Alle woorden;
Wapenwedloop= als grote mogendheden proberen om meer en betere wapens te krijgen dan de andere landen.
Europese hegemonie= Europa overheerst de wereld.
Nationalisme= Gevoel van sterke voorliefde voor het eigen volk en het eigen land.
Vrouwenemancipatie= Het streven van vrouwen om maatschappelijk en voor de wet gelijkgesteld te worden aan de mannen.
Modern imperialisme= Streven (na 1850) van de industrielanden om zo veel mogelijk kolonies te bezitten.
Suffragettes= Strijdsters voor kiesrecht voor vrouwen.
Feministes= Strijdsters voor volkomen gelijkstelling van de vrouw aan de man.
Revanche= Wraak voor een geleden nederlaag.
Superioriteitsgevoel= Zich beter voelen dan anderen.
Bondgenootschappen= Afspraak tussen landen om elkaar bij te staan in geval van oorlog.
Centralen= Bondgenootschap tussen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en Turkije.
Geallieerden= Bondgenootschap van landen in strijd tegen Duitsland.
Multicausaliteit= Er is niet één, maar er zijn meerdere oorzaken.
Militarisme= Streven om het leger (de militairen) een zo groot mogelijke invloed te geven in de maatschappij.
Onbeperkte duikbootoorlog= Alle schepen torpederen die mogelijk op weg zijn naar de vijand.
Loopgravenoorlog= Oorlog waarbij soldaten zich verschansen in loopgraven en het front niet meer opschuift.
Westfront= Oorlogsgebied in West-Europa (voornamelijk Noord-Frankrijk)
Oostfront= Oorlogsgebied in Oost-Europa (voornamelijk Polen en Rusland)
November misdadigers= Scheldnaam voor de Duitse regering, die de wapenstilstand tekende op 11 november 1918.
Kannonenvoer= Soldaten die op het slagveld opgeofferd worden zonder dat het iets oplevert.
Dictaat van Versailles= Duitse scheldnaam voor de Vrede van Versailles omdat deze aan hen als verliezers werd opgelegd.
Volkenbond= Internationale organisatie (1920) met als doel de vrede te handhaven door conflicten aan de vergadertafel op te lossen.
Overwinnaars-vrede= Vrede waarbij de winnaar geen rekening houdt met de verliezer.
Eervolle vrede= Vrede, waarbij de winnaar ook rekening houdt met de verliezer.
Oorlogsprofiteurs= Handelaren, die de oorlog gebruikten om extra winst te maken.
Gemobiliseerd= Het in staat van oorlog brengen van het leger.
Neutraliteit= Onzijdigheid in een conflict.
Dwangarbeid= Straf waarbij men gedwongen wordt zware lichamelijke arbeid te verrichten.
Distributie= Verdeling; omdat er een tekort is, wordt door middel van een bonnensysteem alles eerlijk onder de bevolking verdeeld.
Wapenwedloop= als grote mogendheden proberen om meer en betere wapens te krijgen dan de andere landen.
Europese hegemonie= Europa overheerst de wereld.
Nationalisme= Gevoel van sterke voorliefde voor het eigen volk en het eigen land.
Vrouwenemancipatie= Het streven van vrouwen om maatschappelijk en voor de wet gelijkgesteld te worden aan de mannen.
Modern imperialisme= Streven (na 1850) van de industrielanden om zo veel mogelijk kolonies te bezitten.
Suffragettes= Strijdsters voor kiesrecht voor vrouwen.
Revanche= Wraak voor een geleden nederlaag.
Superioriteitsgevoel= Zich beter voelen dan anderen.
Bondgenootschappen= Afspraak tussen landen om elkaar bij te staan in geval van oorlog.
Centralen= Bondgenootschap tussen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en Turkije.
Geallieerden= Bondgenootschap van landen in strijd tegen Duitsland.
Multicausaliteit= Er is niet één, maar er zijn meerdere oorzaken.
Militarisme= Streven om het leger (de militairen) een zo groot mogelijke invloed te geven in de maatschappij.
Onbeperkte duikbootoorlog= Alle schepen torpederen die mogelijk op weg zijn naar de vijand.
Loopgravenoorlog= Oorlog waarbij soldaten zich verschansen in loopgraven en het front niet meer opschuift.
Westfront= Oorlogsgebied in West-Europa (voornamelijk Noord-Frankrijk)
Oostfront= Oorlogsgebied in Oost-Europa (voornamelijk Polen en Rusland)
November misdadigers= Scheldnaam voor de Duitse regering, die de wapenstilstand tekende op 11 november 1918.
Dictaat van Versailles= Duitse scheldnaam voor de Vrede van Versailles omdat deze aan hen als verliezers werd opgelegd.
Volkenbond= Internationale organisatie (1920) met als doel de vrede te handhaven door conflicten aan de vergadertafel op te lossen.
Overwinnaars-vrede= Vrede waarbij de winnaar geen rekening houdt met de verliezer.
Eervolle vrede= Vrede, waarbij de winnaar ook rekening houdt met de verliezer.
Oorlogsprofiteurs= Handelaren, die de oorlog gebruikten om extra winst te maken.
Gemobiliseerd= Het in staat van oorlog brengen van het leger.
Neutraliteit= Onzijdigheid in een conflict.
Dwangarbeid= Straf waarbij men gedwongen wordt zware lichamelijke arbeid te verrichten.
Distributie= Verdeling; omdat er een tekort is, wordt door middel van een bonnensysteem alles eerlijk onder de bevolking verdeeld.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
nice net nodig
11 jaar geleden
Antwoorden