9.1 handen uit de mouwen
Handen uit de mouwen na WOII waren meer dan een miljoen mensen dakloos. Herstel en wederopbouw was alleen mogelijk als de bevolking daarvoor offers wilden geven, lage lonen. Dat de economie snel herstelde was te danken aan het Marshall plan tussen 1948 en 1954 ontving NL 1127 miljoen van Amerika.
wederopbouw: Naam voor de naoorlogse periode die helemaal in het teken stond van herstel van datgene wat tijdens de WOII verwoest was
Er was ook sterke bevolkingsgroei de boeren moesten veel voedsel maken voor weinig geld door mechanisatie, rationalisatie, specialisatie en schaalvergroting.
Jaarlijks kwamen er tussen de 30 en 40 duizend mensen naar de arbeidsmarkt. Volgens de regering moesten die mensen in de industrie werken. In 1949 voerde de overheid een industrialisatiepolitiek in en moedigen ondernemers aan om een nieuw bedrijf te beginnen of een fabriek uit te breiden. Hiervoor waren grote investeringen nodig, geleide loonpolitiek.
Door de enorme groei van het aantal banen hoefde NL zich in de jaren 60 geen zorgen te maken om werk en inkomen. In 1963 begonnen de lonen heel erg te stijgen. NL werd een moderne consumptie maatschappij. Het volk ging dus steeds meer luxe dingen kopen en NL was een verzorgingsstaat geworden.
mechanisatie: proces waarbij menselijke en dierlijke arbeid vervangen werd door machines
rationalisatie: door de toepassing van nieuwe hulpmiddelen en meer doelmatige technieken een hogere opbrengst te realiseren
specialisatie: proces waarbij steeds meer bedrijven steeds groter worden en meer gaan produceren
schaalvergroting: proces waarbij de bedrijven steeds groter worden en meer gaan produceren
geleide loonpolitiek: economische politiek waarbij geprobeerd werd de lonen zo weinig mogelijk te laten stijgen
consumptiemaatschappij: samenleving waarin de consumptie niet alleen bestaat uit levensbehoeften, maar ook uit luxe producten
Door de eerste oliecrisis in 1973 kwam er een eind aan deze gouden tijd. in 1975 moest het linkse kabinet Den Uyl (1973-1977) flink bezuinigen op de begroting. En in 1979-1980 werd NL getroffen door de tweede oliecrisis.
Er zijn 2 redenen waardoor het aandeel van de landbouw en de industrie in 1970 in NL nog verder afnam.
- Zuid-Limburgse steenkoolmijn gesloten, textiel fabrieken naar lagelonenlanden. In de havens verdween scheepsbouw. Heel veel werd met machines of robots gedaan.
- NL was de laatste 30 jaar meer geconcentreerd in 2 sectoren: handel en transport.
De eerste oliecrisis: Nederland steunde van oudsher Israël in het conflict met de Arabische buurlanden. Hiervoor werd in 1973 de rekening gepresenteerd. Geen Arabische olie meer in Nederland.
De tweede oliecrisis: In de winter van 1979/1980 stegen de olieprijzen, die voor een 3 jaar lange crisis zorgden in Nederland
9.2 Multiculturele samenleving
Kort na WOII werd Nederland een emigratieland vooral naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Ruim een half miljoen mensen verlieten NL.
Tussen 1946 en 1964 kwamen ongeveer 300.000 mensen, vooral uit NL-Indië weer terug naar hun vaderland van emigratieland naar immigratieland.
In die tijd kwamen ook veel Molukkers naar NL. Veel van hen waren christelijk geworden of hadden als beroepsmilitair gediend in het Nederlands-Indisch leger(KNIL). In 1950 werd het KNIL opgeheven. De militairen werden naar NL gebracht. Toen in 1956 duidelijk werd dat er geen Molukse staat kwam in Indonesië, konden de Molukkers in NL blijven.
Begin jaren 70 kwam er een nieuwe stroom migranten, na de onafhankelijkheid van Suriname twijfelde veel Surinamers aan de levensvatbaarheid en kwamen naar NL. rond 1975 groeide de groep immigranten sterk.
De wederopbouw na de 2e wereldoorlog ging zo snel dat er in 1950 al een krapte op de arbeidsmarkt was, dus Nederland haalde arbeiders uit het buitenland. In de loop van de tijd verflauwde de interesse om een tijd lang in West-Europa als gastarbeider te werken. In 1973 kwam er door de 1e oliecrisis een eind aan de snelle economische groei, en in 1970 groeide ook nog het aantal nieuwkomers, daardoor moesten de gastarbeiders weer terug.
In het laatste decennia ontwikkelde NL zich tot een multiculturele samenleving. In de jaren 1970 konden de etnische minderheden nog rekenen op een warm welkom in NL. Men dacht in de 21e eeuw dat de integratie van de immigranten een kwestie van tijd was, maar de overheid pakte dat anders aan. Er was sprake van een maatschappelijke segregatie.
Het essay (het multiculturele samenleving) van Paul Schoffer vormde het begin van een groot debat in NL. De dieptepunten waren de moorden op Pim Fortuin en Theo van Gogh. De onvrede groeide toen NL grote groepen vluchtelingen moest opvangen.
Het multiculturele drama
In 2000 gooide de publicist Paul Scheffer de knuppel in het hoenderhok. Zijn essay Het multiculturele drama (bron 27) vormde het begin van een groot debat in Nederland en van een turbulente periode in de politiek. Dieptepunten waren de twee moorden op politicus Pim Fortuyn en filmmaker Theo van Gogh. In het buitenland bezag men met verwondering hoe het ogenschijnlijk altijd zo tolerante en ontspannen Nederland veranderde in een wat verkrampte samenleving, waar velen hun ongenoegens onverbloemd luchtten op sociale media. De gevoelens van onvrede groeiden bij een deel van bevolking toen Nederland grote groepen vluchtelingen uit het Midden-Oosten moest opvangen. Deze beslissing was niet door de regering in Den Haag genomen, maar was het gevolg van afspraken in de Europese Unie. Daardoor bestond er bij een aantal Nederlanders weinig begrip voor. Het behoud en misschien zelfs de ‘wederopbouw’ van een saamhorige maatschappij in Nederland is een van
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden