Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 8, Op Stoom!

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1982 woorden
  • 22 oktober 2009
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 7
67 keer beoordeeld

Samenvatting geschiedenis SE-1: H8: Op Stoom
Tijdvak: Tijd van burgers en Stoommachines (1800-1900)
Periode: Moderne Tijd

8.0 Oriëntatie
Waarom wordt het tijdvak zo genoemd? Burgers: Omdat voor het eerst in veel landen de burgers meer macht kregen, en stoommachines omdat die ervoor zorgden dat er meer goederen geproduceerd konden worden. Na de Franse Revolutie kregen burgers steeds meer macht, al was het in het begin alleen het rijkste gedeelte. In deze periode werd continu gediscussieerd over de definitie van burgers, zijn dat alleen de rijken? Deze discussies leidden uiteindelijk tot een steeds groter wordende groep van burgerij.
Kenmerken van dit tijdvak:

• De Industriële Revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving.
• Het Modern imperialisme hield verband met de industrialisatie
• Discussies over de ‘Sociale Kwestie’
• Opkomst van politiek- maatschappelijke stromingen
• Voortschrijdende democratisering, voor zowel mannen als vrouwen
• Opkomst van emancipatiebewegingen
Confessionalisme: Ideologie die stelt dat de politiek op religieuze grondslagen gebaseerd moet zijn .
Democratisering: Streven naar meer inspraak: steeds meer groeperingen krijgen invloed op het bestuur en politiek.
Emancipatie- beweging: Maatschappelijke groepering die ijvert voor gelijkberechtiging op een bepaald gebied.
Imperialisme: Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen vergroten bijvoorbeeld door er handelsposten te vestigen of invloed uit te oefenen op het lokale bestuur.
Modern Imperialisme: Fase van het imperialisme (vanaf ongeveer 1850) waarbij Europeanen steeds meer overzeese gebieden veroveren en tot kolonies maken.

Sociale kwestie: In de 19e eeuw leefden veel arbeiders in miserabele omstandigheden. De welgestelde mensen die voor hen opnamen, betitelde dit als de ‘Sociale Kwestie’

8.1 De Industriële Revolutie

In de 18e eeuw kwam de Industriële Revolutie opgang, huisnijverheid maakte plaats voor fabriekswerk. Dat kwam allemaal omdat de bevolking groeide, en er veranderingen plaatsvonden in de landbouw. Veel mensen kwamen zonder baan, en die banen werden gevonden in nieuwe fabrieken.

Op welke wijze droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en stedelijke samenleving?
• Veranderingen in de landbouw: In Engeland steeds de arbeidsproductiviteit fors. Er waren minder arbeiders nodig, die nu zonder baan zaten. Maar de voedselproductie groeide wel, waardoor de gezondheid beter werd, en de bevolking steeg.
• Uitvindingen: Uitvindingen op volgorde van oud naar nieuw;
- Flying Shuttle: (uitgevonden door: John Kay) Hierdoor konden de wevers sneller werken, eerst waren er acht spinners nodig om 1 wever te laten werken.
- Spinning Jenny: (uitgevonden door James Hargreaves): Hierdoor kon een spinner 8 draden tegelijk spinnen.
- Waterframe: (Uitgevonden door Richard Arkwight). Met deze uitvinding kwam er een einde aan de huisnijverheid. De spinmachine werd aangedreven door een waterrad.
- Mill: (uitgevonden door Edmund Cartwight) Hier werden meerdere spinmachines in 1 gebouw geplaatst, die allemaal werden aangedreven door 1 waterrad.
• Fabrieken: Eerst werden fabrieken geplaatst op het land, in de buurt van water omdat het waterframe moest worden aangedreven. James Watt verbeterde de stoommachine, en zo konden fabrieken overal worden geplaatst: midden in de stad.

• Industrialisatie zet door: Vanaf het laatste kwart van de 18e eeuw, zette de industriële revolutie door.
• Een nieuwe samenleving:Engeland was het eerste land dat definitief overging op een industriële samenleving. Het importeerde veel, en was een tijdje oppermachtig. In 1851 was er een Great Exhibition in Chrystal Palace. Britse exposanten toonden hun industriële producten en technologische vondsten. Mensen waren verbluft.

8.2 Het modern imperialisme

West- Europese landen gingen op een gegeven moment zoveel produceren, dat er geen afzetmarkt meer voor was. Er ontstond ook tekort aan grondstoffen. West- Europese landen lieten hun oog vallen op Afrika en Azië, die konden grondstoffen leveren en dienen als afzetmarkt. . Ze werden ingelijfd als kolonie.
Welke motieven speelden een rol bij het modern imperialisme?
• Grondstoffen: Er was steeds meer ruwe katoen nodig, maar dat niet alleen. Ook andere grondstoffen zoals rubber, olie en jute waren nodig. Europese landen haalden deze grondstoffen uit Afrika en Azië. Europese landen proberen al vanaf de tijd van de ontdekkingsreizigers hun macht te vergoten in de rest van de wereld. Dit wordt imperialisme genoemd. Maar vanaf 1850 werden ook landen als kolonie ingelijfd. Het lokale bestuur werd echt overheerst.
• Afzetgebieden: Niet alleen voor grondstoffen ging Engeland Afrikaanse en Aziatische landen veroveren. Die landen konden ook dienen als afzetmarkten voor hun producten. Eerst konden ze die producten nog kwijt in andere Europese landen en de VS, maar toen daar ook de industriële revolutie doorzette, konden ze daar hun producten niet meer kwijt. Ook de andere Europese landen gingen kolonies veroveren, wat ook wel een ‘Wedloop of Afrika’ genoemd werd. Dit wordt het modern imperialisme genoemd –ipv- het kolonialisme.
• Macht: Nog een reden om landen te overheersen, was macht. Europese landen wilden niet van elkaar onder doen, want hoe meer koloniën je had, kon je op het wereldtoneel van grote betekenis zijn. Vooral de Fransen wilden hun status terug nadat ze verpletterd waren door de Pruisen (1870- 1871). Engeland werkte vooral aan een Noord- Zuid lijn (Cairo- Kaapstad) en Frankrijk aan een west- oost lijn (Atlantische oceaan- Indische oceaan). Op het punt waar deze kruisten, kwam het bijna tot een oorlog. Het wantrouwen tussen de Europese staten groeide. Dit speelde dan ook beslist een rol bij het uitbreken van WO I in 1914.

8.3 De Sociale Kwestie

In het begin van de industriële revolutie waren arbeidsomstandigheden slecht. Er waren meer arbeiders dan werk, en fabrikanten maakten hier misbruik van. Ze schreven lange werkdagen, lage lonen etc. Pas toen artsen problemen naar buiten brachten, kwam de ‘Sociale Kwestie’ op gang.

Waarom werden tijdens de Industriële Revolutie de sociale problemen groter en op welke wijze werd een begint gemaakt met de oplossing ervan?
• Ongestuurde urbanisatie: De bevolking groeide sterk en er moesten in korte tijd veel huizen worden gebouwd. Alleen was er geen geld, kennis en tijd om goede huizen te bouwen. Al snel hadden krottenwijken de overhand.
• De macht van de fabrieksbel: Ook de omstandigheden in de fabrieken was slecht. Het was een onveilige en ongezonde omgeving. Er waren nog geen eeuwenoude gewoonten om op terug te vallen. De wil van de fabrikant werd absolute wet. Een dag begon met een bel en eindigde met een bel. Eerder mocht er niet gestopt worden.
• De schuld van de machine: De fabrikanten hadden maar 1doel: een zo hoog mogelijke winst. Arbeiders moesten lang werken tegen een laag loon. De arbeiders gingen nog niet in protest. Soms sloegen zij alleen machines kapot. Ze dachten dat hun slechte positie te danken was aan de machine.
• Factory Acts: Met de Factory Acts (1833) kwam er begin met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Steeds meer mensen vonden toch wel dat de arbeidsomstandigheden beter moesten worden. Een paar voorbeelden van Factory Acts: - Arbeid van kinderen tot 9 jaar werd verboden, 9 t/m 12 mochten nog maar 9 uur p/d werken, voor iedereen beneden van 18 was nachtarbeid verboden. Een inspectiedienst controleerde de naleving, maar voor heel Noord- Engeland was één inspecteur. Een bezoek werd ruim van te voren aangekondigd, en de exacte leeftijd van een kind was niet bekend.

8.4 Liberalisme en Socialisme

Socialisme: De arbeiders voelden zich hier toe aangetrokken. Het socialisme streeft naar gelijkheid voor alle burgers. Arbeiders wilden meer geld verdienen. Hun wapen was staken.
Liberalisme: De burgerij en fabrikanten voelden zich meer aangetrokken tot het liberalisme. Het liberalisme streeft naar vrijheid voor individu op staatkundig en economisch gebied. Hun wapen was ontslag.
Onder invloed van welke maatschappelijke ontwikkelingen ontstonden liberalisme en socialisme?
• Gezond eigenbelang: Er leefden veel mensen op het bestaansminimum. Geleerden vroegen zich af waardoor het probleem was veroorzaakt, en wat de beste oplossing was.
• Het individu centraal: Bij het liberalisme staat het vrije, ondernemende individu centraal.

- Economisch gebied: De staat moet zich zo min mogelijk met de economie bemoeien. Ieder mens moet zichzelf om hoog werken.
- Politiek gebied: Het absolutisme werd verwerpen. Iedereen moest voor de wet gelijk zijn, en ze hechten veel waarden aan het parlementaire stelsel.
- Intellectueel gebied: Strijdt tegen godsdienstig fanatisme en censuur. Iedereen moest zijn eigen opvattingen kunnen ontwikkelen en uitdragen.
• Revolutiejaar 1848: Na de val van Napoleon besloten staten de ‘staat’ weer almachtig was. Tot 1848 verliep dat redelijk maar toen kwamen burgers, arbeiders, liberalen en nationalisten in opstand. De liberalen trokken aan het langste eind. Hun eisen werden vastgelegd in een grondwet.
• De klassenloze samenleving van Marx: In 1848 verscheen er een boek dat richting aangaf richting een nieuwe politieke stroming: Het Socialisme. Karl Marx en Friedrich Engels waren de schrijvers ervan. Karl Marx was tot de conclusie gekomen dat er altijd klassenverschillen zijn geweest. Hij dacht dat de arme klasse in opstand zou komen. De armen zouden de opstand winnen en aan de macht komen, en daarna voorspelde hij een zorgeloze samenleving: het paradijs op aarde.
• Ruzie over de route: Sommigen gingen twijfelen of Marx wel gelijk had gehad. De communisten geloofden nog van wel, maar anderen wilden de klassenloze samenleving via een andere route bereiken: stap voor stap – ipv – via een revolutie. Dit werden later de sociaal- democraten genoemd. Aan het eind van de 19e eeuw van deze groep groter dan die van de communisten.

8.5 Emancipatiebewegingen

In de tweede helft van 19e eeuw kwamen emancipatiebewegingen op gang: van arbeiders, vrouwen en confessionelen.
Op welke wijze streefden confessionelen en vrouwen naar een uitbreiding van hun rechten?
• Burgerlijk beschavingsoffensief: De leef en werkomstandigheden waren aan het begin van de Industriële Revolutie slecht. Langzaam kwam daar verandering in, door de arbeiders zelf maar ook de burgerij. Ze wilden de arbeiders meer betrekken in de maatschappij, door middel van het beschavingsoffensief:
- Beter onderwijs voor arbeidskinderen, opening van bibliotheken.

- Sociale woningbouw (Geen krotten meer)
- Tegengaan van plat vermaak zoals de kermis. IPV daarvan georganiseerde feesten.
- Drankmisbruik en prostitutie tegengaan.
• Opkomst van het feminisme: In de tweede helft van de 19e eeuw kwam er een beweging op die opkwam voor de rechten van vrouwen: het feminisme. Ze wilden vooral kiesrecht krijgen, zodat zij invloed konden uitoefenen op de inhoud van de wetten. Hiervoor waren mannen en vrouwen ongelijk.
• Openbaar of bijzonder onderwijs? De onderwijskwestie, beter bekend als de schoolstrijd werd pas in 1917 definitief geregeld. Liberalen wilden een scheiding van kerk en staat. Kinderen moesten op school niet volgens de katholieke of protestante leer worden opgevoed. Het onderwijs moest openbaar zijn. De confessionelen (katholieken en protestanten) wilden dit niet. Ze waren voor het eerst verenigd want ze hadden dezelfde belangen. Wat zij wilden was, een gelijke financiering van onderwijs. Openbare en katholieke scholen moesten hetzelfde krijgen.

8.6 Democratisering van de politiek

Veel mensen wilden meer inspraak van ‘Het Volk’ in de politiek. Alleen was de vraag: Wie behoorde bij het volk? In de 19e eeuw voerden groepen voortdurend strijd, omdat zij meer invloed wilden op het bestuur. Dit proces het democratisering. U
Op welke wijze werd dankzij de strijd voor uitbreiding van het kiesrecht de politiek gedemocratiseerd?
• Naar een ander kiesstelsel: In Engeland was het allang zo dat elke hervorming van wetgeving door het parlement moest worden goedgekeurd. Dat parlement was verdeeld in Hogerhuis en Lagerhuis. Elk district kon 2 afgevaardigden sturen naar het Lagerhuis, ongeacht het inwoner aantal. Fabrikanten wilden daarom een verandering van het kiesstelsel, zodat zij meer invloed konden uitoefenen. Later verenigden zij zich met de arbeiders en de nieuwe middenklasse. Na enkele mislukte pogingen werd uiteindelijk toch in 1832 de Reform Bill aangenomen: een wet tot hervorming van het kiesrecht. Er kwamen zetels vrij die werden toegewezen aan industriesteden en de minimumeisen om voor kiesrecht in aanmerking te komen, verlaagd.
• De Charisten: Deze groep wilde nog meer hervormingen. Willam Lovett had in 1838 een politiek programma ontworpen wat bestond uit zes eisen:

(1) Invoering van algemeen (mannen) kiesrecht, (2) Jaarlijkse verkiezingen, (3) uitbreiding passief kiesrecht: ook armere mensen in her parlement, (4) loon voor parlementsleden, (5) geheime verkiezingen en (6) nieuwe indeling districten. Na 1848 verdwenen pas later. Veel later werden deze eisen opgenomen, behalve het jaarlijks kiesrecht.
• Politiek taboe: Liberalen wilden hun invloed in het parlement niet delen met andere groepen. Arbeiders en vrouwen wilden ook stemrecht. Mannelijke arbeiders kregen uiteindelijk wel stemrecht. In 1918 kregen vrouwen kiesrecht in Engeland, vanaf 30 jaar. Bij mannen was dit 21. In Nederland kregen mannen in 1917 kiesrecht en vrouwen in 1919.

REACTIES

I.

I.

supergoede samenvatting! dit heeft me echt veel geholpen!

12 jaar geleden

H.

H.

Erg goede samenvatting! Een schoonheidsfout: bij 8.4 : De klassenloze samenleving van Marx: In 1848 verscheen er een boek dat richting aangaf richting een nieuwe politieke stroming: Het Socialisme. Niet het Socialisme, het COMMUNISME!

verder top samenvatting!

12 jaar geleden

J.

J.

Hele goeie samenvatting! Staat precies alles in wat belangrijk is en ook op een goed te begrijpen manier.
Bedankt!

12 jaar geleden

P.

P.

goede samenvatting! :)

11 jaar geleden

L.

L.

SUPERSUPERSUPER! Dankjewel! :)

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.