Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Module 8: Dictatuur en Democratie

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1417 woorden
  • 17 augustus 2007
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Hoofdstuk 1 Lenin en Hitler veroveren de macht

Deelvraag: Hoe werd Rusland communistisch en Duitsland fascistisch?

Para 1.1 Rusland wordt de Sovjetunie

In 1914 was Rusland een onderontwikkeld, autocratisch geregeerd land. Rusland werd geheerst door een tsaar (alleenheerser). Hij handhaafde m.b.v. Russische adel en Russisch-orthodoxe kerk. De boeren die niets hadden in te brengen begonnen te protesteren. De protesten werden nog erger toen Rusland in 1905 voor het eerst een oorlog verloor (tegen Japan). De tsaar beloofde de Russen een gekozen parlement (de Doema), maar van zijn beloftes bleek niets waar te zijn.In 1917 leidden de nederlagen en honger tot een volksoproer in de hoofdstad Sint-Petersburg. En in dit jaar trad begin maart de tsaar af. Een groep rijke burgers kwam voorlopig aan de macht (Voorlopige Regering). Ze schreven verkiezingen uit voor een te keizen parlement en regering.

Lenin keerde in april 1917 terug uit zijn ballingschap in Zwitserland. Lenin nam de leiding van de Communistische Revolutionairen (Bolsjewieken  afgevaardigden boeren, arbeiders, soldaten). De Bolsjewieken moesten niets hebben van de Voorlopige Regering. 24 oktober plegen de Bolsjewieken een staatsgreep. Lenin maakt op 28 oktober een nieuwe regering bekent: De Raad van Volkscommissarissen, Lenin was voorzitter. Rijke burgers, edellieden, boeren en arbeiders vertrouwden de Bolsjewieken niet meer. Bij de Grondwetgevende vergadering kreeg de Bolsjewieken ook niet veel stemmen. Lenin verjoeg de Democratisch gekozen Volksvertegenwoordigers. De Rode Farde werden neergeslagen maar de Oppositie ging de strijd aan met de Bolsjewieken  Burgeroorlog.

Lenin sluit vrede met de Duitsers. De oppositie was woedend (landverraad). 2 jaar lang vechten de ‘roden’(Lenin) tegen de ‘witten’ (tegenstanders revolutie). De Bolsjewieken waren sterker door hun hechte organisatie en discipline.

Het communistische Rusland werd: Sovjetunie. Lenin wilde een gelijken maatschappij maken. Lenin schafte alle privé-bezit af (banken, fabrieken), buitenlandse schulden werden geannuleerd en boeren moesten hun land staatsbezit maken. Hierdoor kwam een groot verzet. Rijken vluchtte het land uit. Lenin deed een stapje terug. In 1921 gaf Lenin met de Nieuwe Economische Politiek (Nep) vrijheid aan boeren om zelf producten te verhandelen en de opbrengsten mochten de boeren houden. Alleen grote fabrieken en banken bleven staatsbezit.
Het zag ernaar uit dat de toestand van 1914 zich herstelde (rijken rijker en de armen armer). In 1924 overleed Lenin aan een hersenbloeding. Er ontstaat een machtsstrijd voor zijn opvolging tussen Trotski en Jozef Stalin. Trotski: populaire, maar ijdele aanvoerder van het Rode Leger. Staling: onbekende, maar machtige partijsecretaris.

Para 1.2 Stalin aan de macht

In 1928 was Stalin aan de macht in Sovjetunie. Alle informatie en benoemingen van partijen liep via Stalin. Op belangrijke posten stelde Stalin handlagers aan. Trotski werd door een agent van Stalin in Mexico vermoord. Stalini wilde van de Sovjetunie een communistische bolwerk maken dat Westerse kapitalistische landen (ook militair) zou voorbij streven. Daarvoor was grootscheepse industrialisatie nodig, maar hoe kon de Sovjetunie dat bekostigen? Investeringen van het buitenland hoefde Stalin niet op te rekenen.
Het geld moest uit de landbouw komen:
- Boeren voor lage prijs graan leveren voor fabrieksarbeiders te voeden.
- Export van graan cash geld op leveren voor machines te kopen.
Mechanisatie landbouw  overschot van boeren  boeren worden arbeider in fabrieken.

Stalin vond net als Lenin dat de NEP een bespotting van het communisme was. Het NEP moest verdwijnen voor de nieuwe plannen. Boeren moesten ook in het communistische gareel lopen. Stalin schafte particuliere bezit af. Door collectivisatie van landbouw moesten boeren samenwerken in Kolchozen of Sovchozen.
Kolchozen = collectieve boerderijen waarop de boeren een voorgeschreven productie moesten halen. Boeren hadden ook een klein stuk grond voor zichzelf.
Sovchozen = staatsboerderij, loondiensten voor de boeren. De opbrengsten ging naar de overheid.
De boeren kwamen in opstand tegen Stalins plannen. Met terreur en dwang wist Stalin zijn doel te bereiken. Gezinnen werden weg gevoerd naar Siberië in het oosten van Rusland. Ze kwamen daar in concentratiekampen terecht. Iedereen die dieren had was voor Stalin een koelak. Ook weduwen met knechten werden naar Siberië gevoerd. Door collectivisatie zijn er in de jaren 1929-1935 velen mensen omgekomen. De koelakken verbrande hun veel en er brak een hongersnood uit. Dat kon Stalin niets schelen als zijn grootst industriële plannen voor de Sovjetunie maar uitkwamen.

De staat kwam met een gecontroleerde planeconomie om de industrialisatie door te voeren. Voor 5 jaar werd door de staatsplancommissie (Gosplan) bedacht hoeveel en wat er geproduceerd moest worden door Rusland. De zware industrie (machinefabrieken, hoogovens) kregen voorrang. Grootte industriecomplexen werden uit de grond gestampt. De arbeiders werden voortdurend opgezweept, kregen weinig lonen hadden bijna geen rechten. Propaganda liet de arbeiders geloven dat ze bezig waren aan een heroïsch karwei. Volgend de propaganda waren de vijfjarenplannen een succes. Maar voor de landbouw geldt dat niet. Tot in de jaren 60 was de landbouw een zorg voor de economie. Met de industrie ging het veel beter. In die tijd werd de basis gelegd voor de industriële grootmacht waartoe Rusland zou uitgroeien.

Para 1.3 Duitsland van democratie naar dictatuur

Duitsland werd als hoofdschuldige van de 2de Wo aangewezen, velen in Duitsland vonden dit ontrecht. De Vrede van Versailles, 1919, was ook een vernedering voor de Duitsers. Democraten gingen van start om van Duitsland een republiek te maken met een grondwet, parlement en regering. Een groep communisten probeerde de republiek omver te werpen. Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg vonden dat Duitsland klaar was voor een Communistische revolutie. Het leger hield dit tegen en de communistische leiders werden vermoord. In de hoofdstad was het onrustig en daarom besloten ze de republiek in Weimar op te richten = Republiek van Weimar. De oprichters van de republiek droegen de last en medeverantwoordelijkheid van het vredesverdrag van Versailles. De duitsers moesten niets van de regering hebben. Er waren rellen en opstanden van de Linkse of van de Rechtse partijen die de democratie bedreigde. De economische problemen van de eerste jaren hielden verband met de herstelbetalingen. De opgelegde lasten waren zo hoog dat in 1923 het geld op was. In 1923 stortte de mark in door inflatie. Het Dawes-plan zorgde dat de economie opkrabbelde. In 1929 was er een economische crisis in de VS, dat kwam over naar Europa. Duitsland werd het ergste getroffen omdat de VS hun leningen terug eisten. De republiek van Weimar verloor zijn evenwicht op de samenleving. Adolf Hitler kwam aan de macht en gooide het Verdrag van Versailles weg.

Adolf Hitler was voor 5 jaar veroordeeld maar na 9 maanden kwam hij vrij. Hitler was leider van het Nationaal – socialistische Duitse Arbeidspartij ( NSDAP ), fascistische partij, net zoals Mussolinin in 1922 die in Italië de macht veroverde.
Fascisten:
- geen democratie maar een natie geleid door een sterke man.
- Hekel aan communisten
- Staatsbelang en niet individuele belangen
Hitler vond dat mensen te verdelen waren in rassen. Het Germaanse ras was superieur, hij had een grote hekel aan Slavische volken en vooral van de Joden. Deze rassenleer werd een belangrijk onderdeel van het nationaal socialisme.

De economische crisis kwam Hitler goed van pas. In 1933 werd Hitler benoemd tot rijkskanselier. Hij schakelde zijn tegenstanders uit in het kabinet en haalde Hindenburg ( president ) over om nieuwe verkiezing van de Rijksdag uit te schrijven. Februari 1933 ging het Rijksdaggebouw in vlammen op. De brand was aangestoken door de Nederlander Martinus van de Lubbe, hij bekende schuld. De nationaal-socialisten ( de nazi’s ) spraken van een communistisch complot en een landsgevaarlijke situatie. De grondwet werd buiten werking gezet. De Sturmabteilung ( SA ) en Shutzstaffel ( SS ) barstte in alle hevigheid los. De SS werd een belangrijke terreurorganisatie van Hitler. Hitler wilde de macht in Duitsland hebben en vroeg de Rijksdag aan hem. Het parlement stemde toe ( de communisten als potentiële tegenstemmers waren al uit de Rijksdag verwijderd ). Hitler werd oppermachten en de dictatuur was een feit:
- Alle politieke partijen verboden behalve NDSAP.
- Einde aan de zelfstandige vakbeweging.
- De media werden onder nazi controle gesteld.
Duitsland was het 3de rijk volgens Hitler. 1ste rijk = het Heilige Roomse rijk in de middeleeuwen. 2de rijk = het keizerrijk dat Bismarck had gesticht.

Het Derde rijk was een totalitaire staat = een samenleving waarin de overheid het doen en laten van haar onderdanen volkomen beheerst. De burgers hoorde via radio, film en de pers was Hitler wilde. In de jaren 30 kwamen de eerste concentratiekampen, de SS bewaakte de kampen. Dat de burgers zonder veel protsten aan die dictatuur onderwierp had niet alleen te maken met de overheidsterreur en de propaganda. De economie bloeide op en er waren minder werklozen. Duitsland kwam als eerste in 1929 uit de economische depressie. Het geleende geld werd geïnvesteerd in autobanen en aan de militairenindustrie. Veel oorlogsindustrieën werden gebouwd. Alles in de Duitse economie werd in dienst gesteld om het land voor te bereiden op de oorlog (1939).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.