Kenmerkende Aspecten Tijdvak 1

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 957 woorden
  • 28 mei 2016
  • 127 keer beoordeeld
Cijfer 8
127 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Tijdvak I:  tijd van jagers en boeren (tot 3000 v. Chr., prehistorie)

Kenmerkend aspect 1: de levenswijze van de jagers-verzamelaars

De homo habilis ( 2,5 miljoen jaar geleden) waren al jagers-verzamelaars. Na de homo habilis kwam rond 140.000 de moderne mens, de home sapiens, deze gebruikte meer gespecialiseerde en verschillende wapens, zij maakte ook kunstwerken. De jagers-verzamelaars leven van de jacht, visserij en het verzamelen van voedsel.

Ze hadden een nomadisch bestaan, dat wil zeggen ze bleven niet op 1 plek wonen, maar trokken steeds verder naar plekken waar genoeg eten was. Ze leefden in grotten, tenten en hutten, in groepen van maximaal 30 personen, omdat voor een grotere groep meer voedsel nodig was , zodat ze vaker verder moesten trekken. Ook leefden ze in deze kleine groepen, omdat de vrouwen maar 1 kind tegelijk konden dragen, dus er werden niet zo heel veel kinderen geboren. De vrouwen waren even belangrijk als de mannen, hoewel ze verschillende taken hadden, de jagers-verzamelaars hadden een egalitaire samenleving , de sociale verschillen waren klein. De mensen hadden elkaar nodig om te overleven, ze werkten bijvoorbeeld samen om 1 groot dier te kunnen doden, dus een groot machtsverschil was er niet. Wij leven nu niet meer egalitair, want wij hebben wel machtsverschillen. Bij ons is er sprake van een hiërarchie. De jagers-verzamelaars kenden geen schrift-> deze periode is de prehistorie. Onze kennis hierover is gebaseerd op ongeschreven bronnen, bijvoorbeeld grottekeningen (antropologisch bewijsmateriaal) en opgravingen (archeologisch bewijsmateriaal).

 

Kenmerkend aspect 2: het ontstaan van landbouw en verschillende landbouwsamenlevingen

De agrarische revolutie (in de nieuwe steentijd= neolithicum-> neolithische revolutie) = de overgang van jagen en verzamelen als voornaamste middel van bestaan naar een sedentair bestaan als boer. De eerste boeren leefden in 11.000 voor Christus, in Abu Hureyra. In 9000-600 voor Christus waren er in de vruchtbare halvemaan, het gebied rondom de rivieren de Eufraat, de Tiber en de Jordaan, de eerste landbouwsamenlevingen = samenleving waarin de meeste mensen leven van akkerbouw. Oorzaken agrarische revolutie:

  • Er was een gunstig klimaat-> er was genoeg voedsel om sedentair te leven: leven op 1 plek i.p.v. nomadisch -> nieuwe klimaatverandering-> voedseltekort-> mensen wilden sedentair bestaan niet opgeven-> besluiten zelf voedsel te verbouwen.
  • Bevolking groeide snel-> voedseltekort-> om voedselvoorziening op peil te houden, gingen de mensen over op zelf voedsel verbouwen-> moeten daarvoor wel sedentair gaan leven.

 

Gevolgen van het ontstaan van landbouw:

  • ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (op lange termijn) : Er was genoeg te eten en de vrouwen hoefden hun kinderen niet meer overal heen te dragen, dus konden ze meer kinderen krijgen. Dit leidde allebei tot een snelle bevolkingsgroei. De boerendorpjes groeiden uit tot steden.
  • sedentair bestaan: de boeren wilden dicht bij hun gewassen blijven, dus bouwden ze huizen dicht bij hun akkers in de buurt.
  • Stimuleren van nieuwe uitvindingen zoals het potten bakken, weven en ploegen -> neolithicum= nieuwe steentijd (want er werd gebruik gemaakt van gepolijst steen), bronstijd (in Midden-Oosten vanaf 3000 v. Chr.), ijzertijd (in Midden-Oosten vanaf 1200 v. Chr.)
  • Mensen gingen nu ook aan veeteelt doen, in 7500 voor Christus.
  • De mens zette de natuur naar haar eigen hand, en veranderde zo het landschap.
  • Mensen kregen bezittingen zoals eigen stukken land, huizen en spulletjes als potten. Hierdoor kwamen er machtsverschillen en ontstond er een hiërarchie.

 

Landbouw is erg belangrijk geweest en is nu nog steeds belangrijk. Door de landbouw leven we zoals we nu leven, maar in het begin was de landbouw alleen maar zwaar. De boeren moesten immers hele akkers onderhouden, oogsten en weer opnieuw planten. De eerste boeren waren dus zeker niet beter af dan de jagers-verzamelaars.

 

Kenmerkend aspect 3: het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

De eerste stedelijke gemeenschappen ontstonden in Mesopotamië rond de grote rivieren de Eufraat en de Tigris, rond 3300 voor Christus. Het ontstaan van de eerste steden komt door de vruchtbare grond. Elk jaar overstroomden de rivieren en lieten zij een laagje zeer vruchtbare slip achter. De boeren zorgden voor irrigatie (irrigatielandbouw) en daardoor hadden ze overvloedige oogsten. Hierdoor was er zo veel eten dat de bevolking snel kon groeien. Hierdoor werden de boerendorpjes steeds groter en ontstonden de eerste steden.

 

Gevolgen van het ontstaan van steden:

  • Nu er genoeg te eten was en ze irrigatie hadden uitgevonden, hoefde niet iedereen met de voedselvoorziening bezig zijn. Deze overige mensen konden zich specialiseren in bijvoorbeeld potten bakken, weven en leer looien. Zo ontstonden de eerste beroepen. Door veel handelswaar ontstonden ook de eerste handelaren en koopmannen.
  • Andere mensen specialiseerden zich in de goden en dit werden de eerste priesters. Zij hadden veel aanzien en daardoor waren de sociale verschillen groot.
  • Om de steden te kunnen besturen kwamen er machtige leiders. Deze werden later tot koning gekroond en later werd hun positie erfelijk. De koningen kregen hulp van ambtenaren, die hij goed beloonde.
  • Het eerste schrift werd , in 3300 voor Christus in Soemerië en in 3100 voor Christus in Egypte ( het hiërogliefenschrift) uitgevonden. Dit is logisch, want als je dingen kunt opschrijven, kun je beter besturen. Het schrift werd dan ook alleen gebruikt door de rijke bovenlaag, dus de koningen, ambtenaren en priesters.

De ontwikkeling van het schrift:

  • 8000 v. Chr. : vormpjes van klei om voorraden bij te houden.
  • Veranderde in symbolen in kleitabletten
  • Aangevuld met tekens voor klanken om bv. Namen te kunnen uitdrukken.
  • Spijkerschrift en hiërogliefenschrift
  • Toen het schrift zo goed ontwikkeld was, werd het niet meer alleen gebruikt voor administratie, maar ook in tempels, voor wetten en instructies.

 

Het schrift is een zeer belangrijke uitvinding geweest voor de menselijke cultuur. Met het schrift kun je kennis en gevoelens veel makkelijker doorgeven dan mondeling. Het schrift is nu een essentieel onderdeel van de mensheid, de uitvinding is bijna net zo belangrijk als de uitvinding van de landbouw.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Het schrift is een zeer belangrijke uitvinding geweest voor de menselijke cultuur. Met het schrift kun je kennis en gevoelens veel makkelijker doorgeven dan mondeling. Het schrift is nu een essentieel onderdeel van de mensheid, de uitvinding is bijna net zo belangrijk als de uitvinding van de landbouw.

REACTIES

C.

C.

Yeah vet cool

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.