Hoofdstuk 9

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 4787 woorden
  • 12 juni 2009
  • 106 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
106 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 9 De wereld in de tijd van de wereldoorlogen


• De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
• Het in de praktij brengen van de totalitaire ideologieën communisme, fascisme/nationaalsocialisme.
• De crisis van het wereldkapitalisme.
• Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder van de joden.
• De Duitse bezetting van Nederland.
• Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

• Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.

Antisemitisme
Vijandigheid tegen joden. Sinds de joden in de eerste eeuw na christus over europa verspreid raakten, is er antisemitisme geweest. Eeuwenlang was het godsdienstig geïnspireerd. Van tijd tot tijd waren er pogroms (gewelddadige uitbarstingen tegen joden). De nazi’s zagen de joden als een vijandig ras. Zij organiseerden in 1938 een grote pogrom (de kristabnacht), maar in de 2e WO gingen ze over tot systematische uitroeiing.

Bezetting
Toestand waarbinnen een legermacht een gebied is binnengetrokken en dat onder bedwang houdt. In de Nederlandse geschiedenis wordt met de bezetting de Duitse bezetting van 1940-1945 bedoeld.

Communicatiemiddelen
Alle middelen waarmee informatie worden overgebracht. Moderne communicatiemiddelen waarbij grote mensenmassa’s kunnen worden bereikt (massamedia) zijn de film, radio en later de televisie.

Communisme
Radicale politieke stroming die het particuliere bezit van de productiemiddelen wil afschaffen. Ook wel het economisch systeem waarin productiemiddelen gemeenschappelijk bezit of staatsbezit zijn. In de 20e eeuw werd het communisme de politieke beweging die zich baseerde op theorieën van Lenin en Marx, Marxisme en Leninisme.

Crisis
Ernstige verslechtering. In 1929 begon de economische wereldcrisis die duurde tot de 2e WO.

Discriminatie
Onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling een bepaalde groepen achter te stellen of buiten te sluiten. Discriminatie kan plaatsvinden vele gronden: geloof, ras, sekse, geaardheid etc. Het nationaalsocialisme is gebaseerd op rassendiscriminatie. De nazi’s keerden zich tegen joden, zigeuners (Sinti Roma) en Slavische volkeren. En ze keerden zich niet alleen tegen rassen maar ook tegen bijv. homoseksuelen en gehandicapten.


Fascisme
Verzamelnaam voor extreem nationalistische ideologieën en stromingen, die geweld verheerlijkten, antidemocratisch en anticommunistisch zijn en de nadruk leggen op krachtig leiderschap. Het fascisme werd na de 1e WO gesticht door Mussolini. Het woord komt van het Latijnse fasces, een symbool voor de staatsmacht in het Romeinse rijk. Ook het nationaalsocialisme wordt wel fascistisch genoemd.

Genocide
Volkerenmoord, systematische uitroeiing van een volk of een bevolkingsgroep. De genocide op de joden noemen we Holocaust, wat Hebreeuws is voor brandoffer. De joden zelf spreken van ‘Shoah’ (vernietiging) omdat ‘brandoffer’ suggereert dat de vernietiging van de joden nog een zin had.

Ideologie
Een geheel van opvattingen over de maatschappij. Een ideologie beschrijft zowel hoe de maatschappij in elkaar zit, als hoe die moet veranderen.

Massaorganisatie
Organisatie waarbij grote massa’s mensen aangesloten zijn. Massaorganisaties zoals de Hitlerjugend, het Arbeitsfront en de Komsomol speelden een grote rol in de totalitaire staten. Zij moesten de opvattingen van het regime overbrengen op de bevolking,

Massavernietigingswapens
Wapens die grote aantallen mensen tegelijk kunnen doden, zoals gifgas (voor het eerst gebruikt in 1915 in de 1e WO) en de atoombom (voor het eerst gebruikt in 1945 in de 2e WO).

Nationaalsocialisme
Ook wel nazisme. Variant van het fascisme. Het Duitse nationaalsocialisme verschilt van het Italiaanse racisme doordat het niet de staatsmacht voorop stelt, maar de rassenleer. Volgens de nazi’s wordt de geschiedenis beheerst door een meedogenloze strijd tussen het ‘superieure’ Arische ras en ‘minderwaardige’ rassen, zoals het Slavische ras en vooral het joodse ras.


Propaganda
Het verspreiden van ideeën, het beïnvloeden van meningen. Het begrip is in de 17e eeuw bedacht door de katholieke kerk. Propaganda speelden vooral in de wereldoorlogen en de totalitaire regimes een grote rol.

Racisme
De onwetenschappelijke opvatting dat de wereldbevolking kan worden verdeeld in rassen, dat het ene ras superieur zou zijn en dat het andere daarom mag worden gediscrimineerd.

Totalitarisme
Politiek systeem dat een totale controle van de maatschappij nastreeft, inclusief het denken en voelen van alle mensen. Het ontstond na de 1e WO in een communistische, een fascistische en een nationaalsocialistische variant.

Wereldoorlog
Oorlog waarbij een groot aantal volkeren en meerdere werelddelen betrokken zijn.

Tijdlijn:
1900-1950 - Tijd van Wereldoorlogen
1914-1918 - Eerste Wereldoorlog
1917 - Russische revolutie
1922 - Mussoliini aan de macht in Italië
1925 - Stalin aan de macht in de Sovjet-Unie
1929-1939 - Crisistijd
1929 - Beurskrach in New York
1933 - Hitler aan de macht in Duitsland
1933 - Roosevelt aan de macht in de VS
1939-1945 - Tweede Wereldoorlog
1940-1945 - Nederland bezet door Duitsland

1940 - Churchill aan de macht in Groot-Brittannië
1945 - Atoombommen op Japan
1945 - Oprichting van de Verenigde Naties

De eerste wereldoorlog
In de jaren voor 1914 waren de spanningen hoog opgelopen de grote landen hadden zich tot de tanden toe bewapend, met steeds dodelijker wapens. Overal speelde nationale geldingsdrang een grote rol. Steeds duidelijker stonden er 2 blokken tegenover elkaar: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (de centralen) aan de ene kant en Frankrijk en Engeland (de geallieerden) aan de andere kant. In 1914 brak een oorlog uit tussen de grote Europese mogendheden. Toen de oorlog uiteindelijk uitbrak leidde dat niet tot verslagenheid, maar werd met gejuich ontvangen. Vrijwilligers melden zich massaal aan. Het werd een wereldoorlog omdat doordat ook buiten Europa koloniën en onafhankelijke staten erbij betrokken waren.

Vanaf het begin deden alle grote Europese landen mee en op den duur raakten bijna alle Europese landen erbij betrokken. Alleen Nederland, Spanje en wat kleinere landen bleven neutraal. In het westen rukten de duitsers de eerste weken snel op. Ze liepen belgie onder de voet en marcheerden Frankrijk binnen. Na 1 ½ maand stokten het offensief 30 km. voor Parijs.

Voor het einde van jaar liepen door Vlaanderen en Noord-Frankrijk twee eindeloze loopgravenstelsels. Tussen de Duits-oostenrijkse en Brits-Franse linies lag modderig niemandsland vol ondergelopen granaatscherven, prikkeldraadversperringen en boomstompen. Eind 1914 waren er al meer doden dan in alle oorlogen van de voorgaande eeuwen. De vijandelijke linies werden eerst dagen of wekenlang van afstand beschoten. Als de generaals dachten dat de tegenpartij voldoende was verzwakt, lieten ze hun soldaten de loopgraven uitstormen om de vijand af te maken.

De Duitse legerleiding was zo onverschillig over mensenlevens dat ze zei dat het enige doel was zoveel mogelijk te doden. De partijen probeerden ook met technische vernieuwingen de strijd te beslissen. De Duitsers vielen aan met gifgas en duikboten en werden voor het eerst tanks en gevechtsvliegtuigen ingezet. Maar de atnks en gevechtsvliegtuigen waren onvoldoende ontwikkeld. Het gifgas haalde niets uit omdat na een paar maanden beide partijen erover beschikten. En er kwamen gasmaskers.

De duikboten joegen veel schepen waaronder ook Amerikaanse naar de bodem. Tot die tijd was Amerika neutraal, maar in 1917 verklaarde Amerika Duitsland de oorlog. In eerste instantie leek Duitsland te winnen. In rusland brak in 1917 revolutie uit. De communisten kwamen aan de macht en sloten vrede met Duitsland. Hierdoor kreeg Duitsland weer energie om zich op het westen te richten. Maar al snel werden zij teruggeslagen vooral dankzij de verse Amerikaanse troepen die er in steeds grotere getale van overzee kwamen.


In november 1918 brak overal in Duitsland oproer uit. De keizer vluchtte, de socialisten riepen de republiek uit en twee dagen later tekende Duitsland de wapenstilstand. Op 11-11-1918 om 11 uur zwegen de wapens.

De economische wereldcrisis
In 1929 begon een economische wereldcrisis. De crisis bracht overal verarming, werkeloosheid en wanhoop. De crisis kwam des te harder aan omdat er geen rekening mee gehouden was. In het verleden was het zo dat nadat de lonen waren gedaald en zwakke bedrijven failliet waren gegaan, kon de economie weer groeien, tot het na een paar jaar weer crisis werd. Maar dat leek verleden tijd. Vooral in de VS geloofden velen dat het voortaan in een rechte lijn omhoog zou blijven gaan. Armoede en gebrek zouden definitief verdwijnen. Dankzij de technologische vooruitgang zouden de werkdagen korter en de lonen hoger worden.

Dat optimisme was wel begrijpelijk. Tientallen jaren was er geen economische crisis geweest. In de jaren 1900-1914 en de jaren 20 de roaring twenties nam de welvaart in de westerse wereld toe. Europa liep hierop achter, zij moesten zich met horten en stoten herstellen van de oorlog. Toch kwam ook in europa de welvaart in zicht. In Nederland groeide de economie zelfs harder dan ooit. Er was nauwelijks werkeloosheid en de lonen stegen fors.

Op 24oktober 1924, Zwarte Donderdag, brak op de effectenbeurs van New York paniek uit. De fors gestegen aandelenkoers daalden ineens pijlsnel. Tot 1932 zouden ze blijven dalen. De crisis werd veregerd doordat de amerikanen onder het motto live now, pay later, massaal geld hadden geleend om aandelen, huizen en auto’s te kopen. De banken hadden veel te makkelijk geld verstrekt. Doordat ze hun geld nu niet terug konden krijgen gingen duizenden banken failliet. De landbouw en industrie konden hun producten niet meer kwijt.

In 1932 zat een kwart tot een derde van Amerikaanse beroepsbevolking zonder werk. Nu werd duidelijk dat in de wereldeconomie alles met alles samenhing. Vanuit de VS verspreidde de crisis zich snel over de wereld. Overal was het beeld hetzelfde, overtollige voorraden, gesloten fabrieken, massale werkeloosheid, dalende koopkracht. Ook de koloniën werden zwaar getroffen.

Het wereldkapitalisme leek ten dode opgeschreven. De liberale economische politiek werkte niet meer. In 1932 leek de hele wereldeconomie tot stilstand gekomen. Er kwam pas herstel toen de VS president Roosevelt in 1933 zijn new deal begon uit te voeren. Dit programma kwam er op neer dat de overheid op grote schaal ingreep in de economie. Zo kwamen er sociale uitkeringen en stak dfe staat miljarden dollars in openbare werken. Dit werkte wel. De economie trok aan en de werkeloosheid daalde. Nederland bereikten het diepte punt pas in de winter van 1935/36 toen 20% van de beroepsbevolking zonder werk zat.

Het enige land zonder werkeloosheid had met het wereldkapitalisme gebroken: de Sovjet-Unie. Daar had de staat de leiding over de economie en die groeide in duizelingwekkend tempo. Het versterkte het idee dat kapitalisme geen toekomst meer had. De werkeloosheid was traumatisch voor de generatie die in de jaren 1930 jong was. De herinnering eraan werkte lang door. Het maakte dat de overheid na de oorlog de greep op de economie vergrootte en er een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid kwam.

De totalitaire systemen
Kort na elkaar ontstonden na 1917 drie totalitaire ideologieën: het communisme, het fascisme en het nationaalsocialisme. In rusland grep de marxist Lenin in 1917 de macht en riep de proletariërs alle landen op dat voorbeeld te volgen. In veel landen braken stakingen en opstanden uit. Maar de revolutie bleef beperkt tot het vroegere tsarenrijk, dat de communisten in 1922 omdoopten tot Sovjet-Unie. Datzelfde jaar grepen in Italie de fascisten de macht. Hun leider Mussoline had zijn leger gevormd uit soldaten die in de 2e WO hadden gevochten. De fascisten droomden van een machtig Italie dat net als het oude Romeinse rijk zou heersen over de Middellandse Zee. De ‘Zwar0themden” kregen de overhand en in 1922 benoemde de koning Mussolini tot regeringsleider. De Duce (leider) vestigde daarna een totalitaire dictatuur.


Ook in Duitsland liep de oorlog uit in chaos, revolutiedreiging en gevechten tussen communisten en nationalistische oorlogsveteranen. Een van deze oorlogsveteranen was Adolf Hitler. Hij werd leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP). In 1923 pleegde hij een mislukte staatsgreep, maar kreeg hiervoor een milde straf. Tijdens de grote economische crisis kreeg de NSDAP zoveel stemmen, dat Hitler in 1933 tot regeringsleider werd benoemd. Binnen een jaar rekende hij af met zijn tegenstanders en greep de alleenheerschappij.

Het fascisme en nationaalsocialisme waren extreem nationalistisch en verheerlijkte strijd en geweld. Daarom wordt ook het nationaalsocialisme wel fascistisch genoemd. Maar de Italianen hingen niet de rassenleer aan die juist de kern was van de nazi-ideologie. Volgens de rassenleer voerde het Germaanse ras een strijd op leven en dood met minderwaardige rassen als de slaven en de joden. De Germanen hadden volgens de nazi’s het recht op de Slavische volkeren te onderwerpen en lebenraum in Oost-Europa te veroveren. De nazi’s vonden dat ze moesten met de joden die ze als doodsvijand van het Germaanse ras zagen.

In de communistische ideologie deed ras en natie er niet toe. Het ging erom wereldwijd de arbeidersklasse aan de macht kwam. Zodat er een klasseloze maatschappij zou ontstaan. Hierin waren alle mensen gelijkwaardig en welvarend. Dit stond lijnrechte tegenover het fascisme. Maar het communisme en fascisme hadden ook belangrijke overeenkomsten waardoor ze beide gerekend kunnen worden tot het totalitarisme.

Alle totalitaire staten wilden de bevolking volledig controleren. Ze eisten dat iedereen de idealen nastreeft en zich ervoor inzetten. Verzet en kritiek konden volgens de nazi’s en communisten alleen voortkomen uit misdadige motieven. Tegen tegenstanders was alles geoorloofd. Martelen en moorden werden alledaagse praktijken. Veiligheidsdiensten kregen onbeperkte bevoegdheden.

In de totalitaire staten was maar één partij met één leider, die alles kon beslissen en aan niemand verantwoording was verschuldigd. Hitler als fürher, Lenins opvolger Stalin als vozjd (baas). Op alle niveaus moesten orders strikt worden opgevolgd, befehl ist befehl.

Toch bestonden er tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland flinke verschillen. Voor de meeste Duitsers was het leven tot de 2e WO niet slechter dan voor 1933. Het particuliere bedrijfsleven bleef bestaan, al moest die meewerken met de nazi – staat. Stalin schafte alle particulier eigendom af en nam de tientallen miljoenen boeren hun land af. Rusland werd met meedogenloze dwang in recordtempo veranderd van agrarisch land in een industriële natie. In Duitsland werden duizenden tegenstanders van het regime vermoord en verdwenen er tienduizenden in de kampen. In de Sovjet-Unie werden miljoenen vermoord en naar werkkampen gestuurd. Dit kon zelfs de meest loyale communist gebeuren. Velen verdwenen na onzinnige beschuldigingen over verraad en samenzwering voor de rest van hun leven in strafkampen. Om zich te redden deden veel mensne mee aan de verdachtmaking van buren, familieleden, collega’s enzovoort.

Propaganda en communicatie
De totalitaire bewegingen waren niet de uitvinders van de propaganda/ in de 16e eeuw gebruikten de rooms-katholieken en protestanten propaganda om elkaar te bestrijden en hun eigen leer te verbreiden.

Socialisten, nationalisten en confessionelen probeerden met propaganda de massa’s voor zich te winnen. Ze verheerlijkten de eigen leiders en maakten hun tegenstanders zwart, en schilderden de eigen ideologie zo positief mogelijk af en die van de tegenstanders zo negatief mogelijk. De 1e WO betekenden een impuls voor de staatspropaganda.

In de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland was de propaganda overal. Tegenstanders werden met grove middelen verdacht gemaakt, de eigen maatschappij en beweging werden verheerlijkt. De propaganda was des te effectiever doordat hij werd gecombineerd met onderdrukking. Het uiten van afwijkende ideeën was gevaarlijk. Het was moeilijk of zelfs onmogelijk om onafhankelijke informatie te krijgen. Het effect werd verder vergroot door nieuwe communicatiemiddelen.


Vooral radio en film waren geschikt voor het beïnvloeden van de massa. De communisten en de nazi’s maakten honderden propagandafilms. Niet alleen de film, maar ook alle kunst stond in het teken van propaganda. In de Sovjet-Unie was de enige toegestane stijl het ‘sociaal realisme’. Kunstenaars moesten de werkelijkheid realistisch weergeven. De leider werd eindeloos verheerlijkt. In de Sovjet-Unie hing Stalins portret overal. In Duitsland werd Hitler als afgod vereerd.

Belangrijk voor de totalitaire regimes waren ook de massaorganisaties. In Duitsland waren allle maatschappelijke organisaties ‘gelijkgeschakeld’. Ze waren radertjes in de nationaalsocialistische machine geworden. De vakbonden waren vervangen door het Arbeitsfront, waarvan alle arbeiders verplicht lid waren.

Ook jongeren brachten hun vrije tijd door in georganiseerd verband. Alle jongens van 14 tot en met 18 waren verplicht lid van de Hitllerjugend. Ook in de Sovjet-Unie werden kinderen geïndoctrineerd. Alle jongens waren lid van de Komsomol, die alle vrije tijd opeisten. Voor volwassenen waren er vakbonden die dezelfde taak hadden als het Arbeitsfront in Duitsland.

Verzet tegen het imperialisme
Tussen de wereldoorlogen groeiden het verzet tegen het Europese imperialisme. India stond vanaf 1919 aan de rand van een totale opstand. De leider van het Indiase verzet Mahatma Gandhi. Gandhi streefde naar de vestiging van een nationale staat, met gelijke rechten voor iedereen. Hoewel een westers opgeleide advocaat was, leefde hij als een hindoeïstische heilige, voortdurend vastend, slechts gekleed in een lendendoek en met een diep spiritueel geloof in de hogere kracht van liefde en waarheid. Hij keerde zich tegen de industrialisatie. Deze was volgens hem het symbool en oorzaak van de Britse overheersing.

Hij riep op tot andere vormen van geweldloos verzet, zoals het negeren van Britse wetten en bevelen. De Indiërs moesten alle samenwerking met hun overheersers weigeren. Zijn oproepen werden massaal opgevolgd. Maar het verzet was lang niet altijd geweldloos. Vooral onder de islamitische minderheid kregen de Britten te maken met gewelddadig verzet. Ook tussen moslims en hindoes onderling waren er grote spanningen. Dit alles overtuigde de Britten dat zij met Gandhi moesten praten. Ze gaven hem steeds meer toe en India kreeg een grote mate van zelfbestuur.

Nederland had het in Nederlands-Indië lang niet zo moeilijk. Toch werd het ook daar na de 1e WO onrustig. Daarbij speelde het communisme aanvankelijk een hoofdrol. Lenin had de koloniale volkeren opgeroepen zich tegen de koloniale onderdrukking te verzetten, het imperialistische juk af te werpen. De Indonesische communistische partij organiseerden stakingen en gaf in 1926 zelfs het sein voor een complete opstand. Onder de Nederlanders ontstond paniek. Maar al snel herstelde de koloniale troepen de orde. Duizenden mensen werden opgepakt, honderden werden zonder vorm van proces verbannen naar het afgelegen Nieuw-Guinea. Het communisme was uitgeschakeld, maar het Indonesische nationalisme nam met kracht toe.

Na 1918 merkten ze dat Nederland niet van plan was de macht af te staan. De Nederlanders keken op de Indonesiërs neer, hoe hoog opgeleid die ook waren. In 1923 gebruikten Indonesische studenten voor het eerst de naam Indonesië. Zij vonden dat alle inheemse inwoners één volk waren. Alle onderlinge verschillen waren ondergeschikt. Ze eisten onmiddellijke onafhankelijkheid. Gandhi was hun grote voorbeeld. Net als hij vonden zij dat elke samenwerking met en gehoorzaamheid aan de koloniale onderdrukkers moest worden geweigerd.

Met die ideeën werd in 1927 de Partai Nasional Indonesia (PNI) opgericht. Snel bleek dat het nationaalsocialisme niet meer alleen van de elite was. Partijleider Soekarno bracht in alle Javaanse steden enthousiaste massa´s op de been. De spanning kwam tot uitbarsting toen Indonesisch marinepersoneel in 1933 aan het muiten sloeg tegen ene salariskorting. Nederland greep in en ver voor de haven werd een bom op het schip gegooid, waarna de muiters zich overgaven. Soekarno en andere nationalistische leiders werden verbannen. Er kwam een strenge censuur. De politie kreeg ruime bevoegdheden om verdachte elementen te arresteren en vergaderingen uiteen te jagen. Maar ook indonesiers die met Nederland samenwerkten wilden zelfstandigheid. Daar wilden ze in 1939 met De Jonge over praten, maar die dacht dat het alleen over hun zelf ging. Na de 2e WO bleek dat ze de onderhuidse gevoelens zwaar hadden onderschat.


De tweede wereldoorlog
Op 22 augustus 1939 vertelde Hiltler zijn hoge militairen dat Duitsland over een paar dagen Polen zou binnenvallen. Hij riep ze op nergens voor terug te schrikken. Geen medelijden, handel meedogenloos en met de grootste hardvochtigheid. Totale vernietiging is het doel. Hitler wilde revanche voor de 1e WO. De oorlog moest worden overgedaan, maar nu zou Duitsland overwinnen en heel Europa in zijn macht hebben.

De Duitsers liepen Polen onder de voet en vielen in het voorjaar van 1940 Nederland, België en Frankrijk aan. Honderden tanks rukten snel op, terwijl de luchtmacht paniek zaaide en communicatiemiddelen uitschakelde. Tegen deze blitzkrieg waren de Britten en Fransen niet opgewassen. Frankrijk gaf de strijd na 5 weken op. Na 5 weken had Hitler bereikt, waar Duitsland in de 1e WO vier jaar vergeefs om had gevochten. Na uitschakeling van Frankrijk wilde de Duitsers het Britse luchtruim veroveren. Boven Zuid-Engeland ontbrandde een luchtoorlog, de battle of Britain, die Groot-Brittannië op het nippertje overleefde. Na 5 weken staakten de Duitsers de aanval. Maar ze gingen nog maanden door met het bombarderen van Londen en andere Engelse steden. Miljoenen mensen vluchten naar het platteland en er vielen tienduizenden doden.

Hitler had vlak voor de inval in Polen en niet-aanvalsverdrag met Stalin getekend. Hierdoor kon hij een tweefronten oorlog voorkomen. Op 22 juni 1942 begon ´operatie Barbarossa´. De Duitse troepen trokken de sovjet grens over en drongen in een verbijsterend tempo honderden kilometers diep het land binnen. Het rode leger leed immense verliezen, maar werden niet definitief verslagen. Begin december sloegen ze blak voor Moskou met een uiterste krachtsinspanning terug.

Een dag later viel Duitse bondgenoot Japan de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour op Hawaï aan. Hitler was hierover zo opgetogen dat hij de VS de oorlog verklaarde. Achteraf gezien tekende hij zijn eigen doodvonnis. Net als in 1914-1918 was Duitsland op den duur niet opgewassen tegen de gemeenschappelijke kracht van de VS en de Sovjet-Unie. De Duitsers boekten in 1942 nog enorme terreinwinst in zuid-rusland. In de ijskoude winter werd in Stalingrad man tegen man gevochten. Uiteindelijk gaven de Duitsers zich op 31 januari 1943 over. Ze hadden de grootste slag uit de wereldgeschiedenis verloren. Er waren bijna een miljoen doden gevallen.
Met een overmacht aan tanks sloegen de russen de Duitsers langzaamaan steeds verder terug. In juli 1944 landen de westelijke geallieerden in Normandië, waarna de Duitsers ook in West-Europa werden teruggedrongen. Berlijn viel pas op 2 mei 1945, nadat bekend was geworden dat Hitler twee dagen eerder zelfmoord had gepleegd, een week later gaf Duitsland zich over. In 1914-1918 waren bijna alle slachtoffers militairen, in 1939-1945 was de helft burger.

De oorlog beheersten het dagelijks leven ook omdat de economie er helemaal op werd ingesteld. Aan het einde van de 1e WO maakten franse munitiefabrieken dagelijks alleen al 200.000 granaten. De 2e WO was wel nog veel meer een totale oorlog. Het dodental was zes keer zo hoog. De wapenproductie was nog veel groter dan in de 1e WO. Dat vereiste vooral in Duitsland en de Sovjet-Unie uiterste inspanningen. Duitsland gebruikte miljoenen dwangarbeiders uit de bezette gebieden, omdat er lang niet genoeg Duitse arbeiders beschikbaar meer waren. Op het laatst moest iedere man van 16 tot 60 aar die maar enigszins een wapen kon dragen meevechten.
Alle partijen pasten in de 2e WO op ongekende schaal geweld toe tegen de burgerbevolking. De Duitsers voerden vanaf het begin in het Oosten een vernietigingsoorlog. De nazi’s wilden hun Germaanse rijk in Rusland tot de Oeral uitbreiden. In de veroverde gebieden zouden miljoenen Germanen zich vestigen. De Slavische elite zou worden vermoord en de rest verjaagd of dwangarbeid verrichten. Voor de uitvoering van deze plannen werden speciale commando’s geformeerd. Het leidde tot massale slachtpartijen. Ook verder was de oorlogsvoering gericht op maken van zoveel mogelijk burgerslachtoffers.
Sovjetsteden moesten van de aardbodem verdwijnen. Leningrad werd omsingeld met het doel de stad kapot te schieten en de bevolking uit te hongeren. Tijdens een beleg van 900 dagen kwamen een miljoen mensen om.

Ook krijgsgevangenen wachten een bitter lot. De Duitsers namen 5.7 miljoen Sovjetmilitairen gevangen, 3.3 miljoen stierven door honger en verwaarlozing. In het totaal kwamen zo’n 27 miljoen inwoners van de Sovjet-Unie om, de helft van het totale aantal oorlogsslachtoffers.
Ook aan Sovjetzijde werd de oorlog met grote wreedheid gevoerd. De soldaten trokken vanaf 1945 plunderend en moordend door Duitsland en verkrachtte meer dan een miljoen Duitse vrouwen. Ook de westelijke geallieerden terroriseerden de Duitse burgerbevolking. Tijdens de oorlog werd de verwoestende kracht van de Britse bommen steeds groter en de bommenwerpers konden steeds verder komen. Als eerste werd Keulen in 1942verwoest en Hamburg werd in 1943 met brandbommen platgegooid. Eerst moesten de Amerikanen en Britten nog voorzichtig zijn, omdat de Duitse luchtverdediging veel toestellen uit de lucht haalde. In het laatste oorlogsjaar beheersten de geallieerden het Duitse luchtruim. Berlijn en andere grote steden werden dag en nacht gebombardeerd. Dit kostte een miljoen burgers het leven. Nog steeds is niet duidelijk of dat heeft bijgedragen aan de geallieerde zege.

Na de Duitse capitulatie moesten de VS nog afrekenen met Japan. Japan bood fanatiek verzet en Kamikazepiloten vlogen zich dood om de Amerikanen zoveel mogelijk schade toe te brengen. VS bombardeerde op hun beurt Japanse steden, maar dat hielp niet. Uiteindelijk kwam de VS met hun nieuwste massavernietigingswapen. Ze waren erin geslaagd om 2 atoombommen te maken. De eerste wierpen ze op 6 augustus 1945 op Hirosjima en de tweede drie dagen later op Nagasaki. Japan capituleerde.
Genocide
Langs de weg liepen wandelende skeletten met ingevallen ogen en geschoren schedels. Ze spraken onsamenhangend over mensen in een gat en wilden dat wij mee gingen.

Het was de eerste kennismaking met van het westen met de genocide op de joden, die nog altijd gezien wordt als de ultieme misdaad. De Holocaust herinnert ons er aan waartoe de racisme en discriminatie toe leidt. Voor de 1e WO stond Duitsland niet bekkend als antisemitisch. Hitler associeerde joden met alles wat smerig en kwaadaardig was. Volgens hem was zijn ‘uiteindelijke, onwrikbare doel de totale verwijdering van alle joden uit ons volk’. Vermoedelijk bedoelde hij toen nog alleen dat ze Duitsland moesten verlaten. Hitlers aanhang vond zijn anti-joodse scheldkanonnades prachtig.

Na Hitlers machtovername werden de joden slachtoffer van systematische discriminatie. Vanaf 1933 mochten ze geen ambtenaar meer zijn en vanaf 1935 was seks tussen joden en andere Duitsers wettelijk verboden. In de nacht van 9 op 10 november 1938 barstte het geweld in alle hevigheid los. In heel Duitsland weden synagogen in de brand gestoken en joodse winkels geplunderd en verwoest. De kristalnacht (vanwege de glasscherven) moest een spontane uiting van volkswoede lijken, maar overal hadden lokale partijleiders opdracht gekregen hun SA mannen los te laten op de joden. De overwegend lauwe en afkeurende reacties van het Duitse volk op de kristalnacht vielen Hitler tegen. Hij gaf daarom vanaf dat moment het anti-Joods beleid in handen van de eliteorganisatie de SS. Zij moest het joods probleem in het geheim en systematisch oplossen.

De 2e WO maakten de weg vrij voor de meest radicale oplossing. In januari 1939 deed Hitler een lugubere voorspelling: ‘indien het internationale Jodendom erin zou slagende naties nogmaals in een oorlog te storten zal dat resulteren in de vernietiging van het joodse ras in europa’. Het waren geen loze woorden, want na de inval op Polen werden 3.5 miljoen joden in getto’s bijeen gedreven. En tienduizenden werden vermoord. Achter het front schoten einsatzgruppen van de SS alle joden dood, inclusief vrouwen, kinderen en bejaarden.

Hitler gaf de SS in juli 1941 opdracht om ook voor de rest van europa een totale oplossing te bedenken. Op 20 januari 1942 werden aan de Wannsee in Berlijn definitieve afspraken gemaakt over de Endlösung, ‘de eindoplossing’. Het continent zou systematisch worden uitgekamd en alle joden zouden naar het ‘oosten’ worden getransporteerd en daar worden vernietigd. Het oosten werd polen; het vernietigingsmiddel het blauwzuurgas Zyklon-B, waarmee in de gaskamers ‘efficiënt’ en ‘schoon’ grote aantallen mensen worden gedood. Voorjaar 1942 reden de eerste goederentreinen vol joden naar Auschwitz en andere vernietigingskampen. Aan het eind van het jaar waren er al 4 miljoen vermoord.


De bezetting
In de vroege ochtend van 10 mei vielen de Duitsers Nederland binnen. Nederland was tot dan toe net zoals in de 1e WO strikt neutraal gebleven. Nederland moest al op de vijfde dag capituleren nadat Rotterdam door een bombardement was verwoest. De regering, inclusief Wilhelmina, vluchtte naar Londen. Nazi Seys-Inquart werd rijkscommissaris oftewel de hoogste machthebber. Ook buiten de ambtenarij was accommodatie (aanpassing) de gebruikelijke houding. President colijn vertelde de bevolking dat ze moesten leren leven met het alles dominerende feit dat het vasteland van Europa in de toekomst geleid zal worden door Duitsland. De Nederlandse unie die in de zomer van 1940 werd opgericht zag zelfs wel positieve kanten aan de bezetting. Dankzij de ondergang van de oude democratie kon de verdeeldheid in Nederland worden opgeheven. Ze wilden het typisch Nederlandse behouden. Binnen de kortste keren had de Unie 800.000 leden. De Duitsers vonden dit best. Via de Unie hoopten ze Nederland te bekeren tot het nationaalsocialisme. Maar dat bleek een illusie.
Na de Duitse invasie in de Sovjet-Unie was het met de positieve gevoelens over en weer gedaan. De Duitsers verlangde nu actieve steun, maar niet veel Nederlanders waren tot collaboratie bereid. In 1941 werd de Unie verboden omdat ze geen soldaten wilde leveren voor het oostfront.
Hoewel er maar weinig mensen in het verzet zaten, groeiden de ‘haat’ tegen ‘de moffen’. Driehonderdduizend mensen moesten hun huis uit omdat er een verdedigingslinie langs de kust moest komen. Een half miljoen mannen werden als dwangarbeider naar Duitsland gebracht en 350.000 anderen doken onder om daaraan te ontkomen. Auto’s , fietsen werden in beslag genomen. Radio’s moesten worden ingeleverd, er kwamen tekorten aan alledaagse artikelen zoals textiel , schoenen en zeep. En de Duitsers gedroegen zich steeds barser.
In september 1944 bevrijdden de geallieerden het zuiden, maar bleven steken bij de grote rivieren. In Holland en utrecht volgden een Hongerwinter die duizenden mensen het leven kostte. Mensen stookten om warm te blijven alles op wat voorradig was. Treinen reden niet meer. Overal lag puin. Vuilnis werd niet opgehaald. Scholen bleven dicht. Er was geen stroom meer. Uit de kraan kwam slecht een slap straaltje water. Alles was treurig en grauw.
Toen in mei 1945 de bevrijding kwam was Nederland geruïneerd. Een kwart miljoen mensen waren omgekomen en een kwart van alle huizen was verwoest. Grote delen van Nederland waren door de Duitsers onder water gezet. De bezetting was zo’n nachtmerrie geworden dat de geschiedenis voortaan was verdeeld in ‘voor’ en ‘na’ de oorlog.

REACTIES

T.

T.

Heey, de inhoud is prima, maar er staan wel heel erg veel schrijf, spelling en vorm fouten in... (minimaal 20)

Dat is erg jammer,

14 jaar geleden

T.

T.

5000 woorden is toch geen samenvatting?

13 jaar geleden

J.

J.

Jou samenvatting is bijna 5000 woorden, bijna evenveel als het hoofdstuk in het boek!

13 jaar geleden

A.

A.

Juist chill een lange samenvatting dan mis je niks aan informatie, maar je hoeft niet het hele boek door te lezen om alles te weten. :D

12 jaar geleden

G.

G.

haha kristabnacht XD
goeie als je het woord onthoudt maar de betekenis telkens vergeet:
kri"stab"nacht (tussen de " " in het engels uitspreken)
wel kut dat het gebeurd is btw D':>
voorderest wel fijn dat alle jaartallen enzo erin staan :D *thumbs up*

12 jaar geleden

S.

S.

Als je al die begrippen weglaat valt het nog wel mee. Maar bijna alles is overgetypt uit het boek..

11 jaar geleden

-.

-.

Operatie Barbarossa was in 1941 niet in 1942 :)

11 jaar geleden

R.

R.

Zwarte donderdag is 24 oktober 1929.. Niet 1924..

11 jaar geleden

H.

H.

Saaai. Ook slecht samengevat

9 jaar geleden

L.

L.

Ik font dit stuk egt heelemaal guweldug! Ik hep er feel aan guhat! Budangt!

8 jaar geleden

S.

S.

Ehhh de man he

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.