Na de Tweede Wereldoorlog

Even wat feitjes op een rijtje:

• De Tweede Wereldoorlog begon op 1 september 1939.
• De Tweede Wereldoorlog eindigde op 2 september 1945.
• Na de Tweede Wereldoorlog waren er twee overgebleven supermachten: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Beide machten vertrouwden elkaar niet.

VS: vrijemarkt economie/kapitalisme, democratische politiek, op militair gebied: NAVO*, VS had als doel: vrijheid.

(*NAVO: staat voor 'Noord-Atlantische Verdragsorganisatie', opgericht in april 1949, NAVO is een bondgenootschap tussen de VS, Canada en een groot aantal West-Europese landen.

SU: planeconomie, communistische 1 partijstaat als politiek, op militair gebied: Warschaupact, de SU had als doel: gelijkheid.

Na de Tweede Wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog waren de VS en de SU de nieuwe supermachten. Beide machten vertrouwden elkaar niet. Stalin (leider van de SU) was bang dat het westen (VS) opnieuw zou aanvallen en wilde graag een aantal bevriende communistische landen om zich heen, dit ter bescherming.

Na de oorlog was natuurlijk de vraag: Wat moet er gebeuren met Duitsland en Europa?

Duitsland en Berlijn werden door de geallieerden in 4 bezettingszones verdeeld : een Franse, een Amerikaanse, een Engelse en een Russische zone.

Europa werd verdeeld in 2 invloedssferen:

• In West-Europa: een democratische/kapitalistische sfeer.
• In Oost-Europa: een communistische sfeer.

Ijzeren Gordijn: een grens dwars door Europa die van 1945 tot 1989 het oostblok (Oost-Europa) en het westblok (West-Europa) van elkaar scheidde.

Bewapeningswedloop: Een soort wedstrijd tussen beide blokken om over zoveel mogelijk wapens te beschikken. Dit was ter afschrikking.

Tussen het Oost en West blok liepen de spanningen hoog op. Zo hoog zelfs dat het uitliep tot een 'oorlog'. De Koude Oorlog was de periode tussen 1945 en 1989. Het kapitalistische en democratische West-blok kwam dreigend tegenover het communistische Oost-blok te staan.

Conflicten tijdens de Koude Oorlog.

• Eerste grote conflict: De bouw van de Berlijnse muur in 1961 (deze muur viel in 1989)
• De Cubacrisis in 1962: president van de Sovjet-Unie, zijn naam was Chroesjtsjov, plaatste kernraketten op Cuba die gericht waren op de VS. De Amerikaanse president Kennedy besloot hierom Cuba te blokkeren met marineschepen. Hij wilde dat alle Russische raketten werden teruggetrokken. Gelukkig liep dit goed af maar het was heel dicht bij een Wereldoorlog 3.
• De Korea-Vietnamoorlog.

Michail Gorbatsjov werd president van de SU in 1985. Hij zag dat er een hele hoop problemen waren in zijn eigen land: de Sovjet-Unie. Er waren grote financiele tekorten. Er was dus geen geld meer om mee te blijven doen aan de bewapeningswedloop (strijd tussen Oost en Westblok om over zoveel mogelijk wapens te beschikken. Dit ter afschrikking.) Gorbatsjov wilde : Perestrojka (dat wil zeggen: hervormingen van het communisme) en hij wilde Glasnost (dat wilde zeggen dat mensen voortaan vrij hun mening mochten geven zonder dat ze werden opgepakt).

Deze veranderingen leidde tot demonstraties, vrije verkiezingen, communistische partijen die hun macht verloren, de val van de Berlijnse muur in 1989 en uiteindelijk tot het einde van het communisme in de Sovjet-Unie in 1991.