Op zoek naar het volk

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 839 woorden
  • 28 augustus 2006
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
H2 Op zoek naar het volk
§1

Sinds 395 Romeinse keizerrijk in twee delen; in elk gebied één keizer; Germaanse volken drongen gebied binnen; val West-Romeinse Rijk; duistere eeuwen in West-Europa (16e & 17e eeuw); middenklasse stedelingen & handelswerklieden verdween; zorgden voor uitbreiding christendom (kerstening); heidendom won aan kracht; Germanen over grenzen waren heiden

Britten door Romeinen bekeerd tot christendom; Ieren door Britse missionarissen; verschillende klooster in Ierland gesticht; monniken grote geleerdheid & strenge levenswijze (askese); toppunt askese; peregrinatio (voorgoed land verlaten & christendom Europa verspreiden); bekende missionarissen Columbanus & Willibrord
Weinig heidenen beheersten schrijfkunst; weinig gegevens offerfeesten; wel geschriften over bestrijding heidense feesten & rituelen
Dodenmalen; heidens feest om doden te herdenken; feestmaal op graf zodat doden niet met slechte bedoelingen op aarde kwamen; geloofden dat doden weer levend konden worden
Christelijke elite bezwaar tegen heidense dodenfeesten want;
• volgens officiële leer kerk kwamen zielen overledenen in refrigerium; daar bleven ze in slaaptoestand totdat Christus weer op aarde kwam (Laatste Oordeel); op dat moment gingen goede mensen naar hemel, slechte naar hel
• onderscheiding met heidendom; daarom eigen rituelen (bv niet cremeren, geen geschenken meegeven)
Kerkelijke elite wilden heidenen bekeren; bij gedoopte mensen nog heidense bijgeloven; nam kerk soms over (bv vagevuur)
Kerkleiders stelden nieuwe christelijke feestdagen in; onderscheiding heidense feesten; bv 1e januari vastendag ipv feestvieren (besloten op een concilie; bijeenkomst kerkleiders; 567)
Constantijn; christelijke keizer 313; maakte zondag algemene rustdag; dan verrijzenis Christus gevierd door eucharistie of heilige mis
Steeds meer kerkelijke feesten; belangrijkste;
• Kerstmis (geboorte Christus)
• Pasen (dood & verrijzenis Christus)
• Pinksteren (stichting kerk)
Bovendien locale christelijke feesten als;
• kerkmis of kermis (inwijding plaatselijke kerk)
• heiligenfeesten (vooral christenen die door heidenen waren vermoord; martelaren; daarnaast ook asketen als heiligen)
Relieken waren lichamelijke overblijfselen ve heilige of voorwerpen; moesten op feestdag vd heilige aan volk getoond worden, elke kerk verplicht een reliek te hebben
Kerkelijke feesten op den duur ook wereldse functies; bv politieke gebeurtenissen op belangrijke feesten
Christelijke feestdagen waren middel om pasgekerstende volk te beïnvloeden; opgeroepen missen bij te wonen, daar christelijke waarden te horen door preken
Biecht belangrijk middel om gedrag volk te controleren; christen in geheim bij priester zonde vertellen en kreeg dan boete; voerde hij die uit, kans hemelse beloning groter
Ierse & Angelsaksische missionarissen systeem v zonden & boeten ontwikkeld
Is niet zeker of voorschriften kerkelijke elite overeen kwamen met geleefde praktijk vh volk
§2

In Late Middeleeuwen ging kerk steeds meer vormen v ‘volks’ bijgeloof binnen christendom bestrijden; belangrijk daarin klooster- en kathedraalscholen; daar werd kerkelijke of canonieke recht grondig bestudeerd; geloof & bijgeloof nauwkeurig scheiden

Bedelmonniken (vooral dominicanen) maakten eind aan bijgeloof; hadden vaak aan universiteit gestudeerd; kerkelijke elite vond dat bijgeloof vooral iets vh platteland was
Maar ook in steden hard opgetreden door hooggeplaatste geestelijken; vooral tegen zottenfeesten (jonge leerlingen kloosters speelden baas over bisschoppen, 1x per jaar)
Processies (plechtige optochten waarbij heiligenbeelden werden rondgedragen); wel goedgekeurd door geestelijkheid; zelfs stadsbestuur bemoeide zich ermee (grootheid stad tonen)
Wereldlijke feesten;
• intocht vorst in stad; groot feest; stedelingen gaven geld in ruil voor meer autonomie; stad steeds meer privileges; vorst gaf overal feestmalen waar hij kwam; duur; ook verplicht processies in alle kerken; geen scherp onderscheid tussen kerkelijke & wereldlijke feesten
• toernooien of steekspelen ontmoetingspunt tussen adel & stedelingen
• vastenavondviering of carnaval; vastenavond was periode v 4 dagen die aan 40 vastendagen vooraf ging; vooral stedelingen, maar geestelijkheid deed mee; vaste onderdelen wedstrijden (soms spottoernooien; varkensjacht door blinden), optochten, toneeluitvoeringen; tijdens optocht wereld op zijn kop gezet door narrengilde; werden op praalwagen ivv schip rondgereden (Blauwe Schuit); veel gedronken (zuipschuit); commentaar op geestelijkheid & stadsbestuurders; tijdens carnaval rollen omgedraaid; kritiek & geweld (alleen geritualiseerd) toegestaan; soms liep het uit de hand
§3

Feestgedrag in Vroegmoderne Tijd niet los te zien v kritiek op paus & rooms-katholieke kerk; sommigen maakten zich los vd rooms-katholieke kerk; beweging heette Hervorming of Reformatie; leidde tot ontstaan protestantse kerk

Maar katholieken vonden ook dat er veranderingen moesten komen; bijeenkomst Trente, Italië (concilie v Trente); feesten & feestdagen ruimschoots aandacht

In Trente grenzen tussen geestelijken & leken sterk afgebakend; priesters verboden te feesten & verplicht te studeren; omdat ze voorbeeldfunctie hebben; daarom visitatoren aangesteld, moesten gedrag priesters controleren

Ook in protestantse kerken gedrag predikanten of dominees goed in gaten gehouden; in NL calvinistische kerk grootste protestantse kerk; dominees opleiding aan universiteit Leiden, Franeker, Groningen, Utrecht, Harderwijk

Elke gereformeerde gemeente had kerkenraad (leiding plaatselijke kerk) en daarboven classis (afgevaardigden kerkenraden bep streek, toezicht op predikanten)

Pastoors (katholiek) & predikanten (protestants) bemiddelaars tussen kerkelijke elite & gewone volk

Luther & Calvijn reformatoren; verboden processies, carnaval, heiligendagen (eerbetoon aan mensen ipv aan God); zondag werd absolute rustdag

Predikanten tegen dans, voor vroomheid; kregen vaak veel gedaan (1615 dansen in Utrecht verboden door stadsbestuur); ook buiten kerk geluiden tegen dans te horen

Katholieke hervormers wilden volkscultuur handhaven & verbeteren; voorstanders aanpassing of accommodatie;
• feestdagen verminderd & soms arbeid toegestaan (armen anders te weinig inkomen)
• feestgedrag aan banden leggen; herbergen gesloten, uitspattingen verboden; zedelijkheidsoffensief (geen naakt in kerken & werken ipv feesten)

Wereldlijke elite (vooral adel) onderscheidde zich vh volk in Middeleeuwen dmv militaire taken, nu door ‘beschaafd’ gedrag;
• eigen taal (vooral Frans & Engels)
• Lodewijk XVI woonde niet meer in buurt vz volk (ging naar Versailles)
• geen volksfeesten & boerendansen meer, maar keurige hofdans

REACTIES

R.

R.

Er staat dat de duistere eeuwen van West-Europa in de 16e en 17e eeuw plaats hebben gevonden, maar dit moet zijn in de 6e en de 7e eeuw.

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.