Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Paragraaf 3.2: een arbeidersparadijs

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 379 woorden
  • 23 juni 2013
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
13 keer beoordeeld

3.2.1

1917: Lenin belooft “Vrede en Land”:

  • Vrede: met de Duitsers
  • Land: bezit veroorzaakte veel onrust

Nationalisatie: de grond werd van de staat:

  • Staat nam grond, machines en fabrieken in beslag.
  • Ontslagen fabrieksdirecteuren → lage productie → directeuren werden terug aangenomen.
  • Onteigening van land.
  • Boeren mochten land blijven bewerken maar moesten voedsel afstaan aan arbeiders en het leger. → dit gebeurde niet → bolsjewieken namen voedselproductie in beslag.

December 1917: Oprichting Tsjeka: communistische opvolger geheime dienst tsaren.

  • Streden tegen sabotage en mensen die tegen de revolutie waren.

Zomer 1921: enorme droogte → hongersnood → 14 miljoen mensen kwamen om.

Lenin voerde de Nieuwe Economische Politiek (NEP) in:

  • Nog maar een klein deel van de productie hoefde aan de staat geleverd te worden.
  • Banken, zware industrie, mijnbouw, buitenlandse handel nog door de staat.

3.2.2

1924: dood van Lenin → Joseph Stalin wordt de leider van de Sovjet-Unie (machtsperiode 1924-1953)

  • Sovjet-Unie moest een machtig, communistisch land worden.

1928: Sovjet-Unie krijgt de planeconomie (een economie door de staat gepland en geleid):

  • Vijfjarenplannen: hoeveel er per jaar geproduceerd moet worden over de vijf jaar verdeeld.
  • Staat bepaalde hoogte lonen en prijzen.
  • Zware industrie: hoge producties.
  • Het ging slecht met de Sovjet-Unie maar de vijfjarenplannen gingen toch door.

1933: 2e vijfjarenplan: een nog grotere nadruk op de zware industrie.

  • Bouw van een metro in Moskou en een stuwdam in Dnjepr. Er was een toename van de productiviteit maar er was lage kwaliteit.
  • Werk- en leefomstandigheden waren slecht, er was veel gedwongen werk.

3.2.3

Kolchozen: grote, collectieve landbouwbedrijven.

Collectivisatie van de landbouw: modernisatie landbouw en verhoging van de productie.

  • Boeren moesten verhuizen van hun geboortegrond naar woonkazernes kolchozen. De boeren wilde dit niet maar dankzij de NEP kregen ze een beetje extra geld.
  • Er werd veel propaganda gemaakt voor het werken in de kolchozen.
  • Politie-eenheden vervoerde boeren naar de kolchozen. Als ze weigerden moesten ze naar concentratiekampen dwangarbeid verrichten.

Terreur en Intimidatie: middelen om de doelen van het communisme te verrichten.

Collectivisatie landbouw → groot fiasco.

  • Positief: Mechanisatie landbouw
  • Door vele afslachtingen werd de veestapel gehalveerd.
  • Staat eiste een groot deel van de productie → hongersnood → dood 5 miljoen mensen.

1935: voltooiing collectivisatie → volgens Stalin was de Sovjet-Unie een “arbeidersparadijs”.

  • In 18 jaar was de Sovjet-Unie uitgebreid tot een belangrijk, industrieel land.
  • De Sovjet-Unie was het eerste land met een socialistische economie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.