Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 9

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1116 woorden
  • 13 januari 2015
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
19 keer beoordeeld

§1 De industriële revolutie

Agrarisch-urbane samenleving -> industriële samenleving

Nijverheid^

 

2e helft 18e eeuw: Groei Engelse economie door:

  1. Landbouwopbrengsten stegen door o.a. technische ontwikkelingen en introductie nieuwe landbouwgewassen
  2. Groei bevolking door meer voedsel en verbeterde ziektebestrijding
  3. Koloniën in Azië en Amerika produceerden meer goedkopere grondstoffen -> gaf impuls aan ondernemers in met name de textielnijverheid

Komst stoommachines en fabrieken -> voordeel omdat mensen niet meer afhankelijk waren van de aanwezigheid van water -> productie steenkool en ijzererts werd gestimuleerd -> arbeiders gingen rondom de fabrieken wonen

  • Er ontstonden snel grote fabriekssteden waar de levensomstandigheden slecht waren

Gevolgen industrialisatie sociaal:

  1. Maatschappelijke indeling veranderde in klassen en standen. Er kwamen meer fabriekseigenaren (industriëlen) die heel rijk werden en verheven zichzelf tot de hoogste klasse met de adel, militairen en rijke kooplui.
  2. Door de wegvalling van huisnijverheid trokken plattelandsbewoners naar de steden voor werk -> mensen die in de fabrieken werkten vormden een nieuwe klasse: de arbeidersklasse. Ze leefden in slechte omstandigheden.
  3. Versterking van de middenklasse. Fabrieken boden ook werk aan geschoolde mensen zoals boekhouders, ingenieurs. In steden kwam er meer behoefte aan onderwijzers, abtenaren, winkeliers. Die mensen vormden samen een nieuwe sociale klasse waarvan de welvaart toenam.

 

Door industrialisatie ging de staat zich meer met de samenleving bemoeien

  • Zoals bij de slechte levensomstandigheden in de fabriekssteden -> overheid ging bezig met het aanleggen van riolering, watervoorziening, afvalverwerking etc.

 

Ontstaan modern kapitalisme -> particuliere ondernemers produceren goederen en diensten met het doel zo veel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen i.p.v. door handel

  • Kwam ook doordat mensen anders gingen denken over de beste manier om een land welvarend te maken -> mercantilisme werd bekritiseerd door o.a. Adam Smith -> hij wilde zo min mogelijk bemoeienis door de overheid op de economie

 

Mercantilisme -> Economisch Liberalisme 

Positieve verandering voor handelaren en fabrikanten: ze konden de macht van ambachtslieden bestrijden. In 1835 werden de Engelse gilden afgeschaft.

 

§2 Nationalisme

19e eeuw: Nationalisme: sterke voorliefde voor de eigen cultuur

  • Eenheid is belangrijk

Nationalisme kwam voort uit de verlichting en de Franse revolutie, maar ook uit de Romantiek -> romantici legden het accent op gevoelens, verbeelding en de tradities waardoor mensen van elkaar verschilden -> gefacineerd door sprookjes

  • Nationalisme werd door de overheid verspreid d.m.v. het onderwijs in de officiële landstaal en de vaderlandse geschiedenis -> kweken van verbondenheid en eenheid

 

Politieke grenzen die binnen Europa waren getrokken gingen niet altijd samen met taal- en cultuurgrenzen -> nationalisten waren daar niet blij mee -> had veel gevolgen zoals in Duitsland:

  • Duitsland was een land met heel veel kleine staatjes die behoefte hadden aan het zijn van een eenheid -> dit nationalisme kwam allereerst tot uiting in de oprichting van een nationale studentenbond (1817). Maar Pruisen werkte het nationalisme tegen omdat ze een eenheidsstaat wilden met Pruisen aan de macht. Pas in 1871 slaagde Otto von Bismarck erin om het Duitse keizerrijk te stichten: Duitse eenwording. Alleen was de keizer wel oppermachtig.

Maar Nationalisme kon het zijn van een eenheidsstaat ook tegenwerken, als een land al bestond uit verschillende kleine staatjes met ieder hun eigen cultuur -> zoals bij het Ottomaanse Rijk met Griekenland, Servië en Roemenië die onafhankelijk wilden worden

  • Klopt ook bij België die onafhankelijk werd van het Koninkrijk der Nederlanden in 1830 (erkend door Nederland in 1839)

§3 Modern Imperialisme

Eind 15e en 16e eeuw -> ontstaan kolonialisme als gevolg van ontdekkingsreizen vanuit Europa

  • Men sprak van grote rijkdommen in de onbekende gebieden en er ontstond concurrentie tussen West-Europese landen

 

Reden ontstaan Imperialisme (o.a. door de Industriële Revolutie):

  1. Goedkope grondstoffen, mensen uit koloniën moesten delen van hun oogst inleveren -> zo’n kolonie is een wingewest
  2. De koloniën waren tegelijkertijd ook een afzetmarkt voor de producten uit het moederland
  3. Het hebben van koloniën gaf politiek en militair aanzien. Verband tussen modern imperialisme en nationalisme.
  4. Vanuit Europa dacht men dat ze de afgelegen volkeren ‘beschaving’ moesten bijbrengen
  • Het Europese superioriteitsgevoel

 

 

Deze strijd om verovering van wereldrijken kende twee fases:

  1. In de eerste fase vocht men vooral om Azië. Nederland en GB met Indië en India, Frankrijk met Indochina (Vietnam), VS met de Filipijnen
  2. In de tweed fase gingen de landen die zich niet echt met Azië hadden bemoeid (Duitsland, België, Italië) strijden om gebieden in Afrika. De spanningen liepen hoog op. Daarom kwamen in 1884-1885 de belangrijkste Europese landen samen op de Conferentie van Berlijn om Afrika te verdelen.

 

Gevolgen Modern Imperialisme:

  • Mensen in de kolonies kregen te maken met Europese politieke machthebbers. Hoe dat ging lag er aan of er sprake was van een Indirect of direct bestuur van de kolonie.  -> Indirect: een inlandse bestuurder wordt aangesteld en gecontroleerd door iemand uit het moederland, goedkoper en mensen uit de kolonie luisterden eerder naar iemand uit hun eigen volk. Direct: Uit het moederland is de bestuurder aanwezig in de kolonie, duur maar wel met meer zekerheid
  • De inheemse bevolking van de kolonies werden intensief ingeschakeld bij de economische activiteiten van het moederland. Voorbeeld: Invoering cultuurstelsel in Nederlands Indië (1830). De boeren daar moesten 20% van hun grond gebruiken voor de verbouwing van makkelijk verhandelbare goederen (koffie, thee, suiker).
  • Inheemse bevolking werd ingeschakeld bij het bestuur en het leger. Bijvoorbeeld: In het KNIL diende een gedeelte soldaten uit de Molukken, maar niet allemaal. Vergrootte de verschillen binnen de inheemse bevolking.
  • Grensproblematiek. Bijv. de grenzen in Afrika waren willekeurig getrokken zonder rekening te houden met de verschillende cultuurgroepen die daar leefden. Na onafhankelijk worden zorgde dat vaak voor conflicten.
  • Inwoners van de koloniën kwamen intensief in aanraking met de West-Europese cultuur. De inheemse bevolking profiteerde van nieuwe uitvindingen etc. die door het moederland werden gedaan. Cultuur in de kolonies veranderde dus.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Gevolgen Modern Imperialisme:

  • Mensen in de kolonies kregen te maken met Europese politieke machthebbers. Hoe dat ging lag er aan of er sprake was van een Indirect of direct bestuur van de kolonie.  -> Indirect: een inlandse bestuurder wordt aangesteld en gecontroleerd door iemand uit het moederland, goedkoper en mensen uit de kolonie luisterden eerder naar iemand uit hun eigen volk. Direct: Uit het moederland is de bestuurder aanwezig in de kolonie, duur maar wel met meer zekerheid
  • De inheemse bevolking van de kolonies werden intensief ingeschakeld bij de economische activiteiten van het moederland. Voorbeeld: Invoering cultuurstelsel in Nederlands Indië (1830). De boeren daar moesten 20% van hun grond gebruiken voor de verbouwing van makkelijk verhandelbare goederen (koffie, thee, suiker).
  • Inheemse bevolking werd ingeschakeld bij het bestuur en het leger. Bijvoorbeeld: In het KNIL diende een gedeelte soldaten uit de Molukken, maar niet allemaal. Vergrootte de verschillen binnen de inheemse bevolking.
  • Grensproblematiek. Bijv. de grenzen in Afrika waren willekeurig getrokken zonder rekening te houden met de verschillende cultuurgroepen die daar leefden. Na onafhankelijk worden zorgde dat vaak voor conflicten.
  • Inwoners van de koloniën kwamen intensief in aanraking met de West-Europese cultuur. De inheemse bevolking profiteerde van nieuwe uitvindingen etc. die door het moederland werden gedaan. Cultuur in de kolonies veranderde dus.

 

Kenmerkende aspecten:

  1. Industriële Revolutie
  2. Opkomst liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
  3. Modern Imperialisme

Volgorde vraag

1.De boeren

Tijd van Jagers en Boeren, Prehistorie

Kenmerkend aspect: ontstaan landbouw en landbouwsamenlevingen

2.Romeinse keizer Augustus mausoleum

Grieken en Romeinen, Oudheid

Kenmerkend aspect: de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

3.Dood Mohammed

Tijd van Monniken en Ridders, Vroege Middeleeuwen.

Kenmerken aspect: Ontstaan en verspreiding Islam

4.Kruisridder Godfried van Bouillon

Tijd van Steden en Staten, Hoge/Late Middeleeuwen.

Kenmerkend aspect: expansie christelijke wereld, o.a. door kruistochten

5.Dood Willem van Oranje

Tijd van Ontdekkers en Hervormers, Renaissance

Kenmerkend aspect:

  1. Newton

Tijd van Regenten en Vorsten, Gouden Eeuw

Kenmerkend aspect: de wetenschappelijke revolutie

REACTIES

B.

B.

Mooi stuk

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.