Paragraaf 1
In Athene werden beslissingen genomen door een volksvergadering.
Athene had directe democratie: Atheense mannen (geen slaaf) hadden burgerrecht.
Omdat Grieken in stadstaatjes/poleis woonden met een paar duizend inwoners.
Athene was:
- eerst een monarchie (koning)
- daarna aristocratie (rijke en belangrijke mannen die zichzelf als beste zagen regeerden)
- toen democratie
- tussendoor dictatuur (1 man greep macht: tiran)
Belangrijkste bestuursorganen:
- Volksvertegenwoordiging → iedereen vanaf 20 jaar, koos stadsbestuur
- Raad van 500 → voorbereiden vergadering + agenda, vanaf 30, dagelijks bestuur van 50 raadsleden (wisselde per maand). Voorzitter wisselde dagelijks.
- Uitvoerend comité → beheert stadszegel, sleutels tempels en archieven, 1x in leven voor 24 uur.
- Gerechtshoven → 6000 juryleden + rechters
- Legeraanvoerders → 10 aanvoerders per jaar, herkiesbaar
Ostracisme: burgers schreven naam op scherf van degene met te veel macht.
Persoon met meeste stemmen → tijdelijk verbannen.
Natuurfilosofie
- Probeerden algemene theorie te ontwikkelen om natuurverschijnselen te verklaren.
- Hun inzichten waren meestal moeilijk aantoonbaar ofwel speculatief.
In wiskunde werd wel vooruitgang geboekt.
Ethiek
- Dachten na over hoe mensen het beste konden leven, goed en kwaad en wanneer iets waar of niet waar was.
- Socrates ergerde zich aan mensen die beweerde dat ze alles wisten en dwong ze, door scherpe vragen te stellen, hun beweringen te laten ontkennen. Veroordeeld tot drinken van gif, omdat hij met zijn kritiek op goden jongeren zou hebben bedorven.
Politiek
- Dachten na over hoe je het best een polis kon besturen, veel kritiek op de democratie.
- Plato (leerling Socrates) → mensen van adel, omdat zij door afkomst hebben bewezen dat ze goed kunnen besturen.
- Aristoteles (leerling Plato) → mix tussen monarchie, aristocratie en democratie. Anders dan Plato richtte hij zich op het systematisch opschrijven van kennis, op bijna elk gebied.
Paragraaf 2
Philippus had enorm rijk veroverd, doel → hele Perzische Rijk te veroveren.
Na zijn overlijden ging zijn zoon Alexander (de Grote) verder met zijn plan. Bijzonder was dat Alexander erin slaagde zijn macht in de pas veroverde gebieden ook te handhaven.
Verklaring Alexanders succes:
- Combinatie van persoonlijke eigenschappen en militaire inzicht.
- Hij speelde goed in op gewoontes in de landen.
- Streefde doelbewust naar een gemengde elite.
Alexander zijn zoon moest nog geboren worden na zijn dood.
In burgeroorlogen werd zijn rijk verdeeld over generaals (diadochen).
Griekse cultuur werd verspreid door diadochen en migranten.
Griekse beschaving uit deze periode heet hellenisme, vernoemd naar Griekenland.
Bestuur veranderde in het voormalige Perzische Rijk.
Grieks werd de bestuurstaal en er kwamen bestuursorganen. (niet democratisch, alleen heerser welgevallige mocht besluiten nemen.)
Betere standen domineerde de in de politiek. Hierdoor veranderde de democratie in een oligarchie.
De nieuw gestichte en vergriekste steden werden georganiseerd als Griekse poleis. Dit werd verspreid tot in Azië en Indië.
Veel (nieuw gebouwde) steden in het oosten kregen een Grieks uiterlijk.
Steden die uit het niets ontstonden kregen rechte straten en Griekse centra van ontmoeting.
In theaters werden Griekse toneelstukken en gedichten vertoond, in gymnasia werden Griekse sporten beoefend en er kwamen Grieks vormgegeven tempels.
Zo verspreidde de Griekse cultuur zich. Omgekeerd was er sprake van beïnvloeding, maar het hellenisme bleef overheersend. Onderaan de samenleving bleef de lokale volkstaal en de inheemse cultuur.
Paragraaf 3
Het was nooit de bedoeling om het Romeinse Rijk zo groot te maken.
Het ontstaan begon bij de vernietiging van Carthago.
De behoefte aan veiligheid, macht en roem zorgde dat generaties steeds verder wilde uitbreiden. Door gebieden te veroveren waren er meer belastinginkomsten en konden soldaten betaald worden. Ook kwamen er krijgsgevangenen werken.
Bij de uitbreiding van Het Rijk maaten Romeinen gebruik van diplomatie en oorlogsvoering. → Ze probeerden eerst bondgenootschappen te sluiten. (Rome beloofde bescherming in ruil voor gehoorzaamheid en soldaten) → lukte dit niet, dan probeerde ze het gebied te veroveren met militair geweld.
Romeinse leger begon met boeren maar veranderde in een beroepsleger. Om zich snel te verplaatsen en gebieden in hun greep te houden, werden verharde wegen en legerkampen aangelegd.
Volken in pas veroverde gebieden werden fatsoenlijk behandeld en soldaten kregen na hun diensttijd een stukje land. (vaak in de veroverde gebieden)
Zo wisten de Romeinen hun wereldrijk/ imperium enkele eeuwen bijeen te houden.
Rome was een republiek. (werd gemeenschappelijk bestuurd door burgers)
Hun Rijk werd zo genoemd, omdat het geregeerd werd door magistraten (ipv erfelijke vorsten). Die magistraten werden uitgekozen door burgers met een belangrijke rol in de wetgeving.
- De senaat (vergadering 300 leden van hoge afkomst) stond centraal in de republiek.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden