Mensen van de bovenlaag in de 15e eeuw waren hierbij aangetrokken
1. kooplieden genieten van rijkdom en onderscheiden van andere door mooie woonhuizen te bouwen
2. vorsten en edelen willen meer macht en vinden dat de kerk er zich niet mee moet bemoeien.
3. kunstenaars wilde de stijl van de Griekse Romeinse cultuur maar er waren ook die hun eigen stijl maakte. En ze schreven hun eigen naam er bij in de middeleeuwen was dat onbelangrijk
4. geleerden wilden net als de Grieken en de Romeinen onderzoek doen over dingen die zij zelf belangrijk vinden. De kerk was het hier niet mee eens.
Kooplieden, vorsten, edelen, kunstenaars en geleerden waren een kleine groep mensen maar wel hele belangrijke. Door hun werk veranderde veel van de leven van de andere burgers.
in de 15e eeuw waren de Portugezen de Afrikaanse kust aan het verkennen. Ze vroegen aan de volken of ze wouden helpen in de strijdt tegen de moslims. Zij hadden delen van noord Afrika en Spanje en Portugal veroverd. Ook voor handel en visgronden. Ze wouden een weg zoeken naar Azië. Om zelf specerijen te halen. 1488 bereikte Bartholomeus Dias Kaap de goede hoop. En in 1498 kwam de Portugees Vasco da Gama als eerste in India. En in 1519-1521 vier Magelhaen maakte de eerste reis om de wereld.
Ze gingen factorijen bouwen die bestonden uit een fort, haven, pakhuizen en woningen. Schepen konden daar voedsel en water krijgen. Portugal begon de handel over te nemen van grote delen uit Azië maar werden later door Europese landen eruit gezet. In de 17e waren de Nederlanders de beste en in 18e eeuw de franse en de britten.
In 1492 ontdekt Columbus perongeluk een nieuw werelddeel Amerika. Hij wou naar india en dacht dat hij daar was aangekomen. De bewoners van het land noemde Columbus Indianen. De Spanjaarden maakte geen factorijen in Amerika maar kolonies en Portugal deed het zelfde maar dan met wat we nu Brazilië noemen.
Gevolgen van ontdekkingen
1. verspreiding van mensen over de hele wereld onder blanke leiding (afrikanen als slaven en Aziaten als goedkope arbeidskrachten)
2. miljoenen sterven door ziektes en door geweld(indianen grootste slachtoffers)
3. uitwisseling van producten en begin van wereldeconomie
4. In West-Europa neemt handel in producten uit de koloniën toe.
§4
tot 13e eeuw dachten de Europenen dat god een heerser van de samenleving wilde, de paus. Ze zagen hem als de opvolger apostel Petrus. De kerk zei dat de paus de baas van de wereld was. En de vorsten hun macht te danken aan de paus. Vorsten moesten zorgen voor 2 dingen een goed bestuur en vechten tegen heidenen. Als ze dat niet deden dan werden ze afgezet.
In de late Middeleeuwen nam de macht van de vorsten af. Franse duitse en engelse kwamen in conflict tegen de paus. Er kwam in de meeste Europese landen autocratie: een regering door een man.
Absolutisme is: de plicht van de onderdanen om de koning te gehoorzamen en geen vragen mochten stellen. En ze moesten alles doen wat hij zei.
Het werd een groot voorbeeld voor andere landen in Europa. Er waren 2 hele bekende koningen van Frankrijk Lodewijk 14e en Lodewijk de 16.
Het parlement is er al sinds de Middeleeuwen in de meeste Europese staten. In een parlement zitten vertegenwoordigers van de bevolking. Eerst waren alleen de adel, geestelijke en de bourgeoisie vertegenwoordigers. De vorsten kregen steeds meer macht en zij bepaalde uiteindelijk of er een parlementsbijeenkomst kwam. En ze konden adviezen van het parlement van zich neer leggen.
§5 de christelijke kerk in West-Europa valt uiteen.
De mensen in de Middeleeuwen waren zeer gelovig en deden dan ook alles wat de kerk zei. Werd dit niet gedaan werd je goed gestraft want volgens de kerk beging je dan een misdaad. Daardoor was de kerk in de Middeleeuwen een eenheid. In de 16e eeuw mensen krijgen kritiek op paus, bisschoppen en plaatselijke geestelijke. Gevolg daarvan is dat een groep mensen een eigen kerk oprichtten. Deze scheiding wordt Hervorming of Reformatie genoemd. Ook wel Protestanten en Protestantisme.
Oorzaken van Hervorming
2. Trouw aan eigen land en koning wordt belangrijker dan trouw aan de kerk:
vorsten wouden scheiding tussen de kerk en de staat. Koningen erkende de paus niet meer als het hoofd van de kerk.Hendrik de 18e kreeg ruzie met een paus omdat hij niet van zijn vrouw mocht scheiden.
3. de aantrekkingskracht van het Protestantisme op verschillende bevolkingsgroepen: 16e eeuw neemt handel sterk toe. Er kwamen steeds rijker burgers dan mensen van adel. Dus zij besloten om meer belasting te gaan vragen aan de boeren. In 16e eeuw neemt ook bevolking sterk toe. Prijzen levensmiddelen stegen. Er ontstond veel honger bij de arme.
De adel: grond dat van de kerk was afgepakt werd onder de edelen verdeeld. Rijkdom nam daardoor toe.
De gegoede burgerij: zij werden door hard te werken en eenvoudig te leven veel geld te verdienen en werden daardoor ook welvarend.
De boeren en de arme bevolking in de steden: er was veel hongernood problemen. Boeren en de andere arme mensen begonnen zich te ergeren aan de rijkdommen van de Katholieke kerk. De Protestanten kwamen voor de armen op. Gevolg daarvan heel veel mensen kregen een nieuw geloof.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
Handig en bedankt
9 jaar geleden
Antwoorden