Geschiedenis 2.2 Hitler komt aan de macht

2.2 Hitler komt aan de macht

De ideeën van de Nazi's

- Door het 'Verdrag van Versailles' waren veel Duitsers teleurgesteld:

• Ze kregen de volledige schuld van de oorlog
• Ze verloren grote stukken land en hun kolonies
• Ze moesten hoge herstelbetalingen doen aan geallieerde landen
• Ze moesten het leger terugbrengen tot een klein beroepsleger

- De nieuwe democratische regering kon de politieke en economische zaken niet meteen oplossen, de conservatieve politici gaven haar letterlijk de schuld van de grote nederlaag. De conservatieve politici vonden het tijd voor een revolutie. Hierdoor kwam de republiek van Weimar tussen 2 vuren.

- In 1919 in München werd De Nationaalsocialistische Duitse Arbeidspartij opgericht (NSDAP), met Adolf Hitler als leider.

• Ideeën van deze partij spraken vooral werklozen, middenstanders en eigenaren van grote bedrijven aan, en de aanhangers van deze partij waren nationaalsocialisten (nazi's)

- Belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme zijn: 

• Eén partij met één leider: Hitler en zijn partij. Hij beloofde een goede toekomst met één leider zodat er daadkrachtig kon worden geregeerd in plaats van een democratie
• Nationalisme. NSDAP wilde één groot Duits rijk creëren door, alle gebieden waar Duitsers woonden, op te eisen. 
• Militairisme. NSDAP verheerljkte oorlog. Tijdens de strijd kon niemand zich bewijzen of leiderschap tonen. 
• Rassenleer. Volgens de NSDAP waren Joden, Sinti en Roma (zigeuners) een gevaar voor het Arische ras. Het Duitse ras zou verzwakt raken door de vermenging met lage mensensooren (untermenschen), ze konden geen goede Duitsers (Übermenschen) zijn. Het antisemitisme (Jodenhaat) van de nationaalsocialisten zou leiden tot een van de grootste misdaden van de geschiedenis.

Hitler aan de macht

- Toen de werkloosheid door de crisis van 1929 toenam, groeide de populairiteit van de nazi's snel. Ze kregen nu veel meer aanhangers dan voorheen. 

- D.m.v. slimme propaganda, als radio, maakte Hitler duidelijk dat hij een einde zou maken aan de crisis en de schande van Versailles.

- Knokploegen als de SA (stormafdeling) probeerden hun tegenstanders te intimideren. Daarna werd de SS (Schutzstaffel) belangrijk: Eerst als lijfwacht van Hitler en leideres, daarna als elite-eenheid binnen de partij en het leger.

- In 1934 liet Hitler de SA-leiders doden, omdat ze té machtig werden.

- In juli 1932 werd de NSDAP de grootste partij van Duitsland. 

- Op 30 januari 1933, half jaar later, werd Hitler benoemd tot rijkskanselier.

- Een maandje later stond de Rijksdag (parlementsgebouw in Berlijn) in brand. De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe werd veroordeeld.

- Het is echter niet duidelijk wie er precies achter de Rijksdagbrand zat. Hitler gebruikte de brand om de Duitse communisten systematisch op te pakken en gevangen te zetten.

- Hitler beperkte belangrijke grondrechten: 

• Vrijheid van meningsuiting

- Vervolgens schreef Hitler nieuwe parlementsverkiezingen uit. 44% stemde op de NSDAP. Hitler stelde daarop in het parlement een machtigingswet voor.

- Door parlementsleden en andere partijen op te sluiten of te bedreigen, verkreeg Hitler voldoende stemmen en had voortaan onbeperkte macht.

Duitsland wordt een totalitaire staat

- In 1933 verbood Hitler alle andere politieke partijen: 

• politieke tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen en gevangenissen 
• Andersdenkenden werden vervolgd
• Kritische journalisten werden opgepakt (er was geen sprake meer van een vrije pers)
• De nazi's bepaalden wat er in de media stond
• De SS, de politie en de geheime dienst werden ingezet om de eigen burgers te controleren
• grondrechten (persvrijheid en vrijheid van vergadering) werden definitief opzij geschoven
• Alle verenigingen kwamen onder controle van de nazi's
• Het Nationale Arbeidsfront (een vakbond van de NSDAP) verving alle vakbonden in Duitsland
• Op scholen en jeugdverenigingen werd indoctrinatie gebruikt

^ Duitsland is zo een totalitaire staat geworden

- Om de Duitse econoie te verhelpen nam Hitler maatregelen: 

• Hij stopte met de herstelbetalingen aan het buitenland
• Hij voerde de dienstplicht in
• Hij begon met de opbouw van marine en een luchtmacht
• Hij stimuleerde de oorlogsindustrie
• Alle mannen boven de 18 moesten verplicht voor 6 maanden in een arbeiderskamp werken
• De vrouwen moesten thuis huishouden of meehelpen bij een naziorganisatie

^ Al deze zaken waren niet toegestaan die in het Verdrag van Versailles stonden.